DEN HAAG, zaterdag Iedere
Nederlander droomt er wel eens van: leven in het land waar
nooit blauwe enveloppen van de Belastingdienst worden
verstuurd. Leven in een fiscale vrijstaat, waar de
Belastingdienst je met rust laat. Wie zou het niet
willen?
Ook deurwaarders zwichten
voor ´recht van de sterkste´
Peter de Jong (*)
zit in de staf van een regio van de Belastingdienst ergens in
het land. Zijn juiste naam en werkplek moeten geheim blijven,
want door als belastingambtenaar rechtstreeks met De Telegraaf
te spreken tekent hij in feite zijn ´ambtelijke doodvonnis´.
We treffen hem thuis, zijn vrouw verzorgt de koffie. De
aarzeling om De Telegraaf-verslaggever te ontvangen is
aanvankelijk groot, maar De Jong heeft wel alle reden het
stilzwijgen te verbreken. Zijn vrouw steunt hem in zijn
gewaagde ongehoorzaamheid. Haar man werkt al lange tijd bij
verschillende eenheden ´Ondernemin-gen´ in het land.
Met stijgende
verbazing volgde De Jong de discussie naar aanleiding van de
onthullingen twee weken geleden in deze krant over de ´3
procentregeling´ van de Belastingdienst Limburg met de kampers
van De Vinkenslag. De regeling hield in dat de kampers tien
jaar lang maar 3 procent inkomstenbelasting per jaar
betaalden. En, zo blijkt nu uit het schokkende relaas van de
topman bij de fiscus, drie procent is nog een hoog tarief!
Want Nederland kent heel veel ´fiscale vrijstaatjes´ waar de
inwoners hele-maal geen belasting betalen. „Het verhaal van de
staatssecretaris klopt niet, het is een landelijk
probleem.”
Vrijstaat
De topman: „Het is in feite een vrijstaat. Kampers worden
gespaard, ze worden gewoon niet aangepakt. Ik ken geen ander
regime: bij ´kampers´ en andere probleem-groepen moet je niet
invorderen. Dit laat onverlet dat wel aanslagen door de
inspecteur worden opgelegd. Vervolgens betaalt de kamper niet
en de ontvanger onderneemt verder geen
invorderings-maatregelen. Want tja, als we ter plaatse zouden
gaan, zou dat maar problemen geven. De praktijk is dus dat de
kampers zwaar worden gefaciliteerd, ik ken diverse
woonwagenkampen waar geen motor-rijtuigenbelasting, geen
inkomstenbelasting en geen omzetbelasting wordt
betaald.”
Het is volgens de topman in feite een stilzwijgende
overeenkomst tussen kampers en de Belastingdienst. „De
openstaande vorderingen op kampers in het GOA (Geautomatiseerd
Ontvangers Administratie) worden als oninbaar geboekt.
Normaliter gebeurt dat alleen als iemand niet in staat is zijn
belastingschulden te voldoen. Het invorderingsproces wordt wel
doorgezet, doch bij het dwangbevel wordt een sticker op de
achterzijde bevestigd met een standaardtekst in de orde van
´kamper, niet betekenen´.” Dat betekent: verder met rust
laten... In het interne administratiesysteem DACAS van
de Belastingdienst krijgt de betreffende kamper vervolgens de
codering ´Tol´ achter zijn naam, hetgeen volgens De Jong
zoveel wil zeggen als: „Kwijtschelding. We incasseren niet
meer, het is een interne code om bedragen af te schrijven.
Punt uit. Wegwezen.”
Ook zijn er
inspecties die niet de codering ´Tol´ maar de codering ´A51´
aan een kamper meegeven. De topman: „In dat geval blijft de
invordering wel bestaan, maar de deurwaarder komt niet meer op
bezoek. Het wordt de kamper verder niet moeilijk gemaakt. In
de toekomst kunnen deze vorderingen nog wel worden verrekend
met teruggaven. Een A51-code blijft drie jaar
bestaan.”
Het
beleid rond de ´vrijstaatjes´ verschilt van eenheid tot
eenheid, het gaat te ver te stellen dat er geen enkele kamper
of Hells Angel belasting betaalt, maar: „Naarmate een groep in
ons land moeilijker wordt, zijn we eerder geneigd te zeggen:
we innen niet. Hoe asocialer, hoe groter de kans dat er géén
invordering plaatsvindt. Het recht van de sterkste geldt nog
steeds: kampers, Joegoslaven, Hells Angels en andere
probleemgroepen. Het is eigenlijk heel simpel: veiligheid gaat
vóór het geld. Het is kiezen voor de gemakkelijkste
weg.”
Gedoogbeleid
Volgens de topman is het een „ingesleten gedoogbeleid” dat
door Den Haag is „geaccordeerd”. Het is echter nooit
geformaliseerd, ergens op papier gezet. De Jong: „Het is een
gedoogbeleid waarvan iedereen binnen de Belastingdienst
afweet, een breed verspreid fenomeen. Het is in feite heel
triest. We pakken mensen met uitkeringen die een
belastingschuld hebben zwaar aan, maar de kampers laten we met
rust. Ik ben eigenlijk heel kwaad dat dit allemaal gebeurt en
daarom ben ik nu naar de krant gestapt. Nederland wordt
opgelicht. We hebben in dit land één belastingregime dat voor
iedere Nederlander geldt: iederéén moet belasting betalen. Het
faciliteren van kampers moet worden gestopt. Het is een
kankergezwel
geworden...”
Hoe asocialer, hoe groter
de kans dat er niet wordt geïnd
Overigens is het
wel opvallend dat de belastinginspecteurs – terwijl ze
nauwelijks toegang hebben tot de fiscale vrijstaatjes – wel
aanslagen weten op te leggen voor de handelaren in oud ijzer,
vodden en auto´s en de verkopen van de wietplantages. De
topman: „De hoogte van deze aanslagen is puur nattevingerwerk.
Bij een reguliere burger moet je de hoogte van een
´ambtshalve´ aanslag goed kunnen onderbouwen, maar bij kampers
etc. weet de inspecteur dat ze toch niet in beroep zullen gaan
tegen de aanslag.
De kampers etc. kennen het regime en weten
dat ze in de meeste gevallen er toch niets meer van zullen
horen. De inspecteur stuurt een hoge aanslag in de hoop dat de
kamper misschien zelf nog over de brug komt. We noemen dat
intern het ´knijpenpiepsysteem´. De inspecteur denkt: hoe
harder ik knijp, hoe eerder er wordt gepiept en er misschien
alsnog een aangifte komt. Er zijn groepen waarbij dat wel
werkt.” Bijvoorbeeld de seksbranche.
Volgens de
topman valt de landelijke gedoogprocedure onder
verantwoordelijk-heid van de hoofden van de (nu) regio´s die
formeel inspecteur, ontvanger en controleur zijn. Elke
financiële beweging van de regio wordt door PFC (Planning,
Finance and Control) van de eenheden (regio´s) gevolgd en
jaarlijks vindt een controle door de interne accountantsdienst
plaats. De Jong: „Men moet dit ´beleid´ dus kennen. Want
anders zouden onze jaarrekeningen toch nooit worden
goedgekeurd?
|
|
Zijn
er geen ambtenaren die protest aantekenen tegen deze
rechtsongelijkheid? „Men weet niet
beter of ´de baas´ heeft het zo gewild. Beleidsmatig mag de
ontvanger niet meer openstaande vorderingen hebben dan een in
het jaarplan overeengekomen percentage. Maar er zijn te weinig
mensen om deze doelstelling te halen. Om die reden worden de
bedragen als ´oninbaar´ geboekt. Oninbare vorderingen zijn
immers geen openstaande vorderingen. In dit stramien worden de
´kampers´
meegenomen.”
In
sommige belastingregio´s zitten bij de ´ontvangers´ echte
doorbijters die het wel lukt kampers tot betalen te dwingen.
De Jong herinnert zich een ontvanger van de Belastingdienst in
Tilburg die op het plaatselijke woonwagenkamp zijn
belasting-penningen in natura ging incasseren. Hij reed met een
aantal vrachtwagens met kraan voorop naar het kamp en laadde
het oud ijzer op. Zijn onorthodoxe optreden kwam hem op een
uitbrander te staan van de leiding. Hij werd genoodzaakt de
30.000 kilo oud ijzer weer terug te
brengen!
Maar de Belastingdienst kan toch een beroep doen op de
politie om de centen op te
halen?
De Jong: „Als je niet vraagt (of wilt vragen), komt de sterke
arm niet. Het management is gebaat bij rust in de tent.
Bovendien oordelen velen van hen: het gaat naar verhouding om
weinig geld, dus laat maar zitten. Je mag het probleem
terugbrengen tot de zwakte van het management van de
Belastingdienst. Lokale managers hebben hun kop al die jaren
in het zand gestoken. We hebben nu een nieuwe organisatie en,
als het goed is, een nieuwe cultuur. Daar hoort, vind ik, bij
dat we het taboe van de vrijstaatjes doorbreken. Het kan toch
niet zo zijn dat we kampers en Hells Angels met rust laten? Ik
heb zoveel geld zien ´verdwijnen´ (niet ingevorderd – MX),
alleen al in mijn eigen regio heel veel miljoenen euro´s per
jaar.” Volledigheidshalve: in de posten ´oninbaar´ zitten ook
de vorderingen op failliete bedrijven waar de fiscus naar kan
fluiten.
Rechtsongelijkheid
De Algemene Vereniging van Belasting-deurwaarders (AVB), een
club van 200 belastingdeurwaarders bij de rijksoverheid en
lagere overheden, vindt het juist dat de topman van de
Belastingdienst de kat de bel aanbindt. Een
belastingdeurwaarder, aangesloten bij de AVB, zegt: „Ik moet
het verhaal beamen, het speelt vooral op de grote kampen. Met
de kleine kampjes hebben we over het algemeen weinig
problemen. Iedere regio heeft zij n eigen beleid, maar de
meeste ontvangers denke: een inboedeltje in beslag nemen heeft
weinig zin. De volgende dag staan ze weer bij de Sociale
Dienst. Niet ieder kamp staat als gevaarlijk te boek, maar er
zijn er bij waar je geen koplamp meer over hebt als je op
bezoek komt. U ontkomt niet aan het betalen van belasting en
ik ook niet. Een bevolkingsgroep die wordt ontzien, kan niet.
Het is rechtsongelijkheid van het zuiverste water.”
Ook de
AVB-leden zijn, net als de klokkenluider, in dienst van de
overheid. Met de pet van AVB-bestuurslid op kunnen ze wat
makkelijker praten met de pers, hoewel ze van de staf niet met
hun naam in de krant mogen. De AVB-secretaris benadrukt dat
niet iedere woonwagenbewoner boven de wet leeft, maar:
„Deurwaarders treden in mindere mate op tegen woonwagenkampen.
Alleen bij grote politieacties gaat de deurwaarder mee. Daar
waar geen invordering plaatsvindt, is de Belastingdienst bang
voor grote beroering. De politie is meestal ook niet
enthousiast om mee te gaan naar zo´n kamp.
Het gevolg is dat bij
woonwagenbewoners geen of minimaal invordering plaatsvindt.”
De secretaris: „Ik kan u zeggen dat wij als invorderaars
helemaal niet blij zijn dat er met twee maten wordt gemeten.
Het is wrang dat we bij mensen die van een minimumuitkering
trachten rond te komen wél tot invordering overgaan. In de
meeste gevallen krijgt de deurwaarder opdracht het kamp niet
te bezoeken; het zijn de beleidsmakers die dat beslissen. Komt
een dwangbevel niet op het bureau van de deurwaarder, dan gaat
hij ook niet op pad. Het is de ontvanger die besluit een
dwangbevel niet uit te
vaardigen.”
Geldt het recht van de sterkste in deze fiscale
vrijstaatjes?
„Ja, dat is zo. Woonwagenbewoners schreeuwen hoog van de daken
dat ze gelijk willen worden behandeld als iedere burger. Dus
dat betekent óók gewoon belasting betalen tegen de tarieven
die ook voor u en mij van toepassing zijn. De
belasting-deurwaarder heeft geen invloed op het gedoogbeleid,
het is er ingeslopen. Maar je ziet nu dat de hele Nederlandse
samenleving aan het corrigeren is, ook met de asielzoekers. We
hebben het met zijn allen laten gebeuren. Maar laten we wel
wezen: kampers zijn vaak potige kerels. Als ze op je kantoor
komen, dan zeggen veel ontvangers: liever even niet, dat geeft
problemen. Wij willen als deurwaarders nog wel ter plaatse
gaan om te kijken wat de mogelijkheden zijn, maar ik wil ´s
avonds ook weer goed van lijf en leden naar huis toe gaan. Je
gaat niet je hele hebben en houwen in de waagschaal stellen
voor de opdrachtgever.”
De AVB-secretaris ziet problemen bij invorderingsprocedures
bij andere belasting-plichtigen. „Je kunt daarop wachten.
Mensen zullen terecht zeggen: waarom staat u hier en niet op
een woonwagenkamp? Welk antwoord moet je daarop geven? Daar is
geen antwoord op mogelijk.”
Kent
u de sticker ´ONINBAAR, KAMPER´?
„Nee, maar ik
weet wel dat ze ook stempels
gebruiken...”
* De naam De Jong is fictief (juiste naam, functie en
belastingregio bij de redactie bekend). De Belastingdienst
komt in de loop van volgende week met een
reactie.
Terug naar
pagina
|