Groene stroom verhult subsidiemisbruik. De overbodige € 1,3 miljard subsidie moet naar de duurzame Nuloptie van Edelchemie

Na 50 jaar eindelijk verbod op wolmanzouten.
Maar waar laten we 12 mln. kuub giftig hout ? Staatsblad 238 - 10 juni 2004

Ecologisch Kennis Centrum . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

Het milieudrama rond oud Tweede Kamerlid Remi Poppe en de verzwegen antwoorden









Tweede Kamerlid
Remi Poppe





Politieke vragen . . . SDN homepage


Kamervragen van 19 augustus 1998

    Vragen van het lid Poppe (SP) aan de minister van VROM

    1. Kent u de uitspraken van de Raad van State in het geding tussen A.M.L. van Rooij (verzoeker) en gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (verweerder)? (1)

    2. Bent U het eens met de opvatting van de Raad van State (op grond van het deskundigenbericht van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak) dat verduurzaamd hout visueel niet valt te onderscheiden van onbehandeld hout?

    3. Acht U het, gezien de bindende uitspraak van de Raad van State, langer verantwoord dat afvalhout als bijstook wordt gebruikt in energiecentrales?

    4. Welke maatregelen gaat U nemen om er zorg voor te dragen dat met CCA-zouten (wolmanzout) geïmpregneerd hout op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze wordt ingezameld en verwerkt?

    (1) Uitspraak van 19 augustus 1998 in de zaken
    Nrs, F03.90.0171, F03,98.0179, PO3.98.0180, F03.98.O181, F03.98.0182, F03.98.0183, en F03.98.181/213-288.


     Homepage van de Socialistische partij

    
    
    
    
    
    
    
    






    Postbus 20951, 2500EZ 's-Gravenhage
    Telefoon (070) 264201, van Alkemadelaan 85
    Telex 34429 vrom.nl

    
    Uw kenmerk        Uw brief               kenmerk            Datum
    
                      16 oktober 1990      SR/29NO274         21 januari 1991
    
    Onderwerp:        rapport "Duurzaam hout - goed fout"
    
    
    
    
                                              Aan:  de Socialistische Partij
                                                    t.a.v. de heer R. Poppe
                                                    Milieu-Alarmteam
                                                    Vijverhofstraat 65
                                                    3032 SC Rotterdam
    
    
    Geachte heer Poppe,

    In antwoord op uw brief van 16 oktober 1990 ken ik u als volgt informeren inzake het milieubeleid ten aanzien van creosoot en koper, chroom, arseen in de houtverduurzaming.

    Het betreft hier stoffen die giftig zijn en slecht afbreekbaar in het milieu, maar ook zeer effectief voor de bescherming van hout over langere perioden. En wel in het bijzonder voor de bescherming van hout in contact met bodem en water! Vervanging van houtverduurzamingsmiddelen op basis van genoemde stoffen, of vervanging van verduurzaamd hout door andere materialen, zal niet altijd eenvoudig zijn en zeker niet van de ene dag op de andere te bewerkstelligen. De betreffende houtverduurzamingsmiddelen zijn in Nederland en omringende landen immers al tientallen jaren in gebruik.

    Bovenstaande neemt niet weg dat ik de risico's voor mens en milieu van dit soort middelen wil beteugelen door middel van een aantal gerichte maatregelen. Daarbij doel ik zowel op de risico's tijdens het proces van houtverduurzaming, als de risico's van verduurzaamd hout tijdens gebruik en in de afvalfase.

    Ten eerste heeft het mijn voorkeur dat houtverduurzaming zoveel mogelijk in industriële vacuümdruk installaties plaatsvindt. Voor beperking van de omissies tijdens dit proces hebben wij in overleg met de vereniging van houtverduurzamingsbedrijven Nederland (VHN) gedetailleerde voorschriften ontwikkeld. Ik verwacht deze voorschriften op korte termijn door middel van een circulaire aan het bevoegd gezag in het kader van de Hinderwet (gemeenten, e.a. ) vast te stellen.

    Ten tweede overweeg ik op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in de wettelijke gebruiksvoorschriften van bedoelde middelen een verplichte nabehandeling van verduurzaamd hout te doen opnemen. Dit versnelt de fixatie van zouten als koper, chroom, arseen e.a., en verwijdert verduurzamingsmiddel dat niet of oppervlakkig aan het hout gebonden 19. De uitloging van componenten van verduurzamingsmiddelen zoals arseen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) tijdens opslag en gebruik van verduurzaamd hout is op deze wijze te beperken. De nabehandelingstechniek voor koper, chroom, arseen e.a. anorganische zouten lijkt min of meer in de praktijk bewezen, die voor creosoot nog niet geheel.

    Ten derde wil ik de omissie (uitloging en verdamping) van 'polycyclische aromatische koolwaterstoffen uit gecreosoteerd hout ook beperken door middel van een wijziging van do samenstelling van het gebruikte creosoot. De Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen adviseerde onlangs een raamspecificatie vast te stellen In het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 waarin het gehalte van benz(a)pyreen e.a. hogere PAK's is beperkt tot maximaal 50 ppm.

    Tenslotte vormt hout dat met koper, chroom, arseen dat is verduurzaamd chemisch afval in de afvalfase. Immers de norm van 50 ppm arseen voor indeling als chemisch afval wordt in zulk hout met meer dan een factor 10 overschreden. In de afvalfase moeten wij dit hout inderdaad beschouwen als chemisch afval en als zodanig verwijderen. Tot zover snijdt de laatste passage van uw brief hout. Het verdient in de gegeven omstandigheden evenwel - naar mijn mening - geen aanbeveling om een ingewikkeld etiketterings- en retoursysteem op te zetten. Doelmatiger is de vorming van chemisch afval in deze zin te voorkomen door vervanging van koper, chroom, arseen door bijvoorbeeld houtverduurzamingsmiddelen op basis van uitsluitend koper en chroom. Ik streef, onder voorbehoud van beperkingen van communautair (EG) recht en gelet op de beschikbaarheid van vervangende middelen, methoden, en materialen, naar een beëindiging van toelatingen op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, van arseenhoudende houtverduurzamingsmiddelen op een termijn van 2 a 3 jaar.

    Afschrift van dit schrijven doe ik heden toekomen aan de Staatssecretaris van Welzijn, -Volksgezondheid en Cultuur, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

    Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer


    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
          J.G.M. Alders


    Rubrieken bij SDN
    Milieu-onderwerpen
    Ecologisch Kennis Centrum
    Origineel kamerstuk uit het archief met vragen van Remie Poppe aan de Minister van Vrom