Het eindeloze gevecht tegen de ongecontroleerde macht van het justitieapparaat

Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi

    Inhoudsopgave in hoofdstukken:
A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

Ad van Velsen publiceert over zijn ervaringen met Justitie en politie. Het kostte hem 'n jaar gevangenis.


Het pleidooi

Door Ad van Velsen

Driebergen, 3 april 2003

A.v. Velsen.
P/a Sloterweg 1049
1066 CD Amsterdam tel 06-17036320

Amsterdam 19-06-02

L.S.,

Inhoud: Complete correspondentie n.a.v. ontoelaatbare overheidsdaden en immorele gedragingen van politie en justitie, alsmede de volstrekt asociale en vernederende weigering van justitiefunctionarissen van het college van Procureurs-generaal onder andere de procureur- Generaal mr. J.L. de Wijkerslooth en Secretaris- Generaal mr. H.C.J.L. Borghouts, mij te rehabiliteren en een relevante schadevergoeding aan te bieden na het toegeven van de feiten en ondanks het verzoek van de Minister van justitie mr. A.H. Korthals aan het College. Voorafgaand aan de inhoud is introductie van de kwestie van belang.

A.v. Velsen.

P/a. H.v.B. te Middelburg per 20-12-01

De complete overheid gaat voor schut met het boek van Ad van Velsen: Mijn Pleidooi


Globaal overzicht van relatie met Anna Cristina Bover Leon;

    Begin relatie Cuba eind 1991.

Ons leven speelde zich tot 1996 af in Cuba waar ik ongeveer 4 keer per jaar voor 1 tot 3 maanden heenging, om in de tussenliggende tijd in Nederland de kost te verdienen als internationaal chauffeur. Op 7 december 1993 traden wij in Havanna in het huwelijk. Vanaf 1996 kreeg Cristina na veel overheidstegenwerking, en de nodige protestacties, o.a. de schilderijen kwestie met de gemeente Driebergen-Rijsenburg, de mogelijkheid om Nederland in en uit te reizen door middel van een "machtiging voorlopig verblijf". In Nederland verbleven wij bij voorkeur s`zomers en kochten daarvoor een stacaravan.

In augustus 1999 rijzen er problemen op de camping, waar de caravan staat door toedoen van domme insinuaties van een dochter uit mijn eerste huwelijk en een paar vage kennissen. In deze periode is mijn vrouw, die al sinds haar 16e jaar psychisch zwak is en o.a. prozac gebruikte geleidelijk aan een enorme hoeveelheid pillen gaan gebruiken. Dit werd nog aangevuld door drugs (hasj) en veel rum tijdens de feesten met deze vrienden en mijn dochter, terwijl ik aan het werk was om de volgende wintertijd in Cuba te kunnen financieren.

Toen ik er eind augustus achterkwam dat er veel geld aan feesten was opgegaan en zij zich bovendien door drankgebruik in combinatie met drugs en medicijnen alsmede de vermoedelijk heimelijke toediening van de drugs XTC, die zoals mij is medegedeeld in haar drinken is gedaan, ontoelaatbaar ten aanzien van haar gehuwde status en haar kinderen had gedragen, werd de situatie door toedoen van haar z.g. vrienden agressief en onbespreekbaar. Ik bood haar aan met mij en eventueel mijn dochter naar Cuba te gaan en daar de zaak uit te praten, zij wilde liever bij haar vrienden blijven. Tevens bood ik aan voor mijn vrouw, zoals ik altijd gedaan heb en eventueel voor mijn dochter een ticket te betalen naar Cuba, die deze, indien zij dit wensten konden ophalen bij mijn oud-werkgever, die deze ook gekocht heeft voor hen.

Ik vertrok. Een aantal dagen later besloten mijn vrouw en dochter toch te komen en ik hoopte op een oplossing, maar Cristina die helemaal buiten zinnen was en absoluut niet in staat was om te denken vertrok alweer na enkele dagen terug naar Nederland en trok bij haar vrienden in huis. Na veel overleg en problemen besloot zij zonder haar vrienden daarin te kennen bij mij terug te keren, mits ik in Nederland een huis zou huren, hetgeen ik onmiddellijk deed. Op 21 december kwam zij bij mij terug in de inmiddels door mij in Rotterdam gehuurde woning. Zij motiveerde haar gedragingen als zijnde een vergissing, had zich laten opstoken door mijn dochter en haar asociale vrienden om al ons geld te verbrassen en zich heeft laten verleiden.

Op 27 december ging zij een dag op visite bij deze vrienden, waar zij toch weer contact mee had opgenomen,ondanks dat zij daar heimelijk was weggegaan. Omstreeks de tijd dat zij met mij had afgesproken terug te zijn, ging de bel en werd ik gearresteerd wegens verkrachting, poging doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Na drie dagen domme, vernederende ondervraging en onderzoek werd ik door de achterdeur van het politiebureau de straat op geduwd. Thuisgekomen constateerde ik dat de politie apart van de t.b.v. het onderzoek in beslag genomen goederen, persoonlijke goederen zonder registratie en mijn toestemming had meegenomen. Dit werd eerst ontkend en pas later door tussenkomst van de klachtcommissie toegegeven, tot heden is niets aan mij terug gegeven. Ook mijn woning moest ik vanwege het door de politie aan de buurt verkondigde bericht van een ernstig zedendelict, opgeven.

Hoe wordt het leven voor iemand die een vermelding van verkrachting in het justitieel document heeft. Die loopt na een dergelijke behandeling op zijn tenen uit angst een vrouw te misnoegen. Door het slechte onderzoek en de onwil van justitie om in dergelijke gevallen eerlijk hun fouten toe te geven werd de zaak resp. op 28 september 2000, 29 oktober 2000 en op 22 maart 2001 met telkens gewijzigde maar op voor mij onacceptabele wijze geseponeerd. Ik ben immers nog verdachte op grond van een aantoonbaar leugenachtige verklaring van een overspannen vrouw die zelf in het getuigenverhoor zegt dat ik haar niet heb verkracht, maar dat haar vrienden dat tegen haar hadden gezegd.

Ten gevolge van de insinuerende sepotformulering van de Off. v. Justitie heeft de Cubaanse immigratiedienst mij, nadat het sepot vertaald en met de nodige toelichting door aangeefster en haar moeder aan de immigratiedienst ter beschikking gesteld werd, uitgewezen waarbij mijn bagage werd vernield. Sindsdien kan ik vrienden in Cuba en mijn huidige relatie niet meer bezoeken, wat in de anderhalf jaar voor het sepot wel zes maal mogelijk was.

Is het verder niet zo dat de ondeskundige en opzettelijk gepleegde ontoelaatbare daden van de politie en het hierin volkomen meegaan van Justitie, mijn wens tot rehabilitatie en de mensonterende valse beschuldigingen door de politie, rechtvaardigen.

Uit de getuigenverklaring (6 maart 2002) van de hoogbejaarde huisgenoot van de moeder van de secretaris-generaal van Justitie Mr. Harry H.C.J.L. Borghouts, Pieter van Rijswoud, blijkt de beledigende vooringenomenheid die betrokkenen bezigen, waarbij zij leugens en verdraaiingen van feiten niet schuwen om hun verdorven imago te beschermen. Immers dat wat deze grijsaard insinueert is juist de reden waarvoor ik rehabilitatie wens, ik zou volgens hem wegens verkrachting veroordeeld zijn geweest tot gevangenisstraf. Bovendien heeft hij mijn figuurlijke uitlating, waarin ik sprak van het steen voor steen afbreken van het huis van Borghouts als feitelijke bedreiging afgeschilderd in zijn verklaring. Dat ik hem wel zou krijgen is gelukt, ik heb immers zijn imago geschaad door het asociale justitiegedrag ten aanzien van de burgers terecht in verband met zijn naam te hebben gebracht.

Is de direct bij de zaak betrokken justitietop het niet aan haar stand verplicht om hier rechtvaardigheid te doen gelden, wat tenslotte het doel van justitie binnen de rechtstaat is. Het is opmerkelijk dat ik na alle aanslagen op mijn mentale vermogens niet ben ingestort en nog in staat ben mijn standpunten na ongerechtvaardigde manipulaties van justitie op een ludieke en bescheiden wijze onder de aandacht te brengen. Na de telefonische aanbiedingen van de Officier v. justitie om mij in een inrichting te doen verdwijnen, hebben de opzettelijke pogingen van hem en de directie van het huis van bewaring om mij in isolatie en later in afzondering te houden om mij in de war en gefrustreerd te maken en zodoende negatieve deskundigen rapportages te verkrijgen, gelukkig geen succes gehad.

De poging om mij in een inrichting op te sluiten is er een van absolute misdaad, door de Justitie begaan. Justitie deskundigen hebben zelfs diametraal ten opzichte van het psychologisch rapport, diverse RIAGG deskundigen alsmede een rapportage van 2 onafhankelijk deskundigen en een brief van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, een vervalst, psychiatrisch rapport geproduceerd. Dit rapport is door de rechter tijdens de zitting weliswaar buiten de stukken gehouden maar toch door de Officier van justitie met die bedoeling aangeleverd.

De motivatie om mij in afzondering te houden, welke de Officier zelf verklaarde door tijdens de zitting naar voren te brengen dat ik in detentie de rechter-commissaris telefonisch zou hebben belaagd omdat ik hem belde i.v.m. het achterwege blijven van behoorlijke rechtshulp berust tevens op bewezen valselijke verzinsels van die officier omdat de rechter ook dit terzijde legde na verontwaardigd verweer van mijn raadsman en mijzelf.

A. v. Velsen.






    Brief aan het College van procureurs generaal Parket Generaal


      A.v. Velsen.
      P/a Sloterweg 1049
      1066 CD Amsterdam

      Amsterdam, 26-07-02

      Aan het College van procureurs generaal
      Parket Generaal
      Postbus 20305 2500 EH Den Haag

      T.a.v. mr. L.A.M. Gielen Bestuurlijke en juridische zaken
      Uw kenmerk PaG/BJZ/4436 brief 24 juni 2002


      Geachte mr. Gielen,

      In antwoord op Uw brief deel ik U mede dat ik, het als ondersteuning ervaar dat U mijn mening deelt dat ik, voor zover ik mijn bezwaren kenbaar wil maken betreffende de veroordeling inzake vermeende belaging van justitiefunctionarissen die zich immoreel en onheus jegens mij als slachtoffer van hun eigen onverantwoorde optreden hebben gedragen, inderdaad de goede weg heb bewandeld.

      Dit heeft echter niets te maken met het feit dat justitie een foutief beleid hanteert en zich bovendien schuldig maakt aan ontoelaatbaar overheidsgedrag waarvan ik o.a. het slachtoffer ben. De Secretaris Generaal van Justitie, mr. Borghouts heeft dit ridderlijk toegegeven tijdens een bijeenkomst in Utrecht.

      Door politie en justitie werd ontkend dat betreffende opsporingsambtenaren goederen uit mijn woning hadden meegenomen welke niets met de zaak te maken hadden. Nadien is door de klachten commissie o.l.v. de korpsbeheerder geoordeeld dat dit niet had gemogen. Dit openbaart dat er onwaarheden zijn verteld en onrechtmatig goederen zijn meegenomen door de politie en dat justitie topfunctionarissen deze werkwijze ongestraft accepteert. Eerst later en na veel protest, inspanning en enorme kosten van mijn zijde, werd er op onbegrijpelijke en onacceptabele wijze door justitie gereageerd met als resultaat dat ik geen schadevergoeding kreeg en, ondanks dat aangeefster toegaf dat ik haar niet verkrachtte, niet werd gerehabiliteerd.In plaats hiervan werd ik vanwege mijn geweldloze protestacties door diezelfde topfunctionarissen van stalking en bedreiging beschuldigd, onderwijl zij zichzelf aan misbruik van macht schuldig hebben gemaakt door hun kennissen aan te zetten tot het doen van valse aangiften met 12 maanden gevangenisstraf als resultaat.

      Over deze kwestie en zijn jarenlange voorgeschiedenis ben ik een boek aan het schrijven om het, aan regimes welke onderdrukking van mensenrechten tot doel hebben geijkte justitie optreden, haar pogingen om mij tegen beter weten in ontoerekeningsvatbaar te laten verklaren en in een inrichting te plaatsen, aan een ieder bekend te maken opdat althans de samenleving mij zal rehabiliteren. Dhr. Pim Fortuyn had het bij het rechte eind toen hij stelde dat de justitietop niet deugd en weg moet. De justitietop maakt zich schuldig aan dood door schuld door dit soort gemene zaken waar de lagere functionarissen bij justitie zelfs schande van spreken en de hogere struisvogelpolitiek uitvoeren. Dit boek wordt door een auteur bewerkt en zal de waarheid over de schanddaden van de justitietop in binnen en buitenland duidelijk en openbaar maken waarbij de door mij aan U beloofde tenuitvoerbrenging van mijn voornemens de verkoopcijfers zullen beïnvloeden. Het is triest dat justitie mijn ondergang bevorderd, haar imago schade doet door onvoorwaardelijk te bouwen op de weerlegde en gemanipuleerde deskundigenrapportages en zich afwend van rechtvaardigheid en adviezen van deskundigen die mij langer kennen dan gedurende een 50 minuten durend ongeïnteresseerd onderzoek.

      Ik houd onverkort vast aan een rechtvaardige afloop qua rehabilitatie en schaderegeling en zal nadat mijn boek klaar is met de door mij beloofde actie de wereld tonen wat voor topfunctionarissen de waarheid geweld aandoen door deze naar hun hand te zetten. Ondanks de impasse waarin deze kwestie zich bevind hoop ik op een door wijsheid ingegeven humane oplossing en zie graag Uw antwoord tegemoet voordat dit op een tragedie uitloopt.

      Hoogachtend,

      Arie van Velsen

      Blz 239 TA


    Inhoudsopgave - betrokken persoon - Pagina cd-rom - Blz.


    Gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland