Huizen, 12 maart 1995
Adviescommissie van de Tweede-Kamerfractie Hendriks
Feit: twee banken gaan fuseren. Dat doen ze niet voor niets. Er is voordeel bij te halen; en niet zo weinig ook. Analyseren we de situatie van voor de fusie, dan zien we dat in Nederland in het betalingsverkeer ongeveer 112 miljard gulden (DNB-verslag 1993) heen en weer stroomt tussen de rekeninghouders bij alle banken samen. Het chartale geld (contant) heeft op de geldstroom voor het betalen van goederen en diensten geen directe invloed op de reserves die uit het feitelijke transport van giraal geld bij de banken ontstaan, louter vanwege het kale transport ervan. Het is van belang te weten hoe groot het marktaandeel van fuserende banken is. Bekijken we bijvoorbeeld de fusies tussen de ABN en de AMRO, met daarnaast die van de Postbank met de NMB, dan zijn daaruit twee giganten in het betalingsverkeer ontstaan die ruwweg 65 procent van de girale geldstroom beheren. De geldstromen tussen de gefuseerde partijen NMB-Postbank en ABN-AMRO zijn evenwel volledig en onbelast eigendom van de rekeninghouders bij deze financiële instellingen. Dat geldvermogen zou bij de fusie plotseling hebben moeten vrijkomen, omdat het interbancaire betalingsverkeer tussen de rekeninghouders bij deze banken vervalt. Het in het interbancaire betalingsverkeer geïnvesteerde vermogen zou belastingvrij ter beschikking hebben moeten komen van de rechthebbenden, mits niet gemanipuleerd is om het vermogen in een "geldparkeerrekening" op te bergen voor strategisch gebruik in een later stadium. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de rechthebbenden geen lucht krijgen van een dergelijke manipulatie, en de Centrale Bank het spelletje meespeelt.
Ook de media dienen gezagsgetrouw de directieven van de overheid op te volgen, zodat niet opnieuw op de voorpagina van de Telegraaf (zoals bij de twee miljard aardgasbaten via DSM in 1986) een juichend artikel te lezen is, dat de rekeninghouders van de fuserende banken tientallen miljarden aan belastingvrij eigen vermogen terugkrijgen, omdat de OMWEG die het geld aflegt ongedaan wordt gemaakt bij fusie. De werkgelegenheid zou sprongsgewijs toenemen, omdat de financiering ervan geen belemmering meer is. Men kan weer investeren in innovatie en research, mede door de forse toename van de bestedingen door particulieren (nu weer mèt werk) en bedrijven; juist vanwege de groei van de koopkracht van henzelf en van hun klanten. Vanuit het parlement dreigt sowieso al geen gevaar van openbaarmaking, omdat de democratie op voorhand goed georkestreerd is (zie de stemming over de A-73), zodat van enige openbaarheid van bestuur evenmin sprake zal zijn. Laten we het drama daarom wat aanschouwelijker maken met iets prozaïsch als een dubbele boterham met pindakaas. Pecunia versus PindakaasAls voorbeeld hanteren we een rijkelijk belegde dubbele boterham met pindakaas. Vanwege de overvloed aan pindakaas die duimendik aanwezig is tussen twee boterhammen (metafoor voor banken), moeten deze vanwege de dikte samengedrukt worden om de mondhoeken niet te laten inscheuren. De pindakaas die tussen de boterhammen zit (hier het geldverkeer tussen twee banken) wordt bij het samenvoegen van de boterhammen (banken) tot één dikke boterham er tussenuit geperst. Heel aanschouwelijk is te zien dat de pindakaas (geld tussen de banken) tussen de twee versmeltende boterhammen substantieel aanwezig is, en dat die pindakaas oorspronkelijk door iemand tussen die boterhammen (ook het geld tussen de banken) is aangebracht. De metafoor van de pindakaas versus het geld, dat bij de fusie van twee banken vrijkomt, lijkt duidelijk. We kunnen nu twee dingen vaststellen. Een: er is geld geïnvesteerd door derden in het betalingsverkeer tussen de banken. Twee: wanneer bij een fusie tussen twee banken het betalingsverkeer wegvalt komt (net als bij de boterhammen met pindakaas) de geldmassa uit het betalingsverkeer weer vrij. De rechtmatige eigenaren van het geldvermogen zijn hierbij nu aangetoond: de rekeninghouders bij de bank en niet de aandeelhouders van de bank. Nu moet nog vastgesteld worden of de overboekingstermijn tussen de rekeninghouders is bekort vanwege de fusie, zodat het overgrote deel ervan is teruggevloeid naar de vermogens van de rekeninghouders; en de kredietverlening zelfs met minstens het dubbele ervan is verminderd door de forse afname van de (doorgegeven) debiteurenfinanciering. Dit laatste is niet het geval wanneer gebruik gemaakt wordt van een stationaire tussenrekening, waarin het vermogen van de rekeninghouders kunstmatig wordt geparkeerd. De Nederlandsche Bank NV heeft ook belang bij een dergelijke parkeerconstructie, omdat de liquiditeitsvoorziening van Nederland dan zodanig verruimd zou worden, dat een gierende inflatie zou ontstaan bij het NIET parkeren van de liquiditeit die vrijkomt bij fusie (conflict of interest). Bestudering van de jaarverslagen van DNB geeft aan dat van een fundamentele structuurverandering in de geldomloop geen sprake is ondanks de fusies, zodat manipulatie van de geldstroom naar een parkeerrekening feitelijk is aangetoond. Maken we een schatting van het bedrag dat ermee gemoeid is, dan is het marktaandeel van 65% van de twee grootste bankinstellingen leidraad voor de berekening. Van de 112 miljard gulden girale primaire liquiditeit is ca. 70 miljard gevangen (geweest) in het betalingsverkeer tussen de fusiepartners, en van die 70 miljard komt de helft vrij, want het betalingsverkeer tussen de ABN-AMRO en de NMB-Postbank blijft alsnog bestaan. Dat betekent dat minimaal 30 miljard gulden aan eigen vermogen van de rekeninghouders is geparkeerd in een stationaire tussenrekening, die met de sanctionering van de Nederlandsche Bank NV werd gecreëerd. Voor een klein deel is dat vermogen teruggevloeid naar de rekeninghouders, doordat de overboekingstijd intern iets werd teruggebracht, maar het overgrote deel is nu nog steeds onttrokken aan de beschikkingsmacht van de rekeninghouders, juist vanwege die parkeerconstructie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de ING-bank ruim voldoende kasreserves had om de twee miljard gulden op te hoesten voor de overname van Barings Bank in Londen. Het fenomeen doet zich namelijk voor dat het parkeergeld (van de rekeninghouders) boekhoudkundig zowel tot het eigen vermogen van de bank wordt gerekend, als tot het eigen vermogen van de rekeninghouders waaraan de bank voor het zelfde bedrag een schuld heeft. Samen hebben de ING en ABN-AMRO een strategische reserve in liquide vorm die feitelijk berust op het eigen vermogen van de rekeninghouders (NIET van de aandeelhouders) vanwege deze parkeerfaciliteiten. Het rendement van de investering in de overname van Barings Bank komt uitsluitend ten goede van de aandeelhouders en helaas niet aan de rekeninghouders die de feitelijke eigenaren zijn van het vermogen op de parkeerrekening. We hebben het dan over een slordige 30 miljard gulden die voor de 'Haute Finance' een leuk speeltje is. Ook fiscaal is de financiering van de Bergingsoperatie aantrekkelijk voor de beleggers in de financiële sector, omdat de schade die Barings heeft opgelopen met de speculaties op de valutamarkt in Nederland fiscaal verrekenbaar is. Dat impliceert dat de nettowinst van de ING-bank voor het lopende jaar aanzienlijk zal verminderen, met een forse verlaging van de belastingafdracht als gevolg. Daardoor zal dan een tegenvaller voor de schatkist ontstaan van eveneens twee miljard, en zal er extra bezuinigd moeten worden op onderwijs, gezondheidszorg, sociale uitkeringen collectieve voorzieningen, enz, enz..! De voorspelling van het Centraal Planbureau (een overheidsinstelling) in dan ook in dit licht te bezien. Blij hoeven de mensen in de collectieve sector niet te zijn met de overname van Barings Bank, omdat zij (!) uiteindelijk de rekening zullen moeten betalen voor de fiscale verliezen die de ING heeft geïmporteerd. Het wordt wel steeds duidelijker dat de internationale geldstromen aan flink beperkende maatregelen moeten worden onderworpen, zoals de Franse president François Mitterrand onlangs in Kopenhagen op de topconferentie over de armoede in de wereld verklaarde. Niet alleen heeft de Nederlandsche Bank om redenen van opportuniteit (neutralisering van een vermeende inflatiebron) een financiële instelling de mogelijkheid gegeven om zich te verrijken met buitenlands bezit, maar heeft dit ook nog eens gedaan op kosten van de Nederlandse schatkist, en ten koste van de collectieve werkgelegenheid en van de kwaliteit van het leven van alle mensen met een overdrachtsinkomen, zoals een AOW-, WAO-, RWW- of ABW-uitkering, enz., enz...! De algemene werkgelegenheid wordt er eveneens mee geschaad. Als laatste wil ik wijzen op het gegeven dat de overheid zèlf in strijd met de grondwet handelt, door de liquiditeitsvoorziening van de Staat der Nederlanden en de in de grondwet vastgelegde soevereiniteit van de Nederlandse munt om redenen van opportuniteit te verkwanselen aan buitenlandse machten, die slechts op exploitatie van de wereldbevolking uit zijn. Het 'flitskapitaal' dat over de aardbol vliegt zal op basis van de soevereiniteit van Nederland onschadelijk gemaakt moeten worden. Dit dan in het belang van de bevolkingen van alle landen in de wereld.
R.M. Brockhus
C.c.
|