Paus zet zalige in tegen uitwassen markteconomie


EuroStaete . . Politiek .. . Klokkenluiders <==> SDN . . Kamerzetel 151 . . Kiesraad

De paus heeft verklaarde de negentiende-eeuwse katholiek Frédéric Ozanam zalig



van 23 augustus 1997

De paus heeft gisteren de negentiende-eeuwse katholiek Frédéric Ozanam zalig verklaard. Ozanam was een groot criticus van het economisch liberalisme. De kerk acht zijn ideeën bruikbaar in de strijd tegen de uitwassen van de markteconomie.

    Van onze buitenlandredactie


AMSTERDAM

Door een staking van Parijse arbeiders in 1831, die hardhandig werd neergeslagen door de politie; werden de rechtenstudent Frédéric Ozanam de ogen geopend voor de sociale misstanden in het postrevolutionaire Frankrijk. Ozanam (Milaan, 1813), opgegroeid in een gegoede familie in het streng katholieke Lyon, besloot zijn leven in dienst te stellen van de armenzorg.

Met een groepje medestudenten richtte Ozanam de Société Saint-Vîncent-de-Paul op, de liefdadigheidsvereniging die zich over de hele wereld heeft vertakt. Dat zou niets bijzonders zijn geweest - de christelijke charitas werd immers naar het voorbeeld van Sint Vincentius al eeuwen gepraktiseerd - ware het niet dat Ozanam aan het bijbelse gebod van de naastenliefde een nieuwe, politieke uitleg gaf.

Het was paus Johannes Paulus II die gisteren in de kathedraal Notre Dame, waar hij Ozanam zalig verklaarde, op het belang van diens gedachtegoed heeft gewezen. Als denker verbond Ozanam 'liefdadigheid' en 'rechtvaardigheid' met elkaar, zo memoreerde de paus. 'Hij' begreep dat het niet volstaat over liefdadigheid en de missie van de kerk te spreken, als dat niet gepaard gaat met christelijke betrokkenheid met de armen.'

De kerk van Rome heeft Ozanam anno 1997 omhelsd, omdat zijn leer wordt gezien als bescherming tegen een vrijemarkteconomie die alles verwoest. Beschouwde de clerus Ozanams denkbeelden in de negentiende eeuw als een gevaar voor de gevestigde orde, vandaag de dag wordt hij gezien als een christen-democraat avant la Lettre. Zoals Ozanam ten strijde trok tegen het antisociale liberalisme van de vroege industrialisatie, zo stelt ook de huidige paus zich te weer tegen het triomferende kapitalisme.

Ozanam was ooggetuige van de opkomende 'klassenstrijd', zoals de sociale kwestie door zijn tijdgenoot Karl Marx is aangeduid. Hoewel het katholicisme zijn vertrekpunt was, vroeg Ozanam zich vanaf 1836 in gemoede af wat de samenleving eigenlijk voorstelde. 'Een reusachtige onderneming ter wille van de sterksten of een consecratie voor het nut van ons allen?' Ozanam, die was benoemd tot hoogleraar cultuurgeschiedenis en literatuur aan de universiteit van Sorbonne, radicaliseerde. Hij nam afstand van het dictatoriale bewind van koning Louis Philippe, dat hij als gezagsgetrouwe katholiek aanvankelijk had verdedigd.

Het was geen wonder dat Ozanam zich in het revolutiejaar 1848 kandidaat stelde voor het parlement. Zijn modern aandoende standpunten logen er niet om: hij pleitte voor invoering van het minimumloon, arbeiderspensioenen en uitkeringen voor gezinnen.

Hoewel Ozanam niet tot parlementslid werd gekozen, juichte hij de geslaagde coup tegen koning Louis-Phllippe toe. 'laten we ons bij de barbaren aansluiten, dat wil zeggen bij de democratie, en naar het volk overlopen', riep hij, 'in plaats van ons te verbinden met de belangen van een egoïstische bourgeoisie.' Ozanam achtte het evangelie niet langer in strijd met het devies van de Franse revolutie van 1789: 'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap'.

De katholieke denker, die in 1853 op veertigjarige leeftijd stierf, werd niet gehoord. Zijn verlangen 'de wereld met een netwerk van liefdadigheid te omzwachtelen', is vervuld, maar het kapitalisme beleeft hoogtijdagen.


    Commentaar:

De sociale kwestie zoals Karl Marx die bedoelde, de verdeling van de rijkdom zoals Jezus Christus die gebood in het Evangelie van Marcus 10, het pleidooi voor een minimumloon en voor sociale uitkeringen zoals Ozanam die in 1836 bepleitte, naast de oplossing voor sociale ongerechtigheid van Henry George (1879) in zijn boek 'Progress and Poverty', zijn stuk voor stuk sociale aspecten die steeds opnieuw verdrukt dreigen te worden door het ook nu weer oprukkende liberalisme en kapitalisme.

Het woord kapitalisme heeft in onze dagen de bijzonder bijklank van 'anti-communisme'. Het liberalisme heeft daarentegen een consonant van individuele vrijheid voor allen, terwijl die vrijheid alleen en uitsluitend bereikbaar is voor diegenen die over voldoende financiële middelen (kapitaal) beschikken. Het liberalisme vraagt niet verantwoording af te leggen over de manier waarop je eventuele excessieve rijkdom hebt verkregen, danwel wat er in maatschappelijk en sociaal opzicht mee te doen, of wat je er mee zou móéten doen. De hausse op de beurs tezamen met de 'paarse' beleidsresultaten en -voornemens zijn er een beangstigend voorbeeld van.

Het buitengewone feit, dat de paus als hoofd van de Rooms-katholieke kerk (met een onfeilbaar gezag in geloofszaken) een katholiek strijder tegen het kapitalisme beloont met een heiligverklaring, is werkelijk 'n mijlpaal in de moderne geschiedenis. Want het past zowel in de voetsporen van de atheïst Karl Marx, als in de verkondiging van de Blijde en sociale Boodschap van Jezus Christus, de supercommunist bij uitstek. Ook Christus was een duidelijk voorstander van een basisinkomen en van een minimumloon, zoals hij duidelijk maakte in zijn Evangelie van Mattheüs 20 "De arbeiders in de wijngaard".