Brief aan de Nationale Ombudsman mr. dr. M. Oosting
EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Ing. A.M.L. van Rooij

Milieu- en Veiligheidskundige

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


't Achterom 9a                Sint Oedenrode
5491 XD                       8 oktober 1997
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387             Per fax verstuurd
Fax. 0413-490386             070-3607572
                              op 8 oktober 1997



    Mijn kenmerk: VWS SZW/20077.

Betreft: Reactie op uw brief van 3 oktober 1997, nummer 97.04316 003, n.a.v. mijn klacht van 20 juli 1997.



Aan: Dr. M. Oosting (persoonlijk),
Nationale Ombudsman,
Postbus 29779,
2502 LS 's-Gravenhage.



    Geachte heer Oosting,

Naar aanleiding van Uw brief d.d. 3 oktober 1997 vraag ik Uw aandacht voor enkele opmerkingen.

In Uw brief deelt U mij mede dat U besloten heeft het onderzoek naar mijn klacht te beëindigen. Ik begrijp dat niet. Als burger heb ik mij te houden aan de wet en moet ik er anderzijds van uit kunnen gaan dat anderen zich aan de wet dienen te houden en ook daadwerkelijk houden.

Dan zal het toch zeer zeker zo moeten zijn dat U als Nationale Ombudsman zult moeten optreden in overeenstemming met de Wet op de Nationale Ombudsman. Hoe kunt U dan éénzijdig, zelfs zonder mijn mening laat staan instemming te vragen, besluiten zomaar een klacht die U al in behandeling genomen heeft zomaar abrupt te beëindigen? Op welk wetsartikel berust dit?

Daar komt nog bovenop dat ik uit de Wet op de Nationale Ombudsman art. 26 en 27 begrijp dat U, conform de bedoeling van de wetgever, een onderzoek geheel moet afhandelen en:

  • een oordeel moet vormen over het gedrag van de overheidsinstantie waarover geklaagd wordt
  • genoemd oordeel, in geanonimiseerde vorm, ter beschikking dient te stellen voor belangstellenden, c.q. publiek.

Waar U éénzijdig besluit het onderzoek naar mijn klacht te beëindigen zonder dat door U enig dergelijk oordeel gevormd is, laat staan is neergelegd in Uw voor het publiek toegankelijke openbare register, lijkt de conclusie onvermijdelijk dat U gehandeld heeft in strijd met de wet. Dat lijkt mij apert in strijd met Uw wettelijke verplichtingen tegenover mij als burger. U hebt zichzelf toch niet boven de wet geplaatst?

Verder breng ik in herinnering dat ik U verzocht de afhandeling niet in handen te leggen van mw. mr. L. De Bruin omdat ik meen, net als anderen, gegronde bezwaren tegen haar optreden te hebben. En nu schrijft U mij dat kennelijk toch zij in eerste instantie dit onderzoek heeft geleid! Daarmee negeert U zomaar een dringend verzoek van een verontwaardigd burger en dat terwijl U en uitsluitend U de verantwoordelijkheid draagt voor de juiste en complete afhandeling van iedere klacht die aan de Nationale Ombudsman wordt voorgelegd. Ook dit geeft de indruk dat U zichzelf boven de wet heeft geplaatst.

Daarom verzoek ik U mij:

  • een zeer spoedige afdoende reactie en complete verantwoording te sturen over Uw handelen ten aanzien van mijn klacht.
  • te verklaren waarom mw. mr. L. De Bruin kennelijk toch belast werd met de afhandeling van mijn klacht.
  • te laten weten hoe ik mij en tot wie ik mij moet wenden met een eventuele klacht over Uw onrechtmatig handelen.

Er moet toch een wettelijke controle bestaan, ook op het optreden van de Nationale Ombudsman? U staat toch niet boven de wet?

Tevens heb ik voor u bijgevoegd mijn artikel "opmars van diffuse vergiftiging van Europa vanuit Nederland niet meer te stuiten" van 7 juli 1997 (bijlage). Ik verzoek U kennis te nemen van de inhoud.

Realiseert U zich dat U door het niet in behandeling nemen van mijn klacht U mede verantwoordelijkheid neemt voor het vergiftigen van onze kinderen en kleinkinderen in Nederland en Europa. Een zeer spoedig antwoord van Uw zijde zou ik erg waarderen.


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige



4 pagina's volgen.

Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht
Attentie:
Maandag een week terug 13 oktober, heb ik (Ad van Rooij) telefonisch contact gehad met mevr. mr. drs. S.M. Borkent. Zij is de medewerkster bij de Nationale Ombudsman. In dat gesprek heeft mevr. Borkent mij nadrukkelijk te kennen gegeven dat mijn brief is ontvangen, maar de Nationale Ombudsman weigert om mij hiervan een ontvangstbevestiging te sturen.