Aangifte van verkrachting van discotheekbezoekster in Lord Nelson

EuroStaete . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <===> SDN . . Antecedenten Juristen

Aangifte betreffende een handelingen van politieambtenaren van de regiopolitie Drenthe

Arrondissementsparket te Assen
Postbus 30004
9400 RA Assen

Aan:
F.J. Beukeveld
Weijerwold 8
7742 PJ Coevorden
 

Onderdeel:             officier van justitie
Contactpersoon:     mr. D. ten Boer
Ons kenmerk:        ASN 6030 99100199
Onderwerp:            aangiften d.d. 28 oktober 1999
Datum:                   29 november 1999

Geachte heer Beukeveld,

Op 28 oktober 1999 hebt u aangifte gedaan betreffende een groot aantal handelingen van politieambtenaren van de regiopolitie Drenthe, tegen een ambtenaar van de gemeente Coevorden en tegen de burgemeester van de gemeente Coevorden.

Uw aangifte is inmiddels beoordeeld.

Op grond van de inhoud van uw aangifte met bijlagen, en hetgeen u schrijft in uw brief gedateerd 15 november 1999, alsmede uit de mij ter beschikking staande gegevens betreffende uw strafzaak,heb ik het navolgende besloten.

Op 28 mei 1999 heeft er in uw horecagelegenheid 'Lord Nelson', gevestigd aan de Schoolstraat te Coevorden, een onderzoek plaatsgevonden naar overtredingen van de Opiumwet. Dit onderzoek vond plaats onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie naar aanleiding van bij de politie binnengekomen informatie dat er in uw gelegenheid verdovende middelen werden gebruikt en verhandeld. Met betrekking tot dit onderzoek is vooraf overleg geweest met de officier van justitie. Het onderzoek was gebaseerd op grond van de bevoegdheid gegeven in artikel 9 van de Opiumwet. Het geven van een waarschuwing voorafgaand aan een dergelijk onderzoek aan een verdachte te wiens aanzien vermoedens bestaan van de aanwezigheid van verdovende middelen is geen beleid en zal nimmer plaatsvinden.

Nu dit onderzoek heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie, kunnen reeds om die reden vele gedragingen die u aan de burgemeester toeschrijft niet leiden tot nader strafrechtelijk onderzoek tegen de burgemeester, immers de burgemeester was niet verantwoordelijk voor deze gedragingen.
Het betreft hier die delen van de aangifte waarin u de burgemeester beschuldigt van huisvredebreuk, schending integriteit, vernieling van goederen en inbreuk maken op privacy.
Ook met betrekking tot de aangifte terzake overtreding van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, verkrachting, zal reeds om die reden geen nader onderzoek volgen.

Met betrekking tot de overdracht van informatie van het Openbaar Ministerie betreffende het resultaat van de controle aan de burgemeester is hetgeen u stelt in uw brief van 15 november 1999, juist. Met toestemming van de officier van justitie is de informatie op rechtmatige wijze overgedragen aan de burgemeester, die vervolgens gebruik heeft gemaakt van zijn eigen bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet.

Voorts doet u aangifte van een aantal andere zaken, waarop ik hierna nader in zal gaan.

U doet aangifte tegen de heer Vries inzake het opmaken van het CID proces-verbaal na de datum van inval. De controle in uw zaak heeft echter plaatsgevonden op basis van informatie die voor de controle bekend was. Op een later moment wordt ter bevestiging hiervan een proces-verbaal opgemaakt. Dit levert geen valsheid in geschrift op. Er heeft derhalve geen strafbaar feit plaatsgevonden.

U doet aangifte tegen de heer Huizenga op grond van de inhoud van het opgemaakte proces-verbaal. U noemt dit valse aangifte en lasterlijke aanklacht. De heer Huizenga heeft in het proces-verbaal een aantal opmerkingen uit CID-informatie met vermelding van de bron opgenomen. Dit overnemen van informatie is een juiste en gebruikelijke gang van zaken en leidt niet tot het vermoeden dat een strafbaar feit heeft plaatsgevonden.

Vervolgens doet u aangifte tegen de heer Buurman van de gemeente Coevorden terzake valse aangifte en lasterlijke aanklacht. De heer Buurman zou tijdens de hoorzitting gezegd hebben dat de bovenverdieping door middel van een sleutel is geopend. De heer Buurman was onjuist geïnformeerd ten aanzien van dit punt. In leder geval is er geen sprake van opzettelijk verstrekken van onjuiste informatie. Van overtreding van artikel 188 (valse aangifte) en 268 (lasterlijke aanklacht) is dan ook geen sprake.

Ook doet u aangifte zonder overigens aan te geven tegen wie, betreffende huisvredebreuk, vernieling, valsheid in geschrifte omtrent hetgeen is aangetroffen en het achterwege laten van een wettelijke plicht van verslaglegging op grond van de Algemene Wet op het Binnentreden. Ik neem aan dat deze aangifte is gedaan tegen de binnentredende ambtenaren. De controle heeft plaatsgevonden op basis van de CID-informatie en op grond van artikel 9 Opiumwet in een openbare gelegenheid. De controle heeft naar mijn mening rechtmatig plaatsgevonden. Er was, nu er op deze grond is binnengetreden, ook geen wettelijke verplichting tot het opmaken van een verslag als bedoeld in de Algemene Wet op het binnentreden.

Tenslotte stelt u in uw aangifte een aantal eisen. Mede gezien in het licht van het bovenstaande kan ik aan deze eisen niet voldoen. Dat u bij de gemeente Coevorden een schadeclaim indient neem ik voor kennisgeving aan. Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering bezwaar indienen bij het Gerechtshof te Leeuwarden.

Hoogachtend,

mevr. Mr. R.S.T. van Rossem-Broos
hoofdofficier van justitie


Voor een chronologisch overzicht van de strijd tegen corrupte ambtenaren
en bestuursrechters wordt u aangeraden met deze hyperlink te beginnen.

Aangifte van verkrachting van discotheekbezoekster in Lord Nelson
Brief aan mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie, Arrondissementsparket Assen
Enkele ambtenaren gebruiken het recht om het met voeten te treden. Dat mag ongestraft, want het gezag!
Antwoord van Mr. R.S.T. van Rossem-Broos hoofdofficier van Justitie aan dr. F.J. Beukeveld
Brief aan Jonkheer mr. J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn, Procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
Brief aan burgemeester Jansema over onteigeningsprocedure voor Heege West 3
Discotheek Lord Nelson te Coevorden en zijn bijzondere ambtenaren
Overzicht van de beide processen-verbaal opgesteld door brigadier H.I. Huizenga
De Nationale ombudsman handelt in strijd met de waarheid
Vormfout in uitspraak Raad van State van 10 oktober 2001
Na de onwetmatige inval van de RCID politie in de discotheek Lord Nelson te Coevorden en het indienen
van aanklachten wetende deze feiten niet te hebben gepleegd worden deze overtredingen van de politie
en van de burgemeester van Coevorden door de hoofdofficier van Justitie te Assen geseponeerd.