Dubbele wraking van president mr. M.H. Kobussen van de
Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch


Stg. Grondvest . . . . . SDN <====> Milieu . . . . Bellamy Stg.

Verzoek om wraking in de zaak AWB 9814071 en WRO 19 H V35 W zal worden behandeld


      Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch


      Sector Bestuursrecht
      Postadres postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch
      
      
                                                    Bezoekadres
                                                    Leeghwaterlaan
                                                    5223 BA 's-Hertogenbosch
                                                    Telefoon 073 - 6 20 20 20

      AANTEKENEN

      De heer A.M.L. van Rooij
      Ecologisch Kennis Centrum B.V.
      Achterom 9 A
      5491 XD Sint-Oedenrode



Onderdeel         Voorlopige voorzieningen         Bij beantwoording de
Doorkiesnummer(s] 073-6202850                      datum  ons kenmerk
Datum             21 juli 1998                     vermelden.
Ons kenmerk       procedurenummer 98 1 4071 WRO19 V38
                                                   Wilt u slechts een zaak
casusnummer                                        in uw brief behandelen.
Uw kenmerk        Aar/24058VV
Bijlage(n)
Onderwerp         het beroep van A.M.L. van Rooij te Sint-Oedenrode


                  Betreft: uw verzoek om wraking van mr. M.H. Kobussen.


    Geachte heer van Rooij,

    Hierbij deel ik U mede dat het verzoek om wraking in de zaak AWB 9814071
    WRO 19 H V35 W zal worden behandeld op maandag 27 juli 1998 om 14-30 uur
    te 's-Hertogenbosch, Leeghwaterlaan 8, zaal D.
    De behandeling van het verzoek zal plaatsvinden ten overstaan van een
    meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit mr. J.E. Poerink (voorzitter),
    mr. A.H.N. Kruijer en mr. A.H.L. Roosmale Nepveu. Ondergetekende zal als
    griffier optreden.

     

    Hoogachtend,

    de griffier.

    J.F.M. Emons.

     

    50801



        Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch


        Sector Bestuursrecht
        Postadres postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch
        
        
                                                      Bezoekadres
                                                      Leeghwaterlaan
                                                      5223 BA 's-Hertogenbosch
                                                      Telefoon 073 - 6 20 20 20

        AANTEKENEN

        De heer A.M.L. van Rooij
        Ecologisch Kennis Centrum B.V.
        Achterom 9 A
        5491 XD Sint-Oedenrode

    
    
    Onderdeel         Voorlopige voorzieningen         Bij beantwoording de
    Doorkiesnummer(s] 073-6202850                      datum  ons kenmerk
    Datum             20 juli 1998                     vermelden.
    Ons kenmerk       procedurenummer 98 1 4071 WRO19 V38
                                                       Wilt u slechts een zaak
    casusnummer                                        in uw brief behandelen.
    Uw kenmerk        Aar/24058VV
    Bijlage(n)
    Onderwerp         verzoek om een voorlopige voorziening van
                      A.M.L van Rooij te Sint-Oedenrode
    
                      Betreft: uw verzoek om wraking van mr. M.H. Kobussen.
    
    
    
        Geachte heer,

        Hierbij zend ik u een kopie van het proces-verbaal van de zitting d.d. 16 juli 1998


        Hoogachtend,

        
        
        
        
        
        
        
        
        

        LKGVV


    ARRONDISSEMENTSRECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
    SECTOR BESTUURSRECHT

    Proces-verbaal van de zitting d.d. 16 juli 1998

    Zaaknummers:            Awb 9814071 VV
    
    President:              mr. M.H. Kobussen
    
    
    In het geding tussen:

    A.M.L. van Rooij, verzoeker, gemachtigde Ecologisch Kennis Centrum B.V., gevestigd te Sint-Oedenrode, verschenen bij de directeur van het Ecologische Kennis Cent= B.V., ing. A.M.L. van Rooij

    en

    het college van Burgemeester en Wethouders te Sint-Oedenrode, verweerder verschenen bij gemachtigde J.A.M. van Vorstenbosch, werkzaam bij verweerden gemeente.

    Eveneens zijn ter zitting aanwezig vergunninghouder H.J. van Aerle, bijgestaan door T.H. van de Biggelaar.


    De president opent de zitting en heet de aanwezigen welkom.

    President:
    Meneer Van de Biggelaar, in welke hoedanigheid bent u hier aanwezig?

    Dhr. Van de Biggelaar:
    Ik ben architect van beroep. Ik behartig de bouwkundige zaken van vergunninghouder Van Aerle.

    De president stelt vervolgens de heer Van Rooij in de gelegenheid om zijn verzoekschrift toe te lichten,

    Verzoeker:
    Overlegt zijn pleitnotitie.
    Ik ben het Ecologisch Kennis Centrum B.V.. U moet mij daarom niet als de heer Van Rooij aanspreken. Ik zit hier namens cliënte. U moet mij daarom aanspreken als Ecologisch Kennis Centrum B.V..

    President:
    Mijnheer van Rooij, ik kan een rechtspersoon feitelijk niet in persoon aanspreken. U vertegenwoordigt als natuurlijk persoon het Ecologische Kennis Centrum B.V.. Dat is de reden waarom ik u als de heer Van Rooij aanspreek.

    Verzoeker:
    U hoort mij aan te spreken als Ecologisch Kennis Centurn B.V..
    Voorts wil ik u verzoeken om een verslag van deze zitting dat ik toegestuurd wil krijgen.
    Ik wil dat nu bevestigd zien. Partijen hebben immers het recht om een verslag te vragen.

    President:
    Mevrouw de griffier zal uw verzoek noteren. Ik kan u nu nog geen antwoord geven op uw verzoek. Ik zal me daarover beraden.

    Verzoeker;
    Ik wil daar nu een antwoord op. Anders wraak ik u.

    President:
    Zoals ik u net al zei, krijgt u daar nu geen antwoord op. Mevrouw de griffier legt uw verzoek vast in het proces verbaal en u krijgt hierop antwoord bij de uitspraak op het verzoek

    Verzoeker:
    Dan wraak ik u.

    President:
    Dan schors ik thans de zitting.

    ..........................

    [Het onderhavige, wrakingsverzoek is vervolgens in een meervoudige kamer van de rechtbank behandeld en is bij mondelinge uitspraak van heden afgewezen.]

    President:
    Ik heropen de zitting.
    Voordat ik u de gelegenheid geef om uw standpunten toe te lichten, wil ik nog even verifiëren of u allen ook het schrijven d.d. 9 juli 1998, ontvangen door de rechtbank op 14 juli 1998, van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant heeft ontvangen, waarin onder andere melding wordt gemaakt van de afwezigheid van het College van Gedeputeerde Staten op deze zitting.

    Verzoeker:
    Ja, ik heb hiervan een afschrift ontvangen.

    Vergunninghouder:
    Ook ik heb een afschrift ontvangen.

    Verweerder:
    idem.

    President:
    Dan geef ik nu bet woord aan de heer Van Rooij,

    Verzoeker:
    Het Ecologisch Kennis Centrum B.V. en niet de heer Van Rooij heeft het verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Ik verzoek u nogmaals om een afschrift van een proces-verbaal. Ik heb het recht om daarom te vragen.

    President:
    Meneer Van Rooij, begint u alstublieft met de toelichting van uw verzoekschrift.

    Verzoeker:
    Ik ga niet alles herhalen wat reeds geschreven is, Daarom wil ik graag verifiëren of u alle stukken, zoals aangegeven op pagina 1 van de pleitnotitie die ik u heb overhandigd, heeft ontvangen.

    President:
    In mijn dossier bevindt zich niet uw brief van 12 juli 1998, kenmerk Aur/24058, nader toegezonden stukken van het Ecologisch Kennis Centrum BV. aan de President van de rechtbank (30 pagina's).

    Verzoeker:
    Hoe is dat nu mogelijk! Ik heb deze stukken op 12 juli 1997 per fax verstuurd aan verweerder. Het bewijs dat verweerder ze in goede orde heeft ontvangen, zal ik U nu tonen. Deze brieven heb ik aangetekend voor een dag voor de zitting ook naar u toegestuurd, mevrouw de president. Ik laat ze u nu zien.

    President:
    Ik heb deze stukken niet in mijn bezit. Meneer Van Aerle, heeft u er bezwaar tegen dat ik alsnog kennis neem van deze stukken?

    Vergunninghouder:
    Nee hoor.

    President:
    Ik stel voor dat we een aanvang nemen met de behandeling van het onderhavige verzoekschrift. Ik zal deze stukken alsnog bekijken. Indien er aan de hand van de bestudering van deze stukken nadere vragen bij mij rijzen, kan ik het onderzoek ter zitting heropenen.

    Verzoeker:
    Ik verzoek u om de zitting te verdagen. Ik heb de stukken op tijd ingestuurd,

    President:
    De zaak hoeft nog niet verdaagd te worden. Voor zover mogelijk wil ik de zaak nu gaan behandelen. Wellicht heb ik voldoende aan uw toelichting ter zitting op de stukken en de bestudering van de stukken na deze zitting.

    Verzoeker:
    Het verzoekschrift is niet compleet gebleken. Ik wraak u dan weer op dit nieuwe feit.
    Als u verder gaat met deze zaak, wraak ik u als het moet twee a drie keer. U handelt in
    strijd met de wet als u mijn wrakingverzoek naast zich neer legt.

    President:
    Meneer Van Rooij, wilt u het verzoek om een voorlopige voorziening nog verder
    toelichten?

    Verzoeker:
    Het dossier is niet compleet. Het is niet bestudeerd. Er worden dingen verzwegen. Gezien
    de inhoud van deze stukken is dat ook niet vreemd. Ik wraak u.

    President:
    Ik kan niet voorbij aan uw wrakingsverzoek, Ik schors het onderzoek ter zitting van
    het onderhavige verzoekschrift, U wordt nog nader geïnformeerd.

     drs. M.A.H. Pompen-Wittenbernds           mr. M.H. Kobussen
     griffier                                  president