Overheid bevordert milieucriminaliteit. Rapport over markt afvalverwerking


Stg. Grondvest . . . . . SDN <====> Milieu . . . . Bellamy Stg.

Overheid werkt milieucriminaliteit op de markt voor afvalverwerking in de hand


Rapport over markt afvalverwerking


'Overheid bevordert milieucriminaliteit'

Door onze redacteur JAN GERRITSEN

Rotterdam, 6 Dec. 1997

De overheid werkt milieucriminaliteit op de markt voor afvalverwerking in de hand. Omdat de overheid de regels stelt, maar ook zelf bedrijven op de afvalmarkt exploiteert die vaak met de regels de hand lichten, wordt het legaal opererende bedrijfsleven gefrustreerd. Dit zijn de belangrijkste conclusies van een uitvoerige studie die is uitgevoerd voor het landelijke 'Kern-team zware milieucriminaliteit', dat valt onder de Regionale recherche van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond. Volgens de studie 'Schijn bedriegt' maakt de overheid regels voor de afvalmarkt en probeert die te handhaven. Tegelijkertijd hebben provincies, gemeenten, overheidsbedrijven en andere instanties zich ontwikkeld tot 'grote spelers' op deze markt. Daarmee zijn ze zelf onderdeel geworden van de milieuproblematiek. Want ook overheidsbedrijven houden zich vaak niet aan de regels, zo blijkt uit de studie.

"De overheid moet dus bereid zijn haar eigen handelen ter discussie te stellen", zegt een van de twee auteurs van de studie, de criminoloog drs. M.J.J. van den Anker, wetenschappelijk medewerker van het 'kernteam zware milieucriminaliteit' Behalve met opsporing van milieudelicten houdt dit in 1995 opgerichte team zich ook bezig met informatieverstrekking om inzicht te krijgen in de context waarin milieucriminaliteit plaatsheeft. Van den Anker en de criminoloog A.B. Hoogenboom brachten de rol van de overheid, het bedrijfsleven en 'gelegenheidsstructuren' voor criminaliteit op de afvalmarkt in kaart.

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens
Onder invloed van grote milieuschandalen als dat van Tanker Cleaning Rotterdam, een afvalverwerkingsbedrijf dat jarenlang gevaarlijke stoffen in de Rotterdamse haven dumpte, heeft de overheid de vaak ondoorzichtige markt van afvalproducten altijd met een zekere argwaan bekeken, aldus Van den Anker. Daarom stelde ze regels en probeert die te handhaven. Maar in de traditionele functie van beheerder van nutsbedrijven is de overheid ook deelnemer aan de markt.

En de overheid werkt milieucriminaliteit in de hand, zo schrijft Van den Anker: "door tegenstrijdige, op onderdelen onnavolgbare wet- en regelgeving, woordspelletjes, 'softe' handhavers, vergunningverleners, hoger geplaatste ambtenaren en door het gedogen van situaties die niet door de beugel kunnen". Haar conclusie: "Bij verder onderzoek moet het milieubeleid fundamenteel ter discussie worden gesteld in plaats van in individuele strafzaken."


      Vervolg AFVAL pagina 19 (NRC 6-12-97)

      Dubieus handelen overheid op markten voor 'afval'

      VERVOLG van pagina l (NRC 6-12-97)


Ook bleef de 'terugtredende' Overheid bevreesd voor zelfregulering binnen de talrijke branches van deze markt. "Niet geheel terecht", meent criminoloog Van den Anker, "want zelfregulering behoeft niet, zoals vaak gedacht wordt, per se; een façade voor milieucriminaliteit te zijn. Anderzijds moeten we niet blind zijn voor de gelegenheidsstructuren die door private marktpartijen bewust worden uitgebuit. De transparantie en de effectiviteit van zelfregulering gaan nog lang niet ver genoeg".

'Schijn bedriegt' is behalve een toetsing van de effectiviteit van de wetgeving en de naleving daarvan vooral een inventarisatie van het veld. Talrijke spelers, zoals veertien brancheorganisaties, komen anoniem aan het woord komen. Het ruim 300 pagina's tellende rapport dat volgende week als boek (uitg. VUGA, Den Haag) wordt uitgegeven, geeft aan de hand van talloze voorbeelden inzicht in de afvalmarkt. Eerdere rapporten over milieucriminaliteit zoals dat van de parlementaire enquêtecommissie-Van Traa of het WODC-rapport van het ministerie van Justitie, zijn veelal vanuit het gezichtspunt van de overheid geschreven. Omdat 'de gelegenheid nu eenmaal de dief maakt' wordt in 'Schijn bedriegt' niet alleen aan de markt veel aandacht besteed, maar ook aan dubieus handelen van de overheid in die markt.

    De voorbeelden zijn legio:

  • Stortplaatsen, vaak gemeentelijk eigendom, houden zich niet aan de voorschriften. Ze accepteren afval dat niet gestort mag worden. Ze maken tariefafspraken met gemeentelijke reinigingsdiensten, geven die kortingen en accepteren soms welbewust bedrijfsafval, wat verboden is.

  • Slim mengen en sluw scheiden lijkt het motto bij de dubieuze praktijken bij de verplichte verwijdering van mengsels van olie, water en slib. De kosten bedragen 350 gulden per ton, maar wie slim scheidt, is goedkoper uit. Verontreiniging wordt 'weggemengd' tot de kwaliteit van het te verhandelen afval op de secundaire grondstoffenmarkt aan de norm voldoet.

  • De naïveteit van de afvalproducent die zijn afval kwijt moet en er veel voor moet betalen, werkt criminele praktijken in de hand. Veel bedrijven die zich van afval moeten ontdoen zijn niet van voorschriften op de hoogte en kunnen dus gemakkelijk 'geflest' worden.

  • Fraude met subsidies komt onder andere voor bij de verwerking van autowrakken. De subsidie wordt toegekend op basis van het gewicht van het wrak. Goede onderdelen worden verwijderd. Het gemis aan kilo's dat daardoor ontstaat, wordt aangevuld uit autowrakken die illegaal vanuit het buitenland worden ingevoerd.

  • Valsheid in geschrift wordt bevorderd door het 'indrukwekkend papieren stelsel van interne milieuzorgsystemen, certificaten, rapportages en toelatingseisen dat door zelfregulering in talrijke branches op de afvalmarkt is ontstaan'. Een bedrijf dat zich niet aan de vergunningsvoorschriften houdt, moet zijn boekhouding aanpassen.

      Gemeentelijke stortplaatsen overtreden regels

    Omdat afvalverwijdering per provincie georganiseerd - met als gevolg verschillende regels en tarieven - "stroomt afval net zoals water naar het laagste punt".

  • Alleen niet-verbrandbaar afval mag worden gestort. Omdat de tarieven voor storten voortdurend stijgen en die voor verbranding, in speciale installaties, naderen, ontstaat 'ontwijkingsgedrag', meestal richting buitenland. Het rapport noemt talrijke voorbeelden. Koelkasten en tv's gaan naar Oost-Europa. Oude autobanden naar Oost-Europa en Afrika. Bouw en sloopafval gaat illegaal de grens over naar België, net als puin dat aldaar in geluidswallen wordt verwerkt. Inzamelaars van gevaarlijk afval, dat verbrand moet worden, proberen de 'dure' AVR verwerking Rijnmond) te omzeilen en 'exporteren' naar buitenlandse cementovens.

  • Ook nieuwe hoge kwaliteitseisen kunnen leiden tot afvalstromen naar het buitenland. In Nederland mogen alleen bedrijven met een zogenaamd STEK-certificaat koelinstallaties schoonmaken en repareren, wegens de voor koeling gebruikte cfk's die schadelijk zijn voor het milieu. Deze bedrijven zijn duurder dan concurrenten in België die niet aan STEK-eisen behoeven te voldoen.
  • Omdat de kwaliteit van het afval veelal doorslaggevend is voor de verwerking, wordt er gesjoemeld met analyses van laboratoria die de kwaliteit moeten vaststellen. Laboratoria die onder de druk van de markt staan, kunnen zo worden betrokken bij het criminele proces. Een fout is gauw gemaakt en kan de afvalverwijderaar veel geld schelen.

  • Ook met vergunningen, bijvoorbeeld voor export, en meldingssystemen wordt gerommeld, meestal wegens gebrek aan deugdelijke controle.

Bij deze opsomming gaat het om activiteiten die zich afspelen 'tussen donkergrijs en lichtgrijs' op een zeer complexe markt, stelt Chris J. Dijkens, voormalig hoofd van het kernteam zware milieucriminaliteit. Hij noemt het onderzoek waardevol omdat de politie daarmee 'aan de voorkant van het probleem' komt en de aangedragen kennis van de markt 'preventie ten goede kan komen'.

Volgens mevrouw H.W. Samson-Geerlings, plaatsvervangend hoofdofficier van Justitie in Dordrecht en voorzitter van de werkgroep 'aanpak zware milieucriminaliteit', wordt de complexiteit van de problemen in niet geringe mate veroorzaakt door talrijke vergunningverlenende overheden en instanties en de 'belangenverstrengeling van de diverse overheden'. Voor de verwijdering en verwerking 'van 'afval worden vergunningen verleend door gemeenten, waterschappen, het rijk, en vier ministeries.

Verder is de provincie een centrale verantwoordelijkheid in het afvalbeleid toebedeeld. Maar in het kader van de ondernemende over ook als speler actief op de markt, net zoals de gemeenten.