Ing. A.M.L. van RooijMilieu- en Veiligheidskundige
Mijn kenmerk: AAR/31107. Betreft: Bedenkingen tegen Uw voornemen om met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling te geven voor het bouwen van tuinhuisjes e.d. bij de gebr. Van Aarle B.V., Ollandseweg 159. Tevens verzoek om met toepassing van bestuursdwang betreffende door de Gebr. Van Aarle B.V. illegaal gebouwde tuinhuisjes onmiddellijk te laten verwijderen.
Geacht College, In de Midden Brabant van 22 oktober 1997 heeft U Uw voornemen kenbaar gemaakt dat U met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling wilt verlenen voor het bouwen van tuinhuisjes bij de Gebr. Van Aarle B.V. aan het adres Ollandseweg 159. Daartegen teken ik mijn volgende bedenkingen aan:
Sinds 1 maart 1993 geldt er een afstemmingsprocedure welke inhoud dat de Gebr. van Aarle B.V. bij zijn aanvraag om bouwvergunning tevens een aanvraag om een uitbreidings- c.q. revisievergunning op grond van de Wet Milieubeheer had moeten overleggen (bijlage 2). Vanwege het feit de gebr. Van Aarle B.V. bij zijn aanvraag om bouwvergunning niet tegelijkertijd een uitbreidings- c.q. revisievergunning op grond van de Wet Milieubeheer heeft aangevraagd, betekent dat U ook om deze reden nooit bouwvergunning mag verlenen voor de in geding zijnde tuinhuisjes. Ook om deze reden kunnen deze bouwwerken nooit en te nimmer middels een artikel 19 procedure worden gelegaliseerd. Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord Brabant zal ook om deze reden daarvoor nooit een verklaring van geen bezwaar afgeven. Ik richt aan U het nadrukkelijke verzoek mijn bovengenoemde bedenkingen mee te betrekken in uw besluitvorming. Nu uit vorenstaande is vast komen te staan dat legalisatie van de in geding zijnde tuinhuisjes onmogelijk is, wil ik U het volgende kenbaar maken:
Op grond van vorenstaande bent U, vanuit Uw handhavende taak, wettelijk verplicht om middels toepassing van bestuursdwang en zonodig met oplegging van een dwangsom per dag onmiddellijk een eind te maken aan het nog langer laten staan van de in geding zijnde tuinhuisjes zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met de bestemming bij de gebr. Van Aarle B.V. Ik richt aan U daarom het nadrukkelijke verzoek om middels toepassing van bestuursdwang en zonodig met oplegging van een dwangsom per dag de Gebr. Van Aarle B.V. te verplichten om vóór 7 november 1997 alle in geding zijnde tuinhuisjes te hebben verwijderd. Tevens verzoek ik U mij dat schriftelijk te bevestigen. Mochten betreffende tuinhuisjes, die dienen als showmodel, niet vóór 7 november 1997 zijn verwijderd dan acht ik U medeplichtig aan de door gebr. Van Aarle B.V. gepleegde strafbare feiten (misdrijven). In dat geval zal ik hiervan prompt aangifte doen bij A.A. Rosenbrand, teamchef Boxtel bij de politie Brabant Noord. Daarbij zal ik deze brief overleggen. Omdat onder leiding van (CDA) burgemeester P. Schriek en (CDA) wethouder J. Jansen dit college van burgemeester en wethouders jarenlang enorme hoeveelheden Roois gemeenschapsgeld heeft misbruikt om de gebr. Van Aarle B.V. te helpen met het plegen van misdrijven met als doel de Gebr. Van Aarle B.V. daarmee onrechtmatig te verrijken, kunt U deze brief vinden op internet pagina sdnl.nl/irm-20.htm.
Milieu- en Veiligheidskundige C.c.
Bijlage: 5 bijlagen bestaande uit 6 pagina's. |
Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht
Politieke Actualiteiten
Vuilbelten in Brabant
Ecologisch Kennis Centrum
Rubrieken Sociale Databank Nederland
Aansprakelijkheidsstelling m.b.t. vuilstortplaatsen
Brief aam minister VWS over gezondheidsrisico's van houtconserveringszouten
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
http://www.sdnl.nl/milieu11.htm