AANTEKENEN.
Ing. A.M.L. van Rooij,
't Achterom 9a,
5491 XD Sint Oedenrode.
Sint Oedenrode, 20 juli 1996.
Betreft: Verzoek om burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode met
onmiddellijke ingang uit zijn functie te ontheffen en een onderzoek in te stellen
naar zijn jarenlang misdadig handelen jegens mij en de rol daarin van H. Jans,
G.G.D. arts te Breda.
Aan: H. Dijkstal (persoonlijk),
Minister van Binnenlandse Zaken,
Schedeldoekshaven 200,
2511 EZ 's-Gravenhage.
Zeer geachte Heer Dijkstal,
In de T.V. uitzending dossier weerwerk "De zaak van Rooij" op maandag 13 mei 1996 heeft Burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode tegenover het Nederlandse publiek verteld dat inzake houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. de gemeente van het begin af aan heel serieus op mijn bezwaren heeft gereageerd. Burgemeester P. Schriek heeft met deze uitspraak het Nederlandse volk in het algemeen en de inwoners van Sint Oedenrode in het bijzonder opzettelijk onjuist voorgelicht. Diverse besluiten van Burgemeester
en Wethouders op mijn bezwaren hebben namelijk geleid tot uitspraken van de Raad van State en de Rechtbank. Burgemeester en Wethouders weigeren al jarenlang opzettelijk uitvoering te geven aan die uitspraken van de Raad van State en de Rechtbank. Het betreffen o.a. de volgende uitspraken:
Al op 9 november 1992 heeft de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State bij uitspraak S03.92.3848 uitgesproken dat de Gebr. van Aarle B.V. de geplaatste tuinhuisjes e.d. heeft gebouwd zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met de bestemming en dat Burgemeester en Wethouders (verweerders) bevoegd waren de Gebr. van Aarle B.V. onder aanzegging van bestuursdwang te gelasten deze bouwwerken te verwijderen
(bijlage 1). Burgemeester en Wethouders hebben toen waarnemend voorzitter van de Raad van State Mr. J. de Vries toegezegd dat zij voornemens zijn de illegaal geplaatste tuinhuisjes via een procedure op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te legaliseren.
- Heden 4 jaar na die uitspraak staan er betreffende tuinhuisjes nog steeds zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met de bestemming. Burgemeester en Wethouders hebben de Gebr. van Aarle B.V. nog steeds niet verplicht tot het legaliseren van die illegaal geplaatste tuinhuisjes via een artikel 19 procedure. Burgemeester en Wethouders negeren hierbij niet alleen uitvoering te geven aan deze uitspraak van de Raad van State maar komen ook hun toezegging jegens waarnemend voorzitter van de Raad van State Mr. J. de Vries al 4 jaar lang niet na.
- Het bouwen in strijd met de bestemming wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (bijlage 2). Hiervoor staat een gevangenisstraf van ten hoogste 6 maanden of een geldboete van de derde categorie. Het bouwen zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 108 van de Woningwet (bijlage 2). Ook hiervoor staat een gevangenisstraf van 6 maanden of een geldboete van de derde categorie.
- Omdat onder de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek het college van Burgemeester en Wethouders al 4 jaar lang met boze opzet weigeren op te treden tegen genoemde gepleegde strafbare feiten gepleegd door de Gebr. van Aarle B.V. zijn zij medeplichtig aan die strafbare feiten.
- Al op 12 december 1988 heeft Dr. H.A.M.A. de Vries, regionaal inspecteur van de volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu voor Noord Brabant Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode kenbaar gemaakt dat het oprichten van de impregneerketel bij de Gebr. van Aarle B.V. in strijd is met het bestemmingsplan ter plaatse en dat houtconserveringsbedrijven vallen onder milieu- categorie 5 bedrijven (bijlage 3). Nadien hebben Gedeputeerde Staten en de Inspectie van de Ruimtelijke Ordening van Noord Brabant brieven geschreven met gelijke inhoud. Burgemeester en Wethouders legden deze adviezen langs zich neer. Juist om die reden en mede vanwege het feit de oprichting van een milieucategorie 5 bedrijf in het ecologisch kerngebied van het Dommeldal onmogelijk is, stonden Burgemeester en Wethouders toe dat de Gebr.
van Aarle B.V. zijn impregneerinstallatie bouwde zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning. Toetsing aan het bestemmingsplan ter plaatse is dan ook niet nodig.
- Al op 9 november 1992 heeft de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State bij uitspraak S03.92.3448 uitgesproken dat de Gebr. van Aarle B.V. de geplaatste impregneerinstallatie heeft gebouwd zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning en dat Burgemeester en Wethouders bevoegd waren de Gebr. van Aarle B.V. onder aanzegging van bestuursdwang te gelasten dit bouwwerk te verwijderen (bijlage 4). Ondanks deze uitspraak van de Raad van State weigerden Burgemeester en Wethouders onder druk van de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek de Gebr. van Aarle B.V. te verplichten tot het aanvragen van een bouwvergunning voor bedoelde impregneerinstallatie van Aarle B.V. moeten aanschrijven dat die vóór 14 augustus 1993 een verzoek om bouwvergunning voor zijn impregneerinstallatie moet indienen (bijlage 5). Op 13 augustus 1993, een dag voor het verlopen van dat termijn, heeft de Gebr. van Aarle B.V. die aanvraag ingediend.
- Bij besluit van 30 november 1993 verlenen Burgemeester en Wethouders bouwvergunning voor de impregneerinstallatie. De brieven van Gedeputeerde Staten, Inspecteur Ruimtelijke Ordening en Inspecteur Milieuhygiëne waarin zij Burgemeester en Wethouders nadrukkelijk kenbaar maakten dat de oprichting van die impregneerinstallatie strijdig is met de bestemming werden door Burgemeester en Wethouders genegeerd.
- De inhoudelijk zeer goed gemotiveerde bezwaarschriften tegen bovengenoemd besluit worden door Burgemeester en Wethouders zonder inhoudelijke motivatie afgewezen. Ondergetekende en Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel hebben tegen die afwijzing van Burgemeester en Wethouders beroep aangetekend bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch en de President om schorsing verzocht. Op 11 oktober 1994 heeft de President van de Rechtbank bij uitspraak nrs. Awb 94/5223 VV en Awb 94/5226 VV het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders geschorst (bijlage 6).
- Hiermede heeft de President van de Rechtbank bij uitspraak van 11 oktober 1994 beslist dat onze bezwaren tegen het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders gegrond waren en dat Burgemeester en Wethouders om die reden nooit bouwvergunning hadden mogen verlenen. Onder de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek negeren Burgemeester en Wethouders met boze opzet al bijna 2 jaar lang uitvoering te geven aan deze uitspraak van de President van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch. Om die reden zijn zij ook voor wat betreft de impregneerinstallatie medeplichtig aan het plegen van strafbare feiten door de Gebr. van Aarle B.V. als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 108 van de Woningwet (bijlage 2).
- Al op 6 juni 1994 heeft Mr. J.H.B. Hulshof Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak no: F03.94.0398 de stoomgenerator en het condensvat uit de aan de Gebr. van Aarle B.V. verleende milieuvergunning geschorst (bijlage 7). Hiermede is het bestreden besluit van
Burgemeester en Wethouders geschorst tot het moment de Raad van State op mijn bijbehorend beroepschrift heeft beslist.
- Heden, 20 juli 1996, is nog steeds niet op mijn beroepschrift beslist. Dit betekent dat de milieuvergunning voor de stoomgenerator en het condensvat (onderdelen van de impregneerinstallatie) nog steeds zijn geschorst. Onder druk van de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek negeren Burgemeester en Wethouders al ruim 2 jaar lang ook aan deze uitspraak van de Raad van State uitvoering te geven.
- Juist die stoomgenerator is er de oorzaak van dat de gebr. van Aarle B.V. dagelijks geruime tijd onze lucht, ons oppervlaktewater, onze grondeigendommen, onze groenten, fruit e.d. besmet met arseen en chroom VI verontreinigde stoom, welke kankerverwekkend is. Voor bewijslast zie bijgevoegde uitspraak nr. G05.92.1657 van 28 oktober 1994 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Milieurechtspraak nr.6-1995 (bijlage 8).
- De Gebr. van Aarle B.V. maakt zich om die reden al jarenlang schuldig aan het opzettelijk en wederrechtelijke in de bodem, in de lucht en in het oppervlaktewater brengen van de kankerverwekkende stoffen arseen en chroom VI zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning, bouwvergunning en WVO-vergunning. De Gebr. van Aarle B.V. heeft weet van het feit dat als gevolg daarvan (op termijn) levensgevaar (in de vorm van het krijgen van o.a. kanker) voor de gezondheid van omwonenden, waaronder mijn gezin, te duchten is. De Gebr. van Aarle B.V. maakt zich om die reden nadrukkelijk schuldig aan het plegen van o.a. het strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 173a van het Wetboek van Strafrecht (bijlage 9).
- Hiervoor staat een gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Omdat onder de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek het College van Burgemeester en Wethouders al ruim 2 jaar lang met boze opzet weigeren op te treden tegen genoemd strafbaar feit (misdrijf) gepleegd door de gebr. van Aarle B.V. zijn zij medeplichtig aan bedoeld misdrijf.
- Al op 6 juni 1994 heeft Mr. J.H.B. Hulshof, Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij uitspraak no: F03.94.0399 de pomp(put) uit de aan de Gebr. van Aarle B.V. verleende milieuvergunning geschorst (bijlage 10).
- Hiermede is het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders geschorst tot het moment de Raad van State op mijn bijbehorend beroepschrift heeft beslist. Heden, 20 juli 1996, is nog steeds niet op mijn beroepschrift beslist. Dit betekent dat de milieuvergunning voor de pompput nog steeds is geschorst. Onder druk van de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek negeren Burgemeester en Wethouders al ruim 2 jaar lang ook aan deze uitspraak van de Raad van State uitvoering te geven. Op die pompput zit een ondergrondse overstort-riolering aangesloten van waaruit het overtollig met arseen en chroom VI verontreinigde regenwater (zwarte lijststoffen) op het oppervlaktewater van omliggende sloten, welke deels mijn eigendom zijn, wordt geloosd.
- Juist die pompput met ondergrondse overstort-riolering is er de oorzaak van dat de gebr. van Aarle B.V. reeds al jarenlang onbekende hoeveelheden met arseen en chroom VI verontreinigd regenwater heeft geloosd in ons oppervlaktewater zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning en WVO-vergunning. De Gebr. van Aarle B.V. heeft weet van het feit dat als gevolg daarvan (op termijn) levensgevaar in de vorm van het krijgen van o.a. kanker voor anderen te duchten is. De Gebr. van Aarle B.V. maakt zich ook om deze reden nadrukkelijk schuldig aan het plegen van o.a. het strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 173a van het Wetboek van Strafrecht (bijlage 11).
- Hiervoor staat een gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Omdat onder de ijzeren hand van Burgemeester P. Schriek het college van Burgemeester en Wethouders al ruim 2 jaar lang met boze opzet weigeren op te treden tegen dit strafbaar feit (misdrijf) gepleegd door de Gebr. van Aarle B.V. zijn zij ook medeplichtig aan dit misdrijf.
- Uit vorenstaande is vast komen te staan dat Burgemeester P. Schriek zich niet alleen schuldig maakt aan het onjuist voorlichten van het Nederlandse publiek maar ook aan het plegen van uiterst zware milieumisdrijven. Dit alles met boze opzet. Om het plegen van genoemde uiterst zware misdrijven kracht bij te zetten had hij besloten om vertrouwensarts H. Jans van de GGD-Breda (een persoonlijk goede bekende van hem) op mij af te sturen, zogenaamd om mij van meer juiste informatie te voorzien. Dit alles zonder mij daar vooraf over te informeren en zonder mijn toestemming. Voor bewijslast zie bijgevoegd artikel "Burgemeester schakelt vertrouwensarts in" uit het Eindhovens Dagblad van 1 september 1992 (bijlage 11) en bijgevoegde brief van 1 september 1992 van het Landelijk Milieu Overleg aan Burgemeester P. Schriek (bijlage 12).
Dat Burgemeester P. Schriek met het sturen van vertrouwensarts H. Jans misdadige bedoelingen had blijkt ook uit de volgende feiten:
- H. Jans heeft deze actie ondernomen geheel op eigen verantwoordelijkheid, dus niet als functionaris van de GGD-Breda. Ondanks dat heeft hij daarbij toch de naam van de G.G.D. misbruikt. Voor bewijslast zie bijgevoegde brief van 3 september 1992 van M.A.J.M. van Bakel, arts directeur G.G.D. Stadsgewest Breda (bijlage 13).
- H. Jans heeft tezamen met Hickson Garantor het "basic protocol ontwikkeld" waaruit moet blijken dat in de grote hoeveelheden stoom waarmee de Gebr. van Aarle B.V. al jarenlang onze omgeving besmet zogenaamd geen arseen en chroom VI (kankerverwekkende stoffen) zitten. Voor bewijslast zie bijgevoegd rapport no:
92/HIFIX2 d.d. 2 november 1992 van Dr. D.A. Lewis, Hickson Garantor te Nijmegen (bijlage 14).
- Het is goed te weten dat Hickson Garantor de leverancier is van het bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co aan de Gebr. van Aarle B.V. en dat Superwolmanzout-Co is samengesteld uit sterk arseen- en chroom VI-houdend chemisch afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen (BILLITON). Het is ook goed te weten dat Dr. D.A. Lewis vele malen optrad in geschillen bij de Raad van State en in geschillen bij
de kort geding rechter als deskundig adviseur voor de gebr. van Aarle B.V. tegen mij. (bijlage 15)
- H. Jans wordt opgeroepen door Bogaerts en Groenen Advocaten (advocaat van gebr. van Aarle B.V.) om als deskundige op te treden in een kort geding tegen mij. Voor bewijslast zie bijgevoegde brief van 9 maart 1993 van Bogaerts en Groenen advocaten (bijlage 15). Om die reden hebben wij H. Jans bij brief van 10 maart 1993 verzocht om een afschrift van het door hem opgestelde onderzoeksprotocol (bijlage 16). Tot op heden heeft hij nog steeds geweigerd ons die te verstrekken.
U zult zich afvragen waarom doet Burgemeester P. Schriek dit. Ik kan mij maar een reden bedenken. Van Aarle dumpt jaarlijks enorme hoeveelheden arseenhoudend en chroom VI-houdend chemisch afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen (BILLITON) via het door hem geproduceerde product geïmpregneerd hout diffuus in de compartimenten water, bodem en lucht. Arseen is een zwarte lijststof voor water, bodem en lucht. Chroom VI is een zwarte lijststof voor lucht. Het in het milieu brengen van die zwarte lijststoffen (chemisch afval) behoort op grond van de Wet Milieubeheer vanwege hun levensgevaarlijke eigenschappen via een maximale brongerichte aanpak met de best bestaande techniek vermeden te worden.
Omdat de Gebr. van Aarle B.V. op grond van de Wet product en risico-aansprakelijkheid verantwoordelijk is voor alle milieu- en gezondheidsschade als gevolg van het door hem geproduceerde product geïmpregneerd hout betekent dat Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode, waaronder Burgemeester P. Schriek, de gebr. van Aarle B.V. al jarenlang heeft gebruikt als dekmantelbedrijf om daarmee enorme hoeveelheden arseenhoudend en chroom VI-houdend chemisch afval van de metaalindustrie (BILLITON) te dumpen, zonder dat later de enorme milieu- en gezondheidsschade als gevolg daarvan op hen kan worden verhaald. G.G.D. arts H. Jans is Burgemeester P. Schriek hiermee in ernstige mate behulpzaam geweest.
Dat de milieu- en gezondheidsschade als gevolg van het door de Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde hout gigantisch is, kunt U lezen in o.a. de volgende artikelen:
- verbod op gebruik geïmpregneerd hout bij water uit Brabants Dagblad van 11 juli 1996 (bijlage 17)
- met wolmanzouten behandelde speeltoestellen verbieden uit de Midden Brabant van 10 juli 1996 (bijlage 18)
- moestuin niet meer besproeien uit de Gelderlander van 22 mei 1996 (bijlage 19).
Dat Burgemeester P. Schriek op vorenomschreven wijze heeft gehandeld jegens mij om daarmee zichzelf te verrijken ten koste van vele mensenlevens (op termijn) zal U duidelijk zijn. Een andere reden valt niet te bedenken. Dat dit niet de eerste keer is dat Burgemeester P. Schriek zijn bevoegdheden in ernstige mate misbruikt om zich ten koste van de gemeenschap te verrijken kunt U lezen in het krantenartikel "Burgemeester koos mooiste bouwgrond voor zichzelf " uit het dagblad Trouw van 10 december 1992 (bijlage 20).
Ik richt aan U daarom het verzoek hem met onmiddellijke ingang uit zijn functie als Burgemeester
van Sint Oedenrode te ontheffen en mij dat schriftelijk te bevestigen. Tevens verzoek ik U naar genoemd handelen van Burgemeester P. Schriek en de rol van H. Jans daarin een diepgaand onafhankelijk onderzoek in te stellen en mij van de resultaten op de hoogte te houden.
In afwachting van Uw antwoord teken ik,
Hoogachtend,
C.c.
- W. Kok, Minister President der Nederlandse Staat
- de Vice-president van de Raad van State
- Prof. Dr. F. Bovenkerk, criminoloog aan het Willem Pompe Instituut voor
strafrechtwetenschappen te Utrecht
- A. Nigten, NIVON te Amsterdam
- A. van Bergen, De Groenen te Nijmegen
- J. Juffermans, Kleine Aarde te Boxtel
- H. van Reijendam, Stichting AMICU te Nijmegen
Bijlagen:
- Uitspraak no. S03.92.3848 d.d. 9 november 1992 van de Raad van State (1 pagina)
- Artikel 59 uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de artikelen 40 en 108 uit de
Woningwet (1 pagina)
- Brief d.d. 12 december 1988, kenmerk 16N8020/vdl van Dr. H.A.M.A. de Vries,
Regionaal Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne voor Noord
Brabant (2 pagina's)
- Uitspraak no: S03.92.3448 d.d. 9 november 1992 van de Raad van State (1 pagina).
- Uitspraak no. S03.93.1499 van 11 mei 1993 van de Raad van State (5 pagina's)
- Uitspraak nrs. Awb 94/5223 VV en Awb 94/5226 VV van 11 oktober 1994 van de
President van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (5 pagina's).
- Uitspraak no: F03.94.0398 van 6 juni 1994 van de Raad van State (5 pagina's)
- Uitspraak nr. G05.92.1657 van 28 oktober 1994 van de Raad van State in
Milieurechtspraak nr.6-1995 (1 pagina)
- Artikel 173 a uit het Wetboek van Strafrecht (1 pagina).
- Uitspraak no: F03.94.0399 van 6 juni 1994 van de Raad van State (5 pagina's)
- Artikel "Burgemeester schakelt vertrouwensarts in" uit het Eindhovens Dagblad van 1
september 1992 (1 pagina)
- Brief d.d. 1 september 1992, kenmerk U LMO 92-399-016 van het Landelijk Milieu
Overleg aan Burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode (2 pagina's)
- Brief d.d. 3 september 1992, nummer Dir/MvB/SW/u92-4662 van M.A.J.M. van
Bakel, arts directeur G.G.D. Stadsgewest Breda (1 pagina)
- Gedeelte uit rapport "92/HIFIX 2" van Dr. D.A. Lewis van Hickson Garantor te
Nijmegen (1 pagina)
- Brief d.d. 9 maart 1993 van Bogaerts en Groenen advocaten aan fungerend president
Mr. M. Povel te 's-Hertogenbosch (1 pagina)
- Brief d.d. 10 maart 1993 van Ant. van Rooij aan H. Jans, G.G.D. Breda (2 pagina's)
- Artikel "verbod op gebruik geïmpregneerd hout bij water" uit het Brabants Dagblad
van 11 juli 1996 (1 pagina)
- Artikel "met wolmanzouten behandelde speeltoestellen verbieden" uit de Midden
Brabant van 10 juli 1996 (1 pagina)
- Artikel "moestuin niet meer te besproeien" uit de Gelderlander van 22 mei 1996 (1 pagina)
- Artikel "Burgemeester koos mooiste bouwgrond voor zichzelf" uit het dagblad
Trouw van 10 december 1992 (1 pagina).