Melkert prijst Nederlands poldermodel op Britse BBC


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Huizen, 9 mei 1997

Minister Ad Melkert
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Zeestraat 73
2518 AA 's-Gravenhage


    Excellentie,


Als trouw kijker naar de BBC - met name Question Time - en de Engelse politiek, zag ik vanmorgen bij de BBC uw optreden in een interview over het Verdrag van Amsterdam dat de Engelsen straks zullen tekenen; wat betreft de sociale paragraaf van het Verdrag van Maastricht.

Met enige verwondering heb ik de euforie van de Engelse nieuwslezer aangehoord die de loftrompet over het Nederlandse poldermodel blies. Meer dan een miljoen banen waren in de afgelopen vijf jaar ondanks het hoge minimumloon in Nederland (gezien vanuit Engeland) erbij gekomen. Poef...!! Wat schitterend toch....!! Dat is precies de reden waarom ik alleen in uren werkgelegenheid wil denken.

Uw opmerking, dat het investeren in sociale verhoudingen uiteindelijk winst opleverde, was in de praktijk aangetoond. En dat is zeker waar. Alleen weten wij beiden dat die miljoen banen natuurlijk niet volledige banen zijn. Verreweg de meeste daarvan zijn splitsingen van gewone banen, en banen waarvan je niet of nauwelijks kunt leven. Uw melkertbanen tonen dat in de praktijk overduidelijk aan.

Toch wil ik hier nu niet argumenteren over het nut van gesubsidieerde arbeid. U kent mijn standpunt daarover maar al te goed. Ik zou U willen wijzen op de formidabele denkfout van prof. E. Bomhof (Nyfer) die geprivatiseerd het CPB beconcurreert. Zoals ik in een eerdere brief reeds aangaf vond ik het wel aardig dat u een Duits onderzoeksbureau in de arm nam. Dit lijkt mij ook nu weerverstandig, omdat Bomhof als leider van Nyfer in staat is gebleken in een enkele zin een absolute waarheid te verbinden met een absolute onwaarheid, waarmee argeloze ambtenaren en politici op het verkeerde been kunnen worden gezet wanneer het op werkgelegenheid aankomt.

Lees de zin maar eens goed en laat de kennis die u inmiddels hebt over de invloed van de automatisering, de koopkracht als product die een eigen distributiepatroon behoeft met een minimaal volume en de capaciteit van ons geldstelsel om werkgelegenheid als zodanig te genereren, los op het argument van Bomhof. Dit alles nog aangevuld met de kapitaalexport van tientallen miljarden per jaar en de overschotten op de handelsbalans die op termijn tot interregionale spanningen leiden. De excessieve investeringen en de overnames vanuit Europa in de VS gaan duidelijk ten koste van de Europese economie en de werkgelegenheid ter plaatse. Want 'n land dat zoveel koopkracht exporteert, exporteert in gelijke mate de werkgelegenheid die met het wegvallen van de bestedingen samenhangt.

Ik maak mij ook zorgen over het feit dat alle regeringen van Europa hetzelfde zeggen over het opleidingsniveau van hun inwoners, en zij allen komen met dezelfde oplossing: Meer onderwijs, ook op latere leeftijd. We maken allen met veel inspanning dan een educatieve stap voorwaarts, en dan blijkt jaren later dat de onderlinge verhoudingen nog dezelfde zijn als vandaag wat betreft de werkloosheid. Verder maakt de redactie van de Volkskrant op de Forumpagina naast het artikel van prof. Bomhof dezelfde denkfout als alle andere aanbodeconomen, door te stellen dat de werkgelegenheid pas echt zal toenemen wanneer een asociale verlaging van het minimumloon tot stand komt; waarvoor de VVD zo warm loopt met het CDA in het kielzog. VVD en CDA beschouwen de werkgelegenheid duidelijk als een asset voor winstmaking en belegging, niet als middel tot een hoger doel: leven.

Juist daarom zijn adviezen als die van Bomhof's Nyfer en van het CPB zo risicovol wanneer ze klakkeloos worden aangenomen, alleen maar omdat gezaghebbende economische instituten schijnbaar het ei van Columbus weten uit te broeden. Vandaar het nu volgende citaat:

    De Volkskrant van vrijdag 8 mei 1997 (Prof. E. Bomhof in Forum)

    Het rekenmodel van het CPB komt steeds tot de conclusie dat Betuwelijn, uitbreiding van Schiphol, tweede Maasvlakte, of welk ander groot project ook uiteindelijk geen positief effect heeft op de werkgelegenheid. Kalshoven heeft dezelfde benadering. Planbureau-directeur Henk Don verdedigt met overtuiging deze sombere uitkomsten van zijn rekenmodel en meent bijvoorbeeld ook dat destijds het Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg niets duurzaams hebben bijgedragen tot de werkgelegenheid.

    Kan dat correct zijn? Ik geloof van niet. Lagere loonkosten hebben, ook volgens het rekenmodel, wel degelijk een duurzaam effect op de werkgelegenheid, en terecht, want Nederlandse bedrijven kunnen dan beter concurreren met het buitenland. Goede infrastructuur werkt net zo. Door een beter telefoonnet, bijvoorbeeld, kunnen de correspondenten van de Volkskrant hun artikelen tegenwoordig e-mailen en dat verhoogt hun productiviteit en die van de redactie in Amsterdam. Hogere productiviteit bij een gelijk loon komt economisch op hetzelfde neer als lagere loonkosten en draagt dus wel degelijk bij tot méér werkgelegenheid.

    Het kabinet-Kok heeft zich tot nog toe weinig gelegen laten liggen aan de negatieve prognoses van het Centraal Planbureau. Ik kan me geen onderwerp herinneren uit de afgelopen 20 jaar waarin het kabinet zo nadrukkelijk en voor zulke enorme bedragen de analyse van het Planbureau naast zich neerlegt. Dat bemoeilijkt helaas de collegialiteit tussen Planbureau en NYFER, omdat wij voor dit onderwerp andere wetenschappelijke methoden aanbevelen en vooral veel intensiever willen leren van internationale ervaringen. Ook in het politieke debat krijgt die internationale dimensie steeds meer nadruk: Schiphol moet kijken naar Londen en Frankfurt, en de Rotterdamse haven concurreert met Hamburg.


De gearceerde zin geeft eerst een grote waarheid weer, maar de conclusie van meer werkgelegenheid is per definitie klinkklare nonsens. Het omgekeerd is eerder het geval, omdat die hogere productiviteit ergens naar toe moet, afgezet, verkocht, uitgeruild tegen koopkrachtige vraag. De lagere loonkosten verhinderen met name die afzet, doorstroming en economische groei; wat werkgelegenheid juist vernietigt. De export van productie naar lagelonenlanden als Polen (zie uw DIW-rapport en uw erkenning daarvan in een van uw brieven), gaat gelijkoplopend juist ten koste van de Nederlandse werkgelegenheid. Een tweede aspect laat Bomhof buiten beschouwing: namelijk, dat de productiviteitsverbetering van ca. 2% per jaar de werkloosheid bij gelijkblijvende afzet (lees koopkrachtige vraag) met 2% laat stijgen. Verbetering van productiemethoden moet gecompenseerd worden met hogere lonen en hogere uitkeringen, wil je de industrie niet smoren in overproductie.

Onlangs ontmoette ik de VVD'er van Hoof op het economendebat in Amsterdam. Ik zei hem op het eind van de avond dat het niet lang meer zou duren dat Philips bij de regering op de stoep zou staan om de smeken de uitkeringen te verhogen (want de werkgelegenheid kalft met ups en downs successievelijk toch af) om überhaupt nog consumentenelektronica te kunnen verkopen. Ik had toen nog niet goed begrepen dat die technolease via de achterdeur een koopkrachtsubsidie voor de consumenten was. Voor Europa geldt duidelijk hetzelfde: koopkracht behoeft een eigen minimale distributie. De Engelsen kunt u het halfversleten Nederlandse poldermodel als worst voorhouden om werkgelegenheid en welzijn met elkaar te verbinden. Dat is dan een begin voor de sociale integratie van de EMU, ook al is dat model in Nederland dringend aan herstel toe.

In afwachting van uw reageren,


R.M. Brockhus
Westkade 227
1273 RJ Huizen
035-5244141

E-mail: sdn@planet.nl
Internet-site: sdnl.nl

Poldermodel als KOLDER-model in Wagenings Universiteitsblad