Antwoord van Minister Melkert op de brief van 21 augustus
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer R.M. Brockhus Postbus 90801 Westkade 227 2509 LV Den Haag 1273 RJ Huizen Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon 070 - 3334444 Telefax 070 - 3334033 Uw Brief Ons kenmerk Doorkiesnummer d.d. 21 augustus 1996 ASEA/WPS/96/0687 070-3335010 Onderwerp Datum Contactpersoon Concurrentiepositie Nederland 4 oktober 1996 in relatie tot verzorgingsstaat
Uw observatie van negatieve aspecten van het globaliseringsproces deel ik niet. Ik heb in mijn brief van 19 augustus reeds gesteld dat kennelijk het concurrentievermogen van de Nederlandse economie zodanig is, dat wij een per saldo hogere aanwas van werkgelegenheid weten te genereren. Daarmee is echter geenszins gesteld dat dit ten koste gaat van werkgelegenheid elders. Gemakshalve verwijs ik naar de economische literatuur (Krugman, Lawrence) met betrekking tot de gevolgen voor de westerse landen van de opkomst van economieën in bijvoorbeeld Zuid-Oost Azië, of, dichter bij huis, de centraal Europese transitielanden. De opkomst van deze landen schept ook in Nederland en andere westerse landen werkgelegenheid. De toegenomen welvaart in andere delen van de wereld creëert kansen voor onze industrie en dienstverlening maar dit gaat niet ten koste van werkgelegenheid in deze landen.
Natuurlijk brengt een herschikking in de internationale arbeidsverdeling wel gevolgen met zich mee. Voor werknemers in bepaalde sectoren, vooral laaggeschoolde werknemers. Ik heb dan ook in mijn vorige brief gesteld dat het Kabinet zich voor deze categorie werknemers speciaal inspant.
Tegen uw opmerkingen over de WIG, zou ik willen inbrengen dat ik de WIG beschouw als het prijskaartje aan de verzorgingsstaat. Ik ben van mening dat met belastingen en premies nuttige voorzieningen worden gefinancierd; nuttig ook vanuit economisch perspectief. Ik heb echter wel oog voor de verstorende effecten van de WIG op de arbeidsmarkt. En mijn conclusie is dan ook dat we de WIG waar mogelijk moeten verkleinen. Als we daarbij een prioriteit moeten stellen dan ligt deze m.i. daar waar hij het meest knelt: namelijk bij arbeid op of vlak boven het minimumloon.
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A.P.W. Melkert)