de wereldbevolking groeit met zo'n kleine 9.000 per uur
Ing P. Meeusen
Numansgors 95
3281 HA Numansdorp
E-mail: info@worldorder.nl
De Demografische Evolutie
Numansdorp, 19 april 2000
Wij weten dat de wereldbevolking niet meer zo snel toeneemt, maar toch altijd nog met zo'n kleine 9.000 per uur of ruim 2 per seconde. Dat kan natuurlijk niet blijven voortduren, maar hoe snel de toename zal afnemen en wanneer de groei zal zijn verdwenen is niet bekend. Wij weten precies hoe de groeicurve van de bevolkingstoename er uit ziet vanaf het begin van de officiële statistieken in 1870. Veel onderzoekers hebben geprobeerd de bevolkingsgroei te voorspellen, maar hun groeicurven zijn nooit uitgekomen. Zo publiceerden bijvoorbeeld Carr, Saunders/Wilcox in 1936/1940 een groeicurve die aangaf dat de bevolking in 2000 ongeveer tot 4 miljard zou stijgen. Wij weten nu dat deze prognose vijftig procent te laag was, omdat het er 6 miljard zijn geworden. Dit in tegenstelling tot de groeicurve die in 1998 werd gemaakt door het U.S. Bureau of the Census. Volgens deze groeicurve zal de bevolking in 2050 ongeveer 10 miljard bedragen, waarbij de top nog niet zal zijn bereikt. Er zouden dan meer dan 4 miljard wereldburgers bij komen, waardoor de leefbaarheid in gevaar zou komen. Naar mijn mening hoeven wij echter niet zo somber te zijn, zoals uit het hierna volgende zal blijken.
De bevolkingstoename in het verleden
Om de toename van de wereldbevolking in het verleden te kunnen volgen hebben wij meer gegevens nodig dan alleen de officiële statistieken die niet verder terug gaan dan 1870. Zoals bekend is uit de Bijbel zijn er al heel vroeg volkstellingen gehouden die historici hebben gebruikt om ramingen te maken van de hele wereldbevolking. Zo werd bijvoorbeeld geschat dat bij het begin van de moderne mens, zo'n 10.000 jaar geleden, de wereldbevolking 10 tot 20 miljoen bedroeg. Aan het begin van onze jaartelling zou die zijn toegenomen tot een kleine 100 miljoen. Volgens onderzoekers bedroeg de wereldbevolking in de Middel Eeuwen ongeveer 300 miljoen. De ramingen werden daarna als functie van de tijd nauwkeuriger. Uit deze gegevens heb ik kunnen afleiden dat het aantal jaren om de bevolking te doen verdubbelen volgens een meetkundige reeks kleiner is geworden. Dat aantal jaren worden de verdubbelingtijden (Vt) genoemd. Ik vond het merkwaardig dat deze als functie van de tijd met een factor 2 kleiner werden. Door die reeks grafisch uit te zetten verkreeg ik (uiteraard) een rechte (regressie) lijn. Zulke lijnen heb ik ook op andere gebieden van de evolutie gevonden en om die reden heb ik ze "evolutielijnen" genoemd. Bij de toename van de wereldbevolking spreken wij van de Demografische Evolutielijn, afgekort DEL.
Hoe kon de Demografische Evolutielijn worden bepaald?
Volgens de eerste officiële statistieken bedroeg de wereldbevolking in 1870 ongeveer 1300 miljoen. In 1950 was dit aantal verdubbeld tot ongeveer 2600 miljoen. In 1987 kort na de aanvang van mijn studie, zag het er naar uit dat de bevolking in 1990 ongeveer 5200 miljoen zou bedragen. Uit deze getallen blijkt dat tussen 1870 en 1950 de bevolking verdubbelde en de daarvoor benodigde (verdubbeling)tijd 80 jaar bedroeg. Voorts zien we dat de bevolking tussen 1950 en 1990 weer verdubbelde, waarvoor maar (ongeveer) 40 jaar voor nodig was. Deze getallen behoren tot de meetkundige reeks: 40-80-16-320-640-enz. Later is gebleken dat die meetkundige reeks van de verdubbelingtijden in 1987 ten einde is gekomen, zoals verder zal worden besproken
Grafiek 01 Groeicurve van de wereldbevolking tussen 1870 en 2000
Op Grafiek 01 worden op de horizontale schaal de jaartallen, en op de verticale schaal de bevolking in miljoenen weergegeven. De groeicurve geeft de gerealiseerde bevolking weer volgens de statistieken. De rode groeicurve geeft de gemiddelde groei weer. Daardoor kunnen wij zien dat de bevolkingstoename over de periode 1914-1965 op deze gemiddelde curve achter liep. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de twee grote wereldoorlogen. Een zelfde verschijnsel heeft zich voorgedaan bij de economische groei die tot 1960 achter liep op het gemiddelde en die achterstand daarna weer inhaalde. De (rode) gemiddelde groeicurve is maatgevend voor het bepalen van de verdubbelingtijden die bij P0 en P1 respectievelijk 40 en 80 jaar bedroegen. De Demografische Evolutielijn werd op deze twee getallen bepaald en gecontroleerd door de daaraan voorafgaande verdubbelingtijden die op historische gegevens en ramingen waren gebaseerd.
Op Grafiek 02 wordt horizontaal de kalenderjaren en verticaal de verdubbelingtijden in jaren weergegeven. Beide schalen zijn aan elkaar gelijk. De Demografische Evolutielijn werd dus bepaald door de eerder besproken verdubbelingstijden 40 bij 1990 (P0) en 80 jaar bij 1950 (P1)verticaal uit te zetten. De rechte lijn door deze grafische punten is de Demografische Evolutielijn. (DEL) Voor het uitzetten van een evolutielijn moeten de horizontale en de verticale schaal gelijk zijn. Alleen dan kan worden bepaald hoe groot de hellingshoek in graden is en kan daarvan de tangens worden bepaald. Bij de DEL bedraagt die hoek -45 graden, zodat de tg = 1. De hellingshoek geeft de versnelling van de groei weer en wordt daarom de versnellingshoek genoemd. Doordat deze hoek 45 graden bedraagt, wordt de verdubbelingtijd van de wereldbevolking elk jaar een jaar korter, zoals blijkt uit nevenstaande grafiek.
Grafiek 02 De DEL tot aan haar asymptoot (2030).
De zwarte naar de toekomst doorgetrokken Demografische Evolutielijn DEL laat zien dat de asymptoot omstreeks 2030 is gelegen. Natuurlijk kan de DEL niet tot 2030 doorlopen, omdat de verdubbelingtijd dan nul zou worden en dat betekent een oneindig grote groei, wat onmogelijk is. Daardoor weten wij dat de Demografische Evolutielijn ergens voorafgaand aan 2030 moet ombuigen. Toen ik de DEL in 1987 vond waren er nog niet voldoende statistieken bekend en wist ik nog niet waar de DEL zou ombuigen. Op de volgende grafiek kunnen wij zien dat de Demografische Evolutielijn in 1987 asymptotisch is omgebogen. Door de grote massatraagheid van de wereldbevolking is dat gebeurd ongeveer 47 jaar voorafgaand aan de asymptoot. (2030) Dat is veel eerder dan de ombuiging van de Kapitaal Evolutielijn die in 1998 is omgebogen en dat was twee jaar voorafgaand aan de asymptoot (2000). Dit zal worden besproken bij het hoofdstuk Kapitaal.
Volgens het rekenmodel van het U.S. Bureau of the Census zal de wereldbevolking in 2050 zijn toegenomen tot 9.309.051.538 en zal de top uiteindelijk tot ruim 10 miljard toenemen. Dit werd door dit Bureau op het Internet gepubliceerd op de Tabel:"Total Midyear Population of the World 1950-2050". De met de verdubbelingsformule, waaruit kon worden afgeleid de verdubbelingtijden 69/g bedragen. Deze werden op Grafiek 03 grafisch uitgezet en verschaffen de grillige groeicurve die eerst na 2050 zou eindigen. Maar de cijfers van het U.S. Bureau of the Census houden geen rekening de cultuuromslag. Deze wordt wel door verschillende onderzoekers verwacht, maar tot dusver heeft nog niemand het bewijs daarvoor kunnen leveren. En zij die de door mij gevonden meetkundige reeksen hebben bestudeerd kunnen er niet in geloven. Dat zal eerst gebeuren, nadat de kapitaalbeurzen zullen zijn ingestort. Wij zullen dat aantonen bij de bespreking van de Kapitaal Evolutielijn. Die moet als voorbeeld aantonen dat alle evolutielijnen voorafgaand aan hun asymptoot ombuigen en verticaal eindigen.
Grafiek 03. De ombuiging van de Demografische Evolutielijn
Op bovenstaande grafiek zien wij dat de door het U.S. Bureau of the Census berekende curve splitst doordat de omgebogen Demografische Evolutielijn begin 2000 asymptotisch wordt. De rode curve nadert dan tot de rode verticale asymptoot zonder die ooit te kunnen raken. Die asymptotische curve kan uiteraard niet exact zijn maar werd zo goed mogelijk ingetekend. Als die curve goed zou zijn, kan daaruit worden berekend dat de wereldbevolking niet zal tot ongeveer 10 miljard zal toenemen, maar tot ruim 7 miljard. Dat is alleen mogelijk wanneer de cultuuromslag op korte termijn plaatsvindt. Eerst dan kan onze samenleving weer duurzaam worden.
Volgens mijn hypothese leefden Hominidae (de mensachtige) in de korte beginperiode na hun verschijning zonder gebrek aan voedsel. Noten en andere duurzame producten waren volop aanwezig. Zij hoefden alleen maar te worden verzameld en zo begon de Materialistische Evolutie. Toen er voedselschaarste ontstond, gingen zij op zoek naar voedsel buiten hun vestigingsgebied. Dat was het begin van de strijd om het bestaan, die vooral de eerste ruim 6 miljoen jaar onvoorstelbaar zwaar moet zijn geweest. Dat is nu nog steeds het geval voor het merendeel van de bevolking. Maar nu de Materialistische Evolutie ten einde loopt komt daarin de verandering die zij die in de cultuuromslag geloven, nu al zien aankomen. Want tijdens de geestelijke evolutie, die door Teilhard de "Versterkte Noösfeer" werd genoemd, zal.er geen armoede meer bestaan.
Is de DEL altijd een rechte lijn geweest?
Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten de verdubbelingtijden tot ongeveer 7 miljoen jaar geleden worden teruggerekend. Wij beginnen met 1950 en zien op Grafiek 02 dat bij P1 de verdubbelingtijd 80 jaar bedroeg, zodat in 1870 (1950-80) de voorgaande verdubbelingtijd P2 moet zijn gelegen. Deze moet 2 x 80 = 160 jaar hebben geduurd en de bevolking moet de helft van 2600 miljoen dus 1300 miljoen zijn geweest, zodat kortheidhalve wordt geschreven:
P2 = 1870(1300)160 jaar. De volgende verdubbelingtijden volgen op dezelfde manier:
P3 = 1710(650)320 jaar, waarvan wij weten dat de bevolking in 1710 ongeveer 650 bedroeg. P4 = 1390(325)640 jaar (historici houden aan ongeveer 300 miljoen in de Middeleeuwen)
P5 = 750(162)1280 jaar lijkt eveneens niet onwaarschijnlijk en dat geldt ook voor
P6 = -530(81)2560 jaar en zo vervolgens.
Zo kon ook worden berekend dat de bevolking omstreeks -530 jr. v. Chr. (2560 - 2030) ongeveer 81 miljoen moet zijn geweest. Dit komt overeen met de raming van historici dat aan het begin van onze jaartelling de bevolking ongeveer 100 miljoen bedroeg.
Op dezelfde manier kunnen wij ramingen maken van de bevolkingsaantallen in het verleden die er op zijn gebaseerd dat de Demografische Evolutielijn vanaf het begin een rechte lijn is geweest. Dat lijkt waarschijnlijk op grond van het voorgaande tot aan het begin van onze jaartelling. Maar hoe kunnen wij weten dat de Demografische Evolutielijn tijdens de miljoenen jaren daaraan voorafgaand ook een rechte lijn is geweest? Om dat aannemelijk te maken worden op de volgende tabel alle V-tijden vanaf 1990 tot aan het begin van de evolutie van de menselijke soort weergegeven:
Tabel 1. V-tijden van de wereldbevolking
Blijkens Tabel 1 gaat P17 ongeveer tot 5 miljoen en P18 tot ongeveer 10 miljoen jaar geleden. De Hominidae dateren van ongeveer 7 miljoen jaar geleden, zodat hun beginkolonie 7 miljoen jaar geleden ongeveer 30.518 zou moeten zijn geweest. Zouden de Hominidae wat eerder of wat later zijn verschenen, dan zou die beginkolonie maar weinig groter of kleiner zijn geweest.. Het valt moeilijk te zeggen hoe groot hun beginkolonie toen zal zijn geweest, maar in ieder geval groot genoeg (bijvoorbeeld 30.000) om te kunnen overleven. De zware strijd om het bestaan blijkt doordat de beginkolonie van bijvoorbeeld 39.673 bij P17 ongeveer 2,5 miljoen jaar nodig had om te kunnen verdubbelen tot 79.346 Hominidae. Hun gemiddelde toename kan toen mogelijk maar ongeveer 16 per 1000 jaar zijn geweest.
Bij zulk een minimale gemiddelde toename moeten er perioden zijn geweest dat bijna alle borelingen stierven. Er moeten dikwijls hele stammen zijn uitgestorven, zoals nog niet zo heel lang geleden is gebeurd. De bij het begin van de Hominidae ontstane stam die wij de Neanderthalers noemen is mogelijk een voorbeeld daarvan. Wellicht zijn er nog meer stammen uitgestorven zonder dat wij dat weten. Het is heel goed denkbaar dat de voortzetting van de evolutie van de mens meerder malen in gevaar is geweest. Dan zou er 7 miljoen jaar voor niets een evolutiesprong hebben plaatsgevonden. De evolutie zou zijn afgebroken en er zou binnenkort geen tweede evolutiesprong, dus geen cultuuromslag plaatsvinden. Uiteraard zou de evolutie geen verandering zijn naar iets hogers en beters.
Het is bekend dat er bij de moderne mens ook perioden van grote sterfte zijn geweest, maar de verdubbelingtijden duurden toen nog zo lang dat die werden genivelleerd. Tenslotte was de mens was zo ver ontwikkeld dat hij het aantal geboorten wilde doen afnemen en daartoe ook in staat was. Er was een evolutiecrisis ontstaan, die het aantal slachtoffers op alle gebieden van de evolutie deed toenemen. De technologie eiste op verschillende gebieden een toenemend aantal slachtoffers. Met de toename van de materialistische evolutie (de vooruitgang) en de toenemende verschillen tussen arm en rijk ontstond er steeds meer onvrede en veranderde de mens van gedrag. Dat leidde tot allerlei uitwassen (genociden, moorden, zelfmoorden en misschien ook ziekten, zoals aids en dergelijke.)
Blijkens het huidige DNA onderzoek moet de hele wereldbevolking uit één stam zijn voortgekomen. Deze stam heeft volgens de hier besproken hypothese alleen kunnen overleven, doordat hij eigenschappen verwierf, die zijn totale stoffelijke bezit fabelachtig hebben doen toenemen. Daardoor konden de leden van die stam zo explosief in aantal toenemen. Maar nu wij de top van de materialistische evolutie hebben bereikt, zien wij dat de groei begint te verdwijnen. Doordat wij de asymptoot van de DEL hebben gevonden, weten wij dat wij in aantal omstreeks 2030 de top zullen bereiken. Daarna zal de wereldbevolking gestadig afnemen, totdat wij de allerhoogste top van de menselijke evolutie zullen hebben bereikt.
De vruchtbaarheid (gemiddeld aantal kinderen per vrouw)
Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw wordt de vruchtbaarheid genoemd. Wanneer ieder vrouw gemiddeld twee nakomelingen zou hebben, zou het vruchtbaarheidsgetal 2 bedragen en zou de wereldbevolking stabiel blijven. Heel vroeger werd niet aan geboortebeperking gedaan, zodat het aantal geboorten voornamelijk afhankelijk was van het beschikbare voedsel en de leefomstandigheden. Er moeten ooit tijden geweest zijn, dat er niet of nauwelijks kinderen werden geboren. In tijden van overvloed kregen zij grote aantallen kinderen, waardoor de 'achterstand" weer werd ingehaald. Soms waren de leefomstandigheden zo slecht, dat bijna alle kinderen heel vroeg stierven en er maar enkelen volwassen werden. Door de vooruitgang ontstond er een zodanig daling van de kindersterfte, dat de gezinnen weer groot werden.
Eerst toen gingen veel ouders zich realiseren dat geboortebeperking noodzakelijk is. Hun leven en dat van hun kinderen kon daardoor beter worden. Het aantal middelen tot geboortebeperking werd groter naarmate de vooruitgang vorderde. Kortom, door de vooruitgang (de toename van de materialistische evolutie) begon de gemiddelde vruchtbaarheid steeds kleiner te worden. De evolutie zorgde er zelf voor dat in de ontwikkelde landen de gemiddelde vruchtbaarheid kleiner dan 2 is geworden. Dit in tegenstelling met de minder ontwikkelde landen. Daar werd door toedoen van de zending en de humanitaire hulp wel getracht de leefomstandigheden te verbeteren, maar de ontwikkeling bleef achter. Dat leidde er toe dat daar de gemiddelde vruchtbaarheid toenam, zodat er een bevolkingsexplosie ontstond. Daarom zijn de verdubbelingstijden overeenkomstig de regressielijn, de DEL, voortdurend korter geworden.
Velen kunnen de evolutie nog steeds niet goed begrijpen, maar dat zal veranderen, omdat de evolutie bezig is zichzelf te openbaren. Dan zullen wij beseffen dat de achtergebleven landen meer nodig hebben dan onze zending en humanitaire hulp. De ontwikkelde (rijke) landen zullen dat meerdere niet verschaffen, totdat de cultuuromslag zal plaatsvinden. De statistieken geven weer dat de gemiddelde mondiale vruchtbaarheid aan het afnemen is. Zo bedroeg bijvoorbeeld in 1996 de gemiddelde vruchtbaarheid van de gehele wereldbevolking volgens Population Studies 2,98. Voor de ontwikkelde landen was het cijfer toen al lager dan 2,0, namelijk gemiddeld 1,71.
In 1995 bedroeg voor de minder ontwikkelde landen het gemiddeld vruchtbaarheidsgetal 3,29 en voor de slecht ontwikkelde landen bedroeg dat zelfs toen nog 5,37. Vroeger is dit cijfer zelfs nog groter is geweest. Gelukkig is de bevolking over de laatste drie jaar (1993-1996) nog met gemiddeld 79 miljoen per jaar, dus met 9.000 per uur gestegen. Wanneer wij tot de evolutiesprong besluiten, zal dat een snelle ontwikkeling betekenen voor allen die zijn achtergebleven. Daardoor mogen wij 'n versnelde daling van bevolkingsaanwas verwachten. Doordat wij de meetkundige reeksen van de evolutie kennen, weten wij nu ongeveer wanneer de verschillende soorten groei zullen eindigen. Als de verschillende soorten groei inderdaad bij hun asymptoten eindigen, zal het nog drie decennia duren voordat de bevolkingstop zal zijn bereikt. Wij mogen hopen en verwachten dat dit bij een bevolking van ongeveer 7 miljard zal zijn.
Piet Meeusen, november '00
Ing. P. Meeusen, Numansdorp,
E-mail: info@worldorder.nl