de wereldbevolking groeit met zo'n kleine 9.000 per uur
Ing P. Meeusen
Numansgors 95
3281 HA Numansdorp
E-mail: info@worldorder.nl
De Evolutie van de Mens
Numansdorp, 19 april 2000
De staande definitie van Evolutie in het woordenboek is: "Geleidelijke ontwikkeling tot iets anders, met name tot iets hogers of iets beters tegenover revolutie". Iedereen kan constateren dat bovenstaande definitie is achterhaald, want die geleidelijke ontwikkeling is onopgemerkt "een exponentiële versnelling" geworden. Blijkbaar leven wij nu in een periode, waarin de evolutie (tijdelijk) is veranderd en dat is heel bijzonder, zoals bij de hierna volgende evolutietheorie wordt besproken.
Er zijn over de evolutie van het leven verschillende theorieën bekend, zoals de 'aanpassingstheorie' van De Lamarck; de 'selectietheorie' van Darwin; de 'mutatietheorie' van Hugo de Vries. Deze theorieën handelen echter niet in het bijzonder over de evolutie van de mens. Dit in tegenstelling tot de theorie van de Franse theoloog en paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin.(1881-1957) Deze schreef onder meer het bekende boek "Het verschijnsel mens" dat net als mijn hierna volgende theorie niet gemakkelijk kan worden begrepen.
Tegenwoordig wordt doorgaans aangenomen dat de evolutie van de mens is begonnen bij de bijzondere mutatie die geleid heeft tot het verschijnsel mens. De ontwikkeling daarvan begon met een plotselinge sprong. Zulke sprongen schijnen vroeger in de natuur wel meer te zijn voorgekomen en worden 'evolutiesprongen' genoemd. Zij zijn zeer zeldzaam en hebben maar een beperkte duur. De schrijver probeert duidelijk te maken dat wij tegenwoordig aan het begin staan van zo'n evolutiesprong. Wij zijn ons daarvan niet bewust, maar voelen doorgaans wel aan dat er iets bijzonders aan de hand is. De veranderingen die wij tegenwoordig waarnemen lopen heel duidelijk vooruit op deze evolutiesprong. Sommigen voelen dit al aan en men hoort steeds meer zeggen dat het zoals het nu is, niet lang meer kan blijven.
Veel te veel mensen hebben de laatste tijd hun strijd om het bestaan verloren en/of leven in te grote armoede, terwijl zoveel anderen leven in veel te grote overdaad. De duurzaamheid en de leefbaarheid gaan zienderogen achteruit. Wij constateren steeds meer crisissymptomen die wij met weinig of zelfs zonder succes bestrijden. Wij vrezen ook steeds meer dat de beoogde oplossingen langs de weg van de geleidelijkheid - zoals wij altijd gewend waren - niet meer op tijd zullen komen. Wij beginnen steeds meer aan revolutionaire veranderingen te denkenden, maar zouden niet weten hoe wij die in onze verdeelde wereld langs democratische en vreedzame weg kunnen invoeren.
Volgens mijn evolutietheorie hoeven wij die noodzakelijke revolutie niet zelf in te voeren. Wij zijn nu op het punt gekomen dat de evolutie, dus feitelijk de natuur die revolutie zelf gaat invoeren. De natuur bepaalt dus zelf wanneer de noodzakelijke omslag of revolte zal plaatsvinden. Die revolte heeft nog geen naam, maar zal binnenkort een mondiaal onderwerp van gesprek worden, zodat naamgeving noodzakelijk is. Mijn voorstel is de samentrekking "E(re)volutie" totdat misschien iets anders wordt bedacht
De natuur kan wel het moment bepalen waarop de evolutie rijp is voor die omslag, of e(re)volutie, maar wij zullen die toch zelf moeten uitvoeren. Daartoe moeten wij het verloop van de evolutie beter leren begrijpen, waartoe wij in gedachten heel ver terug moeten in de tijd en wel naar de "eerste evolutiesprong". Dat is feitelijk een variant op het zo primitieve scheppingsverhaal, waaraan sommigen nog vasthouden.
Over de evolutie van het heelal zal hier niet worden gesproken. Mijn theorie daarover is hier niet aan de orde, maar daarover zal ik mogelijk later publiceren. Ook de evolutietheorieën over het ontstaan van het leven laten wij hier buiten beschouwing. Hier wordt de theorie besproken betreffende de verschijning van de mens en zijn evolutie die ongeveer zeven miljoen jaar heeft geduurd.
Bij de laatste evolutiesprong verscheen bij een bijzondere mutatie plotseling de voorloper van de mens die de "hominidae' wordt genoemd. Dat zou volgens DNA onderzoek en moderne dateringen van de fossiele vondsten door paleontologen miljoenen jaren langer zijn geleden dan aanvankelijk werd gedacht. Volgens de meest recente publicaties zou dat zelfs ongeveer zeven miljoen jaar geleden zijn. Die soort was in het begin niet materialistisch en had (of kreeg) meer verstand dan zijn voorgaande neven en nichten. Hij verscheen in een paradijselijke omgeving, waar hij bij de verschillende seizoenen volop voedsel kon verzamelen. Hij was al vroeg bewust van zichzelf en zijn nakomelingen voor wie hij voedsel verzamelde en bewaarde om ook bij schaarste te kunnen overleven. Zo kon hij in het begin snel in aantal toenemen tot een flink aantal dat in een zogenaamde beginkolonie aanvankelijk een paradijselijk leven kan hebben gehad.
Daarin kwam verandering naarmate die beginkolonie hominidae verder in aantal toenam, waardoor er een tekort aan voedsel ontstond en er een eind kwam aan hun paradijselijk leven. De hominidae moesten elders naar voedsel gaan zoeken, waarmee een zware strijd om het bestaan moet zijn begonnen. Zij moesten om te kunnen overleven nauw met elkaar samenwerken, waardoor na het familiebewustzijn ook het groepsbewustzijn ontstond, zodat zij sociaal werden. Zij zochten in de natuur niet alleen naar voedsel, maar ook naar producten (kapok) om 's nachts warm te blijven. Zij bewaarden alles wat schaars was in de eerste plaats voor zichzelf, maar gingen binnen hun groep snel over tot ruilen, waardoor zij samen gemakkelijker konden overleven. Zo werden de hominidae vrijwel vanaf het begin gedwongen om materialistisch te worden en dat werd later van generatie op generatie doorgegeven. Ook de moderne mens is materialistisch gebleven om te kunnen overleven. Maar zal hij nog langer genoodzaakt zijn om materialistisch te blijven als zijn strijd om het bestaan zal zijn gestreden?
De versnelling van de evolutie
De eerste hominidae waren volgens fossiele vondsten maar ongeveer een meter lang en de hersenomvang bedroeg maar ongeveer 500 cc. Door de wisselwerking bij het gebruik van zijn hersenen en zijn handen. (Cerebro-manuaal) kon hij tot de ontwikkeling komen die wij nu kennen. Hij leerde zichzelf hoe hij hout moest bewerken ter verkrijging van gebruiksvoorwerpen, maar had daarvoor nog geen gereedschap. Dat kwam eerst vele miljoenen jaren later, want telkens ging moeizaam verkregen ontwikkeling verloren, doordat hele stammen door voedselgebrek weer uitstierven. De bevolkingsaanwas die tegenwoordig ongeveer 2 per seconde bedraagt, moet toen gemiddeld maar ongeveer één per honderd jaar zijn geweest. In bijlage 1 de Demografische Evolutie wordt dit besproken.
Blijkens dateringen van fossiele vondsten duurde het ongeveer 6 miljoen jaar, voordat de hersenomvang van de hominidae was verdubbeld. Daarna moet zijn cerebro manuale ontwikkeling iets vlugger zijn verlopen. Het duurde toen nog 'maar' ongeveer een miljoen jaar, voordat zijn hersenomvang van 1.000 cc was toegenomen tot de omvang van de moderne mens, dus tot ongeveer 1500 cc. Die toename van de hersenomvang blijft nog steeds doorgaan, ook al is die zo klein dat deze tot niet valt waar te nemen.
De menselijke soort is gedurende miljoenen jaren veranderd, maar wij denken ten onrechte dat die nu stil staat. Volgens mijn onderzoek is gebleken dat overal de grootste maat van allerlei hoofddeksels groter is geworden, terwijl iedereen kan zien dat de lichaamslengte steeds meer toeneemt. Volgens mijn desbetreffende meetkundige reeksen blijft die toename nog ruim drie decennia aanhouden. Volgens mijn theorie verloopt die toename zelfs met een exponentiële versnelling, zoals ook met de vergrijzing het geval is. Er ligt verband met de aanstaande evolutiesprong. Dit verband wordt verduidelijkt door de bespreking van de verschillende meetkundige reeksen. Die geven weer dat de materialistische evolutie praktisch is voltooid en de evolutiesprong absoluut noodzakelijk is.
De Materialistische evolutiesfeer
Zoals al gezegd is de lange leertijd van de menselijke soort gebleken uit de dateringen van de fossiele vondsten. Daardoor weten wij dat op de schaal van de evolutie de steentijd nog maar kort is geleden. De gebruiksvoorwerpen van toen en uit de latere metaaltijdperken dateren uit de tijd dat de bevolking al ongeveer vijf maal was verdubbeld tot ongeveer een miljoen. Uit grafieken die later zullen worden besproken blijkt dat de versnelling van de materialistische groei in verhouding veel sneller verliep dan de demografische groei. Doordat beide soorten groei niet gelijktijdig eindigen, verandert hun onderlinge verhouding als functie van de tijd. De demografische groei eindigt ongeveer een halve eeuw eerder dan de materialistische groei. Dat betekent dat er bij het bereiken van de maximale bevolking (omstreeks 2030) nog bijna gedurende twee generaties materialistische of economische groei blijft bestaan. Dat is zeker geen toeval, want het omgekeerde zou niet mogelijk zijn. De bevolking zou niet nog een halve eeuw kunnen blijven toenemen, terwijl er dan geen economische groei meer zou zijn. Het genoemde verschil in versnelling heeft veroorzaakt dat de bevolkingsgroei veel eerder explosief is geworden dan de materialistische groei zal worden. Deze begint nu duidelijk steeds meer toe te nemen, maar de grote exponentiële versnelling van de economische groei moet nog komen.
Het genoemde verschil in versnelling van de groei bij de evolutie die ik de "evolutiegroei" heb genoemd, blijkt uit mijn grafieken die ik bij deze samenvatting heb weggelaten. Zij hebben betrekking op de verschillende componenten van de evolutie, zoals de bevolkingsaanwas; de vergrijzing; de lichamelijke groei; de economische groei en de groei van het kapitaal. Doordat deze verschillende versnellingen hebben, zijn er overal allerlei soorten crises ontstaan die voortdurend blijven toenemen. Deze crises vormen samen de huidige wereldcrisis die ik de "evolutiecrisis" heb genoemd. Die wordt veroorzaakt, doordat de verschillende soorten evolutiegroei verschillende versnellingen en verschillende eindpunten hebben. Zij zijn als het ware zo "geprogrammeerd" en de mens heeft daarop nooit enige invloed kunnen uitoefenen. Uit de grafieken blijkt dat alle soorten evolutiegroei deze eeuw eindigen, zodat de evolutiesprong minder dan een eeuw in beslag zal nemen. Voorts blijkt uit de grafiek van het kapitaal dat de desbetreffende groei in deze tijd moest ophouden. Wij zien dat dit nu daadwerkelijk gebeurt en de gemiddelde koersen van de aandelen al ongeveer een jaar niet meer toenemen. Daarbij is gebleken dat de beleggers steeds meer risico lopen en daar geen koerswinsten meer tegenover staan. Daarom kunnen wij nu als het ware wachten op het instorten van alle kapitaalbeurzen. Daarmee hebben wij volgens mijn theorie nu de top van ons materialisme praktisch bereikt. Dat betekent dat wij de climax van de evolutiecrisis zijn genaderd en de Materialistische Evolutie daarmee eindigt.
Feitelijk kan iedereen begrijpen dat ons materialisme niet eeuwig kan blijven toenemen en zeker niet met een exponentiële versnelling. Daardoor leeft er bij veel rijken nu al angst dat zij hun materiële verworvenheden zullen verliezen. Sommigen die met die angst leven zeggen nu al dat zij hun rijkdommen wel willen ruilen voor een leefbare en duurzame samenleving. Zij zeggen soms dat zij hun bezit als ballast moeten meetorsen en zouden daar wel afstand van willen doen, als zij er maar bestaanszekerheid en welzijn voor terugkrijgen. Volgens mijn evolutietheorie zullen zij spoedig op hun wenken worden bediend. Dit valt moeilijk te geloven, omdat wij nog steeds denken dat bij de evolutie alle ontwikkelingen altijd geleidelijk verlopen. Wij nemen waarschijnlijk hier voor het eerst kennis van de verandering van de evolutie die is overgegaan op een exponentiële versnelling. Dat zo iets nu plaats vindt bij de bevolkingstoename is bekend, maar het is nieuw dat dit ook gebeurt bij de andere componenten van de evolutie. Daardoor zorgt de evolutie er voor dat er een omslag, een "E(re)volutie" zal plaatsvinden. Sommigen denken dat wij daar geestelijk nog niet ver genoeg zijn getransformeerd. Daarom zullen wij nu eerst bespreken hoe het met de versnelling van onze geestelijk evolutie en ons bewustzijn is gesteld.
Dit woord is bedacht door Teilhard de Chardin. (Noös of Nous staat in het Grieks voor denkende geest) Als ongehuwd priester heeft hij zich waarschijnlijk niet zo veel met de toename van ons materialisme beziggehouden. Bovendien waren er daarover in zijn tijd nog niet voldoende statistieken. Des te meer heeft hij zich verdiept in onze geestelijke evolutie.
Wij hebben het gevoel dat onze geestelijke evolutie; de evolutie van ons bewustzijn en de evolutie van de complexiteit niet meer toenemen. Maar als daarover statistieken of historische gegevens zouden bestaan, zou blijken dat die ontwikkeling tegenwoordig ook niet stilstaat. Wel dient te worden gezegd dat de Noösfeer net als de Materialistische Evolutiesfeer eerst niet of nauwelijks op gang wilde komen.
Toen er nog geen spreektaal bestond en er niet of nauwelijks van gedachten kon worden gewisseld, stond de evolutie van de Noösfeer nog zo goed als stil. Wij zagen al dat het bij de Materialistische Evolutie ongeveer 6 miljoen jaar duurde, voordat de hominidae de eerste gereedschappen hadden ontwikkeld. De Materialistische Evolutie is eerst daarna op gang gekomen. Waarschijnlijk stond de geestelijk evolutie toen nog zo goed als stil. Maar toen er ongeveer 40.000 jaar geleden spreektalen tot ontwikkeling kwamen - te vergelijken met eerste gereedschappen bij de materialistische evolutie - kwam er ook beweging bij de Noösfeer. Dat is op de evolutieschaal van 7 miljoen jaar gemeten relatief nog maar kort geleden. De onderlinge verbondenheid was nadien nog klein en niet groter dan de "loopafstand".
Daardoor moet de mondelinge overdracht van de beschaving en de geestelijke ontwikkeling lange tijd met een kleine lineaire versnelling zijn toegenomen. Daarin kwam eerst ongeveer 5.000 jaar geleden, dus zo'n 35.000 jaar later dan het begin van de spreektaal verandering toen het schrift tot ontwikkeling kwam. De Bijbel verscheen eerst zo'n 3.000 jaar geleden en het duurde daarna nog duizenden jaren, voordat de monniken er een aantal hadden overgeschreven. Hetzelfde geldt voor de boeken uit die tijd die nog maar weinig mensen konden lezen. Er waren in de vroege Middeleeuwen wel boeken maar de beschaving en de geestelijke ontwikkeling zullen in die tijd nog wel betrekkelijk klein zijn geweest. Hierin kwam grote verbetering, nadat zo'n 500 jaar geleden de boekdrukkunst was uitgevonden, maar de meeste mensen waren toen nog steeds analfabeten. Daarna werd de Noösfeer sterker, zoals Teilhard het noemde.
Eerst omstreeks 1750 verschenen de eerste kranten en dat wijst er op dat er daarvoor voldoende lezers waren, anders waren zij niet gedrukt. Daarna duurde het tot begin 1900 voordat de radio in opkomst kwam en nog eens zo'n 50 jaar langer voordat dit ook met de TV gebeurde. Blijkbaar zijn onze beschaving en geestelijke ontwikkeling vooral de laatste 250 jaar versneld toegenomen. Het lijkt daarom waarschijnlijk dat die versnelling steeds sneller zal blijven toenemen. Teilhard de Chardin die dat ook had waargenomen sprak 50 jaar geleden dan ook al van de "Versterkte Noösfeer".
Hoewel door de grote ontdekkingsreizen veel wereldkennis werd verkregen, was er in die tijd nog geen wereldbewustzijn. Tegenwoordig dwingt de evolutie ons dat wij ons beginnen te verdiepen is de duurzaamheid van onze planeet. Daarvoor moeten wij maatregelen (milieu, zorg, geld) nemen, waarover wij het met elkaar nu nog niet eens kunnen worden. Dat zal ook niet eerder lukken, voordat iedereen zich zal realiseren dat onze materialistische evolutie is voltooid en deze ten einde loopt. Dat betekent dat het geld en alle zogenaamde waardepapieren dan niets meer waard zullen zijn. Dat kan niemand geloven, zo lang wij ons de E(re)volutie en de evolutiesprong nog niet kunnen voorstellen.
Wij weten tegenwoordig dat er een cultuuromslag moet plaatsvinden en vragen ons al lang af hoe wij dat zouden kunnen bewerkstelligen. Bij het voorgaande is gebleken dat wij dat niet kunnen, omdat dit door de natuur moet gebeuren. Het hoofdstuk dat ik daarover heb geschreven, wilde ik eerst hier als bijlage toevoegen, maar ik heb besloten dit voorlopig nog even uit te stellen. Mijn motief is dat mijn evolutietheorie te complex is om in een keer te kunnen worden verwerkt. Ik heb dit gedurende vele jaren ervaren met de mensen met wie ik er over heb gesproken. De meeste mensen bleken zo gevangen te zitten in hun eigen cultuur dat zij niet in een nieuwe cultuur kunnen geloven, waardoor te veel weerstand ontstaat. Ik heb dit geconstateerd bij mijn vrienden die mij blijkbaar niet goed konden begrijpen. Dat was de eerste jaren ook het geval bij mijn vrouw. Maar door de vele gesprekken die ik thuis met mijn bezoek heb gevoerd, ging zij ook steeds meer in mijn theorie geloven.
Daarom wil ik de bespreking van de aanleiding tot de E(re)volutie en de waarschijnlijke gevolgen daarvan voorlopig liever uitstellen tot na de Hovo cursus. De heer Terhal zal het waarschijnlijk ook beter vinden dat mijn theorie zijn cursus niet doorkruist.
Piet Meeusen, 5 december '00
Ing. P. Meeusen, Numansdorp,
E-mail: info@worldorder.nl
EuroStaete . . .
