Limburg
Aan:
Minister dr. J. Pronk
Ministerie van VROM
Postbus 20951
2500 EZ Den Haag
Datum 21-9-1998
Limburg, Graaf 42, 6101 CE Echt
Bij deze verzoek ik U een diepgaand onderzoek in te stellen naar de handel en wandel van Aqua Terra (met onbekende aandeelhouders) c.q. Dhr. Baggen.
Aqua Terra, volgens Mr. Duijnstee een lege BV, heeft de Maasplassen, campings, landbouwgronden, enz. in 1996 van de Provincie Limburg gekocht voor de prijs van 6,5 miljoen gulden.
Een bankgarantie van Mees en Hope, zes en een half miljoen gulden, enkele zinnetjes op een velletje papier. De herkomst van dit geld is onbekend. Het College van Gedeputeerde Staten stelt dat dit geen geld is van eventuele witwas-operaties, zwart geld of drugsgeld. Dit stellige 'ja-antwoord' van het College van Gedeputeerde Staten kan toch even stellig onderbouwd worden. Het moet dan toch ook vaststaan waar dit geld vandaan komt.
Het geplaatste kapitaal van 1,5 miljoen is meteen gestort, ook de herkomst van dit geld is onbekend.
De publicatiestukken en de balans 1988 van Aqua Terra worden op 2 november 1992 vastgesteld en door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 231. Aqua Terra is opgericht op 7-1-1986 en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel op 1 september 1987 onder nummer 624766, dus 1 en 3/4 jaar later.
Aqua Terra kan en mag alles.
Ik noem enkele voorbeelden: het kunnen en mogen bouwen door N.V. Aqua Terra (thans een familie-BV) van luxe vakantiehuizen op de in wezen 'vergiftigde' grond van Brandt/Eiland (ge, Maasbracht) alsmede nu weer (met een groot horecabedrijf) op de oevers van de zeer kwetsbare Boschmolenplas Fase B, liggende met Fase C in het grondwaterbeschermingsgebied, althans daarin gepland. Voorts ligt de bouw van vele vakantiebungalows van Aqua Terra in de lijn der verwachtingen.
Aqua Terra heeft de Provincie Limburg enkele Maasplassen te koop aangeboden voor plm. 19 miljoen gulden. Het College van Gedeputeerde Staten van Limburg heeft geen gebruik genaakt van haar voorkeursrecht, om de grootste waterbron van Limburg, zo niet van Nederland terug te kopen van Aqua Terra. Terwijl de Boschmolenplas Fase B een belangrijke rol speelt bij de bescherming van het spaarbekken voor drinkwater, Panheel fase C.
Aqua Terra heeft haar directeur dhr. Baggen dit gedeelte verkocht voor plm. 16 miljoen gulden (waaronder de Boschmolenplas voor plm. 900.000 gulden). Dus meer dan drie miljoen gulden onder de waarde. Aqua Terra heeft aan een aantal agrariërs grond aangeboden in ruil om bij de Raad van State, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, hun procedures stop te zetten. In mijn ogen wordt hier obstructie gepleegd aan onze onafhankelijke rechtsstaat.
Tot slot dit: naar aanleiding van de uitspraak (schorsingsverzoek) door Staatsraad Dolman, dat het Boschmolengebied MER-plichtig is, zegt het College van Gedeputeerde Staten in Dagblad De Limburger d.d. 12-3-1998 het volgende: 'De uitspraak van de Raad van State over het vakantiepark Boschmolenplas houdt geen stand'.
Vreemd genoeg is het advies van ir. B.H. Jansen, van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak: 'Ook zonder de Boschmolenplas is een goede drink- en industriewatervoorziening in Limburg gewaarborgd', als U de brief van 25 juni 1996 van het College van Gedeputeerde Staten leest is dit advies volstrekt onjuist.
Inmiddels teken en verblijf ik met de meeste gevoelens van hoogachting
M.M.A. Meerten-Schoenmakers