Zie video
p/a Waalbandijk 69
6658 KA Beneden-Leeuwen
tel.: 0487-592454
Fax: 0487-592485
ABN-Amro Bank rek. 51.62.16.694
Handelsregister nr. 11043199
MANIFEST
Beneden-Leeuwen 15 juli 1998
Minister-president W. Kok
Postbus 20001
2500 EA DEN HAAG
Bij deze maakt de 'Stichting Behoud Leefmilieu en Natuur Maas & Waal' bezwaar tegen een ernstige
vorm van rechtsongelijkheid. Het door bestuurders van de Provincie Gelderland -naar het zich laat
aanzien opzettelijk- bevoordelen van bepaalde bedrijven daarin kennelijk gesteund door enige
(top)adviseurs van uw ministeries, is n.l. aan te merken als te kwader trouw handelen met misbruik
maken van verkregen bevoegdheid.
In de Staatscourant nr 122 (blz. 7) van 2 juli 1998 is bekend gemaakt dat aan bepaalde bedrijfstakken is toegelaten om ingevolge de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 nog langer - tot 1 juni 2000 - ernstig milieugevaarlijke en de gezondheidschadelijke stoffen in het milieu te mogen brengen via lucht en bodem en via (hemel)water naar grond-, kwel- en oppervlaktewater. (* zie bijlage 1).
Het handelt om de toelating van het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co met het toelatingsnummer
8228 N, welke middelen uitsluitend zijn toegelaten voor het gebruik om hout te impregneren onder
toepassing van een vacuüm- en drukinstallatie.
Bij het middel superwolmanzout-Co is nota bene een KOMO-keur verstrekt, terwijl bij deze
onderhavige middelen stoffen als arseenpentoxide (Arseenzuur) en chroom-trioxide (Chroom VI),
aangewend worden. Stoffen welke kenbaar gemaakt zijn als extreem gevaarlijke stoffen, die met de
meest moderne techniek uit het milieu geweerd moeten worden, naar EEG-richtlijnen en verordeningen.
Het zijn deze richtlijnen onder de nummers 82/501/EEG, 76/464/EEG, 78/3 19/EEG, 91/689/EEG en
de EG verordening nr 142/97 en nummer 793/93 die eraan ten grondslag liggen dat het Europese Hof
Uw ministeries zal veroordelen wegens het niet houden van uw ministeries aan deze vastgelegde
richtlijnen en verordeningen.
In het Deense Aarhus zijn op 26 juni 1998 nog bindende protocollen getekend aangaande de bestrijding
van luchtvervuiling van zware metalen, waaronder arseenzuur en chroom VI-verbindingen gerekend
worden. Terwijl op internationaal niveau de ministers van de E.G. landen zich verplichten om de
komende jaren te werken aan verbeteren van besluitvorming op milieuterrein, door rechters de
milieubesluiten te laten toetsen, wordt de nationale veiligheid geweld aangedaan vanwege het besluit
genoemd in de eerste alinea van deze toelichting.
Welk besluit het gebruik van deze gevaarlijke stoffen toestaat aan bepaalde Nederlandse bedrijven,
stoffen die kanker veroorzaken, de reproductiefunctie aantasten, genetische veranderingen teweeg
brengen en die een vernietigende kracht in zich herbergen
Er zijn een tweetal namen van particuliere bedrijven die telkens een essentiële rol schijnen te spelen in vergunningen met een dubbele bodem constructie, waarbij camouflagetechnieken en
afleidingsmanoeuvres worden gehanteerd om althans op papier binnen de richtlijnen en verordeningen te blijven, terwijl er in feite niet aan de richtlijnen en verordeningen gehouden wordt, namelijk:
- Het multinationale bedrijf Hickson Garantor Nederland BV (= Shell) te Nijmegen, (Provincie
Gelderland).
- Het particuliere bedrijf Grontmij, welke de moedermaatschappij is van onder meer Delgromij BV te
Arnhem, (Provincie Gelderland).
Kennelijk heeft het particulier bedrijf Hickson Garantor BV Nederland te Nijmegen het monopolie op
het extreem gevaarlijke impregneermiddel, bekend als superwolmanzout. Kennelijk heeft het particulier bedrijf Grontmij BV de exclusieve rechten op gifstort in hun ontgrondingsgaten.
Expliciet is aan uw ministeries opgegeven dat Arseenzuur uiterst giftig en vloeibaar is, dat
Arseenpentoxide bestaat uit wit poeder. Gemeld is aan uw ministeries dat bij controle aldaar is gebleken dat op de aangetroffen blikken Arseenpentoxide staat vermeld, terwijl de inhoud vloeibaar bleek te zijn. Juist vanwege de aan uw ministeries, alsook aan het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, ter kennis gebrachte milieugevaarlijke eigenschappen, is uitsluitend een brongerichte aanpak als acceptabel te beoordelen, teneinde te voorkomen dat deze gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen diffuus in de compartimenten water, bodem en lucht gebracht worden.
Gelet op de ter kennis gebrachte eigenschappen van deze stoffen, alsook dat Arseenzuur en
chroomtrioxide ook nog gemakkelijk via de huid het lichaam kunnen binnendringen en goed oplosbaar
zijn in water, is het hanteren van de termen "leemte in kennis" en/of "te goeder trouw handelen"
uitgesloten. Hieruit volgt dat toerekenbaar te kwader trouw gehandeld wordt, waarbij de risico's
verzwegen worden. Hetgeen weer in strijd is met de artikelen 8 en 10 van het Europese Verdrag van de
Rechten voor de Mens (EVRM). Wij verwijzen u naar de Post-Seveso richtlijn 1982, genoemd naar de
milieuramp in Italië.
Meer concreet, wij mogen u bekend achten met het feit dat de alle levende organismen dodende stof Arseen tezamen met Chroom VI verbindingen, het argument was voor de Tweede Kamer in 1996 om ten tweede male een motie aan te nemen om het gebruik van Arseenzuur en Chroom-VI houdende verbindingen te verbieden.
Wij mogen u overigens bekend achten met het feit dat de in Europees verband (EEG/E.G.) vastgelegde
richtlijnen en verordeningen in formele zin van hogere orde zijn dan nationale richtlijnen en
verordeningen. Wij verwijzen u naar een tweetal zaken, welke bij een breed publiek de gemoederen heftig in beweging heeft gebracht.
- Het onderzoek naar de EPON - elektriciteits - verwerkingscentrale in Weurt bij Nijmegen, waar ook Hickson Garantor Nederland BV is gevestigd en het mengen van de genoemde gevaarlijke stoffen een bedrijfsactiviteit is, welke stoffen later als afvalproduct (bouw- en sloopafval) via BFI en de EPON-centrale weer wordt opgestookt als 'schone brandstof', terwijl het chemisch afval is;
- Het Kaliwaal-schandaal. welke aan Delgromij BV te Arnhem van de Grontmijgroep toe staat om vele miljoenen kubieke meters ernstig verontreinigd slib klasse 4+ te mogen storten in een onmiskenbaar als 'wetland' aangegeven gebied. in combinatie met ontgrondingen.
Wij verwijzen in verband met het Kaliwaal-schandaal naar de "wetland-conventie" van 1971 van
Ramsar (Iran), waarvan Nederland in 1980 lid is geworden en daarmee zich heeft verbonden aan een
internationaal verdrag dat toeziet op naleving van de opgestelde richtlijnen wetlands te beschermen. De toegestane activiteiten van lozingen/gifstort in een 'wetland'-gebied zijn in strijd met deze richtlijn. In het door Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland op 27 januari 1998 genomen besluiten (kenmerk nummer MW94.74765-6093034) mag eigenaar Delgromij BV in een bestaand en zeer
waardevol natuurgebied 100% klasse 4+ slib storten.
U zult echter, bij inzien van de omstreden vergunning in het kader van de Wet milieubeheer - dat bij de Raad van State onder zaaknummer F.03.98.0146 geregistreerd staat - constateren dat onder artikel 1 niet is te lezen om welke categorie te storten slib het besluit in feite handelt. De lezer kan uit dit artikel 1 van het besluit slechts opmaken als zou het handelen om slib dat voldoet aan het regeringsbesluit 'Evaluatienota Water'. Terwijl het feitelijk handelt om slib dat bestaat uit een cocktail van 100% klasse 4+ slib met te noemen gevaarlijke chemische stoffen (zwarte lijststoffen) in dermate hoge concentraties per stof, dat deze bijvoorbeeld voor Arseen zelfs de norm van BAGA overschrijdt. Waarmee in dit besluit niet is weergegeven de categorie slib die door middel van deze vergunning gestort mag worden door Delgromij BV.
Het betreffende project is onder de naam "Waaier van Geulen" via pers en media aan de bevolking
gepresenteerd als een natuurontwikkelingsproject, als zijnde een appendix van het plan Levende
Rivieren, van het Wereld Natuurfonds (1992). Door dit project aan het publiek voor te stellen als een plan waaraan het WNF haar medewerking verleent, verwachten de bedenkers van het plan de aanname
van het publiek dat natuurwaarden beschermd worden. Het project zou de stort van gebiedseigen
riviersediment betreffen, welke - uit rivierkundig aspect - zou moeten worden opgebaggerd om de vaargeul van de rivier op diepte te houden, zoals dit WNF-project aan de bevolking is toegelicht. Over het storten van chemisch afval is in alle talen gezwegen. In gewoon Nederlands heet dat: misleiding.
Dit imaginair idee is, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ingebracht door (toen) president-directeur van de Grontmij Jan Rheneman - belanghebbende bij de gifstort - samen met Ed Nijpels in hun hoedanigheid als bestuurders van het WNF Nederland gepresenteerd als natuurontwikkelingsplan. Aangezien het ontwikkelen van natuurprojecten niet blijkt uit de doelstellingen van de Stichting Wereld Natuur Fonds Nederland, volgt hieruit dat het ~ zich buitenwettelijk bezighoudt met het Waaier van Geulen-project - als appendix van het plan Levende Rivieren - van welk project de gifstort in de Kaliwaal de hoofdactiviteit is en onlosmakelijk daaraan verbonden is.
Vast staat dat de Stichting Wereld Natuur Fonds Nederland in 1994 een exclusief
samenwerkingsverband heeft gesloten met Grontmij om samen met de overheid het plan te presenteren
via media en pers als een 'het milieu verbeterend plan'. Slibstorters (WNF en Grontmij) en
slibleveranciers (de Overheid) gaan hand in hand om de besluiten door te drukken, zonder rekening te
houden met het leefmilieu.
Opmerkelijk is dat er door bestuurders van de provincie Gelderland telkens wordt aangegeven dat de te storten specie bestaat uit gebiedseigen rivierslib en dit riviersediment klasse 4 zou zijn. Wij verwijzen naar het onderzoeksrapport W-BG-9703 1 d.d. 4 september 1997 van Rijkswaterstaat inzake
sedimentatie in hoofdtransportas de Waal, waaruit blijkt dat de vervuilingsgraad klasse 0 - 1 en
2 sporadisch is. Slechts op één locatie benedenstrooms de Kaliwaal is klasse 3 aangetroffen, bij de invaartopening van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Tevens blijkt uit dit rapport dat de uit te voeren baggerwerkzaamheden op de Waal er uit bestaan geen sediment uit het systeem te verwijderen om waterstandverlaging bij laagwater van de vaargeul
bovenstrooms te voorkomen. De baggerwerkzaamheden (vanaf 1999) hebben tot doel de bodem van de
rivier te egaliseren, ondieptes weg te halen en het sediment terug te storten op diepe plaatsen in de rivier. Hieruit is af te leiden dat geen gebiedseigen riviersediment vrijkomt. Het vermoeden dat in de Kaliwaal 100% chemisch bedrijfsafval gestort gaat worden, wordt hiermee aanzienlijk verstrekt. Waarbij onder meer de EPON-centrale te Nijmegen en Billiton-bedrijven te Arnhem in beeld verschijnen.
Waar enerzijds in internationaal samenwerkingsverband wordt gestreefd naar verwezenlijking van
verbeteren van de waterkwaliteit van het stroomgebied waaruit dagelijks drinkwater gewonnen wordt
voor meer dan 20 miljoen Europeanen, is anderzijds door de Nederlandse overheid aan twee particuliere bedrijven toegestaan activiteiten uit te voeren die een onacceptabele verslechtering van dit stroomgebied (waarvan de Kaliwaalplas onderdeel uitmaakt) tot gevolg heeft.
Door aan het ene bedrijf een verlengende termijn van twee jaar toe te staan activiteiten te plegen met de levensbedreigende stoffen Arseenzuur en Chroom VI verbindingen, zal het andere bedrijf in de toekomst het daardoor ernstig verontreinigd slib weer als 'natuurslib' in de Kaliwaalplas storten. Dus ook in de toekomst wordt door 's lands bestuurders verdere verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater toegestaan. Het bevreemdt dat juist aan deze bedrijven vele miljarden guldens aan subsidie wordt verstrekt voor verbetering van het milieu.
Het is heel vreemd dat vanaf omstreeks 1994 en kennelijk met opzet het in de praktijk aanwenden van
civiel-technische reinigings- en verwerkingstechnieken geblokkeerd wordt. Deze technieken zijn onder
meer aangegeven in het rapport POSW van Rijkswaterstaat, met de daarin opgesomde alternatieve
methoden, die stuk voor stuk een hoger milieurendement opleveren dan ordinaire stort. Als reden van het buiten beschouwing laten wordt de uitvlucht gebezigd dat het zou ontbreken aan financiële middelen om deze voorhanden zijnde technieken aan te wenden.
Wij mogen u bekend achten (Rio de Janeiro) met de Nederlandse uitvinding van de zogenaamde Nul-optie techniek voor de verwerking van ernstig verontreinigd sediment, welke technologie zelfs kan
uitgroeien tot een waardevol exportartikel, als ook dat toepassing van deze techniek vele duizenden
nieuwe arbeidsplaatsen zal doen ontstaan. Het niet aanwenden van deze technieken is overigens weer
strijdig met het verdrag waarin de Europese landen zich verplichten de best beschikbare en modernste
technieken te zullen toepassen om de doelstelling tot verbetering van het leefmilieu te doen
bewerkstelligen.
Rechtsongelijkheid dus en onrechtmatig bevoordelen met daarbij bovendien ook nog veel subsidiegeld
verstrekken aan diezelfde bevoordeelde particuliere bedrijven. Op deze wijze,
- wordt (drink)water voor later met behulp van 's lands bestuurders vervuild,
- worden miljarden guldens als belasting bij de burgers en bedrijven in rekening gebracht en geïnd onder opgaaf van duurzame verbetering van het leefmilieu.
- worden onder het mom van ruimtelijk beleid voor natuurontwikkeling en 'ruimte voor de rivier'
vergunningen verleend, om de waterkwaliteit en de milieukwaliteit te mogen verslechteren.
In werkelijkheid wordt een beleid gevoerd dat aanstuurt op toekomstige milieurampen, zoals in Seveso
(Italië). Waardoor het hiernavolgende beleid gericht zal zijn op de aan de bevolking voorgelegde noodzaak tot aanleggen van een tweede waterleidingsysteem in de woningen, een voor drinkwater en een voor industriewater. Op deze twee waterleidingsystemen heeft de Grontmij al vast een flink deel van het aandelenpakket in portefeuille.
De waarheid over de werkelijke gang van zaken over het Nederlandse milieubeleid begint langzaam bij
de burgers en het overige bedrijfsleven door te dringen en roept op tot verzet. Een verzet dat zich niet laat breken door hautain en totalitair optreden.
Wij geven u reeds hierbij nu aan dat, gezien de ernst en de reikwijdte ervan, wij geen genoegen kunnen en zullen nemen met een door u niet met spoedeisend belang behandelen van dit manifest. Alsdan worden wij helaas genoodzaakt deze kwestie onder de aandacht te brengen van en ter behandeling voor te leggen aan het Europese Parlement.
Aan u, als eindverantwoordelijke, de taak om de geconstateerde misstanden en de niet te ontkennen
rechtsongelijkheid van handelen een halt toe te roepen. Wij verzoeken u met klem serieus uw aandacht te schenken aan dit manifest.
Afschrift dezes zenden wij aan.
- Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
- de Minister van Algemene Zaken
- de Minister van Binnenlandse Zaken
- de Minister van Verkeer en Waterstaat
- de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu de Minister van Landbouw,
Visserij en Natuur
- de Minister van Economische Zaken
- de Minister voor de Volksgezondheid
- Hoge Raad der Nederlanden
- Raad van State
- Eurocommissaris Van Miert in Brussel
|