Koopkracht is ook een product dat een evenwichtige distributie behoeft

Voedselbanken . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Crisisdebat . . . AOW

Koopkrachtpariteit is oplossing voor arbeidsmigratie uit het Oosten

Huizen, 1 april 2006

Weisglas, F.W. (VVD)

Geachte heer Weisglas,

De Europese parlementariërs verdienen (... is toucheren niet beter...??) een basisinkomen van ca. € 7000 per maand (ook gedurende een reces en andere vrije perioden, zodat een bezoek aan een voedselbank niet direct in de lijn van de verwachtingen ligt.

Op basis van gelijkheid van behandeling in de EU is het niet meer dan billijk dat het voorstel van staatssecretaris van Hoof in volle betekenis wordt ondersteund, met dien verstande dat de koopkrachtpariteit wordt gehanteerd om tot een eerlijke beloning te komen. Het moet dus mogelijk zijn om in concurrentie met Europese volksvertegenwoordigers, van managers van ziekenhuizen en geprivatiseerde nutsbedrijven mensen uit de nieuwe landen toe te laten, zoals S.s. van Hoof bepleit voor alle andere werknemers uit de nieuwe lidstaten. Uiteraard moeten zij goed de taal spreken en schrijven, dat ligt voor de hand. Maar het geeft geen pas om ministers, staatssecretarissen en parlementariërs en managers protectionistisch af te schermen wat betreft het inkomen van de vrije concurrentie in de Europese Unie, zoals in de verdragen is vastgelegd voor de gewone man en vrouw. Zie de volgende video's

Dat impliceert dat alle inkomens van ministers, staatssecretarissen en Tweede Kamerleden met een factor 2,4 moeten worden verlaagd. In geld uitgedrukt wordt het basisinkomen (de zogenaamde schadeloosstelling) van een kamerlid dan € 7000 gedeeld door de factor 2,4 van het koopkrachtpariteitverschil tussen Polen en Nederland. Dat resulteert in een nieuwe door de VVD gepropageerde schadeloosstelling voor kamerleden (volgens de Bolkestein-richtlijn en het href="http://www.sdnl.nl/lissabon-akkoorden.htm">Lissabon-verdrag) van € 2916 bruto per maand.

Een mogelijke oplossing om de arbeidsmigratie te kanaliseren en de koopkracht voor de afzet van industriële productie te beschermen tegen afkalving door de open vrije markt en de ongebreidelde internationale concurrentie m.b.t. loonkosten is de KPB (Koopkracht Pariteit Belasting). Een dergelijke afgewogen fiscale heffing aan de grens van elk Euroland moet worden geheven onder Europese regelgeving die gebaseerd is op de afwijkende koopkrachtpariteiten tussen de betrokken landen.


Loonkosten per land - - - - - mei 2005 - - - - - - - inflatie per land

Die KPB-heffing aan de grenzen, die het goederen en personenvervoer niet belemmert, maar uitsluitend de onevenwichtigheden in regionale koopkracht reguleert, houdt in dat werkgevers in de rijke landen van de Europese Unie met een hoog loonniveau tenminste het minimumloon betalen aan de werknemer waar ook vandaan. Maar dat de netto uitbetaling aan een werknemer uit de lagelonenregio die hier werkt qua koopkracht gelijk is aan die van het land waar de werknemer woont, dus op lokaal niveau. Het brutoloon voor een Poolse werknemer wordt dan zodanig worden uitbetaald dat deze (12.700 / 30.500 = 2,4 is de Koopkracht-Pariteit-Factor) het brutominimumloon van € 1272,60 wel verdient, maar dat dit loon wordt opgesplitst in twee delen. Namelijk het uitbetaalde deel wat resulteert in € 530 per maand (los van de kosten van huisvesting, transport enz.) en een tweede deel dat afgedragen moet worden aan het Europese Structuurfonds. Het meerdere boven € 530 tot aan het bruto minimumloon van € 1272,60 moet maandelijks worden afgedragen aan dat fonds.

Nederland, maar ook andere Europese landen, kan daardoor de bijdrage aan de begroting van de Europese Commissie laten aanpassen, zodat het verschil in nettobetaling aan de gemeenschap rechtvaardiger en gematigder kan worden geregeld, waarop minister Zalm in Brussel zo sterk heeft aangedrongen. De financiering van de opbouw van de infrastructuur en de aanpassing aan de Europese economische gemiddelden kan dan met de arbeid en productie van migratiewerkers indirect ten goede komen aan het land van oorsprong en met de eigen mensen. Wat hier in het rijke westen achterblijft is de productie die zij maken voor onze welvaart. De via de KPF-afdracht beschikbare financiële middelen voor het Europese Structuurfonds komen aan de woonlanden van de arbeidsmigranten ten goede; en dat is eerlijk en wenselijk. De nieuwe landen worden daardoor niet wingewesten ten behoeve van de aandeelhouders van multinationals en ten koste van de arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid in het westen van Europa. Bijna iedereen tevreden....!!

De druk op onze arbeidsmarkt en andere rijke landen (hoog loon en hoge prijzen) zal daardoor afnemen, omdat veel minder mensen uit het Oosten naar het westen zullen komen, omdat men als Pool, Bulgaar of Roemeen niet meer alleen voor zichzelf een goudgerand koopkrachtinkomen voor in het thuisland kan verdienen. De beste en gezondste mensen in de nieuwe landen kunnen dan direct en indirect hun eigen land opbouwen. Arbeidsmigratie is daarmee geen probleem meer, hoewel het vaststaat dat de multinationals zullen protesteren tegen elke inperking om eersteklas werkers (vanwege niet gecorrigeerde koopkrachtpariteit) voor een minimumloon hier aan het werk kunnen krijgen met een moderne soort van mensenhandel.

Met die structuurfondsen kunnen de economische aanpassingen in de nieuwe landen worden gefinancierd. Een hogere betaling aan arbeidsmigranten dan het minimumloon is geen bezwaar, omdat het ook voor de lokale werknemers een garantie biedt op een goede beloning voor hun arbeid boven het laagste loon op minimumniveau. Iedereen is daarbij gebaat, winkeliers en fabrikanten niet in de laatste plaats. Het is ook goed om een explosieve groei van voedselbanken te voorkomen, omdat met de voorwaarden van het Lissabon-verdrag door verpaupering van de werkenden in het westen er steeds meer armen ook zonder werk bijkomen, omdat de felle concurrentie werkgevers en landen daartoe dwingt.

De Koopkracht-Pariteit-Belasting heeft grote voordelen. Namelijk dat de eenwording van Europa geen negatieve gevolgen heeft op de arbeidsmarkt, op de inkomens in Oost en in West, en er eerlijke concurrentie in het hele Eurogebied ontstaat, waardoor welzijn naar rato van de regionale economische ontwikkeling stabiel blijft en zich positief ontwikkelt. Onderbetaling, valse concurrentie en migratie van arbeidsplaatsen wordt zo deels tegengegaan, omdat de lokale economieën de koopkracht behouden die nodig is om economisch en fiscaal goed te kunnen functioneren. Het Verdrag van Maastricht is in dat opzicht ernstig tekort geschoten en brengt dus onvoorziene risico's met zich mee. Het verdrag van Lissabon is daarom het slechtst denkbare scenario. De eenwording van Oost en West Duitsland is een duidelijk voorbeeld van de economische en sociale onbalans.

Wanneer de politieke besluitvorming deze evenwichtige loonstructuur zal toepassen, die volgens de Europese richtlijnen volstrekt gewenst is gezien de verdragen, dan blijven als vanzelf de Polen in Polen, de Bulgaren in Bulgarije, de Roemenen in Roemenië en de Turken in Turkije. Het probleem voor minister Verdonk is dan ook opgelost.

Gaarne verneem ik van u een reactie die recht doet aan het hier aan de orde gestelde.

In afwachting van uw bericht

Met vriendelijke groet,

R.M. Brockhus
Westkade 227. 1273 RJ Huizen
Tel.: 035-5244141
Fax.: 035-5244142
Mail: sdn@wxs.nl
Web : www.sdnl.nl 

P.s.
Rita Verdonk wordt sinds haar kandidaatstelling als topartist in allerlei programma's op tv, radio en dagbladen gepresenteerd als een ijzeren tante (net als ooit Margareth Thatcher) die de problemen van vandaag zal gaan oplossen wanneer zij de nieuwe lijsttrekker wordt van de VVD. De voor de hand liggende vragen als: "Waarom zijn die problemen met de VVD aan het roer dan nu al niet opgelost?" en "Hoe komt het dat de prijzen zijn verdubbeld sinds de euro", en wie liegt daarover ?? Herman Heinsbroek was daarin onlangs heel duidelijk. De sociale en economische verslechteringen nodigen toch niet uit om op de VVD te gaan stemmen, of je moet echt stekeblind zijn of flink rijk.

De kernvraag is, waarom stelt de pers geen vragen over dit soort zaken; en geeft men (alleen) grote politiek partijen alle ruimte om een mooi en goed geschminkt sprookjesverhaal via de media het land in te slingeren? Is dat belangenverstrengeling? Is dat afhankelijkheid van subsidie of advertentiebudgetten ?? Of is dat angst voor de eigen carrière, danwel gewoon domheid? Over de verantwoordelijkheid voor het ontstaan en vergroten van de armoede en voedselbanken hoor je vrijwel niks. En ook niet dat migratie van goedkope werknemers uit het Oosten onze koopkracht aantast, en dat het werk verhuist naar elders in de nieuwe landen. De multinationals (die nu het NAFTA gebied tussen Mexico en de Verenigde Staten ontvluchten naar China en India) op zoek naar nog goedkopere arbeid, zo zal ook Mitsubishi straks heel NedCar in Born dichtgooien. Renault deed dat in België enkele jaren geleden ook. Dat soort voorspelbare ontwrichtingen worden in de verslaglegging niet aan de orde gesteld. Maar waarom niet ??

Wij kunnen u de informatie over armoede niet onthouden !!