De heer R. Kluun is woordvoerder voor de eisers tegen Eco-Care recycling van een failliet verklaard bedrijf waarbij naar zijn zeggen grotelijks gesjoemeld is door belangenpartijen. Hij klaagt over de tendentieuze verslaglegging in Dagblad de Limburger, waardoor de bevolking onjuist is geïnformeerd over wat rond dit faillissement zich heeft afgespeeld. Vandaar deze publicatie. O.a. de faillissementsfraude bij Eco-Care recycling. Zie
de weigering van rechterlijke waarheidsvinding en de open brief aan
het College van Procureurs Generaal en
aan alle fracties in de Tweede Kamer. Zie de brief met aanklacht en 28 bewijsbare wetsovertredingen die volgens de richtlijn van oud-minister Hirsch Ballin die het College van Procureurs-generaal instrueert, om aantoonbare fraude (mede)gepleegd door een curator altijd op te leggen (doofpot), tot en met een
Art. 12 procedure bij het Gerechtshof. De rechtsstaat is daarmee helemaal om zeep. Prof. Twan Tak bewees dat in zijn rapport, en de Raad van State er een tombola van maakt. Zie de klokkenluidersbrief aan de minister, de brief aan het Gerechtshof Den Haag, de Hoge Raad der Nederlanden en de analyse van het rechtssysteem en het ontbreken van een Grondwettelijk Hof in ons land. Prof. A.F.P. van Putten attendeert de ISO9000 norm voor het rechtsbedrijjf en de donkerste kanten van de rechtspraak, naast de nietigheid van veel rechtsprocedures.
De Rechtspraak
Inzake: Zaaknummer: K13/0017 Klager
: Stichting Behoud Industrieel Erfgoed Aangifte : PV-p12321 2012077019-1 Onderwerp : beklag ex. Art. 12 Sv.
Geacht College,
Betreft.: Repliek/Pleitnota op schrijven aan U van het Resortsparket/ de Advocaat-generaal, d.d. 05 maart, ons toegekomen op 26 mei 2013.
INLEIDING
In plaats van zich te richten op de door ons in de aangifte genoemde constateringen van frauduleus handelen, hetgeen de primaire taak van het OM dient te zijn, tracht de Advocaat-generaal (hierna te noemen de A.G.) met onjuiste suggesties de bevoegdheid tot het doen van de strafaangifte en het doen van beroep op de art. 12 procedure door de Stichting Behoud Industrieel Erfgoed (hierna te noemen de aangever) ter discussie te stellen.
Zeer opvallend is dat de A.G. hetzelfde onjuiste argument en de suggestie gebruikt als de beklaagde (curator). Namelijk al zou de aangever niet optreden namens de concurrente crediteuren, dit met de doelstelling de aangifte en aanvraag van de art 12 procedure niet ontvankelijk te laten verklaren. Reeds eerder heeft beklaagde curator mr. M.M. Gerrits onze klacht wegens het overtreden van zo goed als alle praktijkregels en richtlijnen van de Insolad en opzettelijk frauduleus handelen niet ontvankelijk weten te verklaren, door tegen een onderzoek te protesteren en de Toetsingscommissie van de Insolad te wijzen op een Insolad-reglementsartikel waarin genoemd wordt, dat klachten over handelingen van Insolad-curatoren die langer dan een jaar voordien plaatsvonden, door de Toetsingscommissie niet ontvankelijk verklaard dienen te worden. Een reeds begonnen onderzoek van deze Toetsingscommissie van Insolad naar malversaties van beklaagde curator mr. M.M. Gerrits is hierdoor alsnog afgebroken en volgens de wens van de beklaagde niet-ontvankelijk verklaard, waardoor beklaagde onderzoek naar zijn frauduleus handelen heeft weten te verhinderen. Wij sluiten niet uit dat beklaagde nu ook het OM heeft gewezen op de mogelijkheden van het niet ontvankelijk verklaren. Wij stellen nadrukkelijk dat;
Ook de aangever (Stichting Behoud Industrieel Erfgoed) is rechtstreeks belanghebbende, deze heeft sinds september 2009 als enige doelstelling en feitelijke werkzaamheden het bestrijden van de faillissementsfraude Eco-Care (B.V.), faill.nr.: F09/168 en behartigt het belang van zichzelf, alsmede van de betrokken concurrente crediteuren hierin die door de beslissing van het O.M. om na de gedane aangifte niet tot vervolging/onderzoek over te gaan, ondanks meerdere verzoeken hiertoe door crediteuren, rechtstreeks worden getroffen.
INHOUDELIJKE WAARDERING BEKLAG Het verwijt is NIET zoals de A.G. doet voorkomen "thans anders ingestoken" en de onderliggende feiten zijn NIET "exact gelijkluidend". De volledige aangifte van 7 augustus 2012 (PV: pl 2321 2012077017-1) 28 punten van beschuldiging tegen beklaagden geeft alle ons bekende malversaties weer. Het zijn NIET "die onderliggende feiten die eerder uitgebreid zijn onderzocht".
De verzoeken van meerdere crediteuren om nu met de volledige gegevens van deze aangifte d.d. 7 augustus 2012 een onderzoek ook daadwerkelijk uit te voeren; en niet te beperken tot een onderhoud met de beklaagde (curator) zijn door het OM niet beantwoord. Het grootste bezwaar maken wij tegen de onjuiste en misleidende mededelingen van de A.G., te weten:
Door beklaagde (curator) en nu eveneens door de A.G. wordt steeds het "advies Stadig" misbruikt, als zou dit een uitgebreid onderzoek betreffen. Het is zeker niet zo dat het "advies Stadig" een uitgebreid onderzoek was. Deze heeft enkele maanden na het faillissement, toen de malversaties nog ten dele bekend waren de klachten betreffende de voorraadfraude onderzocht. Enkele toen reeds bekende aan hem voorgelegde andere malversaties zijn door hem terzijde gelegd en niet in zijn advies opgenomen. Zijn eindconclusie inzake de voorraadfraude was dat beklaagde (curator) "relevante informatie zou zijn onthouden en hierdoor van niets wist". Latere constateringen tonen aan dat deze mening (ingegeven door beklaagde) volstrekt onjuist was, mede door vrijgekomen correspondentie van beklaagde (curator) met de rechter-commissaris en het bekend worden van meerdere malafide handelingen van de beklaagde en de bestuurder en kopers van de failliet. Desondanks wordt het advies van mr. Stadig, waarover indertijd men slechts bekend was met enkele van de malversaties en deze zelfs niet heeft willen onderzoeken, ondanks alle later bekend geworden constateringen van frauduleus handelen van beklaagden nog steeds gebruikt, als zou hiermee zijn bewezen dat de beklaagde geen blaam treft. Wij verzoeken het College onze volledige aangifte van 7 augustus 2012 te willen vergelijken met het "advies Stadig" van 2009/2010. Dit zal verduidelijken dat het volledig is achterhaald door de aangifte. Tenslotte wijzen wij er op een mededeling van een faillissementsrechtdeskundige aan ons dat, met alle respect, dit advies niet door een curator opgemaakt diende te worden, maar dat hiervoor een faillissementsrechtdeskundige diende te worden aangesteld. Faillissementsspecialist Robert J. Blom, ondernemingsrechtdeskundige dhr. J. Parmentier en een faillissementsrechtdeskundige zijn met ons van mening, dat een curator met de door ons aangegeven malversaties en overige handelingen "niet kan en mag wegkomen". Wij kunnen de 28 punten zoals in de volledige aangifte gedaan volledig onderbouwen. Onze eindconclusie is dat de Advocaat-generaal vermoedelijk volstrekt incompetent is voor zijn functie. Met de verschuldigde hoogachting,
Stichting Behoud Industrieel Erfgoed 5912 BZ R. Kluun Essentieel zijn:
Mailinglist Integriteit van de rechtspraak in Nederland staat ter discussie |