De Kredietcrisis was in 1996 al in de maak, waarschuwingen ten spijt! Rente betalen over bijgedrukt geld van DNB?

Richard Kluun is woordvoerder voor de eisers van een failliet verklaard bedrijf en insolventie

Leteselschade . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <==> SDN . . Staatsschuld . . Discussie . . Crisisdebat

Fraude en incompetentie bij faillissement Eco-Care

De heer R. Kluun is woordvoerder voor de eisers tegen Eco-Care recycling van een failliet verklaard bedrijf waarbij naar zijn zeggen grotelijks gesjoemeld is door belangenpartijen. Hij klaagt over de tendentieuze verslaglegging in Dagblad de Limburger, waardoor de bevolking onjuist is geïnformeerd over wat rond dit faillissement zich heeft afgespeeld. Vandaar deze publicatie. O.a. de faillissementsfraude bij Eco-Care recycling. Zie de weigering van rechterlijke waarheidsvinding en de open brief aan het College van Procureurs Generaal en aan alle fracties in de Tweede Kamer. Zie de brief met aanklacht en 28 bewijsbare wetsovertredingen die volgens de richtlijn van oud-minister Hirsch Ballin die het College van Procureurs-generaal instrueert, om aantoonbare fraude (mede)gepleegd door een curator altijd op te leggen (doofpot), tot en met een Art. 12 procedure bij het Gerechtshof. De rechtsstaat is daarmee helemaal om zeep. Prof. Twan Tak bewees dat in zijn rapport, en de Raad van State er een tombola van maakt. Zie de klokkenluidersbrief aan de minister, de brief aan het Gerechtshof Den Haag, de Hoge Raad der Nederlanden en de analyse van het rechtssysteem en het ontbreken van een Grondwettelijk Hof in ons land. Prof. A.F.P. van Putten attendeert de ISO9000 norm voor het rechtsbedrijjf en de donkerste kanten van de rechtspraak, naast de nietigheid van veel rechtsprocedures.

Rondschrijven van de vereniging ter bestrijding van Corruptie en Faillissementsfraude van curatoren
Pleidooi van R. Kluun in de hoorzitting van het Hof Den Haag met aangifte van 28 strafbare feiten

De Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
Postbus 20302
2500 EH den Haag

 

Inzake:

Zaaknummer:  K13/0017

Klager         :  Stichting Behoud Industrieel Erfgoed
Beklaagden :   mr. M.M. Gerrits, J.J. Collin

Aangifte :        PV-p12321 2012077019-1

Onderwerp :   beklag ex. Art. 12 Sv.

 

 

Geacht College,

 

Betreft.:  Repliek/Pleitnota op schrijven aan U van het Resortsparket/ de Advocaat-generaal, d.d. 05 maart, ons toegekomen op 26 mei 2013.

 

 

INLEIDING


ONTVANKELIJKHEID
 

In plaats van zich te richten op de door ons in de aangifte genoemde constateringen van frauduleus handelen, hetgeen de primaire taak van het OM dient te zijn, tracht de Advocaat-generaal (hierna te noemen de A.G.) met onjuiste suggesties de bevoegdheid tot het doen van de strafaangifte en het doen van beroep op de art. 12 procedure door de Stichting Behoud Industrieel Erfgoed (hierna te noemen de aangever) ter discussie te stellen.


Om de aangifte geseponeerd te laten en in een poging de klacht hierover bij Uw Gerechtshof niet ontvankelijk te laten verklaren zaait de A.G. nu twijfel omtrent het belang, het statutaire doel en het ontbreken van de machtigingen van de aangever om op te treden namens zichzelf en de concurrente crediteuren.


Dit getuigt dat de A.G. onvoldoende bekend is met het dossier (en de aangifte) waarbij ook de schriftelijke machtigingen waren bijgevoegd.

Hiernaast heeft het O.M. na de aangifte van 7 augustus 2012 meerdere verzoeken van concurrente crediteuren ontvangen met het verzoek de aangever en de getuigen te horen bij een onderzoek; en dit niet te beperken tot een onderhoud met de beklaagde (curator). Tevens bevestigt dit dat het OM elke uitvlucht zoekt om faillissementsfraudes, waarbij een curator is betrokken op te kunnen leggen, zoals dit een vaste regel blijkt te zijn. Meerdere voorbeelden hiervan zijn ons door derden voorgelegd.

Zeer opvallend is dat de A.G. hetzelfde onjuiste argument en de suggestie gebruikt als de beklaagde (curator). Namelijk al zou de aangever niet optreden namens de concurrente crediteuren, dit met de doelstelling de aangifte en aanvraag van de art 12 procedure niet ontvankelijk te laten verklaren.

Reeds eerder heeft beklaagde curator mr. M.M. Gerrits onze klacht wegens het overtreden van zo goed als alle praktijkregels en richtlijnen van de Insolad en opzettelijk frauduleus handelen niet ontvankelijk weten te verklaren, door tegen een onderzoek te protesteren en de Toetsingscommissie van de Insolad te wijzen op een Insolad-reglementsartikel waarin genoemd wordt, dat klachten over handelingen van Insolad-curatoren die langer dan een jaar voordien plaatsvonden, door de Toetsingscommissie niet ontvankelijk verklaard dienen te worden.

Een reeds begonnen onderzoek van deze Toetsingscommissie van Insolad naar malversaties van beklaagde curator mr. M.M. Gerrits is hierdoor alsnog afgebroken en volgens de wens van de beklaagde niet-ontvankelijk verklaard, waardoor beklaagde onderzoek naar zijn frauduleus handelen heeft weten te verhinderen.

Wij sluiten niet uit dat beklaagde nu ook het OM heeft gewezen op de mogelijkheden van het niet ontvankelijk verklaren.

Wij stellen nadrukkelijk dat;

  1. De aangever (Stichting Behoud Industrieel Erfgoed) ook door beklaagde benadeeld is wegens het opzettelijk negeren van een overtreffend bod op de failliet op 17 augustus 2009.
  2. Ook woordvoerder van de concurrente crediteuren Kluun was crediteur in het faillissement (heeft de voorproductie verzorgd) en was bekend met de voorraad van de failliet op de faillissementsdatum.
  3. Kluun is als bestuurder van de Stichting door meerdere concurrente crediteuren mondeling (waarvan meerdere bekend waren met de activa van de failliet op de faillissementsdatum) en schriftelijk gemachtigd ook hun belangen te behartigen, waaronder ook het doen van aangifte tegen de beklaagden.
  4. Bijgaand enige machtigingen van concurrente crediteuren.
  5. Indien de A.G. enige dossierkennis bezat zou hij ook hiermee bekend zijn geweest, tenzij het pogen van "niet ontvankelijk laten verklaren" een doel op zich betreft.
  6. Verder verwijzen wij op het door de A.G. bedoelde art. 12, lid 2, W.v.Sv.;
    Ook de aangever (Stichting Behoud Industrieel Erfgoed) is rechtstreeks belanghebbende, deze heeft sinds september 2009 als enige doelstelling en feitelijke werkzaamheden het bestrijden van de faillissementsfraude Eco-Care (B.V.), faill.nr.: F09/168 en behartigt het belang van zichzelf, alsmede van de betrokken concurrente crediteuren hierin die door de beslissing van het O.M. om na de gedane aangifte niet tot vervolging/onderzoek over te gaan, ondanks meerdere verzoeken hiertoe door crediteuren, rechtstreeks worden getroffen.
  7. Hiernaast geeft art. 161 W.v.Sv. een ieder de bevoegdheid tot het doen van aangifte van strafbare feiten.

 

INHOUDELIJKE WAARDERING BEKLAG

Het verwijt is NIET zoals de A.G. doet voorkomen "thans anders ingestoken" en de onderliggende feiten zijn NIET "exact gelijkluidend".

De volledige aangifte van 7 augustus 2012 (PV: pl 2321 2012077017-1) 28 punten van beschuldiging tegen beklaagden geeft alle ons bekende malversaties weer.

Het zijn NIET "die onderliggende feiten die eerder uitgebreid zijn onderzocht".

  1. Er heeft NIMMER een uitgebreid onderzoek door de FIOD plaatsgevonden, noch zijn onze getuigen door deze of het OM gehoord.
  2. Niet het faillissementsfraudeteam van de FIOD-Zwolle (teamleider dhr. Wijnands) heeft opdracht tot onderzoek van het OM gekregen, maar de FIOD-Eindhoven, die zelfs niet over een faillissementsrechtdeskundige beschikte, heeft dit door de A.G. genoemde "onderzoek" beperkt tot een gesprek met de beklaagde (curator). Van enig daadwerkelijk onderzoek is nimmer sprake geweest.
  3. Het faillissementsfraudeteam van de FIOD-Zwolle heeft op ons verzoek bij monde van de heren Wijnands en Timmer laten weten dat de volledige aangifte van 7 augustus 2012, die wij hen op 30 oktober 2012 hebben doen toekomen (na de oplegging van de OM van 19-10-2012), zeker voor onderzoek in aanmerking komt, indien wij deze aangifte kunnen onderbouwen, maar dat zij niet kunnen handelen indien het OM de aangifte oplegt en geen opdracht voor onderzoek geeft.
De volledige aangifte waarbij alle nadien geconstateerde malversaties aan het O.M. werden voorgelegd zijn door deze direct opgelegd met de mededeling dat het hetzelfde faillissement betrof en daarom geen gevolg aan de door ons aangegeven bijkomende en hierin genoemde frauduleuze handelingen zou worden gegeven.

De verzoeken van meerdere crediteuren om nu met de volledige gegevens van deze aangifte d.d. 7 augustus 2012 een  onderzoek ook daadwerkelijk uit te voeren; en niet te beperken tot een onderhoud met de beklaagde (curator) zijn door het OM niet beantwoord.

Het grootste bezwaar maken wij tegen de onjuiste en misleidende mededelingen van de A.G., te weten:

  1. Het zijn de onderliggende feiten die eerder "uitgebreid" zijn onderzocht door de FIOD, menen wij hierboven reeds te hebben verduidelijkt
  2. Nog misleidender is de mededeling en direct hieraan gekoppelde suggestie dat curator mr. Stadig eveneens een "uitgebreid' onderzoek heeft gedaan.

Door beklaagde (curator) en nu eveneens door de A.G. wordt steeds het "advies Stadig" misbruikt, als zou dit een uitgebreid onderzoek betreffen. Het is zeker niet zo dat het "advies Stadig" een uitgebreid onderzoek was. Deze heeft enkele maanden na het faillissement, toen de malversaties nog ten dele bekend waren de klachten betreffende de voorraadfraude onderzocht.

Enkele toen reeds bekende aan hem voorgelegde andere malversaties zijn door hem terzijde gelegd en niet in zijn advies opgenomen. Zijn eindconclusie inzake de voorraadfraude was dat beklaagde (curator) "relevante informatie zou zijn onthouden en hierdoor van niets wist". Latere constateringen tonen aan dat deze mening (ingegeven door beklaagde) volstrekt onjuist was, mede door vrijgekomen correspondentie van beklaagde (curator) met de rechter-commissaris en het bekend worden van meerdere malafide handelingen van de beklaagde en de bestuurder en kopers van de failliet.

Desondanks wordt het advies van mr. Stadig, waarover indertijd men slechts bekend was met enkele van de malversaties en deze zelfs niet heeft willen onderzoeken, ondanks alle later bekend geworden constateringen van frauduleus handelen van beklaagden nog steeds gebruikt, als zou hiermee zijn bewezen dat de beklaagde geen blaam treft.

Wij verzoeken het College onze volledige aangifte van 7 augustus 2012 te willen vergelijken met het "advies Stadig" van 2009/2010. Dit zal verduidelijken dat het volledig is achterhaald door de aangifte.

Tenslotte wijzen wij er op een mededeling van een faillissementsrechtdeskundige aan ons dat, met alle respect, dit advies niet door een curator opgemaakt diende te worden, maar dat hiervoor een faillissementsrechtdeskundige diende te worden aangesteld. Faillissementsspecialist Robert J. Blom, ondernemingsrechtdeskundige dhr. J. Parmentier en een faillissementsrechtdeskundige zijn met ons van mening, dat een curator met de door ons aangegeven malversaties en overige handelingen "niet kan en mag wegkomen".

Wij kunnen de 28 punten zoals in de volledige aangifte gedaan volledig onderbouwen. Onze eindconclusie is dat de Advocaat-generaal vermoedelijk volstrekt incompetent is voor zijn functie.

Met de verschuldigde hoogachting,

Stichting Behoud Industrieel Erfgoed
Hendrikxstraat 106

5912 BZ

R. Kluun

Essentieel zijn:

  1. De integriteit van de dossiers, want wie heeft toegang tot het dossier zonder toezicht?
  2. Wie is belanghebbende ingeval van diffusie vergiftiging zoals in de zaak Bas Heijmen?
  3. Wat is de reden van de excessieve beveiliging?
  4. Waarom die extreme fobie voor het bekendmaken van de namen van rechters en officieren?
  5. Waarom rechtsweigering in de zin van ontwijkende uitspraken met als gevolg financiële consequentie voor de overheid?
  6. Wat is de reden dat geen officieel papier wordt gebruikt bij uitspraken en arresten? Maar blanco A4?
  7. Waarom worden arresten en uitspraken van rechters en raadsheren al te vaak niet volgens de wet ondertekend?
  8. Mogen rechters wettelijke voorschriften m.b.t. vormvereisten en ondertekening van uitspraken in de wet negeren?
  9. Wanneer wordt de functie van de deurwaarder strikt gescheiden van die van 'n incassobureau vanwege verstrengeling?
  10. Wat te denken van de schandpaal waaraan de Nederlandse rechtspraak wordt genageld in het soevereine EuroStaete?
  11. De door beëdigde personen genegeerde wettelijke verplichting om als kennisdrager aangifte te doen bij de politie of Justitie van strafbare feiten die zijn gepleegd door een derde. Die verplichting bestaat vanwege art. 160 Sv en 162 Sv van het wetboek van strafvordering en art. 136 Sr. die wettelijk van toepassing zijn worden stelselmatig genegeerd.

Mailinglist Integriteit van de rechtspraak in Nederland staat ter discussie
Mailinglist redacties van de gedrukte media en omroepen
Mailinglist leden van de Tweede Kamer 2010 Aansporing van een minister.

    Brief aan premier Rutte en Dhr. S.A.E. Schrover, directeur Rijksvoorlichtingsdienst
    De Omerta van de Raad van (Non-) Discipline blijkt weinig minder dan een doofpot
    Brandbrief aan de presidenten van rechtbanken over de benoeming van hun rechters
    Rechters aanvaarden gedragscode om onpartijdigheid van magistraten te waarborgen
    Gebrek aan onpartijdigheid kan het vertrouwen in de rechtspraak zelfs ondermijnen
    Rechter in Nederland heeft vaak te veel petten op en lijkt daarom niet onafhankelijk
    Rechters moeten ook aansprakelijk worden om schade te kunnen verhalen op rechters
    Kwaliteit van de rechtspraak lijdt onder de werkdruk en het zeer grote aantal zaken
    Antecedentenregisters van juristen om mogelijke belangenverstrengeling te ontwaren
    Integriteit van de advocatuur staat ter discussie zegt advocaat mr. Mic van Bremen
    Terug naar het begin