Het Klankbord
De onafhankelijke belangenorganisatie voor slachtoffers, nabestaanden,
hulpverleners en omwonenden van de Bijlmer vliegramp d.d. 04 oktober 1992.
Het Klankbord houdt zich momenteel voornamelijk bezig met registratie van gezondheidsklachten, onderzoek en voorlichting aan burgers en politiek.
Ter lering en kennisgeving aan alle kamerleden
Geachte lezer,
Deze brief doe ik, A.J. Bos, U toekomen namens de vele slachtoffers van de Bijlmervliegramp.
Het Klankbord vertegenwoordigt de belangen van zo'n 450 betrokkenen, waarvan velen tot op de dag van vandaag telkens weer, vaak zelfs dagelijks, worden geconfronteerd met de vervolgschade die deze vliegramp met zich heeft meegebracht.
Zoals velen van U reeds bekend, zijn wij geen organisatie die gebruik maakt van bulkmail, echter een kort onderhoud gisterenmiddag met de minister van Verkeer & Waterstaat heeft ons tot deze drastische en massale kennisgeving/verzending genoodzaakt.
Gisteren, op donderdag 04 oktober 2001 werd de Bijlmervliegramp voor de negende keer herdacht. Tijdens deze herdenking voerde minister T. Netelenbos het woord namens de Nederlandse staat. In deze toespraak werd wederom voor de zoveelste keer gerefereerd aan het feit dat onze regering zo veel had geleerd van de Bijlmerramp en dat Volendam en Enschede daar nu de vruchten van plukte. Op zich is dit een heugelijk feit, maar helaas voor vele Bijlmerslachtoffers telkens weer een dolksteek in de rug.
Nu zult U zich afvragen:"waarom krijg ik deze brief." en "Wat moet ik hiermee?"
Dat zal ik U uitleggen... Op woensdag 3 oktober 2001 is binnen de commissie Binnenlandse Zaken een motie aangenomen om alle materiële vervolgschade van de ramp in Volendam gelijkelijk aan die van Enschede middels een fonds te vergoeden. Op zich is dit goed nieuws voor de slachtoffers van Volendam als ook die van Enschede.
Na de herdenking was ik kort in de gelegenheid om met minister Netelenbos van gedachten te wisselen.Tijdens dit korte gesprek heb ik de minister gevraagd wanneer deze "geleerde" uitvoering van zaken (die voor de Bijlmerslachtoffers waren fout gegaan) ook en alsnog opging voor de slachtoffers van de Bijlmerramp; hetgeen zou neerkomen op een correctie van gemaakte fouten. Hierop keek de minister mijn met grote ogen van verbazing aan en antwoordde dat zij niet beter wist dan dat alle Bijlmerslachtoffers volledig waren vrijgesteld van de opgelopen schade en vervolgschade... Dit was volgens de minister onbegrijpelijk, in Den Haag wist niemand beter dan dat alle Bijlmerslachtoffers volledig zijn gecompenseerd voor alle schade. De voorzitter van de enquêtecommissie Theo Meijer was heel duidelijk in zijn commentaar op de kritiek van het Klankbord voor Bijlmerslachtoffers: "We zijn de mensen iets schuldig". (zie de video van het SBS6 journaal op televisie)
Wat is de praktijk,
In het eerste jaar na de vliegramp is door de Rijksluchtvaartdienst het standpunt ingenomen dat de inslag van het El-Al toestel had plaatsgevonden vanuit de richting "het Gooi" in de richting van Amsterdam.
Door deze stelling werden alle rampbetrokkenen die woonachtig waren in de richting "Amsterdam", uitgesloten van schadevergoeding, zowel materieel (via bijvoorbeeld de verzekering) als wel immaterieel (via de fondsen). Op zich misschien een juiste maatregel wanneer de boven omschreven inslag wijze een correcte betrof. De betrokken bewoners welke woonachtig waren in de richting Gooi zouden dan ook terecht een materiële schadevergoeding ontvangen, alsmede een schrikschade vergoeding van fl. 20.000,- uit het fonds dat door El-Al en Boeing beschikbaar is gesteld. Zij zouden die vergoeding uit het rampenfonds hebben ontvangen, omdat zij volgens de toenmalige normen het neerstortende vliegtuig over hun hoofd hadden gekregen.
Na 1 jaar, tijdens de presentatie van het onderzoek door de Raad van de Luchtvaart door Dhr. Wolleswinkel is op deze aanvliegroute en inslag een correctie bekendgemaakt. In die zin, dat het vliegtuig was ingeslagen van uit de richting "Amsterdam" in de richting van "het Gooi". Ondanks deze correctie in het onderzoek is deze correctie nooit doorgevoerd voor wat betreft de uitkering van schrikschade en materiële schadeloosstelling van de bewoners in de richting Amsterdam, die het neerstortende vliegtuig op letterlijk enkele meters langs hun woonkamerraam langs kregen. Hierdoor kon het dan ook gebeuren dat het restant van het geld dat in de (nood)fondsen zat niet werd uitgekeerd aan de omwonenden van de rampplek maar aan de glastuinbouw na de watersnoodramp in Limburg.
Diverse vaak vrijwillige opvangorganisaties zouden worden gecompenseerd voor de begeleiding van de slachtoffers die vastliepen bij de reguliere gezondheidszorg. Deze organisaties zijn tot de dag van vandaag nooit gecompenseerd geworden, hoewel zij op eigen rekening de opvang hebben georganiseerd, slachtoffers begeleid en daarmee een enorme besparing voor de Nederlandse Staat hebben gerealiseerd.
Tot op dit moment krijgen zelfs professionele hulpverleners niets uitbetaald voor hun werkzaamheden. Betrokkenen in acute geestelijke nood worden landelijk doorverwezen naar de vrijwillige opvangorganisaties met 24-uurs opvang en begeleiding. Tijdens en na de parlementaire enquête werden de bellers die geestelijk in de problemen kwamen doorverwezen naar genoemde vrijwillige organisaties, zonder dat enige vorm van compensatie voor deze organisaties was geregeld. Hierdoor zijn
verscheidene vrijwillige hulpverleners financieel zelfs zover in de problemen gekomen dat zij bedreigd worden meteen persoonlijk faillissement.
Het afgelopen jaar werd een besluit genomen over een vergoeding voor psychische schade die door de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede was ontstaan... Hierbij werd bepaald dat een bedrag van fl. 40.000,- een redelijke vergoeding wasvoor drie en een halve maand psychisch leed. Tegelijkertijd werd voor de Bijlmerramp slachtoffers die niet waren gecompenseerd bepaald dat fl. 4.000,- toch wel een zeer ruimhartige compensatie was voor acht en een half jaar (= 102
maanden) psychisch leed. Een klein kind dat zijn beide ouders tijdens de Bijlmerramp had verloren en nu door derden moet worden opgevoed kreeg een compensatieaanbod van fl. 25.000,- onder het mom dat het verlies geen schade voor het kind zou hebben opgeleverd en ook niet zou opleveren in zijn toekomst.
Een aantal ons bekende slachtoffers heeft zich voor duizenden en soms zelfs tienduizenden guldens in de schulden moeten steken voor medische onderzoeken en behandeling en die tot heden niet vergoed zijn. Ook het zogenaamde Hulpfonds kwam hier niet in tegemoet. Hulpmiddelen en thuishulp moeten de Bijlmerslachtoffers zelf bekostigen, omdat voor de AWBZ, WVG en andere fondsen moet worden aangetoond wat de oorzaak van de gezondheidsklachten is. Zolang dit niet wordt aangetoond weigeren deze fondsen over te gaan tot verstrekking.
Rampbetrokkenen die intussen arbeidsongeschikt zijn geworden krijgen in een aantal gevallen geen WAO-uitkering, omdat
ook hier eerst de (medische) oorzaak van de gezondheidsklachten moet vaststaan. Sommigen onder hen hebben hun huis intussen moeten verkopen om in aanmerking te mogen komen voor een bijstandsuitkering. Ook inkomensderving van Bijlmerramp-betrokkenen wordt geenszins gecompenseerd.
Voor wat betreft aansprakelijkheidstelling van ziektekosten is er zelfs een tweedeling ontstaan tussen de Bijlmerramp-betrokkenen onderling. Voor professionele hulpverleners is vastgelegd dat zij hun gezondheidsschade en daaraan gekoppelde materiële schade tot tientallen jaren (conform het Asbestbesluit), na de Bijlmerramp kunnen en mogen claimen. Voor de bewoners, vrijwillige hulpverleners en overige groepen is door de minister van VWS bepaald dat voor deze groep de aansprakelijkheidstermijn inmiddels is verlopen. Dit ondanks het feit dat alle betrokkenen, van hulpverlener tot bewoner, aan dezelfde stoffen zijn blootgesteld en waarvan bij sommige stoffen (zoals asbest en verarmd uraniumoxide) bekend is dat de incubatietijd tot tientallen jaren kan duren.
De minister van VWS heeft voor een aantal weken terug via haar woordvoerster mevr. Tiesinga aan de Bijlmerbewoners laten weten dat een onbekend aantal personen tijdens of na de Bijlmerramp mogelijk zijn gecontamineerd (besmet) met verarmd
uraniumoxide. Tegelijkertijd stelt de minister dat zij het niet nodig vindt dat hier nader onderzoek naar wordt gedaan en blies dit epidemiologische onderzoek zonder meer af. Als compensatie wordt er nu gesproken over een FISH-test die volgens de betrokken onderzoekers geen enkel bewijs kan leveren voor contaminatie met verarmd uraniumoxide. Ook is er in dit geval geen behandel methode beschikbaar.
De belangrijkste door slachtoffers gewenste onderzoeken inzake verarmd uraniumoxide (methode Durakovic) en mycoplasma (methode Nicolson) die beiden een behandeling mogelijkheid bieden worden door de minister krampachtig geweigerd, ondanks dat er inmiddels voor het mycoplasma voldoende bewezen is dat een groot aantal mensen met deze bacteriën zijn besmet. Als laatst genoemde bezwaar werd ter verdediging aangegeven dat het afgeven van de benodigde urine veel te belastend zou zijn voor de betrokken slachtoffers. Hierbij wil de minister dus aangeven dat het onderzoek waar de slachtoffers zelf om vragen, voor deze slachtoffers te belastend zou zijn.
De minister van VWS heeft U allen schriftelijk voorgelicht dat eenieder die heeft deelgenomen aan het individuele medisch onderzoek, waar nodig, automatisch is doorverwezen voor een vervolgonderzoek. In werkelijkheid hebben een aantal Bijlmerbetrokkenen een uitslag van het individuele onderzoek ontvangen, met als behandeladvies dat de arts voor een vervolgonderzoek moest wachten op de resultaten van het epidemiologische onderzoek, waar nieuwe richtlijnen voor vervolgonderzoek bekend zouden worden gemaakt. Volgens de adviezen zou er namelijk meer duidelijkheid ontstaan op het gebied van verarmd uranium als ook op mogelijke bacteriële dan wel virale infecties. Dit betekent dat door het stopzetten van het epidemiologische gedeelte de betrokken slachtoffers per direct zijn uitbehandeld.
Zoals U zult kunnen begrijpen zorgen al de bovengenoemde zaken een ernstig gevoel van wantrouwen jegens de landelijke politiek. En zorgen alle weigeringen en afwijzingen die wel worden doorgevoerd voor Enschede en Volendam, maar leiden voor de Bijlmer tot een ernstig gevoel van ongelijke behandeling. De uitlatingen over het "geleerd" hebben van de "Bijlmer" zijn telkens weer een dolksteek in de rug van heel veel Bijlmerslachtoffers. U kunt een compleet overzicht krijgen over de geschiedenis van de Bijlmerramp op de websites van Het Klankbord en van de Sociale Databank Nederland.
Wij hopen met deze brief eenieder in de Tweede Kamer duidelijk op de hoogte te hebben gesteld van feiten die tot de dag van vandaag spelen in de Amsterdamse Bijlmermeer, met name voor hen die betrokken zijn geraakt bij de Bijlmer Vliegramp. Derhalve hopen wij nooit meer de opmerking "Dat heb ik niet geweten" te horen!