Oorspronkelijke 'Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' van 22 sept.'03

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Oorspronkelijke 'Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' van 22 sept.'03

 

Aan de Voorzitter en alle andere leden van de                             Faxen naar 070-3183444

Vaste Kamer Commissie voor Justitie der Tweede Kamer                      postkamer: 070-3183441

p/a. Tweede Kamer der Staten Generaal

Plein 2

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag

Fax. 070-3183444,  postkamer: 070-3183441                                  Heerenveen, 22 maart 2004.

 

Geachte Voorzitter, commissieleden,

 

Onderstaande brief bestaat uit drie onderdelen:

Inleiding: Toelichting op de inhoud en verklaring van het licht waarin deze brief moet worden bezien.

 

Deel 1:     Mijn reactie op de brief van 26 februari 2004, kenmerk: JUST04-141, die wnd. griffier van

                de vaste commissie voor Justitie, mevr. mr. M.Beuker op eigen titel aan mij heeft gestuurd.

Deel 2:     Aanvulling óp en uitbreiding ván het Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek tot Aangiften en

                Klachten inzake strafbare feiten, onrechtmatig machtsmisbruik, meineed, enz. door het

                Gerechtshof en het OM te Leeuwarden en andere in Deel 2 genoemde personen en

                instanties. (zie tevens Bijlagen: ……..).

                

     Harry Kerkhof vanhet 'Landelijk Meldpunt voor Klokkenluiders'(LMK)(zie op websites

                  www.sdnl.nl/klokkenluider.htm  en   www.klokkenluideronline.nl )  luidt de noodklok inzake    

                 de bedreigingen van onze democratische Rechtstaat wegens onrechtmatig machtsmisbruik

                 door ondermeer het Openbaar Ministerie (OM) en de Rechterlijke Macht.

 

Inleiding:

 

Onderstaande brief is een vervolg op het oorspronkelijke 'Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' van 22 sept.'03. Nieuwe ontwikkelingen, voortschrijdend inzicht en bredere informatie hebben geleid tot een beter inzicht in de feiten en omstandigheden, waarin mijn Aangifte van misdrijven van Rijkswaterstaat en de gemeente Heerenveen (20 febr.'03) is behandeld en beoordeeld.

 

De in het Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek en de daaropvolgende Aangiften en Klachten bij het College van Procureurs-generaal genoemde misdragingen, strafbare feiten, machtsmisbruik, enz. zijn  het gevolg ván en moeten bezien worden ín het licht van ondermeer de volgende feiten en omstandigheden.

 

In ons staatsbestel zijn ondermeer de volgende machten te onderscheiden: Bestuurlijke Macht, Rechterlijke Macht, Kerkelijke Macht en een ongedefinieerde Regenten Macht. Hoewel ons staatsbestel is gebaseerd op de Trias Politica (= de strikte scheiding der Machten), blijkt er toch een toenemende onderlinge samenhang, afhankelijkheid, belangenverstrengeling en collusie  te bestaan. Steeds weer en steeds meer blijken deze Machten een heimelijk 'Systeem' / 'Netwerk' van wederzijdse steun en belangenbehartiging te onderhouden; dit heeft een ultieme machtspositie.

 

Steeds weer en steeds meer blijken ze elkaar te 'dekken' en zich in hun ultieme machtspositie af te schermen van het Volk / de (kritische) burgers.

Het is dan ook verklaarbaar, dat de Aangifte van Rijkswaterstaat en de gemeente Heerenveen (= Bestuurlijke Macht) door hen gezien wordt, als een aanval van de burger/klokkenluider op ook de andere tot het Systeem/Netwerk behorende Machten (= Politie-, Justitiële-, Rechterlijke- en Regenten Macht). Zij zullen dit zien als een op dit gezamenlijke  'Systeem' betrekking hebbend conflict, dat door dit systeem zelf moet worden beoordeeld.

De (be)oordelende Machten zijn daarmee zelf  'Partij' geworden in, zowel het conflict tussen de aangever/klokkenluider en Rijkswaterstaat en gemeente Heerenveen, als in het conflict tussen de burger/klokkenluider en de (be)oordelende Machten zelf.

 

Zij ontberen dus in elk opzicht de voor beoordeling vereiste onafhankelijkheid en onpartijdigheid en zijn dan ook per definitie onbekwaam en onbevoegd. Dit is een dilemma, dat door het Volk en de Volksvertegenwoordiging zal moeten worden opgelost.

 

In dit licht bezien is het dan ook alleszins verklaarbaar, dat deze Machten niet braaf  op correcte wijze deze Aangiften/Conflicten zullen gaan behandelen, maar dat zij met alle middelen zullen proberen, om deze aanvallen te pareren. Gelet op de ultieme machtspositie waarin zij zich veilig kunnen achten en gelet op het feit, dat er voor hen kennelijk grote belangen op het spel staan, alsmede gelet op het feit, dat de leden van deze instanties evenzeer als andere burgers behept zullen zijn met het fraude- en corruptievirus, dat onze samenleving momenteel teistert, valt het te verwachten, dat ook zij hun machtspositie zullen gebruiken en dus niet zullen schromen, om desnoods ongeoorloofde middelen, strafbare handelingen, enz. aan te wenden, om de aanvaller/klokkenluider te bestrijden.

 

De in het 'Verzoek' en Aangiften en Klachten genoemde misdragingen, strafbare handelingen, enz. zijn feitelijk concrete bewijzen, die de juistheid van de hierboven genoemde stelling over fraude, corruptie, leugen en bedrog, enz. bij deze bestuurlijke- juridische- en rechterlijke instanties zelf, bevestigen. Zie tevens NB. 5a., NB.5b. en Deel 2 .

          

Deel 1:

Op 28 febr.'04 ontving ik bovengenoemde brief. Ik heb daarover het volgende te vragen en op te merken:

 

A.

Er zijn onduidelijkheden over de herkomst van deze brief.

1. Deze brief lijkt te zijn geschreven op het papier van de Tweede Kamer, maar onduidelijk is wat moet   

    worden verstaan onder in het logo genoemde 'DCO Bestuur en Onderwijs Commissie Justitie'.

    Wilt u mij dit verklaren?

2.  De brief wekt de indruk te zijn geschreven door de Voorzitter en/of uw Commissie. Uit de

    ondertekening blijkt echter, dat hij eigenmachtig en op eigen titel is geschreven en ondertekend

    door mevr.mr. M.Beuker. Zij lijkt zich dus voor u/ de Commissieuit te geven, maar toont niet aan,

    dat zij gemachtigd is, om  'namens' en/of  'in opdracht'  van de voorzitter en/of Commissie te

    handelen.  

    Hiermee pleegt deze mevrouw een strafbaar feit. De Wet verbiedt het immers, dat iemand zich

    zonder machtiging uitgeeft voor iemand anders en/of zich voor een ander in de plaats stelt.

     Het is nu een vaststaand feit, dat ik van u geen brief/antwoord heb ontvangen, waarvoor u als

    Voorzitter of Commissie verantwoordelijk bent en waarop u in rechte kunt worden aangesproken.

    Ik verzoek u, om mevr. Beuker te corrigeren op dit onrechtmatig handelen.

3.  Mevr. Beuker doet zich voor als 'wnd. griffier van de vaste commissie voor Justitie'. Nu zij niet

    vermeldt welke justitiële commissie zij bedoelt, is het maar de vraag, of zij wel griffier van de

    door mij aangeschreven 'Vaste Kamer Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer der Staten-

    Generaal' is en of mijn brieven wel bij de juiste Commissie zijn aangekomen en behandeld.

4.  Gelet op bovenstaande en andere onjuistheden vraag ik mij dan ook af, of deze waarnemend

     griffier wel voldoende op de hoogteis van de werkelijke feiten en of zij wel bevoegd en bekwaam

    is, om brieven (eigenmachtig) te beantwoorden.

 

NB.1.  Gelet op deze onduidelijkheden verzoek ik u, om mij alsnog in een door uzelf  of  'namens u'

          ondertekend schrijven naar behoren te antwoorden op mijn brieven van 22 sept.'03, 29 jan.'04

          en deze brief van …  maart '04.

 

B.

Er zijn onduidelijkheden over de inhoud van de door deze griffier opgestelde brief:

1.  Volgens deze waarnemend griffier zou mijn brief 'Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' (waarin ik

    u mijn 'Cassatie-Verzoek' met daarbij een dossier van 8 bijlagen) van 22 sept.'03 heb

    aangeboden), niet door  u ontvangen zijn. Dit zou kunnen worden verklaard met het volgende. Ik

    heb de vermiste stukken per fax verstuurd naar het door uw secretaresse opgegeven fax.nummer

    070-3183441 van de postkamer. De verschillende faxrapporten bevestigen, dat ze daar zijn

    ontvangen. Tevens heb ik bij de postkamer (tel. 070-3182207) geïnformeerd of al mijn berichten

    goed waren binnen gekomen. Dit was het geval en men verzekerde mij, dat deze berichten zo snel

    mogelijk bij de geadresseerden zouden worden gebracht. Het feit, dat de 'Herinneringsbrief' is

    gefaxt naar nummer 070-3183444 kan er op duiden, dat de postkamer de op 22 sept.'03 naar haar

    gefaxte stukken toch niet (op de juiste wijze) heeft bezorgd. De vermiste stukken zouden daar dan

    nog moeten zijn.

    Omdat u zonder deze stukken natuurlijk niet een serieus oordeel kunt vellen, verzoek ik u, om

    deze brief (22sept.'03) met dossier te achterhalen. Mocht dit niet lukken, dan ben ik gaarne bereid,

    om het allemaal nog eens te faxen naar een door u te bepalen.

    Ik verzoek u, om vervolgens alsnog te antwoorden op mijn brieven van 22 sept..03 en 29 jan.'04,

    alsmede op deze brief van …. …Maart '04.

2.  Deze griffier stelt, dat mijn brief van 29 jan.'04 in de Commissieis besproken, maar dat mijn daarin

    gestelde klacht tegen het Hof in Leeuwarden niet zou kunnen worden ontvangen, waarna mijn brief

    voor kennisgeving zou zijn aangenomen. Deze gang van zaken bevreemdt mij zeer:

a) Hoe kan de Commissieeen herinneringsbrief bespreken, als de stukken, waarnaar in die brief

    wordt verwezen, kennelijk ontbreken?

b) Waarom zou de Commissiemijn Klacht niet kunnen ontvangen?

NB.2. Het betreft hier geen Klacht en de Staat wordt door mij niet aangeklaagd, zoals de griffier

         kennelijk meent, maar het betreft een Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek naar de

         onrechtmatige wijze waarop het Hof de Klacht Art.12 SV van klokkenluider H.J. A. Kerkhofheeft

         weten af te doen, zodat de misdrijven van Rijkswaterstaat en de gemeente Heerenveen

         onbestraft zullen blijven.    Dit is een onrechtmatige en een rechtstreeks het democratisch Recht

          bedreigende daad !!

c) Om welke redenen kan de Commissie dein het Verzoek genoemde zaken niet strafrechtelijk

    onderzoeken?

d) Hoe serieus is een commissie, die enerzijds mijn herinneringsbrief voor kennisgeving aanneemt en

    anderzijds het dan toch zonder enig onderzoek en zonder mij te hebben gehoord aan de

    individuele commissieleden overlaat, om zonder bevind van zaken te reageren op hetgeen ik heel

    summier in deze herinneringsbrief zou hebben gesteld?

e) Ik heb er helemaal niet om verzocht, om hetgeen ik heb genoemd, eventueel geheel ongefundeerd

    te gebruiken in debatten en/of bij de behandeling van wetgeving. Ik heb er in dit Verzoek ook niet

    om verzocht, om wetgeving aan te passen. Immers, de oorzaken van deze problemen liggen niet

    zozeer bij de kwaliteit van de wetgeving, maar meer bij de onrechtmatige wijze waarop ook dit

     Gerechtshof zich in een ultieme machtspositie weet te plaatsen en vervolgens zijn macht misbruikt,

    de wetgeving in volstrekte willekeur naar zijn hand zet en daarbij de in de Wet en het 'Europese

    Verdrag voor de Rechten van de Mens'(EVRM) vastgelegde Rechten van burgers/klokkenluiders

    zinledig en illusoir maakt en hen die feitelijk ontneemt.

 

NB.3. Eventuele wetswijzigingen kunnen worden voorgesteld bij de behandeling van de 'Cassatie in

          het Belang der Wet', die door de Procureur-generaal bij de Hoge Raad kan worden ingesteld.

 

C.

Deze griffier beweert dat de klachtmogelijkheid van Art.14a van de Wet Rechterlijke Organisatie(RO) niet meer zou bestaan. Hier lijkt zij niet goed geïnformeerd te zijn. Het lijkt alsof zij de feitelijke uitholling van Art.14a RO al heeft opgevat, als een feit dat dit artikel al niet meer zou bestaan.

a)  Wilt u mij vertellen, of die Wet RO inderdaad is gewijzigd en of bij deze wijziging inderdaad ook

    Art.14a is komen te vervallen en wanneer deze wetswijziging kan zijn doorgevoerd en in welke

    Staatscourant deze bekend is gemaakt?

b)  Weet u en wilt u mij vertellen wat de redenen waren, om dit artikel 14a RO te schrappen?

c)  Is het inderdaad zo, dat er een nieuwe regeling in de 'Wet Extern Klachtrecht RO' wordt

    voorgesteld?

d)  Komt deze nieuwe regeling er inderdaad zo uit te zien, als de griffier hier vertelt?

e)  Is de Commissiezich bewust van het feit, dat er momenteel dus geen wettelijk vastgelegd

    Klachtrecht vigeert en bestaat?

f)  Weet de Commissie, dat het formele Klachtrecht van Art.14a RO in de dagelijkse  praktijk reeds

    volledig is uitgehold en zinledig gemaakt, doordat de PG bij de Hoge Raad ( net als het   

    Gerechtshof) onrechtmatig handelt in strijd met tenminste de geest van de Wet? Ook hij misbruikt

    zijn macht en wijst in volstrekte willekeur de klachten af, omdat hij alle gedragingen van

    beklaagden aanmerkt als rechterlijke beslissingen, waartegen geen beklag mogelijk is?

g)  Beseft de Commissie, dat deze onwettige uitholling en de feitelijke zinledigheid van Art.14a met de

    voorgestelde nieuwe regeling Extern Klachtenrecht RO feitelijk worden bevestigd?

h)  Beseft deze Commissie van de TweedeKamer der Staten-Generaal (die geacht wordt het volk te

    vertegenwoordigen en te dienen), dat ook de Kamer evenzeer de haar gegeven macht misbruikt,

    haar kiezers misleidt en haar geloofwaardigheid verliest, als ook deze Kamer met het goedkeuren

    van dit wetsvoorstel, de burgers van onze democratische Rechtstaat evenzo feitelijk hun

    (Klacht)rechten ontneemt?

i)  Beseft de Commissie, dat wanneer eventuele klachten moeten worden gestuurd naar het bestuur

    van het aangeklaagde gerecht zelf, het er op neer komt, dat dit gerecht zelf gaat oordelen over de

    klachten, die er tegen dit zelfde gerecht zijn ingediend?  Mag de slager zijn eigen vlees keuren?

 

NB.4.  Een bestuur van een gerecht (hoe dit er ook uit mag zien) kan per definitie niet onafhankelijk,

          laat staan onpartijdig zijn; het is in zulke gevallen per definitie onbekwaam en onbevoegd.

j)  Beseft de Commissie, dat bij wraking dit zelfde het geval is? Ook daarin wordt immers door

    collega's (van dezelfde rechtbank) geoordeeld over hun naaste collega('s).

k)  Beseft de Commissie, dat vooraf zal moeten worden ingezien, dat ook met deze nieuwe regeling,

    evenzeer als met Art.14a RO, de op papier wettige Rechten van burgers in de praktijk zinloos en

    illusoir zullen worden gemaakt en deze hen dus ook hiermee feitelijk zullen worden ontnomen?

l)   Beseft de Commissie, dat noch in Art.14a RO, noch in nieuwe regelingen, noch in wraking,

    noch elders in de Wet mogelijkheden geboden worden, om te klagen óver en/of op te komen

    tégen misdragingen, strafbare handelingen(frauderen, plegen van valsheid in geschrift,

    strijdigheden met de Wet en het EVRM, enz) van de Rechtelijke Macht zelf? (zie ook NB.5b)

 

NB.5a.   Weliswaar kan de Staat(=Bestuurlijke Macht) kennelijk worden aangeklaagd (en in theorie

            zelfs worden vervolgd) in geval van een onrechtmatige daad, maar de Staat (in mijn Aangifte

            zijn dit Rijkswaterstaat en gemeente Heerenveen) is niet hetzelfde als de Rechterlijke Macht.

            Deze machten dienen staatsrechtelijk zelfs geheel los van elkaar te staan (Trias Politica).

            Toch blijkt steeds weer en steeds meer, dat er kennelijk een grote onderlinge

            afhankelijkheid, belangenverstrengeling en collusie bestaat.

 Deze Machten blijken elkaar steeds te 'dekken' en af te schermen van de (kritische) burgers.

            Als dan, zoals de regeling voorschrijft, de aanklachten tegen de Staat moeten worden

             beoordeel door de Burgerlijke rechter in Den Haag, dan kan zelfs een kind begrijpen, dat er

             van de vereiste onafhankelijke onpartijdigheid geen sprake zal zijn.

             De laakbare en onwettige wijze waarop de Politie, het OM en het Gerechtshof Leeuwarden

             mijn Aangiften tegen de gemeente Heerenveen en Rijkswaterstaat gezamenlijk hebben

             weten af te doen (zie brieven van 22 sept.'03, 29 jan.'04 en Bijlagen:….. ), bewijst het failliet

             van dergelijke structuren, regelingen, ja zelfs van de Trias Politica !!  Er is hier immers geen

             sprake meer van scheiding van machten, integendeel. Het zijn immers ook de misdragingen,

             enz. van deze 'oordelende' instituten zelf, die de basis zijn van mijn 'Verzoek tot

             Strafrechtelijk Onderzoek' aan ondermeer uw Commissie.

              

             Als noch de Commissie, noch een van de andere instanties mij kan helpen en/of niet instaat

             zegt te zijn, om het OM en het Gerechtshof te corrigeren, dan wordt daarmee tevens het

             failliet van de Wet en de Handhaving daarvan, alsmede van onze democratische Rechtstaat,

             een onweerlegbaar feit.

 

NB.5b.   Zowel uit de brief van de griffier, als uit het bovenstaande blijkt, dat er kennelijk in het geheel

             geen wettelijke regelingen bestaan, die het mogelijk maken, dat de oordelende Rechterlijke

             Macht zelf kan worden aangeklaagd, vervolgd en veroordeeld (zie ook C. L).

             Dit feit plaatst deze Rechterlijke Macht in een ultieme machtspositie, van waaruit deze Macht

             met haar uitspraken, vonnissen, enz. de dienstkan uitmaken en feitelijk het landsbestuur van

             de Bestuurlijke (on)Macht kan gaan overnemen en/of reeds overgenomen blijkt te hebben.

             We moeten daar het volgende bij bedenken:

             De leden van deze Rechterlijke Macht zijn niet op democratische wijze door het volk voor een

             beperkte periode gekozen, maar zij hebben zichzelf 'voor het leven' benoemd.

              Daarmee hebben zij zichzelf buiten en boven elke democratische controle en/of correctie

             door het Volk en haar Parlementaire volksvertegenwoordiging weten te stellen. Dit feit maakt

             hun Macht dermate onaantastbaar, dat zij niet langer de door het Volk opgestelde Wetten

             hoeven te eerbiedigen. Zij kunnen op dictatoriale wijze, naar eigen inzicht en in volstrekte

             willekeur (al of niet op basis van door hen zelf opgestelde jurisprudentie) handelen. Zij

             hebben de macht, c.q. hen wordt de macht gegeven, om uitsluitend hun eigen belangen en

             die van de door hen te beschermen partijen, te behartigen en doen dit dan ook.!!

             Als nu de gekozenregering en het Parlement zichzelf onmachtig verklaren en dus niet meer

             voor, namens en in opdracht van het volk kunnen en/of willen ingrijpen in dit dictatoriale

             machtsmisbruik, dan zal onze democratische Rechtstaat verworden tot een dictatuur.

             

             Om dit spookbeeld te voorkomen, zal de Parlementaire volksvertegenwoordiging de, haar in

             het Dualisme opgelegde, verantwoordelijkheid moeten nemen. Zij moet zo snel mogelijk zelf

             de wetgeving zodanig aanpassen, zodat ingrijpen door het Parlement  (+Kabinet) en

             Burgers/Klokkenluiders niet alleen mogelijk, maar zelfs wettelijk verplicht gesteld wordt.  

             Aangevers en Klokkenluiders dienen wettelijk te worden beschermd en gekoesterd.

             Vervolgens dienen deze gewijzigde wetten strikt te worden uitgevoerd en gehandhaafd.

             Men kan immers nog zulke mooie wetten maken, maar als deze (zoals momenteel

             gebruikelijk is) niet of slap worden gehandhaafd, dan is ook dan een feitelijke dictatuur

             onvermijdelijk; alle schone schijn van vrijheid en democratie ten spijt.

 

NB.6.    Maar deze mogelijke wetsherzieningen (buiten het Kabinet om) dienen te worden vooraf

           gegaan door een grondige 'reiniging' van, zowel het opsporingsapparaat (= Politie, OM, AIVD,

           FIOD, enz.), als van het berechtingsapparaat (= Justitie en Rechterlijke Macht).

           'Reiniging' en democratische hervorming van de Bestuurlijke Macht lijkt pas te kunnen

           plaatsvinden,nadat de Wet is herzien en democratische bestuurlijke verhoudingen zijn hersteld.

 

D.

Ook de alinea over:'Hoofdregel in het Nederlandse recht is verder dat procederen voor eigen risico is' kan ik niet plaatsen in deze zaak. Het is volgens mij onbegrijpelijk en onzinnig. Kennelijk heeft deze griffier niet begrepen, dat er hier geen sprake is van procederen, maar dat ik ondermeer de Commissieheb verzocht, om de gedragingen van het Gerechtshof, alsmede die van het OM, te onderzoeken, omdat die instanties kennelijk opzettelijk strafbare feiten hebben begaan, hun macht hebben misbruikt en opzettelijk in strijd met de Grondwet Art.1 en het Europese Verdrag voor de Rechten voor de Mens(EVRM) hebben gehandeld.

 

NB.7.  Zoals gezegd heb ik de PG bij de Hoge Raad reeds verzocht, om mij te informeren over de

          (ook door de minister van Justitie genoemde) mogelijkheid, om 'Cassatie in het belang der Wet'

          in te stellen. Deze laat echter niets meer van zich horen. Het heeft er alle schijn van, dat de PG

          ook hier zijn macht misbruikt, om de klokkenluider te weren en het bedoelde reinigings-proces

          te blokkeren.

          Voorts overweeg ik, om de verkregen informatie over genoemde misdragingen, strafbare feiten,

          alsmede over de schijnbare en/of werkelijke leemten in de  Wet, ter beoordeling voor te leggen

          aan ondermeer het 'Europese Hof voor de Rechten van de Mens'.

 

Voorts werd ik getroffen door de laatste zin van deze alinea: 'Onjuiste rechterlijke beslissingen komen voor het overige voor rekening van partijen'.

Hieruit spreekt de onrechtvaardige en ondemocratische opvatting, dat het volk niet alleen zou moeten bloeden voor rechterlijke dwalingen, maar ook zal moeten boeten voor het onrecht dat hen opzettelijk door die overheersende Rechterlijke Macht wordt aangedaan. Hieruit blijkt andermaal de onmiskenbaar ultieme machtspositie van de Rechterlijke Macht en het misbruik dat deze Macht hiervan maakt.  

 

E.

Ook de laatste alinea is onbegrijpelijk en zowel juridisch als democratisch volstrekt onaanvaardbaar. Hierin wordt ten onrechte uitgegaan van de al eerder genoemde onjuiste veronderstelling, dat ik de Staat zou (willen) aanklagen in plaats van de Rechterlijke Macht. (zie NB.2. en NB.5a). Ook deze griffier blijkt zich dus al te bedienen van een veel gebruikte truc, om lastige zaken te verdraaien in een voor de beoordelaars/ bestuurders/juristen/rechters gunstiger richting. Dat de daarop volgende conclusies, beslissingen en Beschikkingen kant nog wal raken, ligt dan voor de hand. Overigens, waarom zou de Commissieen/of andere leden van de Tweede Kamer niet de zakenen feiten van mijn Verzoek strafrechtelijk mogen onderzoeken?

 

Wie, of welke onpartijdige en onafhankelijke persoon of instantie zou dan wel het wettelijk recht  en/of de wettelijke verplichting hebben, om dit onderzoek uit te voeren?

 

In ondermeer NB.4, NB.5a, NB.5b en Deel 2. leg ik uit, dat de Rechterlijke Macht en Justitie niet (meer) de vereiste onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en geloofwaardigheid bezitten, om Aanklachten tegen de Staat (= Bestuurlijke Macht) te mogen beoordelen; laat staan Aanklachten tegen de Rechterlijke Macht en Justitie zelf.

 

Deel 2:

Nederland---fraudeland/corruptieland !!  en  De Leugen Regeert !!  

Dit zijn stellingen, die diepgaand moeten worden onderzocht en op juistheid worden getoetst.

Klokkenluiders van het 'Landelijk Meldpunt voor Klokkenluiders'(LMK), die u kunt vinden bij de Sociale Databank Nederland(SDN): www.sdnl.nl/klokkenluider.htm en op www.klokkenluideronline.nl , menen, dat Nederland inderdaad een fraude- en corruptieland is geworden, waar de Leugen kennelijk regeert.

 

Zij verklaren deze zaken als volgt: Door de toenemende liberalisering en economisering zijn de individuele belangen en vrijheden sterk vergroot. Door het wegvallen van de (sociale)controle en de Handhaving van de Wet zijn de normen en waarden dusdanig vervaagd, dat de grenzen van betamelijkheid door steeds meer mensen steeds gemakkelijker worden overschreden. Het ligt dan voor de hand, dat de neiging tot fraude en corruptie, die bij een ieder latent aanwezig is, in zulke omstandigheden de overhand krijgt.

 

Men moet daarbij bedenken, dat de omvang van dit probleem veel groter is dan gewoonlijk wordt gedacht en beweerd. Het betreft namelijk niet slechts (potentiële) criminelen, maar ook gewone burgers, ondernemers, e.d.  Tevens blijken ook onverdacht geachte (beëdigde) personen/instituten als notarissen, advocaten en accountants, e.d. met het fraude- en corruptievirus te zijn besmet. Die zijn dus niet meer betrouwbaar.

Maar nog bedenkelijker is de constatering, dat de  peilers waarop onze democratische Rechtstaat is gebouwd: de reeds genoemde leden van het Openbaar Bestuur/Bestuurlijke Macht (waaronder Ministers, de gemeente Heerenveen en Rijkswaterstaat), Justitie, Politie en OM en de Rechterlijke Macht zelf, dermate zijn aangetast dat de aanpak van deze problemen schier onmogelijk lijkt te zijn.

Fraude, corruptie, leugen en bedrog moeten dus worden opgespoord en de daders worden berecht. Daarvoor zou de in het Dualisme verantwoordelijke Kamer het middel van de Parlementaire Enquête kunnen gebruiken. De klokkenluiders van het LMK roepen u op, om uw verantwoordelijkheid te nemen en het middel van de Parlementaire Enquête ook daadwerkelijk in te zetten. Echter, momenteel lijkt dit middel niet in alle opzichten bestand tegen de groeiende stroom van frauderende en corrumperende machten. Hoewel zo'n Enquêtecommissie gebruik kan maken van Klokkenluiders, lijkt deze toch voor de uitvoering van haar taak te zeer afhankelijk te zijn van de inzet van de met opsporing belaste organen als: OM, de AIVD, de FIOD, enz, alsmede van de voor berechting verantwoordelijke Rechtelijke Macht.

 

Gevreesd moet worden, dat de taak van een Parlementaire Enquêtecommissie onuitvoerbaar zal zijn, nu blijkt, dat de leden van deze instanties ook gewone leden van deze corrupte samenleving zijn, die daarin net als anderen op dezelfde wijze ageren en reageren. Het ligt dan voor de hand, dat dus ook, zowel het OM, de AIVD, enz, als de Rechterlijke Macht zelf, evenzeer boter op hun hoofd hebben en zelf evenzo belangenverstrengeld zijn. Het lijkt niet meer dan logisch, dat ook zij hun uitzonderlijke machtspositie zullen gebruiken en dus ongestraft ook zelf frauderen, zelf corrupt zijn en zelf onrechtmatig handelen en/of anderszins ook zelf bereid zijn om te liegen en te bedriegen, om hun eigen en/of gezamenlijke belangen en macht veilig te stellen en/of te vergroten.

 

Zowel het 'Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' als de Aangiften en Klachten( zie brief aan College van Procureurs-generaal van … maart '04, Bijlage:….) tonen aan, dat niet alleen de bovengenoemde instanties en personen strafbare feiten begaan, maar zeker ook de door mij aangeklaagde openbare Besturen als gemeente Heerenveen en Rijkswaterstaat blijken dit bij herhaling met kennelijke opzet te doen.

 

NB.8.  De  onderstaande Aangiften en Klachten van en tegen, zowel de Rechterlijke Macht , als de

          Politie en het OM, zijn concrete voorbeelden waarmee de juistheid van bovengenoemde

          stellingen wordt aangetoond en bevestigd.  Tevens kunnen deze voorbeelden dienen als basis

           voor een Parlementaire Enquête, naar de  strafbare handelingen, fraude en corruptie bij

           bovengenoemde instanties, waartoe het LMK u  oproept.

 

Nieuwe ontwikkelingen, voortschrijdend inzicht en bredere informatie laten zien, dat de misdragingen van het Gerechtshof en de officier van Justitie/het OM niet incidentele toevalligheden zijn, met slechts een geringe invloed op (het verloop van) het Recht. De misdragingen, strafbare handelingen (zoals dienstweigering, valsheid in geschrift, frauduleus intimideren, liegen en bedriegen, enz.) lijken met elkaar samen te hangen en te passen in een omvangrijk systeem, dat er op gericht lijkt te zijn, om de eigen en/of gezamenlijke macht te vestigen en te vergroten, door de democratische Krachten en Burgerlijke Rechten uit te schakelen. Omdat, zoals gezegd, deze instituties de basis vormen voor de bestrijding van fraude, enz. in het algemeen, zijn de geconstateerde misdragingen van deze instituties van beslissend algemeen belang.

Het bovenstaande maakt duidelijk, dat de fraude, enz. reeds dermate is doorgedrongen en gemeengoed is geworden in ook het OM, de Rechterlijke Macht en de Bestuurlijke Macht, dat nu niet meer kan worden volstaan met een Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek. Deze zaken dienen nu grondiger te worden aangepakt. Daarom wordt dit vrijblijvende Verzoek vervangen door verplichtende Aangiften en Klachten van en tegen:

 

A.  Het Gerechtshof Leeuwarden.

B.  De Officier van Justitie, dhr. mr. E. Boelen.

C.  De Politie-functionarissen dhr. I. Stoelwinder en dhr. M.A.F. Pol.

D.  De Regio Politie Heerenveen.

E.   De Gemeente Heerenveen.

F.   De Rijkswaterstaat.

Voor de volledige Aangiften en Klachten verwijs ik u naar  mijn brief aan de Voorzitter van het College van Procureurs-generaal van …. Maart '04 (zie Bijlage: ….)

 

Ik verzoek u deze brief met bijlagen en andere brieven en bijgaand materiaal als geheel herhaald en ook aan u gericht te beschouwen.

NB.9. Zowel deze brief, als de brief van …. Maart '04 aan de Voorzitter van het College van

         Procureurs-Generaal met bijlagen zal tevens gestuurd worden naar:

n        De Voorzitter van het College van Procureurs-generaal, Jhr. Mr. J.H. de Wijkerslooth de Weerdesteyn,  Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 25oo EH  Den Haag, Fax. 070-3399850.

n        De Procureur-generaal bij de Hoge Raad, Prof. Mr. A.S. Hartkamp, Kazernestraat 52,

2500 EH  Den Haag, Fax. 070-3658700

n        De Minister van Justitie, dhr. mr. J.P.H. Donner,  Schedeldoekshaven 100, Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag,  Fax. 070-3707900.

n        De Minister-president, Dhr. Mr. Prof. Dr. J.P. Balkenende, het Ministerie van Algemene Zaken, Binnenhof 19, Postbus 20001, 2500 EA  Den Haag, Fax. 070-3564683.

n        De Nationale Ombudsman, Prof. Mr. R. Fernhout,  Het Bureau van de Nationale Ombudsman, Bezuidenhoutseweg 151,  Postbus 93122,   2509 AC  Den Haag,  Fax. 070-3607572.

n        De besturen en/of fracties van de Politieke Partijen.

 

 

Hoogachtend,  mede namens klokkenluiders van het LMK  

H.J. A. Kerkhof

Sjollemastraat 6

8442 JS  Heerenveen

tel. 0513-624907

fax. 0513-645700

E.mail: hjakerkhof@zonnet.nl                                                   

          

 

Bijlagen : ...........

 

    SDN-rubrieken
    Topics bij de Sociale Databank
    Harry Kerkhof over de integriteit van politiek en Justitie
    Brief aan de voorzitter en andere leden van de Tweede Kamer Commissie voor Justitie
    Brief aan de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal de Wijkerslooth de Weerdesteyn
    Hypocrisie en misleiding over rechterlijke fouten, in de NRC van 1 maart 2005
    Waarom stemmen TEGEN de zogenaamde Europese Grondwet. Elf punten van overweging
    Brief aan Europees Hof van de Rechten an de Mens met verzoek tegen uitspraak van de Hoge Raad (18-mei-10)
    Het instellen van een beroep tot cassatie (22-april-08)
    De dagvaarding en de tenlastelegging (12-mei-10)
    Krantenartikel onderzoek-strafzaken Commissie Posthumus II met evaluatie afgesloten strafzaken (12-mei-10)
    Proces-verbaal van een terechtzitting met parketnummer 24.002978 (06-3-juli-08)
    De uitspraak en het proces-verbaal van de rechtbank Leeuwarden (12-mei-10)
    De uitspraak van het Gerechtshof van 9 april 2008 (22-april-08)
    De uitspraak van de Hoge Raad van 15 december 2009 (18-dec-09)
    Uittreksel JD en dagvaarding, tenlastelegging, processen-verbaal, akte van uitreiking (12-mei-10)
    De aanvulling op het proces-verbaal nr. 2006097120-4 (28-april-07)
    De ambtsinstructie voor politie en marechaussee, enz. (13-mei-10)
    Brief van 16-mei-07, Haarsma Advocaten, Michel van Daatselaar aan advocaat-generaal (11-mei-10)
    De getuigenverklaringen van Tjibbe de Jong en E. Blaauwbroek (21-juli-08)
    krantenartikel: Benoemd voor het leven als rechter op dwaalspoor (13-mei-10)
    krantenartikel: grote-fouten geen probleem bij Justitie. Grondwet hoort gewichtig document te zijn (13-mei-10)
    krantenartikel: Rechter moet weer recht durven en kunnen spreken (16-mei-10)
    krantenartikel: Rechtspraak in opspraak (6-mei-10)
    krantenartikel: Zorgvuldigheid en scoringsdrift (13-mei-10)
    Pleitnota van Michel van Daatselaar bij het Hof, parketnummer 24.002978-06 (3-juli-08)
    Schriftuur van Garretsen aan de Hoge Raad (4-maart-09)
    Wetboek van strafrecht, boek 2, artikelen 138 en 139 (13-mei-10)
    Krantenartikel: Advocaat: De rechtspositie van verdachten holt achteruit (11-mei-10)
    Krantenartikel: Ambtenaren op justitie in de greep van angst (11-mei-10)
    Krantenartikel: De AIVD is nauwelijks te controleren (11-mei-10)
    Krantenartikel: De kloof tussen de burgers is een-ravijn dat loopt door het land (10-mei-10)
    Krantenartikel: Een land van regelneven (10-mei-10)
    Krantenartikel: Mensenrechten zijn niet veilig in Nederland (8-mei-10)
    Krantenartikel: Politie in de fout bij verhoren van verdachte (8-mei-10)
    Krantenartikel: Vertrouwen is onbetaalbaar in een democratische dictatuur als Nederland (10-mei-10)
    Rechtspsycholoog Eric Rassin over de tunnelvisie: Ik heb gelijk dat ik gelijk heb (31-dec-07)
    Brief aan B&W met verzoek om vragen te beantwoorden (4-april-07)
    Artikel: Verhoogde rechtsbescherming, door prof T. Tak (13-mei-10)
    Brief aan B&W 07-3001614 van 20-mrt-07: Ze hebben geen reglementen voor de hal (11-mei-10)
    Brief aan B&W 07-3002586 van 20-apr-07: Vragen over wet en regels (11-mei-10)
    Brief B&W rs-06-3005375 (6-okt-06): Bedreiging wegens vermeend ongewenst gedrag (11-mei-10)
    Krantenartikel: Strafrechtelijke immuniteit wankelt (11-mei-10)
    Krantenartikel: Advocaat bij politieverhoor moet vanzelfsprekend zijn (11-mei-10)
    Krantenartikel: Een beschamend vonnis (10-mei-10)
    Krantenartikel: Jaagt justitie op journalist of op klokkenluider? (11-mei-10)
    Verzoek om reglementen voor een openbare hal (2-maart-07)
    Bestuursrecht: Publiek domein, art 139-sr, Boek 2 (12-05-10)
    Beroepschrift van Harry Kerkhof aan het Europese Hof in Straatsburg

    Terug naar het begin