BIB in Basel: Bevries giftige leningen, zoals Japan sinds 1987 dat allang doet !
Nobelprijswinnaar dr. Jan Tinbergen schreef mij: 'Van geld heb ik geen verstand'
van 9 maart 2004
Van onze verslaggever Olav VelthuisJapan is weer uit zijn ziekbed herrezen AMSTERDAM - Arme profeten van de wereldeconomie. In de jaren tachtig schreven ze allemaal hoe geweldig dat Japanse model was, met zijn interveniërende overheid en zijn prominente rol voor banken. Maar na de ineenstorting van de Japanse economie in 1987, buitelden zij over elkaar om uit te leggen hoe slecht die rol van de overheid eigenlijk was. IJzeren driehoek van overheid, bedrijfsleven en banken overleeft recessie. Nu moeten de profeten weer achter de schrijftafel. Want de Japanse economie, na die van de VS de grootste van de wereld, komt opnieuw op stoom. (Op 19 september 2007 116 yen voor de in waarde dalende dollar) Donderdag prijkte de zogeheten Tankan index, die het vertrouwen van producenten in de Japanse economie meet, op het hoogste niveau sinds 1991, toen de luchtbel van de Japanse economie barstte. De Nikkei index, het Japanse equivalent van de Nederlandse AEX, steeg het afgelopen jaar meer dan 25 procent. 'De zieke man van Azië', schreef commentator Thomas Friedman onlangs in de New York Times, 'is uit bed gesprongen en loopt nu rondjes rond het ziekenhuis.' De vraag is wat er twintig jaar na dato nog over is van de bejubelde ijzeren driehoek tussen overheid, bedrijfsleven en de banken. En in hoeverre die driehoek nog bijdraagt aan het huidige economische herstel. 'Het laatste halfjaar hebben de overheid, het bedrijfsleven en de banken de neuzen weer dezelfde kant op staan', zegt Joost Pielage, Japan-analist en directeur van Amstel Securities. 'Sommigen noemen dat misschien interventionistisch, maar het werkt wel. Vooral omdat de insteek een stuk gezonder is. De bedoeling is niet om, zoals in het verleden, verliesgevende industrietakken overeind te houden.' In plaats daarvan heeft de Japanse overheid de afgelopen jaren meegeholpen aan de sanering van de banksector. Met belastinggeld werd een deel van de oninbare leningen overgenomen. 'Maar daaraan werden wel voorwaarden gesteld,' zegt Pielage. 'Het management van de UFJ bank moest bijvoorbeeld opstappen toen zij de beloofde resultaten niet behaalde.' Tegelijkertijd zorgde ook het bedrijfsleven ervoor dat het zijn financiën op orde kreeg. De cijfers spreken boekdelen. Stond er eind jaren tachtig nog voor bijna 120 procent van het bruto binnenlands product aan bankleningen uit aan het bedrijfsleven, in 2002 was dat percentage geslonken tot ongeveer 80 procent. Vorige week verhoogde kredietwaarderingsbureau Standard en Poor's zijn waardering voor verschillende Japanse banken voor het eerst in 21 jaar. De bemoeienissen van de overheid hebben evenwel hun tol geëist in de vorm van een begrotingstekort van meer dan 8 procent over 2003, en een staatsschuld van 140 procent van het bruto binnenlands product. De sanering van de bankensector is niet de enige factor in het herstel van Japan. Eerdere oplevingen van de Japanse economie strandden omdat de consumptie het liet afweten, onder meer doordat deflatie - prijsdalingen - consumenten ertoe aanzetten hun aankopen uit te stellen. Dat lijkt nu anders te zijn. 'Je voelt het op straat', zegt Pielage, die onlangs nog in Japan was. 'De mensen hebben hun hand weer van de knip gehaald.' Ook de lage werkloosheid, die met 4,6 procent op een niveau staat waar zowel de VS als Europa jaloers op is, draagt bij aan die oplevende consumptie-uitgaven. Bovendien trekt de export Japan uit het slop. Denk maar aan de platte tv-schermen en de digitale camera's van Japanse origine. Verder speelt China een belangrijke rol in het herstel van de Japanse economie. Maar de relatie is complex, zegt Joop Stam, hoogleraar economie en opleidingsdirecteur Japankunde aan de Erasmus Universiteit. 'China is een belangrijke afzetmarkt voor de Japanse machinebouw en voor grondstoffenleveranciers zoals staalproducenten.' De Japanse industrie profiteert ook van halffabrikaten die zij goedkoop uit China kan importeren. Tegelijkertijd vormt China, waar steeds meer electronica goedkoop geproduceerd wordt, een bedreiging voor Japan. Stam: 'Wij klagen er hier over dat banen naar Oost-Europa verdwijnen, maar dat is niets vergeleken bij de dynamiek waar Japan mee te maken heeft.' Of de overheid ook die dynamiek kan temperen? Stam vraagt het zich af. 'Vanaf eind jaren zeventig is er al geen sturend beleid. Er werden daar nooit orders uitgevaardigd aan het bedrijfsleven, zoals dat in de Sovjet-Unie het geval was.' Wel helpt de overheid de Japanse economie momenteel om minder kwetsbaar te worden voor concurrentie uit landen als China, waar veel lagere loonkosten gangbaar zijn. Vooral door te werken aan samenwerking tussen overheid, universiteiten en het bedrijfsleven. 'Wij beleiden dat hier in Nederland met de mond, maar daar in Japan maken ze er echt werk van.' 'Ik heb twee Amerikaanse buren die universitair onderzoek doen in de neurowetenschappen', zegt Stam. 'Die zijn uitgenodigd om hun onderzoek in Japan voort te zetten. De faciliteiten zijn daar twee keer zo goed.' Ook trachten de Japanse equivalenten van het Nederlandse TNO hoogwaardige technologie uit het buitenland aan te trekken. Mede daardoor is Japan momenteel sterk in kennisintensieve sectoren zoals de biotechnologie en de nanotechnologie. Stam: 'Dat is ook ons voorland.'
|