Mr. P.P.M. Ruijs
Zwenkgras 69
2804 NH Gouda
Telefoon: 0182-538171
Telefax: 0182-572061
bankrek.nr. 666.694.656
NVvR
Postbus 20021
2500 EA Den Haag
Gouda, 28 mei 1997
Mijne heren.
Twee berichten verschenen dit weekend in de pers:
- een groot gedeelte van de rechters negeert de recent opgelegde
wettelijke verplichting om hun nevenfuncties openbaar te maken. Van de lijst
met wel opgegeven functies staat niet vast of die volledig is (AD van 24/5/97)
- op 23 mei jl. moest voor de tweede keer worden vastgesteld dat de Hoge
Raad uit volstrekt misplaatste privacy-overwegingen openheid daadwerkelijk
buiten de deur houdt en geen inzage in arresten geeft. Zelfs niet in het
eigen procesdossier! (Volkskrant 24/5/97)
En ja hoor, een dag later verschijnt er een ANP bericht waarin de NVvR zich
beklaagt over de onzorgvuldige en suggestieve berichtgeving in het AD. De
Volkskrant wordt niet genoemd waaruit misschien wel afgeleid mag worden dat
de NVvR evenals mijnheer de Werd van het eigen blad Trema, de houding van de
Hoge Raad toch ook wel verdacht, gênant en bizar vond.
'Onzorgvuldig' en 'suggestief' lijkt ondertussen uw enig mogelijke reactie op
publicaties met voor u onwelgevallige feiten. Op 5/12/96 bediende u zich
tegenover de pers van dezelfde woorden met betrekking tot het IRM rapport,
al had u er toen nog geen letter van gelezen. En een halfjaar daarvoor moest
het rapport van Terpstra Tukker het ook al ontgelden. Het pijnlijke voor uw
beroepsgroep is ondertussen dat het steeds duidelijker wordt dat er geen
enkele reden is om rechters op voorhand meer vertrouwen. integriteit of
onkreukbaarheid toe te dichten dan willekeurig welke ambtenaar ook.
Het verontrustende is uiteraard dat de rechterlijke macht daarop alleen maar
aanspraak kan maken vanwege hun alom veronderstelde respect en gezag voor de
wet en vanwege een wettelijk gegarandeerde openheid. De reacties van presidenten
van rechtbanken en hoven zoals die in de Volkskrant en het AD waren terug te
vinden, waren daarom zo mogelijk nog erger. Ten aanzien van personen die anderen
dagelijks de wet lezen en bij overtreding veroordelen werd o.a opgemerkt:
"Ik ga ervan uit dat een rechter naar eer en geweten opgave doet. Ik beschouw controle niet als mijn taak" (Keijzer in Groningen) en "Een deel vertikt het of vindt het niet nodig. Het enige middel is deze rechters niet meer in te zetten" (van Delden in Den Haag) en "Ik heb ze al meerdere malen op hun verplichtingen gewezen. De animo ontbreekt. Sommige bedankten zelfs voor het rechtersambt" (Gisolf in Amsterdam) Let wel: het gaat hier om 'de animo' van rechters om de wet na te leven! En de NVvR liet vooraf in het kader van hoor
en wederhoor nog weten het "slordig" en "geen schone zaak" te vinden. Kennelijk geschrokken van zoveel eigen eerlijkheid en bijval van enkele presidenten moest dit ANP-bericht de aandacht weer afleiden van de boodschap maar de boodschapper.
Onbedoeld bevestigt u daarmee juist het beeld dat Terpstra Tukker, het IRM rapport en nu dan ook het AD (en de VK) oproepen dat rechters namelijk niet de geringste vorm van controle dulden, dat ze tot aan de Hoge Raad toe veel te verbergen hebben, dat ze zichzelf straffeloos boven de wet plaatsen, dat ze gespeend zijn van enige vorm van zelfkritiek en dat hun eigen "management" niet in staat is ze tot de orde te roepen.
Terwijl de eigen presidenten nota bene glashard verklaren dat met het gewoon vertikt om de nevenfuncties op te geven weet u (op basis waarvan?) te melden dat het overgrote deel van de bijbanen van rechters onbetaalde functies betreft ten algemene nutte! Voor de goed orde: In het Amsterdamse en Haagse Hof werden alle vaste raadsheren vermeld en stond er "geen nevenfunctie" als men die niet bezat. Plaatsvervangers ontbraken volledig en in de Haagse rechtbank kwamen 26 vaste rechters voor die niets invulden, ook niet de mededeling "geen nevenfuncties" zoals anderen dat wel deden. Heel wat opgaven dateerden van 1994.
Terwijl de President van die rechtbank mijnheer van Delden zegt dat een deel het gewoon vertikt of niet nodig vindt om nevenfuncties bekend te maken neuzelt u nog over de mogelijkheid dat de afwezigheid van of het niet vermeld worden in een register nog niet hoeft te betekenen dat men nevenfuncties verzwijgt! Van Delden vindt het overigens best of is inderdaad niet eens in staat om tegen zijn eigen personeel op te treden. In ieder geval wordt keihard duidelijk dat alle geruststellende uitspraken uit uw kringen over een
zorgvuldige toewijzing van zaken om belangenverstrengeling te voorkomen een grote leugen blijkt te zijn. Hoe kon men in al die jaren ooit zorgvuldig zaken toewijzen indien niemand de talloze bijbaantjes van vaste rechters en plaatsvervangers kende! In aanmerking genomen dat er al weer een voorbeeld bekend is van een rechter die niet al zijn nevenfuncties opgeeft, kunt u zelf wel vaststellen dat het met die integriteit binnen uw beroepsgroep wel meevalt. De dames en heren zijn blijkbaar gewoon zelf niet in staat om orde op zaken
te stellen.
Samenvattend kan gesteld worden dat de beroepsgroep die zich als enige niet gecontroleerd weet en reeds bij de geringste aantijging met veel gespeelde verontwaardiging en op schelle toon de eigen integriteit benadrukt, over onvoldoende leiding, zelfdiscipline, zelfkritiek en openheid beschikt om nog langer een onvoorwaardelijk vertrouwen op te eisen. Bovendien, een rechterlijke macht die naast de plaatselijke advocatuur ook autodealers en redactrices van glamourblaadjes als onafhankelijke rechters toelaat, neemt zijn eigen professie niet serieus. Met de goede contacten kan in dit land blijkbaar iedereen rechter worden.
Tot voor kort wist u niet eens hoeveel plaatsvervangers er waren en ondanks een wettelijke registratieplicht weet u tot op de dag van vandaag nog steeds niet wat die allemaal uitspoken. Uw opgewonden toon in het ANP persbericht is dan ook wat vals en misplaatst. Geroerd was ik om te vernemen dat zoveel rechters ondanks de grote werkdruk overdag toch nog in goed betaalde arbitrage- en geschillencommissies, reclame code commissies, raden en kamers van toezicht, raden van commissarissen etc. act. plaatsnemen om daarmee gehoor te geven aan de roep uit kringen van parlement en pers om hun maatschappelijk engagement ten toon te spreiden. De invloed van de pers en het parlement is dus blijkbaar groter en effectiever dan het gezag van de wet en dat van het eigen 'management'. Onder die omstandigheden zullen wij als "verontruste burgers" daarom diezelfde pers en datzelfde parlement met nieuwe voorbeelden erop blijven wijzen dat het misschien wel wat uit de hand gelopen is met dat "maatschappelijk engagement". Dat vond de Amsterdamse vroegtijdig opgestapte raadsheer Goudsmit kennelijk ook toen de pers oog kreeg voor haar zeer tijdrovende en goed betaalde commissariaten zoals bij de KLM.
Wellicht moet een aantal personen - net als mevrouw Goudsmit - maar erkennen dat ze nooit rechter hadden moeten worden en kunnen ze maar beter een ander baantje zoeken indien het bekend maken van de nevenfuncties al teveel gevraagd is. Rest mij nog om op te merken dat ik veel sympathie heb voor al die goede rechters die inderdaad zeer terughoudend zijn met nevenfuncties en ongetwijfeld volstrekt belangeloos ten behoeve van het algemeen nut veel goed werk doen. Maar ook binnen uw geledingen geldt dat de goeden ouder de kwaden moeten
lijden.

Hoogachtend,
Mr. P.P.M. Ruijs
medeauteur IRM rapport