Partijdigheid, vooringenomenheid, belangenverstrengeling en corruptie verzieken ons rechtssysteem! Wie durft vragen stellen?

Wraking geëist van Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker

IRM . . Juristen . . Court Watch <===> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

AANTEKENEN.

Sint-Oedenrode,
10 september 1997.

Tevens verstuurd per fax 073 - 6816371 op 10 september 1997.

    Mijn kenmerk: WRA/10097.

Betreft: Reactie op uw brief van 9 september 1997 (kenmerk:MI/23457) inzake mijn verzoek om wraking van 6 september 1997 (kenmerk: WRA/06097) van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker.

    Aan: Mr. H.F.M. Hofhuis (persoonlijk),
    President van de Arrondissementsrechtbank,
    sector Bestuursrecht,
    Postbus 90155,
    5200 MG 's-Hertogenbosch.

Geachte Heer Hofhuis,

Bij brief van 9 september 1997 (kenmerk MI/23457) heeft U gereageerd op mijn verzoek om wraking van 6 september 1997 (kenmerk: WRA/06097). Daarin maakt U mij kenbaar dat de (door mij niet gewenste) gevoegde behandeling al heeft plaatsgevonden en wel ter zitting van 13 augustus jl. De rechtbank bestond uit drie rechters, onder wie niet mr. Schoemaker. Deze houdt zich met de behandeling van de zaken dus niet bezig.

Ik kan mij hiermee niet verenigen en wel vanwege het feit hetgeen U schrijft misleidend, onvolledig en onjuist is, hetgeen ik hieronder zal onderbouwen.

    1e misleiding, onvolledigheid, onjuistheid

In tegenstelling met hetgeen U schrijft heeft coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker betreffende negen beroepen wel degelijk gevoegd en wel op de meest geraffineerde manier. Voor bewijslast zie zijn ondertekende brief van 5 februari 1997 aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening, Postbus 95928, 2509 CX 's-Gravenhage. (bijlage 1). Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker voegt betreffend 9-tal beroepszaken samen middels het aanvragen van een gevoegd onderzoek bij Stichting Advisering Bestuursrecht met als doel om een voor Burgemeester en Wethouders van Sint-Oedenrode en de Gebr. van Aarle B.V. gunstig (zogenaamd onafhankelijk) gevoegd advies te krijgen. Voor bewijslast zie bijgevoegd advies van 18 april 1997 (kenmerk StAB/32402/RB) van Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (Bijlage 2).

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft dit gedaan met de wetenschap dat wanneer hij bij Stichting Advisering Bestuursrechtspraak elke zaak apart had laten onderzoeken er van al die zaken voor Burgemeester en Wethouders van Sint-Oedenrode en de Gebr. van Aarle B.V. ongunstige (echt onafhankelijke) adviezen waren ontstaan. Hier is dus zeer nadrukkelijk sprake van boze opzet van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker. Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft via deze slinkse manier zelfs zonder toestemming van de drie rechters, die betreffende beroepen op 13 augustus jl. ter zitting hebben behandeld, deze 9 beroepen weten samen te voegen. Dit alles zonder dat ik hem daarom heb verzocht en zonder mijn toestemming.

Zo'n ernstig misdadig handelen van een coördinerend Vice-president met als doel om daarmee de zware georganiseerde mens- en milieuvernietigende misdaad behulpzaam te zijn heb ik tot op heden nog nooit meegemaakt. Vanwege het feit mij al die rechtszaken al vele duizenden guldens hebben gekost, welke ik juist vanwege die gevoegde behandeling niet terug kan vorderen, betekent dat coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker zich ook nog schuldig maakt aan de meest smerige vorm van oplichting.

    2e misleiding, onvolledigheid, onjuistheid.

U schrijft dat de (door mij niet gewenste) gevoegde behandeling al heeft plaatsgevonden en wel ter zitting van 13 augustus jl. Hiermee wordt door U gesuggereerd dat wraking van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker niet meer mogelijk is. Dit is volstrekt onjuist. Bij brieven van 2 september 1997 (kenmerk MI/23398) en 5 september 1997 (kenmerk MI/23439) heeft U mij persoonlijk kenbaar gemaakt dat wraking van een rechter mogelijk is tot het moment uitspraak is gedaan (bijlage 3+4). In betreffende negen beroepen is nog geen uitspraak gedaan. Dit betekent dat ik hiermee met uw eigen brieven heb onderbouwd dat wraking van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker nog wel degelijk mogelijk is.

    3e misleiding, onvolledigheid, onjuistheid.

U schrijft dat de (door mij niet gewenste) gevoegde behandeling al heeft plaatsgevonden en wel ter zitting van 13 augustus jl. Hiermee wordt door U gesuggereerd dat in betreffende negen beroepen door de drie behandelende rechters een gevoegde uitspraak wordt gedaan. Ook dit is volstrekt onjuist. De drie rechters die ter zitting van 13 augustus jl. betreffende 9 beroepen hebben behandeld, hebben mij diverse malen zeer nadrukkelijk te kennen gegeven dat enkel en alleen mijn zaaknummers Awb 94/8909 (mijn kenmerk BSR/019/B) en Awb 94/8913 (mijn kenmerk BSR/017/B), vanwege het feit die betrekking hebben op hetzelfde onderwerp, een gevoegde behandeling c.q. uitspraak krijgt. Mijn andere zaken Awb 94/5225 (mijn kenmerk BSR/007/B), Awb 94/7172 (mijn kenmerk BSR/013/B) en Awb 94/7174 (mijn kenmerk BSR/014/B) krijgen een aparte behandeling c.q. aparte uitspraak.

    CONCLUSIE

Uit vorenstaande kunt U opmaken dat de jurist ,die voor u uw brief van 9 september 1997 als reactie op mijn verzoek om wraking van 6 september 1997 heeft opgesteld, U opzettelijk misleidend, onvolledig en onjuist heeft voorgelicht met als doel coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M,. Schoemaker behulpzaam te zijn om onder de behandeling van mijn verzoek om wraking uit te komen. Ik verzoek U naar deze niet onafhankelijke handelwijze van betreffende jurist een onderzoek in te stellen op basis van hoor- en wederhoor en mij van de resultaten van dat onderzoek op de hoogte te brengen.

Tevens maak ik U kenbaar dat mijn verzoek om wraking van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M Schoemaker gehandhaafd blijft. Bij de behandeling daarvan verzoek ik U de inhoud van deze brief te betrekken. Mede gezien de ernst van het hierboven omschreven misdadig handelen van mr. P.H.C.M. Schoemaker, verzoek ik U mijn verzoek om wraking zo spoedig mogelijk te behandelen in een meervoudige kamer waarin mr. P.H.C.M. Schoemaker geen zitting heeft. Tevens verzoek ik U mij hierover te horen.

Gezien het feit de integriteit van Uw rechtbank al geruime tijd zeer nadrukkelijk in geding is en de openbaarheid van deze rechtsgang niet gegarandeerd blijkt te zijn meen ik de denkkracht van de integere Nederlandse burgers te moeten mobiliseren. Deze brief met oproep tot herstel van de integriteit van ons gerechtelijke apparaat is te vinden op internet pagina irm-10.htm

Dat Uw rechtbank niet onafhankelijk is blijkt ook uit de brief van 4 september 1997, betreffende "collusie bij de rechtbank Den Bosch" die J. Hop uit Ermelo aan U heeft verstuurd (bijlage 5).

Vertrouwende op een spoedige behandeling teken ik,


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige





19 pagina's volgen.


Steun SDN op bankgiro NL93 RABO 0339 9134 44 Stichting Sociale Databank Nederland
Internet site:
http://www.sdnl.nl/irm-10.htm
E-mailadres: sdn@planet.nl

Disclaimer