Nobelprice winner dr. Jan Tinbergen wrote me, R.M. Brockhus: "I know nothing about money".
Op 19 april 2013 werd op RTLZ eindelijk aandacht besteed aan het fenomeen van de inflatie. Niet alleen de negatieve aspecten van inflatie werden getoond, maar ook de voordelen. Mario I. Blejer is oud-directeur van de Centrale Bank of
Argentinië en voormalig directeur van het centrum voor Centrale Studie Nationaal Bankieren, dat is verbonden aan de Bank van Engeland. Hij bepleit
een andere visie op prijsstabiliteit ofwel inflatie; net als ondergetekende; en
dat inflatie helemaal niet zo gevaarlijk en ongewenst is als wordt
aangenomen. De Weimar-fobie raast nog steeds door in Duitsland Later zal duidelijk worden dat de hoogte van de staatsschuld van een land geen enkel probleem is, of hoeft te zijn indien net als bij het Sharia-bankieren volgens de Islam de rente op bezit van kapitaal wordt verboden en afgeschaft. Ook de Katholieke kerk verbood tot in de late middeleeuwen de rente, zoals Aristoteles 346 jaar voor Christus al goed begrepen had, dat de rente als exponentiële kracht met zichzelf betaald wordt en leidt tot een absoluut voorspelbare ineenstorting van het economische en monetaire systeem. Al in 1986 adviseerde ik dr. W.F. Duisenberg om de inflatie als standaard beleid tot max. 5 procent per jaar toe te laten, maar wel met een minimum van 3 procent. Ook in mijn lezing voor de verkiezingen in 1986 bepleitte ik om de inflatie beleidsmatig op niveau te houden, om aan het onderhoud van kapitaal kosten te verbinden en ook om spaarders te bewegen hun geld uit te geven (zoals premier Rutte nu dramatisch bepleit) en investeringen te doen in het eigen belang en om werkgelegenheid en welvaart te stimuleren, waarnaar men in de EU zo naarstig op zoek is met het wegvallen van het consumentenvertrouwen. Er is dus niets nieuws onder de zon, alleen politici en journalisten blijken Spaans benauwd om hun positie en privileges te verliezen wanneer het grootkapitaal met een Berufsverbot dreigt, en zij mogelijk zelf gedwongen worden om een bezoek te moeten brengen aan de voedselbank in de regio. Ook de regering van VVD en PvdA jagen nog steeds de illusie achterna dat met bezuinigen op een circulatieproces die 3 procent gehaald zou kunnen worden. Probeer het zelf maar eens op een cirkel te bezuinigen; of beter op een mierenhoop. Je ziet dan voor je ogen wat er gebeurt, net als nu in de economie met duizend meer werklozen per dag. Waar ligt dan de sleutel? Die hebben de journalisten in handen, zoals nu met het onderstaande artikel van Mario I. Bleijer. De politiek waggelt er dan met grote vertraging achteraan. Dit om vooral niet zelf de nestbevuiler te zijn die de schande van het blunderbeleid moet dragen. Ik wijs maar naar de oude correspondentie met De Nederlandsche Bank en de toenmalig premier Lubbers, en Andries Knevel van de EO. Maar vooral naar mijn lezing in 1986 voor de Partij Algemeen Belang. Mijn laatste poging om via de verkiezingen een Kamerzetel te bemachtigen werd vernacheld, doordat de media geen aandacht wilden en mochten geven aan de innovatie in de politiek en de leiding van de SOPN die de blunder maakte om in de zendtijd voor politieke partijen reclamespotjes te maken van "Ons product wast witter dan alle andere producten! Stem op ons", in plaats van de concurrerende lijsttrekkers uit te dagen met Kamervragen nog voordat de kandidaten zelf in de Tweede Kamer gekozen waren. Ga wat luisteren en lezen. En begin dat ook zelf eens vragen te stellen aan de pers, politici en ambtelijke instanties als De Nederlandsche Bank, het Ministerie van Economische Zaken en dat van Financiën. Ter overdnking: in het universum bestaat geen enkele stof die tegen de zwaartekracht in omhoog gaat. Alleen bij kapitaal en rente samen verplaatst de koopracht zich exponentieel omhoog naar de rekening van de eigenaar. Vreemd, heel vreemd! |
The global financial crisis has raised fundamental questions regarding central banks’ mandates. Over the past few decades, most central banks have focused on price stability as their single and overriding objective. This focus supported the ascendancy of “inflation-targeting” as the favored monetary policy framework and, in turn, led to operational independence for central banks. The policy was a success: the discipline imposed by strict and rigorous concentration on a sole objective enabled policymakers to control – and then conquer – inflation.
But, as a consequence of
this narrow approach, policymakers disregarded the
formation of asset- and commodity-price bubbles, and
overlooked the resulting banking-sector instability.
This, by itself, calls for a review of the overall
efficacy of inflation-targeting. Moreover, after the
financial crisis erupted, central banks were
increasingly compelled to depart from inflation
targeting, and to implement myriad unconventional
monetary policies in order to ameliorate the
consequences of the crash and facilitate economic
recovery.
With advanced economies struggling to avoid financial collapse, escape recession, reduce unemployment, and restore growth, central banks are being called upon to address, sometimes simultaneously, growing imbalances. This has triggered a search for a radical redefinition of central banks’ objectives – and has cast doubt on the appropriateness of maintaining their independence. In particular, central banks’ behavior during the crisis has called into question whether inflation-targeting is an effective framework in the presence of systemic shocks, and, more broadly, whether it can be sustained throughout economic cycles. After all, a policy regime that sets aside its only goal during a crisis seems to lack the ability to cope with unexpected challenges. Critics identify this “crisis straitjacket syndrome” as the main problem with single-minded inflation targeting. While theoretical arguments can be made to justify recent departures from policy, the reality is that in the post-crisis world, advanced-country central banks’ goals are no longer limited to price stability. In the United States, the Federal Reserve has essentially adopted a quantitative employment target, with nominal GDP targets and other variations under discussion in other countries. And financial stability is again a central-bank responsibility, including for the more conservative European Central Bank. This shift toward multiple policy objectives inevitably reduces central-bank independence. Some analysts have recently claimed that this is because the pursuit of GDP growth, job creation, and financial stability, as well as the establishment of priorities when there are tradeoffs, clearly requires political decisions, which should not be made by unelected officials alone. Moreover, by pushing interest rates toward zero, the current policy of quantitative easing (increasing money supply by buying government securities) has strong, often regressive, income effects. Opponents of central-bank independence contend that, given the allocational and distributional consequences of current monetary-policy interventions, central banks’ decision-making should be subject to political control. But this argument neglects an important point. While it is true that multiple policy targets tend to increase the political sensitivity of central banks’ decisions, concentrating only on price stability also has important distributional consequences and political implications. In fact, politicization is a matter of scale, not a substantive transformation of monetary policymaking. The real reason why central-bank independence tends to create a democratic deficit under a multi-target monetary-policy regime, and why it has become increasingly vulnerable, is that the two main arguments in favor of it no longer apply. The first argument in favor of central-bank independence is that, without it, politicians can exploit expansionary monetary policy’s positive short-run effects at election time, without regard for its long-run inflationary consequences. (By contrast, fiscal and exchange-rate policies rarely imply comparable temporal trade-offs, and thus are difficult to exploit for political gain.) But this argument becomes irrelevant when ensuring price stability is no longer monetary policymakers’ sole task. The second argument for institutional independence is that central banks have a clear comparative advantage in dealing with monetary issues, and can therefore be trusted to pursue their targets independently. But this advantage does not extend to other policy areas. Given that central banks are likely to continue to pursue multiple objectives for a long time, their independence will continue to erode. As long as governments do not encroach excessively on central-bank decision-making, this development will restore balance in policymaking and support policy coordination, particularly in times of stress. To ensure a positive outcome, policymakers should develop a fully transparent framework with well-defined “rules of engagement.” A strict framework for allowing, and at the same time limiting, government’s involvement in central-bank decision-making is particularly crucial in emerging markets, given that, in most of them, central-bank independence has contributed not only to the eradication of inflation, but also to institution-building. Central-bank independence is a peculiar institutional innovation. Seemingly irrefutable theoretical models underlie a paradigm that has changed in significant ways, and that, if preserved, is bound to cause serious political problems. Like it or not, policymakers must accept that central-bank independence will continue to weaken, and they should prepare to cope with the consequences. Mario I. Blejer is a former governor of the Central Bank of Argentina and former Director of the Center for Central Banking Studies at the Bank of England. © Project Syndicate 1995–2013 |
Brief van R. Brockhus aan Dr. A. Szász van De Nederlandsche Bank NV (20 juni 1988)
Dr. Wim Duisenberg en zijn laatste verslag als president van De Nederlandsche Bank NV
Nederlandsche Bank vecht tegen inflatie en windmolens
Hoe pseudo-geld Europa verstikt
Greenspan zet economen op spoor van deflatie
Wellink DNB: De ophef rond de invoering van de euro is een 'non-discussie'
Kamervragen over de EMU m.b.t. de opwaardering van goudvoorraden en het ABP-vermogen
Kamervragen die niet aan bod komen m.b.t. de EMU en het ABP-vermogen
De staatsschuld en waarom die juist géén last is voor komende generaties
Inflation and monetary policy
Toename van de geldhoeveelheid gevaar voor een heropleving van de gevreesde inflatie
Inflation and monetary policy, the Keynesian theory
Brief aan kabinet over geldpolitiek
Onze staatsschuld is werkelijk een zegen
Japans spaarkapitaal wil toch het land uit
OESO adviseert Japan om de BTW te verhogen
Geld pompen in economie is Japans enige optie als remedie tegen crisis
Onderzoekers aan de universiteit Nyenrode vrezen teveel aan marktwerking
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/inflation.htm