De functie van 'volksvertegenwoordiger' blijkt in de praktijk volkomen uitgehold. Met KAMERZETEL 151 zeker niet...!!



oud-Tweede Kamerlid
Th.J.M. Hendriks





Brockhus . . Politiek . . Kamerzetel <==> SDN . . Klokkenluider . . Hendriks SRC="http://www.sdnl.nl/hendriks.htm">

De Voorzitter heeft heden de volgende vragen aan de regering doorgezonden

7 november 1997

Onderwerp:

Kamervragen aan de Minister van VROM over wolmanzouten en Europees milieurecht


Van het lid Hendriks (Hendriks) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.:

  1. Kent u de brief (*1) van 10 april 1996 waarin de secretaris van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (CTB), opmerkt dat de fase waarin het met wolmanzout verduurzaamde hout als afval moet worden beschouwd, niet onder de reikwijdte van de Bestrijdingsmiddelenwet valt, maar dat de primaire verantwoordelijkheid daarvoor bij u als minister van VROM ligt?

  2. Waarom wilt u, alvorens ter uitvoering van de wens (*2) van de Tweede Kamer een besluit te nemen over het verbieden van het gebruik van arseenhoudende wolmanzouten CCA-type C, de beoordeling van het CTB afwachten, zoals u tijdens de behandeling van de begroting VROM op 23 oktober 1997 heeft gesteld (*3), terwijl het CTB zelf te kennen geeft dat niet het CTB, maar u volledig verantwoordelijk bent voor de afvalfase van het gewolmaniseerde hout?

  3. Kent u de brief (*4) van 2 september 1996 waarin de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft geschreven dat niet het CTB, maar u als minister van VROM primair verantwoordelijk bent voor de milieu-aspecten van het verduurzaamde hout in de afvalfase?

  4. Waarom moet u de beoordeling van het CTB afwachten, als ook de verantwoordelijke staatssecretaris voor de toelating van niet-agrarische bestrijdingsmiddelen (waaronder de arseenhoudende wolmanzouten CCA-type C) nadrukkelijk kenbaar maakt dat niet het CTB maar u volledig verantwoordelijk bent voor de afvalfase van het gewolmaniseerde hout?

  5. Kent u de brief (*5) waarin het houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. u persoonlijk op de hoogte heeft gebracht van het feit dat het bedrijf met het product "gewolmaniseerd hout" jaarlijks ongeveer 16.000 kg arseenzuur en 19.000 kg chroomtrioxide (chroom VI) diffuus in de compartimenten water, bodem en lucht van ons leefmilieu brengt?

    De minister beschouwt het gewolmaniseerde hout als 'GEWOON' afval

  6. Kent u de brief (*6) van de Regionaal Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne voor Noord-Brabant, die onder uw verantwoordelijkheid op de in vraag 5 aangehaalde brief heeft geantwoord dat het impregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. volledig aansprakelijk is voor alle schade gedurende de gebruiks- en afvalfase als gevolg van het door hem geproduceerde product "gewolmaniseerd hout" en dat niet het CTB maar Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Luyksgestel (heden: Bergeyk) aan het impregneerbedrijf Carl Tissen Import en Export B.V. de milieuvergunning hebben verleend voor het fabriceren van "gewolmaniseerd hout"?

    De minister beschouwt het gewolmaniseerde hout als 'GEWOON' afval

  7. Hoe kunt u verklaren dat u moet wachten op de beoordeling van het CTB, terwijl u zelf via de in vraag 6 aangehaalde brief van de Regionaal Inspecteur laat weten dat de colleges van B&W van de gemeenten waarbinnen zich de impregneerbedrijven bevinden, de bevoegde gezagen zijn voor de toelating van het fabriceren van het product "gewolmaniseerd hout"?

  8. Bent u bereid om op grond van de Wet milieubeheer de fabricage van het product "gewolmaniseerd hout" te verbieden?

  9. Hebt u kennis genomen van de uitspraak (*7) van het Hof van Justitie van de EG op 25 juni 1997 in gevoegde zaken C-304/94, C-330/94, en C-224/95 dat nationale regelingen die stoffen en voorwerpen die voor economisch hergebruik geschikt zijn buiten de begripsomschrijving van afvalstoffen laten vallen, niet verenigbaar zijn met het Europese afvalstoffenrecht? (*8)

  10. Handelt u, door gewolmaniseerd hout, dat in de afvalfase als bouw- en sloopafval vrijkomt, niet aan te merken als gevaarlijk afval niet in strijd met bovengenoemde uitspraak van het Hof van Justitie? Bent u bereid om aan die uitspraak uitvoering te geven en derhalve gewolmaniseerd hout dat in de afvalfase vrijkomt als bouw- en sloopafval als gevaarlijk afval te verwijderen en te verwerken?

  1. Gemakshalve onderhands aan de minister toegezonden,
  2. Moties van 24 oktober 1991, Kamerstukken nrs. 22 300 XI, nr. 25, 23 176, nr. 1 en 25000 IX, nr. 25,
  3. Handelingen II, Vergaderjaar 1997-1998, p-1074,
  4. Gemakshalve eveneens onderhands aan de minister toegezonden,
  5. Eveneens gemakshalve onderhands aan de minister toegezonden,
  6. Dito,
  7. Jurisprudentie Milieurecht oktober jl., afl. 3, blz. 170 177,
  8. In het Europees afvalstoffenrecht is niet alleen voorzien in een regime voor te verwijderen afval, maar ook voor afval dat nog nuttig wordt toegepast. Het doel van het Europese afvalrecht is immers met name gelegen in het controleerbaar maken van de afvalstroom.