Een aantal belangrijke uitspraken deze encycliek, verzameld en op 'n
rij gezet.
door: Wim Sweers
Over de maatschappelijke strijd
"Het streven naar nieuwe toestanden", schrijft PAUS LEO XIII mei
1891 in zijn encycliek Rerum Novarum, dat zich al geruime tijd
alom in de wereld openbaart, moest wel (nadat het op staatkundig
gebied zijn verderfelijke invloed had doen gevoelen) ingrijpen
op het gebied der staathuishoudkunde. Verschillende omstandigheden
droegen daartoe bij: de nijverheid heeft door de verbetering van de
technische hulpmiddelen en een nieuwe manier van produceren. een
flinke vooruitgang geboekt; de onderlinge verhoudingen tussen de
bezittende klassen en de arbeiders hebben een wezenlijke verandering
ondergaan; "Het kapitaal bevindt zich in handen van betrekkelijk weinigen,
terwijl de grote menigte verarmt."
"Daarbij wordt iedere dag het zelfgevoel van de arbeiders sterker; zij zijn
zich van hun macht bewust, de zedelijkheid neemt af, zij organiseren zich
steeds hechter. Dit alles samen is oorzaak van maatschappelijke strijd,
waarvan wij getuigen zijn. Wat in deze strijd op het spel staat wordt ons
duidelijk, als wij de onrust nagaan, die aller gemoed bij een blik in de
toekomst vervult. Alom is men met het vraagstuk bezig: in de kringen van
geleerden, op congressen van vakmensen, in volksvergaderingen, in de
wetgevende lichamen, in de vorstenraden."
"Het arbeidersvraagstuk is in de volste
betekenis van het woord het eerste, het voornaamste probleem van onze
tijd. - Reeds vroeger, Eerw. Broeder, hebben Wij, met het oog op het
heil van de Kerk en het algemeen belang, het woord genomen, om in Onze
Encyclieken over het Staatsgezag, over de vrijheid, over de Christelijke
Staat en andere daarmee verwante onderwerpen, de dwaalleringen van onze
tijd aan te wijzen en te bestrijden. Wij achten het om dezelfde reden
nuttig, in dit schrijven hetzelfde te doen met betrekking tot het
arbeidersvraagstuk. - Dit onderwerp werd weliswaar reeds in andere stukken,
die van Ons uitgingen aangeroerd, - thans evenwel is het Ons voornemen,
Ons daarover volledig, naar de eis van Ons apostolisch ambt, uit te
spreken."
"Wij willen de beginselen blootleggen, die moeten leiden tot een juiste
en billijke oplossing van de strijdvraag. Het probleem is ongetwijfeld
moeilijk en vol gevaren; moeilijk, omdat het aanwijzen van recht en
plicht in de onderlinge verhouding van rijken en armen, van kapitaal
en arbeid inderdaad geen geringe taak genoemd mag worden, - vol
gevaren, omdat een woelzieke Partij maar al te gemakkelijk erin
slaagt de volksmening op een dwaalspoor te brengen, teneinde de
geest van oproer en verzet onder de ontevreden menigte op te roepen.
Intussen is iedereen ervan overtuigd, dat er geholpen moet worden. -
meer nog; er moet spoedig en afdoende word geholpen, omdat ten
gevolge van de wanverhoudingen, ontelbare mensen een ellendig en
onwaardig bestaan leiden. Tot zover de Paus in de inleiding van zijn
encycliek. Daarna geeft hij een analyse van het waagstuk met daaraan
gekoppelde op lossingen die de Kerk voorstaat. Hier volgt een selectie
van zaken waarover in de encycliek uitspraken worden gedaan."
Over de behoeften van de mens
"Voor de mens heeft elke dag zijn noodwendigheden; vandaag
bevredigd, wagen zij morgen een nieuwe bevrediging. De natuur
behoort derhalve de mens een blijvende, nooit uit te putten bron ter
voldoening aan die noodwendigheden aan te wijzen, - en zulk een
bron kan slechts de grond zijn met de gaven, die er onophoudelijk
door worden voortgebracht."
Over de arbeiders en hun organisatie
"In de omwenteling der vorige eeuw werden de bestaande gilden der
arbeidende klassen vernietigd, geen nieuwe verenigingen traden
ervoor in de plaats, de maatschappij en de wetgeving ontdeden zich
hoe langer hoe meer van de voorvaderlijke godsdienst; en zo gebeurde
het, dat handwerk en arbeid allengs, eenzaam en onbeschermd, ten
prooi vielen aan de gevoelloosheid der bezitters en aan de teugelloze
hebzucht van de concurrentie."
"De meesters en de arbeiders moeten tot een vredelievende oplossing
van het waagstuk meewerken door maatregelen en hulpmiddelen die
de nood zo veel mogelijk opheffen en de ene klasse tot de andere doen
toenaderen. Vroeger hebben de verenigingen van handwerkslieden en
arbeiders lange tijd een vruchtbare werkzaamheid ontwikkeld.
Natuurlijk kunnen de oude gilden niet weer in hun vorige toestand in
het leven worden geroepen. Maar het is noodzakelijk, de
gildeverenigingen, onder behoud van de oude geest die haar bezielde,
met de tegenwoordige behoeften in overeenstemming te brengen".
"Daarbij kwam de alles verslindende woeker het kwaad verergeren.
En heeft de kerk herhaaldelijk reeds haar veroordeling over dit euvel
uitgesproken, een onverzadigbare en winstziek kapitalisme gaat
nochtans in onze dagen - zij het in een andere vorm dan voorheen -
door met het oude spel. Zo zijn productie en handel schier het monopolie
geworden van enige weinigen en zo konden enkele bezitters van
onmetelijke schatten de massa's van het proletariaat een juk opleggen,
dat maar weinig van dat van de slaven verschilt."
"Ter genezing van die kwaal - aldus leren de socialisten, wier streven
het is de noodlijdenden op te zetten tegen de vermogenden - is het
nodig. dat elk privaat bezit ophoudt, om plaats te maken voor een
gemeenschap van goederen, die door vertegenwoordigers van de
gemeente en door de bestuurders van de Staten zou moeten worden
ingevoerd. Bij zulk een overdragen van alle bezit - zo beweren zij -
zouden alle misstanden kunnen worden verholpen, door het vermogen
en de voordelen ervan gelijkmatig te verdelen tussen de leden van de
gemeenschap. Intussen is het er verre van, dat een dergelijk program
ook maar iets tot oplossing van het waagstuk zou bijdragen; veeleer
zullen de werkende klassen er zelfs door worden benadeeld; bovendien is
het onrechtvaardig. omdat het inbreuk maakt op een rechtmatig bezit;
uiteindelijk is het tegen de orde in de Staat, ja het
bedreigt de Staten met algehele ondergang."
"Wanneer de socialisten er naar streven alle privaat bezit tot gemeengoed
te maken, dan moet het lot van de werkman worden verergerd in plaats van
verbeterd. Immers, aan de werkman wordt dan de bevoegdheid ontzegd om over
zijn verworven loon naar goeddunken te beschikken; hem wordt dan
het vooruitzicht en de macht ontnomen, om zijn kleine vermogen te
vergroten, en zich door vlijt tot een betere positie te verheffen. Wat
zwaarder weegt, het door de socialisten aangeboden geneesmiddel is
blijkbaar in strijd met de rechtvaardigheid, want het recht tot bezit
van privaat eigendom is de mens van nature geschonken."
"Juist omdat de mens met verstand begaafd is. zijn hem de goederen
niet enkel ten gebruike gegeven, gelijk aan de dieren, maar heeft hij
een persoonlijk recht op bezit, niet enkel van de dingen. die door het
gebruik verloren gaan. maar ook van zaken die, na gebruikt te zijn,
blijven bestaan. Dit wordt ons nog duidelijker, wanneer wij de natuur
van de mens in zich nader betrachten. - Daar de mens met zijn denken
ontelbare zaken omvat, en de tegenwoordige dingen met de toekomst
in verband weet te brengen, en meester is van zijn handelingen, ligt
het in zijn macht, uit de verschillende dingen die keuze te doen, welke
hij tot zijn eigen welzijn, niet enkel voor het tegenwoordige, maar ook
voor de toekomst het meest dienstig acht."
"Hieruit volgt, dat het recht op persoonlijk grondbezit bestaan moet;
er moeten rechten kunnen worden verworven, niet alleen op de
eigendom van hetgeen door de bodem wordt voortgebracht, maar ook
op de bodem zelf. Wat toch de mens een veilig voortbestaan van zijn
levensonderhoud ook in de toekomst waarborgt, dat is slechts de
grond met zijn voortbrengingskracht. Wendt nu de mens zijn
lichaams- en geesteskracht aan, dan verkrijgt hij daardoor juist de
eigendom over het gedeelte dat door hem werd bewerkt; hij heeft er
bij wijze van spreken het stempel van zijn arbeid opgedrukt. Het is
derhalve ten volle rechtmatig dat dit gedeelte van de grond zijn
eigendom - en zijn recht erop onaantastbaar blijven."