Van de redactieHonderd jaar geledenHet jaar 1891 was een belangrijk jaar voor de christelijk sociale beweging. Verontrust door maatschappelijke gevolgen van de technische vooruitgang en de nieuwe wijze van produceren, de accumulatie van kapitaal in handen van betrekkelijk weinigen, en de verarming van de grote menigte gepaard gaande met zedelijk verval was voor Paus Leo XIII aanleiding tot het doen uitgaan in mei 1991 van zijn encycliek Rerum Novarum. Beducht voor het opkomende socialisme met zijn aanvallen op de particuliere eigendom van de productiemiddelen verdedigt de Paus met een beroep op het natuurrecht de particuliere eigendom van alle productiemiddelen, de grond inbegrepen. De Amerikaanse maatschappijhervormer, Henry George (1839-1897), econoom met een duidelijk ethische achtergrond en gelovig christen en eveneens voorstander van de private eigendom vindt de verdediging van de Paus ongenuanceerd en bestrijdt in een lange open brief aan de Paus de rechtmatigheid van de private grondeigendom eveneens met een beroep op het natuurrecht. Met de opkomst van het socialisme komen eind negentiende eeuw overal op de wereld grondhervormingsbewegingen op gang. Zo in Nederland de Bond voor Landnationalisatie met de 'Grondpartij' van de georgist J. Stoffel, die ook de 'The condition of labour' (Het vraagstuk van de arbeid), vertaalde en de aanstoot gaf tot wat genoemd kan worden 'het Nederlands georgisme'. Wim Sweers maakt een selectie van zaken waarover in de encycliek Rerum Novarum uitspraken worden gedaan, evenzo uit 'Het vraagstuk van de arbeid', de brief aan de Paus en het commentaar van de Nederlandse georgist J. Stoffel. Met de verschijning van 'Die Reformation im Münzwesen als Druck zum sozialen Staat' in 1991 van Silvio GeselI wordt de grondslag gelegd voor een beweging die het sociale vraagstuk de bezitsaccumulatie bij enkelen en de verpaupering van de massa benadert vanuit de rol van het geldwezen. Niet aan de indruk kan worden ontkomen dat geld een steeds meer overheersende rol speelt in de verspillingseconomie, die natuur en milieu uitput en daarmee een belemmering vormt voor een leefbare toekomst. Willem Hoogendijk, beleidsmedewerker Stichting Milieueducatie en projectleider Moderne Economie (Promodeco) gaat in 'De aanjager van de groei-economie' nader in op de rol van het geld. In 'Kleine luyden en hun beweging' gaat Jelle Loosman, vakbondsbestuurder CNV in op de voorgeschiedenis van de christelijke sociale beweging en de beweging van christelijke arbeiders die geleid hebben tot de oprichting in 1909 van het C.N.V. Na honderd jaar Najaar 1991 staat geheel in het teken van christelijk sociale herdenking, bezinning en beweging in Nederland. De Nederlandse Georgistische beweging participeert daarin en wil met dit Grondvestnummer gespreksstof leveren die kan leiden tot beter begrip van ethisch-economisch handelen, verantwoord omgaan met de natuur die we niet gemaakt maar gekregen hebben om te verzorgen, te bewaren en door te geven aan hen die na ons leven. 'Grondrecht en Milieu' reeds eerder in het Grondvestbulletin verschenen, kan dienen als een voorlopig concept voor de inrichting van een duurzame economie. Kort voor zijn dood schreef prof. Hannes de Graaf 'De ethische achtergrond van het denken van Henry George, bestemd voor de bundel 'Grondrecht innen voor milieu en basisinkomen.' Dit stuk is in zijn geheel overgenomen. terug naar grondvest 3e kwartaal 1991 |