Stichting Grondvest
Grondvestnummer 1e en 2e kwartaal 2000.
HET VISIOEN VAN EDWARD BELLAMY
De Gouden Eeuwen liggen voor ons en niet achter ons.
Het jaar 2000, bezien vanuit 1887
Stel: Het is het jaar 2000 en je probeert je voor te stellen hoe de maatschappij er uit kan zien in 2113.
Van welke technische vooruitgang profiteert men dan, hoe is dan de verhouding rijk / arm en hoe gaan mensen dan met elkaar om? Honderddertien jaar vooruitzien, het is eigenlijk ondoenlijk - de weersverwachtingen kunnen we vaak niet eens met één dag vooruit voorspellen. Toch is dat het, wat de Amerikaan Edward Bellamy deed: honderddertien jaar vooruit zien. Hij schreef in 1887 een boek over de wereld die hij voorzag voor het jaar 2000! En nu het zo ver is, is het verlokkelijk zijn ideaalbeeld en de huidige realiteit naast elkaar te leggen.
Wie was Bellamy, wat wás zijn ideaal, wat heeft hij al teweeggebracht, en: wat komt er nog meer?
Edward Bellamy (1850-1898) was de zoon van een dominee in Chicopee Falls, Massachussetts. Op 18-jarige leeftijd maakte hij een reis door Europa, waar hij getroffen werd door de maatschappelijke tegenstellingen die de industriële ontwikkelingen veroorzaakten. Terug in Amerika constateerde hij dat de situatie daar niet veel beter was.
Hij studeerde rechten, werd tot de balie toegelaten, maar koos toch een andere weg: hij werd een sociaal bewogen journalist en literator. Als redactioneel medewerker werkte hij in 1871 aan de New York Evening Post en vanaf 1872 bij de Springfield Daily Union, schreef vier boeken en tal van artikelen en o.a. de notitie 'De religie der solidariteit'. Samen met z'n broer Charles richtte hij het driewekelijkse blad 'Penny News' op, wat later de 'Springfield Daily News' werd.
De sociale onlusten en onrechtsituaties brachten Bellamy tot het schrijven van 'Looking Backward', waarin hij een visie geeft op een betere, rechtvaardigere samenleving. Hij streeft een wereld na waarin iedereen gelijk is en iedereen het goede voorheeft, hetgeen o.a. resulteert in een gelijke verdeling van rijkdommen. Een wereld zonder criminaliteit, zonder verspilling, zonder klassenonderscheid, zonder geld, ambtenaren, reclame, legers, bankiers, handel, gevangenissen. Noem maar op. Een ideale wereld. Utopia.
Later schreef hij ook nog het vervolg, 'Equality' genaamd. In 1898 stierf Edward Bellamy aan tbc, 48 jaar oud.
In het kort iets over de inhoud van Looking Backward: Het is 1887. Hoofdpersoon in het boek is Julian West. Hij woont in Boston en is welgesteld. Regelmatig kan hij moeilijk in slaap komen en roept dan de hulp in van een hypnotiseur. Op de avond voordat hij trouwen zal met Edith Bartlett is het weer zover: in zijn ondergrondse slaapkamer brengt de hypnotiseur hem in slaap. Deze keer wel erg degelijk.
Boven hem brandt, tijdens zijn diepe slaap, het huis af en men veronderstelt dat hij is omgekomen. Op dezelfde plaats wordt weer een nieuw huis gebouwd. 113 jaar later woont ene dokter Leete in dat huis en als deze in zijn tuin een laboratorium wil bouwen, wordt bij graafwerk de kelder ontdekt, waarin Julian al die tijd in een soort comatoestand heeft gelegen. De dokter meldt hem voorzichtig dat het inmiddels 2000 is en neemt hem op in zijn gezin. Daar ontstaat dan het vraag- en antwoordspel dat het grootste deel van het boek uitmaakt, de discussies over hoe het vroeger was en vooral hoe het 'nu' is. Hoe de armoede is opgelost, de economische ongelijkheid is verdwenen, de achterstand van de vrouw opgeheven, enzovoort enzovoort.
Dokter Leete verwoordt Bellamy's eigen kritiek op de maatschappij van eind negentiende eeuw en hij beschrijft het 'nu', als het Utopia van het jaar 2000.
De eerste druk van Looking Backward verscheen in 1888 en werd enthousiast ontvangen. Al heel snel waren er meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Alleen van De negerhut van Oom Tom, van Harriet Beecher-Stowe, waren in de negentiende eeuw meer exemplaren verkocht. Dit enthousiasme leidde tot de oprichting van tal van Bellamy Clubs, de eerste al in 1889 in Boston. De leden wilden zich inzetten voor de praktische realisatie van Bellamy's ideeën. Mede door de geweldige opgang van zijn boek, leidde het er in Californië toe, dat daar zo'n zestigtal nationale clubs ontstonden en over geheel Amerika wellicht 10 maal zoveel. Ze kenden een korte bloeitijd, maar de meeste waren rond 1894 alweer ter ziele.
Al snel was het boek in diverse vertalingen ook in het buitenland bekend. De eerste Nederlandse uitgave In het jaar 2000 verscheen al in 1890 (in 1500 exemplaren). De vertaler, Frank van der Goes, vond dat het boek "meer wijsheid en waarheid bevat dan de Nederlandsche Staatshuishoudkunde ons in de vele en uitgebreide werken had gedoceerd." In 1932 werd in Nederland de Internationale Vereeniging Bellamy gesticht. Het was nadrukkelijk een vereniging zonder politieke strekking. In de statuten stond zelfs: "Het is de leden verboden, bij het voeren van propaganda of op vergaderingen in verband staande met het doel der vereeniging, regeeringen of personen of eenige partij, groep of beweging aan te vallen of te verdedigen."
Na een aantal zéér actieve jaren met landelijk gezien bijna 30.000 leden en nog veel meer sympathisanten verspreid over circa 87 plaatselijke afdelingen, met een eigen blad, lezingen, werkclubs en landdagen, was het in 1940 radicaal afgelopen toen de Duitsers binnenvielen. Na de oorlog was er wel weer een opleving. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 mei 1946, deed zelfs in negen van de achttien kieskringen een politieke afsplitsing van de Bellamy-vereeniging mee. Die zogenoemde Bellamy Partij behaalde echter niet genoeg stemmen voor een kamerzetel. Zowel deze Bellamy Partij als de Bellamy Vereeniging kregen niet meer de belangstelling van voor de oorlog terug en kwijnden langzaam weg.
In 1989 blies Piet van Gemerden de zaak echter weer nieuw leven in, door contact op te nemen met Bellamisten-van-toen. Met als resultaat dat de Bellamy-Vereniging vanaf dat moment weer actief werd. Weliswaar met een zeer bescheiden ledental (zo'n 40stuks) en nagenoeg iedereen was zeventig jaar of ouder, maar wel zéér gedreven. Dat het Utopia van Bellamy in 2000 niet gerealiseerd zou zijn, zagen zij natuurlijk allang aankomen. Maar hun oude ideaalbeeld bleef gehandhaafd. De helaas in 1999 overleden Van Gemerden was daar zeker van: "In alle lagen van de bevolking rijpt het besef dat de wereld straks niet meer leefbaar zal zijn, als niet snel wordt ingegrepen in natuur en milieu. Kijk naar wat er zich in de wereld afspeelt: het zijn de stuiptrekkingen van het kapitalistische stelsel." En: "Wat mij zo aantrok? Het economische Bellamy-stelsel is zo eenvoudig en duidelijk. Er is geen andere oplossing mogelijk dan wat hij voorstaat."
In Bellamy's visie is de mens bevrijd van 'het kapitalisme'; daarvoor in de plaats is er dan een maatschappij met economische gelijkheid voor iedereen. Het hele leven wordt geregeld door de centrale overheid. Land, fabrieken, andere kapitaalgoederen en communicatiemiddelen zijn eigendom van de gemeenschap. De leiders worden niet door het volk gekozen, maar door de ouderen met wijsheid en ervaring. Jongeren genieten onderwijs tot 21jaar. Werken doet men tot het 45ste jaar. Daarna kan men zich wijden aan 'de hogere uitoefening van onze krachten, de geestelijke en verstandelijke genietingen en bezigheden van het leven'.
Degenen die werken (in principe dus iedereen van 21 tot 45 jaar) vormen samen het 'arbeidsleger'. Dat bestaat uit gilden, die worden geleid door generaals. Daarboven staan tien opperofficieren en één hoofdaanvoerder die de president is. In de Bellamy-economie is er geen geld, geen handel, geen concurrentie en geen reclame of overproductie. Iedereen krijgt een creditcard (1887!), met een jaarlijks tegoed om ruim voldoende van te kunnen leven. Een eventueel overschot aan 't eind van het jaar komt te vervallen.
Met deze card kan men bij het gemeentemagazijn inkopen doen. Dat is een soort Kijkshop: er staat één exemplaar van alle artikelen, met bijbehorende informatie op een kaart. Er is geen personeel dat je tot kopen wil verleiden, maar wel deskundigen om indien gewenst advies te geven en het aanbod in alle magazijnen is gelijk. Een bestelling gaat per buizenpost naar het centrale stadsmagazijn en het artikel wordt kort erna ondergronds thuisbezorgd.
Vermeldenswaard hierbij is het feit dat momenteel in Leiden het gemeentebestuur, om de binnenstad leefbaar en bereikbaar voor personen en (goederen)vervoer te houden, een haalbaarheidsonderzoek heeft opgestart naar een O.L.S. (Ondergronds Logistiek Systeem).
Evenals in Leiden lopen er thans dergelijke O.L.S. haalbaarheidsprojecten in Utrecht, Arnhem / Nijmegen,
Tilburg, Aalsmeer / Schiphol / Hoofddorp en Limburg. En er is het Interdepartementale Projectorganisatie Ondergronds Transport, IPOT genaamd wat momenteel door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt geleid.
Het leven is enerzijds heel sober, anderzijds comfortabel. De privé-woningen zijn heel eenvoudig ingericht. Maar gemeenschappelijke ruimten zoals restaurants, ontspanningsgebouwen en bibliotheken ("voor de gezellige helft van ons leven," aldus dr. Leete) zijn weelderig ingericht.
Eten doet men voornamelijk buitenshuis. Het koken in privé-woningen vindt men verspilling van tijd en energie.
Er is volkomen vrijheid voor elke godsdienstige en ethische richting. De vrouw zal volgens Bellamy evenveel rechten en plichten hebben als de man. Een citaat uit In het jaar 2000: "Behoeft de vrouw die gaat trouwen dan niet het bedrijfsleven te verlaten?" vroeg ik. "Nee, evenmin als de man", antwoordde dr. Leete. "Waarom zou zij dit doen? De gehuwde vrouwen hebben immers geen huishoudelijke plichten van belang meer en hun echtgenoten zijn toch geen kleine kinderen die verzorgd moeten worden." En: "Natuurlijk zijn de vrouwen niet van de mannen afhankelijk."
Een paar van de technische vondsten van Bellamy (in 1887!):
- Een ondergronds logistiek systeem (OLS) zoals nu o.a. in Leiden wordt onderzocht
- Als het gaat regenen, schuiven automatisch daken boven de trottoirs
- Energiewinning uit getijdenkracht
- Vuilverbrandingsinstallaties
- Televisie: via een elektroscoop in combinatie met de telefoon kan men thuis van theatervoorstellingen genieten.
- Radio: in woon- en slaapkamers kunnen met een knop diverse muziekgenres en concerten ten gehore worden gebracht, evenals preken door populaire dominees
- Kerken en concertzalen trekken nog maar weinig bezoekers
- Credit cards!
In Bellamy's samenleving zijn de mensen van harte tot het goede geneigd. Alle mensen zijn solidair. 'A new fraternal civilization' noemde Bellamy het, een nieuwe broederlijke beschaving. De sterke moet er voor de zwakke werken. Gehandicapten en zwakkeren hebben hetzelfde inkomen als de overige arbeiders. Niemand kan en wil zich nog verrijken ten koste van anderen. "Niemand staat zo hoog, dat hij een trotse toon tegen een werkman van de allerlaagste klasse zou durven aanslaan. Ambtenaren en regeringspersonen zijn niet alleen in naam, maar wérkelijk de helpers en dienaren van het publiek. Het is zeldzaam, als het volk aanleiding heeft om een hoge ambtenaar anders dan dankbaar te zijn", zegt dr. Leete.
De ongelijke verdeling van kennis en beschaving wordt onmenselijk gevonden. Dr. Leete zegt: "Wij geloven dat het mensdom voor het eerst de verwezenlijking van Gods ideaal nabij komt." Een dominee zegt in In het jaar 2000: "De menselijke natuur is in haar wezenlijke trekken goed, niet slecht. De mensen zijn in hun natuurlijke bedoeling en structuur edelmoedig en niet zelfzuchtig, barmhartig en niet wreed, medelevend en niet arrogant, godgelijk in hun streven, bezield met goddelijke impulsen van tederheid en zelfopoffering."
Julian West voelt zich gegeneerd bij zoveel goedheid en vooruitgang, hij voelt zich beschouwd als een vertegenwoordiger van een veracht tijdperk, 'een aangespoeld schepsel'. Wat heb ik vroeger gedaan om het onrecht te verkleinen, vraagt hij zich af.
Bellamy oogstte zeer veel enthousiasme, maar ook veel kritiek. Een luchtkasteel, met wolken als fundament, zo reageerde zijn tijdgenoot Henry George. Van de Duitser H. Erdmannsdörffer verscheen in 1891 in Nederland al een boek waarin hij Bellamy's ideeën verwierp: "Het zou heerlijk zijn, maar het zal niet gebeuren! Het eist een rijpheid van geest bij de gehele bevolking, zoals wij ze thans nog in de verste verte niet bij het volk bemerken".
De Nederlandse socialistische krant Het Volk schreef in 1938 dat de Bellamisten een zwak werkelijkheidsbesef hadden. Prof. J.W. Schulte Nordholt zei 16 maart 1990 in een paginagroot artikel over Bellamy in Trouw: "Ja, het is het koninkrijk der hemelen op aarde, vermengd met een stevige scheut Marx." Katholieken werd indertijd afgeraden Bellamyaan te worden. Maar er waren wel christen-Bellamyanen; "Wij roepen onze geloofsgenoten op, onze rijen te komen versterken." Zij vonden dat de Nieuwe Gemeenschap 'gegrondvest is in het Evangelie en beantwoordt aan de Wet der Naastenliefde'.
Nog even terug naar Edward Bellamy zelf. Na een kritische recensie in de Bostonse krant The Transcript schreef hij een ingezonden brief, op 30 augustus 1888, waarin hij zijn bedoeling nog eens uitlegt: "Hoewel het de vorm heeft van een fantasierijke romance, is Looking Backward in alle ernst bedoeld als een voorspelling, in overeenstemming met de principes van de evolutie, van het volgende stadium in de industriële en maatschappelijke ontwikkeling van de mensheid."
Bellamy vindt dat er aanwijzingen zijn voor "de impliciete voorspelling dat de dageraad van het nieuwe tijdperk al aanstaande is en dat de volle dag snel zal volgen. Alle nadenkende mensen zijn het er mee eens dat de huidige samenleving voor grote veranderingen staat. De enige vraag is, of die ten goede of ten kwade zullen zijn. Degenen die geloven in de wezenlijke goedheid van de mens neigen naar de eerste visie, degenen die geloven in zijn wezenlijke slechtheid, naar de tweede. Wat mij betreft, ik hou het op de eerste mening.
'Looking Backward' is geschreven in de overtuiging dat de Gouden Eeuwen vóór ons liggen en niet achter ons, en dat ze niet ver weg zijn. Onze kinderen zullen het zeker zien, en wij ook, als we het verdienen met ons geloof en ons werk."
12 hoofdpunten uit Bellamy's ideeën over economie:
- Een volk is niet welvarend zolang niet iedereen gelijkelijk in de welvaart deelt.
- De hulpmiddelen tot het scheppen van welvaart behoren in handen te zijn van de gemeenschap.
- Het voornaamste middel tot welvaart is arbeid. De gemeenschap heeft recht op de arbeid van al haar leden.
- Geen enkel individu heeft uitsluitend rechten. Iedereen heeft ook plichten tegenover de gemeenschap.
- Arbeidsplicht rust op iedereen, en dus kan niemand het recht op arbeid of het recht op het geproduceerde onthouden worden.
- De vrouw heeft dezelfde rechten en plichten als de man. De arbeid in het gezin strekt tot nut van de gemeenschap en is dus gelijkwaardig aan iedere andere arbeid.
- Het is de plicht van de meest begaafden en sterkeren om betere of meer arbeid te verrichten dan iemand die naar lichaam of geest zwakker is.
- De moeilijkheid van arbeid wordt niet vertaald in meer loon, maar in minder arbeidsuren.
- Het gelijk aandeel in de gemeenschappelijke welvaart is het onvervreemdbaar eigendom van iedereen, levenslang.
- Ieder mag zijn aandeel besteden naar eigen keuze.
- Het aanbod van goederen wordt geregeld door de vraag ernaar.
- Omdat machines een zeer belangrijk middel tot productie zijn, behoren zij toe aan de gemeenschap, net als spoorwegen, telegraaf, telefoon, enz.
Er zijn veel voorspellingen gedaan voor het jaar 2000. De meeste, zelfs van een paar jaar geleden, zaten er naast. Ook het toekomstbeeld dat de visionair Bellamy schetste is er niet gekomen. De technische vooruitgang die hij voorspelde in 2000, zit er dichter bij dan de sociale situatie. Maar wat wil je: 113 jaar…
Echter: dat het er niet van gekomen is, wil niet zeggen dat zijn gedachten ons niet zouden kunnen helpen om ons te bezinnen op de huidige sociale en economische verhoudingen. Want wat we er met z'n allen tot nu toe wél van gemaakt hebben, blijkt in het jaar 2000 immers nog steeds verre van ideaal. En visionaire mensen, ook utopisten, blijven nodig. In augustus 1999 zei prof. Elisabeth Mann, dochter van Thomas Mann, in een interview met Vrij Nederland o.a : "Natuurlijk, van idealen alleen kunnen we niet leven. Die moeten wel verbonden worden met de economische realiteit." Maar ze zei ook: "De utopisten van vandaag zijn de realisten van morgen, en de realisten van vandaag liggen morgen in hun graf."
Ook op Internet is het nodige te vinden over Bellamy. Bijv. op
http://www.sjsu.edu/faculty/wooda/bellamy.html van Andrew Wood, ass.professor aan de San José State University, met o.a. een afbeelding van het handschrift van de eerste pagina van 'Looking Backward'.
Commentaar op Bellamy biedt www.chalcedon.edu/report/97aug/s11.htm.
Teksten van andere publicaties van Bellamy, zoals The Blindman's World (1886) en With the eyes shut (1889) zijn te vinden op www.mtroyal.ab.ca/programs/arts/english/gaslight/bellamy.htm.
De Nederlandse Bellamy vereniging is te vinden op
http://www.bellamy.nl
Het Bellamy-visioen is geen werkelijkheid geworden in 2000. Hoe moet het nu verder vroeg de schrijver aan de huidige secretaris van de Bellamy Vereniging Bernd Missal uit Roosendaal. Komt het er in de komende 113 jaar van?
Missal: "Als we blijven doorgaan zoals nu: nee; dan halen we als mensheid het volgende millennium niet eens. De kritiek van Bellamy van toen op de economie en samenleving, is in principe nog steeds geldig. Alles is op geld gebaseerd; wie geen geld heeft telt niet mee. Dit is economische discriminatie.
Bellamy bezag de hele samenleving als één geheel. Wij kijken alleen maar naar geldelijke winst. We nemen van de natuur, bekommeren ons niet om het afval, schuiven de problemen op toekomstige generaties af. We kijken niet verder dan de waan van de dag en de beurskoersen van morgen.
We verliezen nu zoveel door concurrentie, reclame, files, banken, verzekeringen, advocaten, politie, leger, werkloosheid en WAO'ers, noem maar op. Het gemiddelde inkomen, dus het inkomen van iedereen zou wel drie tot vijf maal het huidige modale inkomen kunnen bedragen, indien we voor een rechtvaardige, eenvoudige en efficiënte economie of samenleving zouden kiezen."
"Nee, ik heb niet het gevoel een Don Quijote te zijn. We moeten proberen de ogen van mensen te openen. Je kunt niemand dwingen. Het inzicht moet winnen. Er is een bewustzijnsontwikkeling nodig en ik vind dat wij daarvoor voorbeelden nodig hebben, een echte elite die ons laat zien hoe we zinvol kunnen leven, in overeenstemming met de natuur en niet er tegenin. De utopie van Bellamy zou de weg naar een oplossing kunnen wijzen. Maar op dit moment staan we er bij wijze van spreken nog lichtjaren vanaf."
Wat kan een vereniging met maar vijfenveertig leden nog betekenen?
Missal: "We weten nog niet precies wat we vanaf 2000 willen. Er is een aanzet om te veranderen, maar pas sinds kort. Er is nu een bezinning gaande in de Vereniging over hoe het verder zou kunnen."
Wel signaleert hij dat op diverse plekken in de samenleving heel wat mensen vaak op kleine schaal bewust bezig zijn met veranderingen: op politiek-sociaal gebied, op milieugebied, in de kerken en bij de vredesbewegingen.
"We moeten ideeën bij elkaar brengen, de bewegingen op één lijn zien te brengen en de gemeenschappelijke basis aantonen. Dat zou de uitdaging voor de Bellamy Vereniging kunnen zijn in de komende jaren. Of daar dan het 'Bellamy' etiket op zit is voor mij van minder belang. Het gaat om de inhoud, om de mentaliteit."
Van buitenlandse Bellamy verenigingen zal de inspiratie niet komen: die bestaan niet meer, waarschijnlijk zelfs niet eens meer in bakermat, de Verenigde Staten. "Het zou heel goed kunnen zijn, dat wij in Nederland nog de enigen zijn."
Vijfenveertig mensen op zestien miljoen inwoners, moet je dan niet ophouden?
Missal: "Dat heb ik me ook afgevraagd. Maar het is jammer als je moet ophouden met iets dat bestaat.
Het zou al voldoende zijn als de visie op een echte samen(!)leving niet verloren zou gaan. Als een samenleving van de gelijkheid niet tot stand komt, blijven we op z'n best voortmodderen van beurskrach naar oorlog, naar milieuschandaal, naar hongersnood…"
Missal: "Je kunt een Bellamy-samenleving (of Bellamy-economie of economie van de gelijkheid) onder verschillende aspecten bekijken":
-
Een economie van de gelijkheid werkt volgens het principe van 'gun een ander alles wat je jezelf ook gunt'. Dit is in de praktijk niets anders dan de christelijke naastenliefde.
- Een economie van de gelijkheid zou je even goed een boeddhistisch georiënteerde samenleving kunnen noemen. Het individuele en groepsegoïsme als oorzaak van alle ellende maakt plaats voor aandacht voor de medemens en gemeenschapszin.
- In een economie van de gelijkheid worden de humanistische idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap werkelijkheid.
- Een economie van de gelijkheid is noch kapitalistisch noch communistisch maar heeft een extra dimensie nl. menselijkheid. Naast het rationele, verstandsmatige materialisme kent een samenleving die gebaseerd is op het gelijkheidsprincipe ook nog het hart als absoluut en onvervreemdbaar kenmerk van elke mens. Praktisch uit zich dat in de liefde voor en de volledige acceptatie van de medemens.
- Een economie van de gelijkheid kent geen 'winners' en 'loosers' maar enkel en alleen 'winners'. Er is namelijk sprake van een win-win situatie. Niemand staat er buitenspel, iedereen levert zijn bijdrage aan de algemene welvaart en dus zijn eigen welvaart. Eigen nut en maatschappelijk nut zijn geen tegenstellingen meer.
- Een economie van de gelijkheid is een eenvoudige, rechtvaardige samenleving. De eenvoud van de economie maakt het beheersbaar, in tegenstelling tot de huidige economie, die even onvoorspelbaar, onbestuurbaar en soms even destructief is als het weer. Het maakt een extreem efficiënte, stabiele samenleving mogelijk.
- Een economie van de gelijkheid opent perspectieven die de huidige economie nooit zal kunnen realiseren: een menselijke samenleving, een toekomstperspectief voor het menselijk ras door een duurzame en ecologisch verantwoorde economie. We kunnen voor iedereen alle materiële behoeften vervullen die wij zinvol, betaalbaar en ecologisch verantwoord achten. De middelen en de techniek hebben wij; het is allen een verdelingsvraagstuk.
INTERNATIONALE VERENIGING BELLAMY
Voorzitter: H. Wissink, Prinses Beatrixstraat 26-1, 7551BL Hengelo (OV), 074-2429694.
Penningmeester: Mevr. G. Rijpstra-Breuker, Meamerterdijk 1a, 8831XZ Winsum Fr., 0517-341315.
Secretaris: B. Missal, Dubbelberg 36, 4708DJ Roosendaal, 0165-547535.
Redactieadres kwartaalblad: P. Hendriks, Van Baerlestraat 61, 2802 GM Gouda, 0182-529355.
De Nederlandse uitgaven In het jaar 2000 (Looking backward) en Economische gelijkheid (Equality)
zijn samen voor ƒ 25,- + portokosten, verkrijgbaar bij mevrouw G. Rijpstra-Breuker (adres boven) giro 21005
(Het complete archief van de Nederlandse Bellamy-Vereniging is ter inzage overgebracht naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam, 020-6685866)
Samenstelling en productie/redactie coördinatie: Peter Hendriks, Gouda
Omslag tekening: Leendert Masselink, Amsterdam
Fotobijschriften:
- Edward Bellamy
- Terugblik uit het jaar 2000 en Economische gelijkheid.
- Raambilletje voor de Landdag van 15 juni 1947 in het openlucht theater Birkhoven te Amersfoort
- J. Horsmeier jr., Landelijk voorzitter houdt de openingsrede.
- Rotterdamse gemengde zangvereniging "Bellamy".
- Het pseudo-Russiche Dubbelmannenkwartet "De Diborki's".
- 8/9 Propaganda ansichtkaart en -bijsluiter.
- Uittreksels van "In het jaar 2000" en "Gelijkheid voor allen".
- Uittreksel "Grondslagen voor een nieuwe maatschappij".
- Heroprichter Piet van Gemerden.
- Raambiljet waarmee de Nederlandse vertaling van het tweede boek van Bellamy destijds onder de aandacht van het publiek werd gebracht.
Vervolg van dit nummer