Dat de verzorgingsstaat wordt beëindigd staat vast. De vraag
is op welke wijze komt hij aan zijn einde? Het kan zijn dat de
verzorgingsstaat wordt opgeruimd, omdat hij de verdere ontplooiing van
de markteconomie hindert. Die operatie mondt uit in een harde wereld met
samenlevingen welke gedicteerd worden door een economie die veel mensen
weinig bestaanszekerheid biedt en die de oorlog tegen de natuur opvoert.
Het is echter ook mogelijk dat de verzorgingsstaat op een andere wijze aan
zijn einde komt. Hij zou kunnen verdwijnen als wereldwijd sociaal-ecologische
samenlevingen ontstaan met een economie die niet de dienst uitmaakt, maar
dienstig is aan het gelukkige voortbestaan van mens, samenleving en natuur.
Onze eigenzinnige bijdrage aan het debat over de verzorgingsstaat
draagt als titel: Het gelukkige einde van de verzorgingsstaat. Het
boek geeft in kort bestek een overzicht van de vanzelfsprekendheden, de
twijfels en de alternatieven die een rol
spelen in het debat over de toekomst van de verzorgingsstaat. Dat
de naoorlogse verzorgingsstaat onhoudbaar is, behoeft voor ons
geen betoog: hij is te zeer gebouwd op de uitbuiting van de arbeid
en op de uitputting van de natuur. Dat wil allerminst zeggen dat
wij de huidige politiek onderschrijven die de verzorgingsstaat wil
behouden door hem af te breken. Dat gaat ten koste van de mensen
die deze verzorgingsstaat het hardste nodig hebben en het
ondermijnt de sociale samenhang. Juist om een dergelijk grimmig
einde van de verzorgingsstaat te voorkomen zoeken wij naar wegen
om als moderne samenleving op een fatsoenlijker wijze aan de
verzorgingsstaat voorbij te komen. Dat is het thema van ons boek
over het gelukkige einde van de verzorgingsstaat.
Het eerste hoofdstuk begint met een korte samenvatting van de
studie die Karl Polanyi in 1944 schreef over de toekomst van de
markteconomie in de negentiende eeuw. Daarin wordt uiteengezet hoe
deze economie losgroeide van de samenleving, hoe deze hierdoor
werd bedreigd, maar zich uiteindelijk wist te redden door de
losgeslagen markteconomie te temmen. Met de naoorlogse
verzorgingsstaat leek de overwinning van de samenleving op de
markteconomie definitief bezegeld: het kapitalisme kreeg een
menselijk gezicht. De verzorgingsstaat bleek echter een
noodzakelijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de
markteconomie. Nu het kapitalisme zijn menselijk gezicht verliest
en opnieuw de samenleving dreigt te ontwrichten, staat deze weer
voor de vraag hoe greep te krijgen op de markteconomie.
Hoe centraal de positie is die de markteconomie inneemt blijkt uit
een studie van twee Angelsaksische wetenschappers, George en
Wilding, over de ideologische denkbeelden achter de
verzorgingsstaat. Ze onderscheiden zes ideologische stromingen:
nieuw-rechts, midden, sociaal-democratie, marxisme, feminisme en
groenen. Het tweede hoofdstuk bevat per ideologische stroming een
kort overzicht van de denkbeelden en de voorstellen die typisch
zijn voor deze stroming.
In het derde hoofdstuk wordt een indruk gegeven van het
Nederlandse debat. Dat gebeurt aan de hand van een artikelenreeks
over de toekomst van de verzorgingsstaat. De strekking van de
verschillende artikelen wordt kort weergegeven. Daarna volgen
enkele conclusies en observaties over het Nederlandse debat: er is
sprake van een algemeen opschuiven in de richting van
nieuw-rechts; de verhouding staat/markt wordt weinig
geproblematiseerd; gekozen wordt voor een individualistische
insteek; de marxistische analyse ontbreekt geheel; de
feministische en groene invalshoeken zijn weinig onderbouwd;
uitkeringsgerechtigden worden niet gehoord.
In hoofdstuk vier wordt duidelijk dat de algemene strekking van
het Nederlandse debat over de verzorgingsstaat minder eenduidig is
dan in het voorafgaande hoofdstuk is gesuggereerd. In alle
stromingen leven tegengeluiden. Ze geven aan dat er twijfels leven
omtrent de gepastheid van het overheersende marktdenken. Er wordt
gezocht naar nieuwe denkrichtingen. Uiteengezet wordt hoe het
nieuw-rechtse streven naar een minimale staat, consequent
doorgedacht en verrijkt met humanistische impulsen, toch weer kan
leiden naar een volgroeide verzorgingsstaat. Vanuit het politieke
midden komen opvattingen over gemeenschap en moraliteit.
De sociaal-democratie ziet de verzorgingsstaat als een vorm van
beschaving en wijst op het belang ervan voor het behoud van de
huidige samenleving. Marxisten zouden kunnen wijzen op het weer in
werking treden van het mechanisme van het arbeidsreserveleger.
Feministen pleiten voor de gendering van de verzorgingsstaat en
vragen aandacht voor de zorgarbeid. Een groene,
sociaal-ecologische benadering van de verzorgingsstaat heeft nog
weinig substantie.
Per ideologische stroming behandelen we een of meer auteurs die
vraagtekens plaatsen bij de neo-liberale consensus over de
toekomst van de verzorgingsstaat. Deze auteurs nemen verschillende
invalshoeken en gaan uit van verschillende vooronderstellingen.
Toch hebben ze een belangrijk punt gemeen: de toenemende twijfel
over de wenselijkheid van de dominantie van de markt. Bij het
vertalen van deze twijfel in beleidsvoorstellen blijven ze evenwel
binnen het raamwerk van de markteconomie. Dat lijkt realistisch,
maar is het niet. Gesteld voor de hedendaagse problemen van
groeiende armoede en dreigende natuurdegradatie volstaat het
gangbaar realisme van het haalbare niet meer. Wat we nodig hebben
is een gevoel voor het mogelijke en het noodzakelijke, een
maatschappelijke filosofie van de hoop. De paradoxen van de
verzorgingsstaat kunnen pas echt worden opgelost als de opkomende
twijfel wordt geradicaliseerd, als de kritiek op de markt
doorgetrokken wordt in begrippen die een weg wijzen voorbij de
verzorgingsstaat.
In hoofdstuk vijf presenteren we per ideologische stroming een
begrip dat het in zich heeft om de twijfels die binnen deze
stromingen leven te radicaliseren en aldus de weg te wijzen naar
een goede samenleving voorbij de huidige verzorgingsstaat. Het
nieuw-rechtse streven naar onafhankelijkheid kan op vernieuwende
wijze worden omgevormd tot een erkenning van bevrijdende
afhankelijkheid. De nadruk die door het midden wordt gelegd op
normen en waarden kan worden ontdaan van haar individualistische
inslag en worden toegepast op het terrein van de maatschappelijke
productie. Dat kan een aanzet zijn tot het ontstaan van een morele
economie.
Solidariteit wordt nu gerealiseerd op basis van een wantrouwende
voorwaardelijkheid: zodra je in staat bent op jezelf te staan,
trekken wij onze steun in. De huidige situatie van overvloed maakt
dit wantrouwen overbodig. De herontdekte sociaal-democratische solidariteit kan
post-schaarste worden. Het marxistische idee van de maakbaarheid
kreeg in het 'reëel bestaande alternatief' een veel te
mechanistisch en centralistisch karakter. Nu de verdere voortgang
van de markt voor steeds meer mensen ook niet het beloofde Eden
brengt, krijgen idealen en utopieën opnieuw een kans en kan weer
gestreden en gepland worden voor menselijke vooruitgang.
Dank zij de economie van de betaalde arbeid krijgen veel mensen in
de welvarende landen een overdaad aan spullenwelvaart.
Tegelijk merken ze dat er een groeiend gebrek ontstaat aan zaken die
werkelijk nodig zijn voor een goed leven. Naast schone lucht,
zuiver water en gezond voedsel zijn dat met name 'producten' die
de onbetaalde zorgarbeid levert: rust, ontmoeting, inleving. De
aandacht die door de vrouwenbeweging wordt gevraagd voor zorg
naast arbeid, kan geradicaliseerd worden in het begrip bewarende
arbeid: zorg is arbeid en arbeid moet zorgend van aard zijn. De
aandacht in de milieubeweging voor het milieu kan worden
uitgebouwd tot een beter begrip van natuur. In het begrip vrije
natuur komt tot uiting hoezeer de evolutie bestaat uit een eenheid
van mens, samenleving en natuur.
In het zesde hoofdstuk vatten we onze visie nog eens kort samen.
Alle zes ideologie-kritische posities ten aanzien van de
verzorgingsstaat bevatten waardevolle elementen voor de
beantwoording van de vraag naar het behoud van de verzorgingsstaat
en geven tevens aanwijzingen voor een situatie ná de
verzorgingsstaat. We hebben willen aantonen dat de kritiek verder
moet worden ontwikkeld, opdat de vraag naar de toekomst vàn de
verzorgingsstaat een vraag wordt naar een toekomst ná de
verzorgingsstaat.
Het boek Het gelukkige einde van de verzorgingsstaat kan men bestellen door
f 18.50 (minima f 12.50) over te maken op Postbanknr. 260 74 54 t.n.v. CISO, Utrecht
Voor België: Bfr 370 (minima Bfr 250) naar PR 000-1648401-80
t.n.v. CISO, Utrecht
Stichting Grondvest propageert de visie van Henry George over een sociale en vrije maatschappij