Een (nieuwe) opstand der burgers dreigt
,,Europa bevindt zich in een pre-Fortuyn stadium. Onder burgers
groeit het onbehaaglijke gevoel dat ze met de Europese Unie in een
voortdenderende machine zitten die ook nog eens wordt bestuurd door
mensen in wie zij zich niet herkennen. Die bestuurders stellen
bovendien dat er geen weg terug is, terwijl de bevolking is gevraagd
of we deze weg wel in moeten slaan. De Europese Unie is door een
soortgelijke politieke correctheid omgeven als tot voor kort de
multiculturele samenleving.
De Unie heeft inmiddels een taboe-karakter gekregen. We worden
bang gemaakt voor het ongewisse buiten de bestaande orde, men
zinspeelt op het risico van uitstoting en verderf en op wraakacties
van leden van de groep: men zal onze diploma's niet meer accepteren,
onze bedrijven krijgen elders geen voet meer aan de grond enz.
Ondertussen grijpt Europa met zijn regelgeving steeds dieper in het
maatschappelijk leven in, terwijl datzelfde Europa steeds minder
duidelijk weet te maken wat het gemeenschappelijk goed is dat
daarmee wordt gediend. Goed bestuur vereist binding met de mensen
die je bestuurt en de ervaring van een gemeenschappelijk goed, of
het nu om een bedrijf gaat of om een staat.
Hoeveel controlemechanismen er ook worden uitgedacht, Europees
bestuur kan uiteindelijk niet democratisch worden, omdat de
saamhorigheid van een
demos (volk) ontbreekt. In plaats
daarvan komen er belangengroepen, lobbyorganisaties, nationale en
regionale afvaardigingen, zogenaamde 'objectieve' deskundigen en hun
organisaties. Daarin ligt voortdurend het gevaar op de loer van
vervreemding, maar ook van corruptie en vriendjespolitiek. Dat kan
op den duur niet zonder gevolgen blijven.
Een opstand der burgers kan zich op verschillende momenten
manifesteren. Bij een ingrijpende economische crisis kan er
bijvoorbeeld spontaan verzet komen tegen de financiële afdrachten
aan Europa ('We willen vangen' is een kreet die je nu al steeds
vaker hoort) of tegen allerlei goedkope arbeidskrachten uit
Oost-Europese landen. We hebben onlangs gezien hoe de Fransen te
hoop liepen tegen de Dienstenrichtlijn. Het past bij het beeld dat
ook uit tal van enquêtes in lidstaten over de Europese Unie naar
voren komt. Daaruit blijkt dat de Europese samenwerking door burgers
voornamelijk wordt gezien als een project dat primair het
eigenbelang dient, ter vergroting van de eigen welvaart.
Oost-Europese collega's zeggen me dat openlijk. De solidariteit
tussen burgers in Europa is, als het erop aankomt, heel dun, zeker
in een uitgebreide Europese Unie. Ik prefereer daarom een lossere
vorm van samenwerking binnen Europa, juist om een verwijdering
tussen bestuur en cultuurgemeenschappen tegen te gaan.
Waartoe een dergelijke verwijdering kan leiden, bleek in
Nederland al aan het einde van de paarse regeerperiode in 2002. De
Europese Unie is een stap op weg naar verdere integratie, terwijl
eigenlijk de voortdenderende machine een halt toegeroepen moet
worden.
Balkenende zei over dit thema:
Ik begrijp best dat voor
sommigen Europa te abstract is, maar is het dan terecht om maar
negatief tegenover Europa te gaan staan?
Europese Unie is in deze vorm niet nodig
Oorlog : ,,Het feit dat we in de tweede helft van de
twintigste eeuw geen oorlog hebben gekend tussen lidstaten van de
Europese Economische Gemeenschap, geeft al aan dat we daar geen
Politieke Unie voor nodig hadden. Er zijn heus andere mogelijkheden
van goede samenwerking en nabuurschap. Je hoeft daarvoor niet per se
een aanzienlijk deel van je soevereiniteit over te dragen aan het
instituut Europa. Moeten we anders soms vrezen voor een oorlog met
buurlanden van de Unie? Het recente gebruik van het oorlogsargument
wijst op het bovengenoemde taboe-karakter van de Unie. Minister
Donner hield ons met verwijzing naar Joegoslavië de keuze voor: het
is óf de Unie óf een kans op oorlog. Dit is in feite populisme, dat
de discussie vertroebelt.
Niet langer vormen vrijheid en gemeenschapsgevoel het motief om
ons tot de Europese Unie te bekennen, maar wantrouwen, angst en
eigenbelang. Het onverstandige aan Donners vergelijking is bovendien
dat uitgerekend de oorlog in Joegoslavië een voorbeeld is van een
conflict waarin verschillende cultuurgemeenschappen zich niet langer
meer herkennen in de overkoepelende institutionele eenheid waardoor
ze bestuurd worden. Het overgrote deel van de oorlogen die we de
laatste decennia hebben meegemaakt, waren juist burgeroorlogen.
Gemeenschapsgevoel is niet af te dwingen door wetten en instituties,
leerde Aristoteles (384-322 voor Chr.) ons al. Mijn centrale punt is dat de huidige en
voorgestelde institutionele kaders van Europa niet stroken met wat
er op dit moment cultureel bezien mogelijk en wenselijk is.
Misschien in de toekomst wel wie zal het zeggen -, maar nu niet. En
precies dat veroorzaakt op termijn spanningen tussen groepen. Daarom
vind ik het huidige Europese project onverantwoord, zowel qua inhoud
als gezien de omvang van de Unie.''
Welvaart: ,,Er zijn veel welvarende Europese staten die
voor hun rijkdom de EU niet nodig hebben, zoals Noorwegen en
Zwitserland, of buiten de eurozone staan, zoals het Verenigd
Koninkrijk en Zweden. Een aanzienlijk deel van onze welvaart is niet
te danken aan de Europese Unie, maar eerder aan de zich snel
ontwikkelende wereldmarkt, waarin Amerika nog steeds een sleutelrol
vervult.
Het proces van globalisering zoals zich dat de laatste decennia
heeft voltrokken, heeft bovendien het denken in grote regionale
machtsblokken ondermijnd. Dat model is achterhaald. Nationale staten
als India en China worden inmiddels als bedreiging gezien, niet de
ASEAN. Ook een succesvolle economie als die van Singapore had echt
geen Aziatische Unie nodig om zich te ontwikkelen.
De investeringsstromen, maar ook research en development, krijgen
een mondiaal karakter. Dan kun je je afvragen of het voor Europa wel
voordelig is om zich als zelfstandig blok te definiëren, met alle
gedetailleerde en uniformerende regelgeving daarbinnen.
Globalisering vraagt juist om wendbaarheid en snelheid, om te kunnen
inspelen op snel veranderende situaties in een bepaald gebied. Dan
is het geen voordeel voor lidstaten om aan een blok met uniforme
regelgeving vast te zitten. Voor een echt flexibile unie zijn de
geografische en sociaal-culturele situaties in de lidstaten te
verschillend. Zo is de huidige milieurichtlijn een typisch voorbeeld
van uniformering die wel voorbij moet gaan aan de Nederlandse
situatie. Als kleine bestuurlijke eenheid die in hoge mate autonoom
is, kun je veel beter inspelen op veranderingen en problemen zoals
ook Auke Leen betoogde in navolging van de conservatieve filosoof
Hayek (
Opinie en Debat, 16 april). Dat is een groot voordeel
boven een log blok in die geglobaliseerde markt. Uit studies naar de
Nederlandse economie is bovendien gebleken dat de Europese
regelgeving het vestigingsklimaat in Nederland nadelig heeft
beïnvloed. Hoe dan ook, economie kan en mag niet los worden gezien
van het karakter van een cultuur dat gebeurt nu veel te veel.''
Terrorismebestrijding: ,,Als er ergens een objectieve
noodzaak gevoeld moet worden tot Europese samenwerking, is het daar.
Dat het terrorisme nu zo naar voren wordt geschoven als argument
voor de Unie, hangt weer samen met het genoemde taboe-argument:
zonder Europa breekt de pleuris uit. Terrorisme is evenwel geen
probleem dat tot Europa beperkt blijft en vraagt juist om mondiale
samenwerking. Bovendien werkt Europa zichzelf op dit punt ook tegen.
Door het vrije verkeer van personen, goederen en diensten is ook de
vrijheid voor terroristen en georganiseerde misdaad enorm
toegenomen. Niets voor niets zie je toch hier en daar weer controles
terugkeren, en douanepostjes. Die grenzen hebben dus wel degelijk
zin. Smokkel, het verhandelen van porno, drugs, wapens en zelfs
kinderen is veel gemakkelijker geworden. Dat probleem wordt alleen
maar groter bij uitbreiding van de Unie.''
Tegenwicht tegen de VS: ,,Daar zal het niet zo snel van
komen. Om als tegenwicht echt iets voor te stellen, moet Europa zich
als saamhorige eenheid manifesteren. Tot nog toe zag je binnen
Europa juist een sterke verdeeldheid als het erom ging een antwoord
op een Amerikaans optreden te formuleren, zoals in Irak. De oorlog
op de Balkan veroorzaakte eerder een verlammende verdeeldheid binnen
Europa, die terug te voeren was op oude historische banden van
sommige lidstaten, zoals Duitsland met Kroatië. Ook is de relatie
van Engeland en Nederland met de VS weer heel anders dan die van
Frankrijk. Bovendien heeft Europa duidelijk geen ambitie om een
militaire macht van betekenis te worden. De uitgaven voor defensie
steken schril af bij die van Amerika.''
Milieuvervuiling gezamenlijk bestrijden: ,,Daarvoor alleen
heb je geen Unie nodig. Dat kan ook via verdragen en eventueel een
gezamenlijk milieufonds. Je zou het milieubeleid zelfs vanuit het
schadebeginsel kunnen opbouwen: wij ondervinden schade van wat
jullie in de rivier lozen.''
Balkenende zei over dit thema:
Ik was vorig jaar in Normandië
bij de herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog. Als je daar bent,
dan besef je pas welk groot goed het is dat Europa zo lang zonder
oorlog heeft gezeten.
Europa holt de solidariteit uit
De laatste eeuw hebben wij in West-Europa de solidariteit tussen
burgers via de nationale staat, later de verzorgingsstaat,
georganiseerd. De burger voelde zich ermee verbonden, en zijn
emancipatie als vrije burger ging gepaard met een zeker sociaal en
nationaal bewustzijn. Dat zag je bij het socialisme, maar ook bij
een emancipatiepartij als de ARP. Er groeide een vanzelfsprekendheid
dat je mensen in arme streken van jouw land hielp.
Het was dan ook de staat die de onderlinge solidariteit van
burgers via het belastingstelsel en andere wetgeving organiseerde.
Als die natiestaat mede door een steeds dieper ingrijpen van Europa
op de achtergrond raakt wat bijvoorbeeld ook al is gebeurd door de
gedwongen privatisering van nutsbedrijven dan komt uiteindelijk ook
de nationale verzorgingsstaat onder druk te staan. Er komt echter
geen andere, vanzelfsprekende Europese solidariteit voor in de
plaats. Sterker nog, de dynamiek van de vrije, open Europese markt
leidt juist tot een extra belasting van de nationale
verzorgingsstaat.
Het is kortzichtig om te stellen dat Europa het sociale stelsel
van landen ongemoeid laat, terwijl datzelfde Europa een interne open
markt voorstaat. Die twee gedachten staan op gespannen voet met
elkaar. De dienstenrichtlijn van Bolkestein ligt geheel in het
verlengde van het concept van Europees burgerschap het grondartikel
van de Europese Grondwet.
Laat ik vooropstellen dat ik evenmin een aanhanger ben van de
wijze waarop onze verzorgingsstaat momenteel is ingericht. Het is
onverteerbaar dat sectoren als de ouderenzorg met arbeidstekorten
kampen en mensen uit allerlei landen hier laaggeschoold werk komen
verrichten, terwijl wijzelf daarvoor de mensen hebben, die daar
echter geen zin in hebben en dus een uitkering genieten. Het gaat
nog verder: Polen en andere Oost-Europeanen kunnen Turken,
Marokkanen en veelal laaggeschoolde autochtonen van de arbeidsmarkt
wegconcurreren. Dat vergroot de werkloosheid van die laatste groep
hier, en zet op termijn de betaalbaarheid van sociale voorzieningen
onder druk zeker in tijden van vergrijzing.
Het is kwalijk wanneer mensen van elders hier werk kunnen komen
doen onder de reële minimumprijs die daar in Nederland voor staat en
die nu juist verband houden met afdrachten aan het sociale stelsel,
kosten voor levensonderhoud enz. We moeten dergelijk werk
berschermen, want de vraag naar laaggeschoolde arbeid is sowieso een
probleem van de toekomst. Al deze effecten vergroten de last van de
verzorgingsstaat, en verkleinen de bewegingsruimte voor staten om
zelf orde op zaken te stellen en de solidariteit betaalbaar te
houden.''
Balkenende zei over dit thema:
Ik heb vorig jaar het
initiatief genomen tot een serie conferenties met vooraanstaande
politici en wetenschappers over de vraag: wat kan ons binden in
Europa?
De Europese burger bestaat niet
,,Het Europese burgerschap zoals dat in het Europees
Grondwettelijk Verdrag is geformuleerd, is veel te mager voor
werkelijke saamhorigheid. Het is vooral een juridisch-economische
categorie. Heel veel mensen voelen zich geen Europees burger, maar
in de eerste plaats Nederlander, Duitser of Fransman.
Het interessante van burgerschap tijdens bijvoorbeeld de Franse
revolutie was dat het niet alleen een recht op vrijheid gaf, maar
ook de broederschap uitdrukte binnen de context van de nationale
staat. Het burgerschap was een culturele categorie, waarbij je je
verantwoordelijk moest voelen voor het algemeen belang. Dat is het
wezen van democratie. Die betrokkenheid ontbreekt nu ten enenmale,
er is te weinig bezieling voor Europa als gemeenschap. Dat gebrek
wordt pijnlijk zichtbaar nu juist de interesse voor het nationale
burgerschap toeneemt. In de huidige discussies over integratie gaat
het er helemaal niet om of je een goede Europeaan wordt (wat zou dat
moeten zijn?) maar of je een goede Nederlander wordt. Kennelijk
voelt iedereen het als groot probleem dat er niet voldoende
nationale solidariteit meer is. Hoe je hier in Nederland samenleeft
en verantwoordelijkheid neemt, welke taal en geschiedenis daarbij
hoort. De enige mensen die werkelijk in de buurt komen van het idee
'Europeaan', zijn wat Samuel Huntington de 'Davos-mensen' noemt: het
slag mensen dat jaarlijks naar dat World Economic Forum in Davos
gaat en soortgelijke bijeenkomsten. Dat type mens is internationaal,
zijn leefwereld is internationaal. Mensen aan universiteiten, aan de
top van het bedrijfsleven, mensen die belangen hebben in Brussel,
die leven in zo'n soort milieu, met eigen mores, met eigen
tijdverdrijf, met een eigen manier van spreken. De gewone burger
heeft doorgaans een veel homogenere leefwereld en heeft weinig
voeling met die sfeer.''
Balkenende zei over dit thema:
Ik vind het fantastisch hoe
jongeren tegenwoordig naar het buitenland gaan voor studies, stages,
noem maar op.
Ideologie van Europa verwant met communisme
,,Ik wil niet beweren dat we in een communistische wereld leven.
Wat ik bedoel is dat de rationalisering achter de Europese eenheid
niet gedragen wordt door de burger.
Zowel de huidige inrichting van Europa als het communisme zijn
vormen van institutionele eenheid op basis van rationalisatie, met
bovendien een sterk economisch fundament. De strakke regeling van
het economisch verkeer, de verdeling van productiemiddelen en
kapitaal, in de toenmalige Sovjet-Unie was allereerst bedoeld om een
ideologisch gemotiveerde eenheid te creëeren. Die regeling greep
diep in in het leven van gemeenschappen en burgers en stond haaks op
hun culturele tradities.
In de Europese ordening neemt de economie ook een centrale plaats
in. De opgelegde ideologie van vrij verkeer van personen, kapitaal
en goederen grijpt even diep in, zoals de felle discussies over de
Dienstenrichtlijn laten zien. De uniformering van Europa, denk ook
aan de Europese ombouw van ons eigen systeem van hoger onderwijs, is
voor het grootste deel economisch gemotiveerd.
Deze sturing doet de nationale en culturele eenheid van mensen
geweld aan, zoals ook het communisme deed. De grondregels voor
economisch verkeer binnen een gemeenschap worden niet meer bepaald
door een nationale instantie, maar door een supranationale
instelling. En zoals zelfs onze eigen minister-president donderdag
nog betoogde in deze krant, wordt de huidige inrichting van Europa
gepresenteerd als een logisch noodzakelijke ontwikkeling van de
geschiedenis die ons heil zal brengen. Datzelfde beweerde het
communisme. Het is een ideologische benadering van de
geschiedenis.
Ondertussen worden met de neoliberale reorganisatie van talloze
instituties in combinatie met Europese uniformering vele waardevolle
praktijken ondermijnd. Praktijken en gebruiken, met een ouderwetse
term de zeden en gewoonten van een land, vormen nu juist het weefsel
van een samenleving die voor een zekere continuïteit en
saamhorigheid zorgen.Neem ons hoger onderwijs: de meeste hoogleraren
gaan er vanuit dat de bama (de Bachelor's/Master's structuur) leidt
tot verslechtering van hun academische opleiding. Zo gaat het steeds
met Europa: het breekt op grond van een economische rationalisatie
van buiten af gemeenschappen open die nodig zijn voor het creëren
van een eigen cultuur en voor de ontwikkeling van eigen deugden,
zoals Aristoteles (384-322 voor Christus) al zei. Het is de vraag of dat op termijn zelfs
die economie werkelijk ten goede zal komen.''
Balkenende zei over dit thema:
Als je je realiseert wat er
allemaal aan succesvolle maatregelen is genomen, dan ga dat toch
niet allemaal terugdraaien zoals de tegenstanders? Dan draai je het
rad van de geschiedenis terug.
Minder macht is beter voor Europa
,,Ik ben er niet voor dat Nederland uit Europa stapt, omdat we nu
eenmaal een samenwerkingsverband nodig hebben. Maar een aanzienlijke
reductie van de invloedssfeer, de omvang van het budget en het
ambtelijk apparaat is noodzakelijk. Daar zorgt deze Grondwet niet
voor. Ik hoop dan ook dat Europa in de toekomst een ander model van
samenwerking kiest dan nu in de Grondwet wordt beoogd, want die is
gemodelleerd naar een quasi-staat, terwijl noch de staten noch de
bevolking dat werkelijk willen.
Een negatieve uitslag van het referendum in bijvoorbeeld
Nederland, Frankrijk en Engeland zou duidelijk maken dat de koers
die de afgelopen 15 jaar is ingeslagen, niet door de bevolking wordt
gedeeld. Het gaat natuurlijk niet alleen om die Grondwet, maar om de
vorm die Europa als instituut begint aan te nemen. Ik ben tegen het
juridisch concept van de Europese burger zolang daar geen werkelijk
gevoelde solidariteit aan ten grondslag ligt. Bij een losser verband
zullen er minder spanningen optreden en is uitbreiding ook niet zo'n
probleem.
Een andere organisatie zal met name voor de Europese Commissie
aanzienlijk minder taken betekenen, want die is nu bijna overal mee
bezig. Een Europese Raad van regeringsleiders en ministers is prima.
Over heel de breedte zal de reflex moeten worden teruggedrongen om
alles in uniforme wet- en regelgeving vast te leggen. De ministers
zullen veel consequenter moeten kijken of gemeenschappelijke actie
ook anders, minder institutioneel en juridisch georganiseerd kan
worden. Ik wil wel een Europees Parlement met echte bevoegheden,
maar ook dat moet zich beperken tot minder terreinen. Er zouden hoe
dan ook nationale parlementariërs in moeten zitten met een
'dubbelmandaat', die zich alleen bezighouden met onderwerpen die
werkelijk op Europees niveau spelen. En omdat recht altijd
samenhangt met cultuur en daarmee politiek van aard is, zou ook het
Europees Hof van Justitie precies voorzover dat onvoldoende
cultureel geworteld is, wat mij betreft kunnen worden afgeschaft. De
soevereiniteit moet primair bij de staten blijven liggen.''
Balkenende zei over dit thema:
Je moet wel een bestuurlijk
apparaat hebben dat is toegesneden op al die taken (asiel, defensie,
terrorisme). De Europese Grondwet biedt dat apparaat.