Senator Martin Bierman (De Groenen) stelt Eerste Kamervragen aan minister Pronk van VROM


EuroStaete . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

 


Eerste Kamer der Staten Generaal
Binnenhof 22
2513 AA 's-Gravenhage


De Groenen

DE GROENEN



Schriftelijke vragen van het lid M. Bierman (fractie Regionalen/De Groenen) aan de minister van VROM de heer J. Pronk

  1. Bent u op de hoogte van de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 augustus, waarbij zeven door gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verleende vergunningen voor het gebruiken van mobiele installaties voor het shedderen van afvalhout zijn geschorst?

  2. Bent u met de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van mening dat op grond van de feitelijk onmogelijkheid om verduurzaamd hout te onderscheiden van onbehandeld hout, niet uit te sluiten valt dat bij het shredderen van afvalhout gevaarlijk afval vrijkomt, in de vorm van extreem kankerverwekkende stoffen als chroom VI, arseen en pentachloorfenol?

  3. Wat zijn de gevaren voor de gezondheid van werknemers van houtshredderbedrijven gezien het vrijkomen van van bovengenoemde kankerverwekkende stoffen bij het shredderen van afvalhout?

  4. Bent U met mij van mening dat de mogelijke milieuproblemen, die van toepassing zijn op de zeven betreffende Brabantse bedrijven mobiele houtshredders, zich in principe voordoen bij alle, zowel mobiele als stationaire houtshredders in Nederland?

  5. Zijn de betreffende uitspraken van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor u aanleiding om tot een landelijk verbod over te gaan op het shredderen van afvalhout, en zo nee, waarom niet?

  6. Betekent de uitspraak van de Raad van State, luidende dat onbehandeld en verduurzaamd hout (zijnde gevaarlijk afval) visueel niet te onderscheiden zijn, dat al het afvalhout als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt?

  7. Bent u met mij van mening dat als het afvalhout moet worden aangemerkt als gevaarlijk afval, het niet langer verantwoord is om afvalhout bij het stoken in de EPON-elektriciteitscentrale in Nijmegen, maar dat dit hout moet worden verstookt in de chemische afvalovens van de AVR?

  8. Zijn de genoemde uitspraken voor u aanleiding om het impregneren van hout met arseen, chroom en koperzouten te verbieden, conform de wens van de Tweede kamer, verwoord in moties die in 1991 en 1996 zijn ingediend en aangenomen?


Voor meer informatie over de vragen:
Jan van der Meer
Tel.: 020-5270667