(20-06)
Bladzijde
uit het stenografisch verslag van het gesprek van de PEC
met
El Al-medewerker Chervin. Gesteggel met politieman Daan Nix over de
papieren? Nee hoor. Hij was, zegt hij, niet eens op kantoor rond de
tijd van diens komst, rond kwart voor acht op de avond van 4 oktober
1992.
_____________________________________________________________________
OVB092
(vastgesteld)
6
ONDERZOEK
VLIEGRAMP BIJLMERMEER
___________________________________________________________________________________________
De heer Chervin : Er liepen wel een paar mensen rond,
maar ik weet niet wie het waren. Aan mij hebben ze niks gevraagd.
Mevrouw Oedayraj Singh
Varma : Wij hebben een
verklaring van iemand van de rijkspolitie, de heer Daan Nix, en van
de heer Plettenberg, die bij u gewerkt heeft, dat de heer Daan Nix
de papieren wilde hebben en dat hij ze niet kon krijgen bij zijn
eerste vraag erom. Toen heeft de heer Plettenberg hem doorverwezen
naar de heer Chervin. De heer Weinstein was er ook bij. Was u samen
met de heer Weinstein op kantoor?
De heer
Chervin:
Nee, niet in mijn kantoor.
Mevrouw Oedayraj Singh
Varma : U was alleen? Maar was
mijnheer Weinstein wel in het kantoor van El Al?
De heer Chervin : Hij was in zijn kantoor in de
terminal. Later zijn wij naar de terminal gegaan.
Mevrouw Oedayraj Singh
Varma : Dus u heeft niemand van
de rijkspolitie gezien?
De heer Chervin :
Dat
kan ik me niet herinneren.
De heer Wachter : Ik vrees dat er sprake is van een
spraakverwarring. Ik denk dat de heer Chervin eerst op een andere
locatie was en later naar zijn kantoor in de terminal gegaan is. Ik
denk dat hij dat bedoelt. Misschien moet dat nog even wat
duidelijker gevraagd worden.
De voorzitter : Weet u nog hoe laat u vanuit de
terminal op uw kantoor bent gekomen, van vracht naar operations?
De heer Chervin : Ik denk om ongeveer half tien, want
het was nadat mensen van de televisie in Israël met mij hadden
gesproken. En in Israël wordt het nieuws om 9 uur uitgezonden en het
was daarna. Het zal dus zo tegen half tien geweest zijn.
Mevrouw Oedayraj Singh
Varma : Kent u mijnheer
Plettenberg?
De heer Cbervin : Ja.
Mevrouw Oedayraj Singb
Varma : Heeft u de heer
Plettenberg zien kopiëren, samen met andere medewerkers?
De heer Chervin : Nee.
De voorzitter : Mag ik toch nog weer extra wat vragen?
De heer Nix was politieman en moest de papieren ophalen. Hij heeft
verklaard dat hij om ongeveer half acht op het kantoor van de heer
Plettenberg was, de papieren heeft gevraagd en dat de heer
Plettenberg heeft gezegd: dan moet u naar meneer Chervin toe gaan.
En volgens hem heeft de heer Chervin nee gezegd. Toen heeft de heer
Nix gezegd: als u nee zegt, moet ik ze in beslag nemen. U zou
vervolgens gebeld hebben met Tel Aviv, overlegd hebben met de heer
Weinstein en toen aan de heer Plettenberg opdracht hebben gegeven om
de papieren te kopiëren. De heer Plettenberg bevestigt dat ook. En
om acht uur, zegt de heer Plettenberg, is de heer Nix weggegaan met
de papieren. U zegt nu, dat u pas om half tien op het kantoor bij de
heren Plettenberg en Weinstein was. ,
De heer Chervin : Dat weet ik zeker, want ik heb nog de
banden van de Israëlische televisie.
De
voorzitter
:
U weet zeker, dat u vóór half
tien niet op het kantoor bij operations bent geweest?
De heer Chervin : Of' het net na negen uur was of half
tien, dat weet ik niet,
maar
ik weet zeker dat het na negen uur was.
De voorzitter : Oké.