Verklaring van de vriendin van rechter Eveline van Schaardenburg over de macht van de vakbonden. Zij sprak corrupt uit onder druk van de bonden om die af te schermen voor juridische gevolgen (klik)
Het College van Procureurs-generaal manipuleert, verduistert en verkracht bewijsbaar
het recht met valselijk opgemaakte besluiten om de overheid af te schermen tegen haar
schadeplicht wegens 68-voudige meineed gepleegd door vakbondsbestuurders van FNV
en CNV. Deze zaak loopt al 27 jaren. Geen truc is te dol om de rechthebbende burgers
het bos in te sturen, wanneer 't om schadevergoeding, prestige en politieke macht gaat.
Het eerste artikel in De Telegraaf van 3 mei 2003
Het tweede artikel in De Telegraaf van 10 mei 2003
De aanleiding tot het conflict in beeld gebracht door TROS-Aktua
Het vervolg op deze reportage van TROS-Aktua zeven jaren later
Lees over het conflict met het College van Procureurs-generaal
En bekijk de video met een klik op de foto van Karel de Werd
Een van de laatste brieven om de waarheid eindelijk af te dwingen
Keiharde confrontatie tussen de Wijkerslooth en Karel de Werd
Dupliek van De Werd op het antwoord van de minister van Justitie Donner aan de Nationale ombudsman
Transcript van het telefoongesprek met de vriendin van rechter van Schaardenburg
Aan de Nationale Ombudsman.
Postbus: 93122
2509 AC.
Behandelend medewerker: Mevrouw mr. A.P.M. Verhaag
Betreft Conclusie van Dupliek de Werd contra De staat der Nederlanden.
Uw kenmerk: 2002.07732014.
Woensdag 23 april 2003
Weledelgestrenge Vrouwe,
Ter uwer informatie, wil ik op de inhoudelijke strekking van de pennenvruchten van de Minister van Justitie, zijne excellentie mr. J.H. Donner, hierna gemakshalve te noemen Donner, van d.d. 02/04/03 als volgt reageren.
Evenals bij de arglistige, bedrieglijke en juridisch onvolwaardige pennenvruchten van de Jonkheer de Wijkerslooth de Weerdesteyn, hierna gemakshalve te noemen de Wijkerslooth, geldt ook hier dat geen enkele jurist te goeder trouw het zou aandurven juridisch zelfmoord te plegen door ze te ondertekenen. Al mijn waarschuwingen aan mijn malafide tegenspelers terzake, om deze vorm van motiveringscriminaliteit achterwege te laten mochten helaas niet baten.
Donner en de Wijkerslooth zijn bij gebrek aan politiek en journalistieke controle op hun functioneren de mening toegedaan, dat hen het niet bestaande recht toekomt hun beslissingen op arglistige, bedrieglijke en juridisch onvolwaardige niveau te motiveren; zodoende het wettig overtuigend bewijs te verduisteren. Dit wegens de feitelijke omstandigheid dat het Openbaar Ministerie, hierna gemakshalve te noemen het OM, zich ondanks art. 29, 4, 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr. de Grondwet, het Verdrag van Rome en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zich formeel op het standpunt heeft gesteld, dat het veelvuldig plegen van meineed ten laste van een behoorlijke rechtspleging en mijn persoonlijk juridisch belang, niet strafrechterlijk dient te worden vervolgd.
Zelfs niet wanneer daartoe ondanks al mijn heftige protesten daartegen zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad der Nederlanden, waaronder drie bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv gegeven, volstrekt werden genegeerd. In die zin, dat er ondanks genoemde bevelen er formeel nimmer een meineedprocedure heeft plaatsgevonden. Zodoende heeft de Gewapende Macht plaatsgenomen op de stoel van de Zittende Magistratuur c.q. heeft zij een juridische coup gepleegd!
Genoemde motiveringscriminelen heb ik beiden inmiddels formeel aangemerkt als zijnde verdachten in de zin van art. 27 Sv. Daarbij wordt hun ten laste gelegd: Deelneming aan een criminele organisatie ex.art. 140 Sr ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde en in samenspanning. Dit onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr, waarbij hun motiveringen d.d. 16/10/02 en 02/04/03 ten laste van hen zal worden aangevoerd als zijnde wettig overtuigend bewijs, waaruit blijkt dat zij zich anders dan uit hoofde van ziekte en/of gebreken en ondanks hun ambtseed ex.art. 29 Ro hebben ingelaten met ernstig handelen en/of nalaten waarop de Formele Wetgever blijkens art. 11lidc juncto 12 Ro het onmiddellijk oneervol ontslag bij de Rechterlijke Macht heeft gesteld. Daar hun malafide activiteiten ter aanranding van Vrouwe Justitia als zijnde zeer, zeer schokkend wordt ervaren door de gehele Nederlandse samenleving; en dat bij kennisneming daarvan het vertrouwen dat ieder burger in ons rechtssysteem behoort te kunnen hebben, ernstig wordt geschaad.
|
De Hoofdofficier van Justitie Arrondissement Den Haag mr. H.C.D. Korvinus heeft mij ten aanzien van de Wijkerslooth op 04/12/02 formeel kenbaar gemaakt, dat zij na bestudering van mijn aangifte tegen hem tot de conclusie kwam dat er onvoldoende feitelijke aanknopingspunten zijn voor door een concreet persoon gepleegde strafbare feiten. Daarom kon zij niet voldoen aan mijn verzoek om een strafrechterlijke onderzoek in te stellen tegen het College van Procureurs-generaal waarna ik haar middels de brief van 10 april 2003 er van in kennis heb gesteld, dat ik uiterlijk op 14 april 2003 terzake een vierde bevel ex. art. 12 i Sv bij het Gerechtshof s´Gravenhage zou vragen indien zij haar seponeringsbeleid voor genoemde datum niet wenste te herzien.
Voorts heb ik haar verzocht om ook Donner formeel als verdachte in de z´n van art. 27 Sv aan te merken en haar wettelijk toegekende bevoegdheden te gebruiken, die er toe moeten leiden dat genoemd individu zich eveneens strafrechterlijk heeft te verantwoorden terzake van het lidmaatschap van een Criminele Organisatie ex.art. 140 Sr en ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde. en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr.
Dit alles op straffe van rechtsgevolgen mijnerzijds, te weten een vijfde art. 12 Sv procedure. Dit ondanks dat de kans dat men zo'n procedure wint statistisch nog geen 2% is, hetgeen niet wegneemt dat het OM in dit conflict op mijn verzoek al drie bevelen ex. art. 12i Sv heeft bekomen die alle door het OM volstrekt werden genegeerd. Kennelijk om er geen enkel misverstand over te laten bestaan, dat de Gewapende Macht inmiddels heeft plaatsgenomen in de stoel van de Zittende Magistratuur!
Genoemde Hoofdofficier heeft mij inmiddels formeel ook laten weten dat zij van de gelegenheid gebruik wenst te maken om n.a.v. mijn vierde verzoek ex. art. 12 Sv het Gerechthof nader te informeren over het standpunt dat het O.M. heeft ingenomen. Dit ondanks dat het Gerechtshof tot op heden tot drie keer toe alle argumenten van het O.M heeft verworpen en ex. art. 12i Sv. de officier van Justitie heeft bevolen tot het strafrechterlijk vervolgen van meineed over te gaan, omdat in alle gevallen het Gerechtshof het zeer waarschijnlijk achtte, dat er ten laste van een behoorlijke procesgang veelvuldig meineed werd gepleegd.
Hierbij zij vermeld dat Donner in een eerder stadium, namelijk op 22 november 2002, op mijn faxen d.d. 19 en 29 oktober 2002 met een nietszeggende brief reageerde, waaruit bleek dat hij ondanks dat Hare Majesteit de Koningin hem daarom formeel heeft verzocht en ondanks zijn ambtseed daartoe afgelegd, hij weigerde zijn ministeriële verantwoording te nemen. Nadat ik tegen voorgaand mindersociaal en onwettig gedrag bij hem reclameerde reageerde hij met een uiterst arrogant tegenbericht, inhoudende dat hij aan zijn vorig schrijven niets meer had toe te voegen. En dat nu staat toch wel in schril contrast met zijn pennenvruchten van 2 april 2003. Die waarmee hij zich vervolgens tot de Nationale Ombudsman richtte met een productie die stinkt van arglistig bedrog en die 44 pagina's bijlagen bevatte in verwoede poging zijn eigen straatje schoon te vegen. Daarbij begon hij ook nog op een uitermate gore mannier met modder naar het slachtoffer van zijn in gebreke blijven te gooien! Dit ondanks het bewezen feit dat dit bij de Werd nimmer ongestraft kan gebeuren. Dat zij voor de goede orde nog maar even gezegd!
De stelling van de Werd luid terzake luid:
Motiveringscriminelen als Donner en de Wijkerslooth herkent men volstrekt feilloos aan de wijze van hun motiveringen als een inbreker aan zijn vingerafdrukken, omdat hun bekentenis daarin ligt opgesloten. Daarbij worden namelijk bepaalde juridisch technieken gebruikt, waaruit blijkt dat zij de op kosten van de belastingbetaler de door hen vergaarde juridische kennis misbruiken ter aanranding van Vrouwe Justitia. Ik geef ter illustratie een drietal voorbeelden, waaraan zowel Donner als de Wijkerslooth ruimschoots voldoen.
Hun lievelingstermen: te weten, zakelijk weergegeven, feitelijk van aard en het aan stukken hakken van het probandum, alvorens wordt beslist, komt men vrijwel altijd tegen op hun zwendelpallet. Het zal u straks dan ook opvallen dat u deze door mij hierna te geven voorbeelden hiervan ook in de pennenvruchten van Donner tegenkomt. En dat is geen toeval, daar steek ik mijn beide handen voor in het vuur!
|
1) Zakelijk weergegeven.
Op het moment dat die term wordt gebruikt, met name op het moment in de productie waar hij volstrekt overbodig is, zoals Donner straks zal laten zien kan men er vrijwel voor 100% van uitgaan, dat degenen die deze term gebruikt voornemens is een scheve schaats te rijden. Immer waarom zou men de feiten zakelijk gaan weergeven zoals ook Donner doet in de aanhef van zijn pennenvruchten d.d. 02/04/03, terwijl hij slechts naar de ondeugdelijke beslissing van de Wijkerslooth d.d. 16/10/02 behoeft te verwijzen om zodoende voor de volle 100% dus exact weer te geven wat er door genoemd individu werd gesteld ?
Feitelijke beslissingen,
Donner gebruikt hiervoor de term feitelijk van aard en dan ook nog ten onrechte! In strikt juridische zin is een beslissing van feitelijke aard een beslissing van de Zittende Magistratuur, waartegen voor rechtzoekenden geen beroep is opengelaten, daar deze onmiddellijk in kracht van gewijsde treedt. Dit ook als die beslissing feitelijk onjuist blijkt te zijn genomen.
Dit verklaart dan ook dat met name de juridisch kakkerlakken uit de keuken van Vrouwe Justitia, waartoe ik de Wijkerslooth en Donner eveneens reken, gelet op de arglistig bedrieglijke wijze waarop beiden 'heren' hebben gemeend terzake te kunnen motiveren, daarop afkomen als vliegen op stroop. Immers voor een togacrimineel bestaat er niets mooier dan het nemen van een ondeugdelijke beslissing, waarvoor binnen de commerciële advocatuur ter dwaling een vermogen wordt betaald en waartegen het beoogde slachtoffer geen beroep kan instellen.
Ondeugdelijke feitelijke beslissingen, worden dan ook zeer veelvuldig gebruikt door togacriminelen om de weg naar de Hoge Raad der Nederlanden, hierna gemakshalve te noemen de HR af te sluiten voor het slachtoffer dat zij van zijn burgerlijke rechten wensen te beroven. Het functioneert als machtig wapen om hem maatschappelijk, financieel en psychisch ter ziele te helpen en steeds weer opnieuw krijgt rechthebbende in dat geval van de HR te horen: daar mogen wij niet over oordelen, immers het betreft hier een beslissing van feitelijke aard, waarover de Hoge Raad niet heeft te oordelen.
Er zijn wel arresten geweest waarin de Hoge Raad zelfs een zestal keren één arrest met die mededeling kwam, dit terwijl het om ondeugdelijke feitelijke beslissingen ging! Het spreekt vanzelf dat de term feitelijk van aard bij geen enkele juridische kakkerlak in de keuken van Vrouwe Justitia ontbreekt, dus ook niet bij Donner.
Het aan mootjes hakken van het probandum
Op blz. 2 onder aan zijn `motivering` d.d. 02/04/03, zien wij dat Donner ook daartoe overgaat. Dat verbaast mij in het geheel niet. Het aan mootjes hakken van het probandum ( het te bewijzen feit) is een zeer, zeer geliefde bezigheid die wordt gekoesterd op het zwendelpalet van elke juridische kakkerlak met enig zelfrespect, daar het ongekende mogelijkheid biedt, het wettig overtuigend bewijs van hetgeen feitelijk heeft plaatsgevonden te laten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ter uwer informatie het werkt als volgt!
Men hakt het probandum naar believen aan mootjes en beslist dan op datgene wat nauwelijks of niet terzake doet b.v.: 8 maanden lang wordt er een ondeugdelijk beslag gelegd waardoor het bedrijf dat daarmede werd geconfronteerd ter ziele gaat. Echter op die dag scheen ook de zon. Men besliste in dat geval dat moet worden bewezen of de zon heeft geschenen, met als gevolg dat hetgeen primair van belang, te weten het ondeugdelijk beslag, niet meer aan de orde is. Veel erger nog, men wordt zelfs ontzegd het bewijs daarvan te overleggen. Immers de discussie gaat verder over de zon.
|
Die ondeugdelijke tussenbeslissing betreft een Interlocutoir, waartegen beroep mogelijk is. Juist omdat de Formele Wetgever al rekening heeft gehouden met dit soort motiveringscriminaliteit. Men houdt echter ten aanzien van de benadeelde bij hoog en laag vol, desnoods trekt de corrupte advocaat zich ondanks art. 133 Rv terug wegens gebrek aan vertrouwen indien hij niet door zijn cliënt wordt geloofd, dat het een preparatoire beslissing betreft waartegen geen beroep mogelijk is. Echter op voorgaande wijze heeft benadeelde nog een Cassatiegrief over, omdat de redenering onnavolgbaar en/of onbegrijpelijk is. Immers, er is niet op de grondslag van den Eis beslist. De togacriminelen begrijpen dat als juristen natuurlijk ook, dus men komt nu met een tweede ondeugdelijke feitelijke beslissing; echter als gevolg van de eerste, mocht daarover niet of nauwelijks het wettig overtuigend bewijs worden overlegd en of gesproken.
Vandaar dat men op gespannen voet met de feitelijke waarheid, vervolgens kan komen met de mededeling ons is niet gebleken dat. Of iets wel of niet is gebleken is eveneens een feitelijke beslissing. Niet voor Cassatie vatbaar, dus zodoende verduistert men het wettig overtuigend bewijs voor de volle 100%.
Tot zoverre civielrechtelijk!
Stafrechterlijk werkt het als volgt!
Het O.M. stelt zich ten laste van een behoorlijke procesgang ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 R0, 207 lid 1 en 2 Sr., de Grondwet, de Universele Verklaring van de rechten van de Mens en het Verdrag van Rome, formeel op het standpunt, dat weliswaar veelvuldig meineed werd gepleegd, hetgeen zelfs bij het O.M in ruime kring bekend is, echter dat bij vervolging van de meinedige personen b.v. G. de Lange en/of Athur Gerrit Bargerbos, er verzachtende omstandigheden aanwezig kunnen zijn die in omgekeerde zin ten laste kunnen komen van het Gerechtshof, omdat volgens de Officier van Justitie mr. R.W. Asser het Gerechtshof zelf die meinedige verklaringen heeft uitgelokt!
Reden waarom het O.M. weigert strafrechterlijk meineed te vervolgen. De benadeelde van dit alles stelt zich op als klager ex.art. 12 Sv met het verzoek de Officier van Justitie te bevelen niet langer als wetshandhaver in gebreke te blijven. De Officier van Justitie voldoet aan dat bevel. Echter wat de benadeelde niet had voorzien, is dat nu de betrokken rechter in het complot zit, b.v. dat Eveline van Schaardenburg, voorzitter van de Meervoudige Strafkamer de verdachte en getuigen benadert met de mededeling: Het gaat hier om de vraag, of de zon heeft geschenen. Zij doet dat in de wetenschap, dat de verdachte dient te worden berecht over de vraag of hij meineed heeft gepleegd.
Daar wordt dus niet meer over gesproken aldus wordt civielrechtelijk de Grondslag van den Eis verlaten en Strafrechterlijk de Grondslag van de tenlastelegging. In beide gevallen komt het er op neer dat werd geoordeeld over iets dat geheel niet terzake dienende was. Het heeft geen zin om in beroep te gaan tegen deze vorm van motiveringscriminaliteit omdat de togacriminelen die zich daarmede inlaten zich er van verzekerd weten dat de controle op hun functioneren dank zij zeer ernstige leemtes in de Formele Wet volledig faalt.
Zowel civielrechtelijk als strafrechterlijk geldt: het probandum wordt altijd aan mootjes gehakt in een primair en subsidiair deel, waarbij hetgeen subsidiair van belang op gespannen voet met de feitelijke waarheid als zijnde primair van belang wordt voorgesteld. Zodoende kan men zelfs dagenlang complete schijnprocedures voeren zonder dat de juridisch ongeschoolde toeschouwer dat in de gaten heeft! Dat dit soort praktijken totale rechterloosheid ten gevolge heeft voor rechtzoekende behoeft geen nadere toelichting, immers dat rechtsgevolg is juist de bedoeling!
|
Op blz. 2 onderaan zijn motivering d.d. 02/04/03 zien wij dat ook Donner daartoe overgaat. Dat verbaast mij in het geheel niet. Het aan mootjes hakken van het probandum (het te bewijzen feit) is een zeer geliefde bezigheid dat elke juridische zwendelaar koestert op zijn/haar zwendelpallet daar het de mogelijkheid biedt wettig overtuigend bewijs te verduisteren en daar blijkt Donner bepaald niet vies van. Ik citeer: "Alvorens in te gaan op subsidiaire deel van het eerste onderdeel van de klacht merk ik op dat de brief van het College van 16 oktober 2002 in de eerste plaats een reactie was op de schadeclaim van de heer de Werd en dat de kwestie van wel of niet vervolgen van G. de Lange een onderdeel en niet de hoofdmoot vormde van de reactie". Einde citaat!
Vervolgens gaat Donner verder, het zal u zijn opgevallen dat hij in tegenstelling tot de Wijkerslooth met geen woord rept over de strafrechterlijke vervolging van A.G. Bargerbos, terwijl de Wijkerslooth op gespannen voet met de feitelijke waarheid toch ontegenzeggelijk een voorstelling van zaken geeft die hij afsluit met de woorden ik citeer: "Het College is van oordeel dat in deze is voldaan aan de opdracht van het Gerechthof een vervolging in te stellen tegen A.G. Bargerbos". Einde citaat.
Het valt op dat de Wijkerslooth het heeft over de opdracht van het Gerechtshof. Kennelijk om de ernst van zijn streken af te zwakken, het betreft namelijk geen opdracht, doch een bevel ex. art, 12i Sv dat door het O.M. werd genegeerd om zodoende plaats te kunnen nemen op de stoel van de Zittende Magistratuur. Waarvan akte!
Voorts heeft Donner het slechts over een bevel ten aanzien van G. de Lange. Dit terwijl zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad werden genegeerd waaronder zelfs drie bevelen ex. art. 12i Sv, hetgeen zich in de Nederlandse Rechtsgeschiedenis nimmer eerder heeft voorgedaan, waarschijnlijk zelfs niet in de wereldgeschiedenis!
In tegenstelling tot hetgeen de Wijkerslooth op 16/10/02 stellig beweerde, werd ook het eerste bevel van het Gerechtshof ex.art. 12i Sv volstrekt genegeerd. Donner is niet in staat gebleken de door u, Ombudsman, op 8 januari 2003 gestelde vragen te beantwoorden, waarvan eveneens akte!
Zoals gezegd ook het eerste bevel ex.art. 12 Sv van het Gerechtshof tot het strafrechterlijk vervolgen van A.G. Bargerbos terzake meineed werd nimmer opgevolgd . Er werd slechts een dagvaarding uitgebracht en vervolgens werd op de door mij boven aangegeven wijze, zie voorbeeld 3, een langdurige schertsvertoning opgevoerd die dagenlang duurde. Daarbij werd ik als benadeelde steeds weer opnieuw uit de rechtszaal verwijderd via misbruik van art. 124 Sv - lees misbruik van de Gewapende Macht - zodat door A.G. Bargerbos en G. de Lange ongestoord meineed kon worden gepleegd!
Mijn geliefde Vrouw en ikzelf hebben daar enorm onder geleden, wij waren juridisch voor 100% vogelvrij, al mijn felle protesten ten spijt! Het uitbrengen van de Dagvaarding tegen het meinedig individu bleek slechts een schijnhandeling die op gespannen voet met de feitelijke waarheid slechts diende ten doen voorkomen alsof het eerste bevel van het Gerechtshof ex. art. 12 i Sv werd opgevolgd. Bargerbos werd in het geheel niet vervolgd. Wel werden er roetzwarte bladzijden in de analen van Vrouwe Justitia bijgeschreven.
Eveline van Schaardenburg, wachtte zelfs met de zitting tot de eerste getuigen op de gang elkaar goed hadden geïnformeerd alvorens de volgende getuige verscheen. Toen ik haar in mijn verontwaardiging daarover liet weten, "maar Edelachtbare Vrouwe dit kan toch niet", reageerde zij zoals gebruikelijk en nu eruit of ik laat u eruit zetten. Ik beschik over een bandopname van een gesprek met de officier van Justitie hierover, die erkent dat het voorgaande inderdaad zo is gelopen.
Deze audio-opname staat al of wordt nog door mij op het internet gezet! Dit is noodzakelijk omdat mijn malafide tegenspelers niets achterwege laten het wettig overtuigend bewijs terzake te verduisteren. Zelfs het motiveren van hun meningen op juridisch achterlijk niveau, gaat hen wat dat betreft niet te ver!
Omdat zij daarmede ook wensen te verbloemen dat zeer grote bedragen die de meest invloedrijke corrupte advocaat aller tijden heeft mogen incasseren - naar de huidige maatstaven ruim driekwart miljoen gulden voor een kortgeding en wat juridisch advies - zich zaken hebben voorgedaan die niemand ter goeder trouw in een rechtsstaat zou mogen verwachten .
|
Donner beseft dat zeer wel, vandaar zijn veelzeggend zwijgen daarover. Uit zijn pennenvruchten blijkt dat hij exact weet waarover hij in zijn ogen het beste kan zwijgen. Het zal hem niet helpen, uiteindelijk kost hem dat zijn kop daar ik met volksvertegenwoordigers heb afgesproken, dat zij hem de vragen gaan stellen die hij nu denkt te kunnen negeren. Om zijn geheugen wat op te frissen citeer ik de bandopname die overigens ook op het internet met nog een viertal zeer schokkende audio-opnames zijn te horen. Het betreft een gesprek dat ik voerde met hoofdgriffier van Den Hoek, die mij kenbaar maakte dat toen al 22 jaar vriendin was van Eveline van Schaardenburg, voorzitter van de Meervoudige Strafkamer en secretaris-penningmeester bij de Rotary Amsterdam, alwaar zij kennelijk, gelet op haar collusiale functioneren kennelijk met Max Rood het e.a. heeft geregeld. Ik citeer:
Wat de bonden met u hebben uitgehaald, dat is meer dan verschrikkelijk, meer dan erg dat meen ik echt! Stop er mee u heeft nog zo´n jong gezin ik kan mij niet voorstellen dat u hieraan niet met uw gezin onderdoor gaat. Stop er mee, ik meen het echt. De macht van die rotbonden gaat veel te ver! Het is geen kwestie van smeergelden geweest als u dat zegt dan gaat u ter ver, dat is onzin daar steek ik mijn beide handen voor in het vuur. Maar als u zegt dat die macht van die bonden binnen onze samenleving zover gaat dat ook van Schaardenburg daar rekening mee diende te houden, dan zit u dicht bij de waarheid, zeer dicht zelfs! Ik denk ook wel dat er meineed werd gepleegd in uw zaak zal nooit geen recht kunnen worden gesproken. Dat is in en in triest." Einde citaat.
Gelet op het voorgaande zal duidelijk zijn waarom Donner hierover zwijgt als het graf! Immers ook hieruit blijkt dat het eerste bevel van het Gerechtshof ex.art.12i Sv volstrekt werd genegeerd dit keer zelfs door Zittende en de Staande Magistratuur; althans door de rotte appels onder hen, waarvan akte!
Het zwijgen van Donner, omdat zijn geweten hem dat gebied, zal hem niet helpen. Er is nog een volgende bandopname tussen mij en de Advocaat-generaal mr. C.A.P.C van Riel, waarop wij samen bespreken op welk een wijze het meinedig individu Athur Gerrit Bargerbos aan de hem rechtens toekomende veroordeling terzake meineed is ontkomen. Genoemde advocaat-generaal voorkort nog Hoofdofficier van Justitie in het Arrondissement Alkmaar heeft dan ook cassatie ingesteld nadat ook Wederven bij het Gerechtshof net zo decadent functioneerde als Eveline van Schaardenburg.
Echter, hij vergat daaronder zijn handtekening te plaatsen met alle gevolgen van dien. Mr. van Riel liet mij weten, en ik citeer: "De Werd, ik weet dat jij alles op de band opneemt en toch zeg ik je dit! Bargerbos is vrijuit gegaan via een onjuiste procesvoering, waarbij de grondslag van den tenlastelegging werd verlaten. Dat houd ik ondanks zijn vrijspraak als een paal boven water, ook ten aanzien van de media, daar heb ik geen enkele moeite mee!
Jij weet als geen ander hoe ernstig de gevolgen van meineed kunnen zijn dat heb jij met je gezin helaas aan den lijve moeten ervaren" Einde citaat!
Na het dagvaarden van A.G. Bargerbos werd een complete schertsvertoning opgevoerd omdat dit alles het daglicht niet kan verdragen. Het voorgaande strookt dan ook geheel met hetgeen Bram Buis, toenmalig voorzitter van de Bouwbond N.V.V., mij hoogstpersoonlijk liet weten. Ik citeer: "De Werd stop er mee, je moet nu zo langzamerhand hebben begrepen dat je het nooit redt! Stop er mee anders ga je er met je hele gezin onderdoor. Wij treden met een sociaal gezicht naar buiten in de media. Wij kunnen ons derhalve niet veroorloven dat onze bondsbestuurders worden veroordeeld vanwege meineed. Dat zal nooit gebeuren, ongeacht wat ons dit zal kosten. Al kost dat miljoenen, wat dat betreft speelt geld geen enkele rol." Einde citaat.
De Journalist Arnold Scheer schreef dan ook hierover in de Haagse Post ik citeer: "De Werd neemt het op tegen de best gebekte Nederlanders, hij moet wel als je ziet hoe die man met zijn rug tegen de muur is gedreven. Hetgeen zich bij hem voordoet doet sterk denken aan de jaren dertig tijdens de periode van Al Capone, hoewel de idee dat hier alles vijftig jaar later gebeurt!". Einde citaat.
|
De Journaliste Corry Vis schreef na de Vrijspraak van Bargerbos terzake meineed. "De Werd heeft verloren en niet alleen hij maar ook zijn gezin en de Nederlandse rechtstaat!".
Het zal duidelijk zijn dat ook A.G. Bargerbos na het uitbrengen van de dagvaarding meineed nimmer strafrechterlijk werd vervolgd, waarvan akte! Donner zwijgt hier wijselijk over en heeft het slechts over één bevel ten aanzien van G. de Lange. Het betreft hier een christelijke vakbondsgangster de samen met Athur Gerit Bargerbos de vakbondsmaffia binnen de vakbeweging vertegenwoordigde - daarom nooit generaliseren - evenals Eveline van Schaardenburg en Wederven, die terzake de rotte appels vertegenwoordigden bij de Zittende Magistratuur! Bargerbos en de Lange pleegden gezamenlijk met nog een paar vakbondsbonzen te weten de Freezer en Rinus Jansen ongelimiteerd meineed, eenvoudig omdat zij wisten dat zij dat ondanks art. 207 lid 1 en 2 Sr en mijn zeer felle protesten daartegen straffeloos konden doen. Mij resteerde niets anders meer dan alles zo goed mogelijk te archiveren ik kwam op 68 keer dat er voor Rechtbank en Gerechtshof meineed werd gepleegd!
A.G. Bargerbos heeft daarover een volledige bekentenis afgelegd opgenomen onder ambtseed door de toenmalige rechercheurs Oud en Keesman. Die bekentenis werd door Rechtbank en Hof - lees Eveline van Schaardenburg en Wederven - met al het overige zeer belastend bewijsmateriaal tot ergernis van de Officier van Justitie mr. R.W. Asser en de advocaat-generaal genegeerd alsof ware het niet in het procesdossier aanwezig!
Als u de zeer schokkende bandopname afluistert van het gesprek tussen mij en Hoofdgriffier mevr. mr. van der Hoek, dan hoort u haar zeggen dat het geen kwestie van smeergeld is geweest, doch dat Eveline van Schaardenburg nou eenmaal rekening diende te houden met de macht die de bonden eenmaal hebben binnen onze samenleving. Welnu de waarschuwingen van mevr. mr. van Der Hoek waren oprecht bedoeld, zoals zij dat ook zelf zegt, daar ben ik ook van overtuigd. Gelet op haar nauwe contacten met Eveline van Schaardenburg die eveneens in strijd met de formele wet met haar als vriendin de raadkamergeheimen besprak, kan men er vanuit gaan dat mevr. van der Hoek ongeveer wel kon weten wat zich afspeelde! In ieder geval staat feitelijk vast dat:
Eveline van Schaardenburg in de Raadkamer de enige beroepsrechter was, indien men bedenkt dat aldaar met meerderheid van stemmen wordt beslist. Dan is het mogelijk dat de zakelijke relaties van mr. Max Rood, (dan hebben wij het ook over de beruchte bijzitters, ofwel de rechter-plaatsvervangers, in dit geval Bosma en van Praag-Sigaar) de ondeugdelijke vrijspraak van A.G. Bargerbos via meerderheid van stemmen in de raadkamer hebben weten af te dwingen. Dit wordt nog veel aannemelijker gelet op de feitelijke omstandigheid, dat zij zelf nota bene na het eerste bevel ex. art. 12 i Sv gegeven, het meinedig individu Bargerbos nogmaals hebben doorverwezen naar de Meervoudige Strafkamer, om vervolgens zelf aldaar als bijzitters van Eveline van Schaardenburg te 'functioneren'.
Toen ik van Praag Sigaar hierover opbelde met het verzoek om uitleg over het voorgaande liet hij mij weten, dat komt niet voor mijn rekening, alles komt voor rekening van Eveline van Schaardenburg. Ik was maar een bijzitter en niet te vergeten een zakelijke relatie van Max. Rood, de advocaat van de vakbondsmaffia die zich vorstelijk liet belonen voor voorgaande schimmige praktijken en voor kort nog in de media kenbaar maakte: "Als advocaat heb ik geleerd hoe effectief het kan zijn om een procedure slepende te houden.". Hij bedoelde als advocaat heb ik geleerd hoe men maatschappelijk financieel en psychisch mensen ten gronde richt! Het is toch om te huiveren, als je ziet waartoe mensen in staat zijn als het om geld gaat.
Zowel de Wijkerslooth met zijn motivering van 16/10/02 als Donner met zijn schrijven van 02/04/03 trachten zij terzake middels het functioneren op een arglistig, bedrieglijk en juridisch onvolwaardig niveau, de deksel op hun juridische beerput te houden, in plaats van met mij netjes de schade voortvloeiende uit de gepleegde onrechtmatige overheidsdaden in den minne via een akte van Dading te regelen. Beide heren handelen overigens in strijd met de Formele Wet en Internationale Verdragen, dat ik als Burger persoonlijk garant dien te staan voor het al dan niet integer of goed functioneren van de Zittende en Staande Magistratuur, terwijl juist hun die taak is toebedeeld.
|
Het kon niet uitblijven, vervolgens komt ook Donner met de bij motiveringscriminelen zo geliefde term zakelijk weergegeven. Daar ga ik dus niet mee akkoord, waarvan akte ! Immers het formele standpunt van het College van Procureurs-generaal, gemakshalve te noemen 'de Wijkerslooth' ligt formeel vast in de beruchte pennenvruchten d.d. 16/10/02 die geen enkele jurist te goeder trouw zou durven onderschrijven. Mijnerzijds wordt niet toegestaan dat daarvan onder het motto zakelijk weergegeven wordt afgeweken, ook niet door Donner. Daarover geen misverstand. Waarom rept genoemd individu vervolgens met geen woord over het eerste bevel ex. art. 12i Sv gegeven ?
Donner is vervolgens van mening - let op daar komt hij - Dat mededelingen van de Wijkerslooth feitelijk van aard zijn. Welnu ik heb dat al uitgelegd waarom de juridisch kakkerlakken in de keuken van Vrouwe Justitia vrijwel altijd dit soort termen gebruiken. Overigens strikt juridisch neemt het O.M. geen feitelijke beslissing, zoals door Donner bedoeld, doch de Zittende Magistratuur.
Voorts laat Donner weten dat de Wijkerslooth afging op de informatie van Hoofdofficier Leo de Wit. Welnu het is voor mij in het geheel niet relevant waar de Wijkerslooth zijn informatie vandaan haalt. Ik heb inmiddels wel begrepen kennelijk uit de goot! Niets rechtvaardigt dat hij mij met feitelijke onjuistheden bestookt c.q. terzake functioneert op een wijze zoals men dat van een integer jurist te goeder trouw niet zou mogen verwachten. Hetzelfde geld voor Donner die kenbaar maakt dat hem uit niets is gebleken dat de informatie van Leo de Wit onjuist zou kunnen zijn. Dat zegt mij in het geheel niets.
Zowel Donner als de Wijkerslooth zijn bij gebrek aan journalistieke en politieke controle lieden gebleken die in staat zijn om zelfs zonder blikken of blozen de holocaust te ontkennen als het er om gaat de feitelijke waarheid geweld aan te doen. Uit hun liederlijke motiveringen blijkt ontegenzeggelijk dat vrijwel elke zinsnede wordt gebruikt om het wettig overtuigend bewijs te verduisteren en/of zichzelf tegen de schadeclaim terzake in te dekken. Zo ook de hiernavolgende leugenachtige zinsnede: ik citeer:
Het College bedoelt verzoeker mede te delen, dat er geen duidelijkheid is verkregen over de vraag of G. de Lange is gedagvaard of niet, bazelt Donner verder. Vreemd dat een Minister van Justitie probeert uit te leggen wat de Wijkerslooth bedoelde te zeggen. De Wijkerslooth is toch in zijn pennenvruchten d.d. 16/10/02 meer dan duidelijk geweest. Volgens mij staat daarin: ik heb met mijn ambtseed al geruime tijd mij achterwerk afgeveegd. Immers, hij is op gespannen voet met de feitelijke waarheid van mening dat het eerste bevel ex. art. 12i Sv waarover Donner veelzeggend met geen woord rept, tot het strafrechterlijk vervolgen van meineed wel werd opgevolgd want de meinedige verdachte is toch vrijgesproken in eerste aanleg door Eveline en bij het Gerechtshof door Wederven!
Welnu hoe het daarbij aan toeging dat heb ik inmiddels al uitgelegd. Kennelijk associeert de Wijkerslooth dat met rechtspraak. Brrrr….!! om van te huiveren! Wat de twee bevelen ex. art. 12i Sv door het Gerechthof gegeven tegen G. de Lange betreft: dat bagatelliseert Donner door het over één bevel te hebben. Zelfs de kleinste nuances gebruikt genoemde motiveringscrimineel om daarmede de feitelijke waarheid geweld aan te kunnen doen.
Uit de archieven en registratiesystemen van het Gerechtshof is niet gebleken dat G. de Lange niet werd gedagvaard aldus ook Donner die ondanks deze uitlating toch pretendeert de functie van minister van Justitie aan te kunnen. Wat de overige drie doorverwijzingen van Rechtbank, Gerechthof en Hoge Raad betreft, daar rept zowel Donner als de Wijkerslooth niet over; dit kennelijk om daarmede op gespannen voet met de feitelijke waarheid te suggereren alsof die doorverwijzingen er in het geheel niet zijn geweest. Daarom ten dienste van Vrouwe Justitia nogmaals!
Zes dwingend uitspraken van Rechtbank Gerechtshof en Hoge - Raad der Nederlanden waaronder drie bevelen ex. art. 12 i Sv door het Gerechtshof gegeven werden door het Openbaar Ministerie volstrekt genegeerd in die zin dat er ondanks genoemde dwingende uitspraken er Formeel nimmer een meineed procedure heeft plaatsgevonden aldus werd er ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde een juridisch coup gepleegd waarvan akte !
|
Vervolgens volgt er een vleugje kritiek van Donner op de Wijkerslooth. Ik zou haast zeggen: hoe durft hij ! Het College had wat nadrukkelijker moeten ingaan op de vraag of naar het oordeel van de Wijkerslooth aannemelijk was geworden of G. de Lange op 30 juli en 31 juli 1986 werd gedagvaard terzake meineed. Iedere jurist, behalve kennelijk Donner en de Wijkerslooth, ziet dat er iets aan genoemde datums mankeert. Ik ga dat niet uitleggen. Gelet op de functies die zij pretenderen te kunnen bekleden worden zij blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geacht dat te hebben onderkend. Donner houdt voorts met de Wijkerslooth staande dat er een diepgaand onderzoek is geweest en beroept zich daarbij op de administratieve bende bij Jusitie en het tijdsverloop dat er de oorzaak van zou zijn geweest dat er niets werd teruggevonden. Om dit alles goed te camoufleren heeft de Wijkerslooth in zijn judasrol nog excuus aangeboden voor de zeer lange tijdsduur van zijn antwoord d.d. 16/10/02, waartoe men zelfs nog het instituut "tussenantwoord" heeft gecreëerd om het zo lang mogelijk slepende te kunnen houden. Ruim een halfjaar heeft dat geduurd en vervolgens komen die juridisch narren bij mij daartoe excuus aanbieden, kennelijk ook nog in de verwachting dat dit mijnerzijds zou worden geaccepteerd.
Welnu mijnerzijds is gebleken dat er niet of nauwelijks onderzoek heeft plaatsgevonden en uit zeer ruime ervaring met dit soort lieden is mij bekend dat zij er alles aan doen om een zaak zolang mogelijk slepende te houden met als enig doel dat rechthebbende maatschappelijk financieel en psychisch ter ziele gaat alvorens het hem rechtens toekomende kan worden toebedeeld. Vervolgens beroept men zich op de lange duur die zij zelf via arglistig bedrog hebben veroorzaakt en/of verjaringstermijnen om op grond daarvan de claim te kunnen pareren en te rechtvaardigen dat er allerlei bewijslast uit de dossiers en/of de archieven is verdwenen.
Dat is dan ook de reden dat ik vergeefs herhaalde malen aan de Officier van Justitie heb verzocht het Dossier in beslag te nemen en te verzegelen om dit vervolgens op neutraal terrein, bijv. een Notaris te deponeren . Daar hadden de daders van de gepleegde onrechtmatige overheidsdaden natuurlijk geen oren naar. Dat zal hen overigens niet baten, gelet op de wijze waarop ik het wettig overtuigend bewijs heb veilig weten te stellen. Wat Donner betreft achter mij zit Oldmans te vertellen dat hij er verbaasd over was hoe slecht ministers veelal zijn geïnformeerd over de feitelijke gang van zaken ze hebben wel een mening maar weten niet waar ze over praten. Het is best denkbaar dat een minister het druk heeft, maar als je zelf niet de moeite neemt om je goed te informeren of te laten informeren, houdt dan je bek, aldus Oltmans. Ik ben het daarmede eens, dus Donner: houdt dan je bek!
Zowel de Wijkerslooth als de Hoofdofficier van Justitie Leo de Wit ressort Amsterdam, namen vrijwel onmiddellijk de houding van een verdachte aan toen de staatssecretaris van Justitie mevrouw mr. Kalsbeek mijn schadeclaim van 12 miljoen euro hen ter afhandeling had doorgezonden. Zij mandateerden zo ver mogelijk naar beneden zelfs tot aan de telefoniste toe, met de mededeling: "Dat de Werd in geen geval informatie mocht worden verstrekt", waartoe ik voortdurend werd aangelogen met: 'dat de betrokkenen die ik terzake wenste te spreken ziek waren op vakantie en/of een vrije dag hadden of simpelweg liet de telefoniste mij weten dat niet mocht worden doorverbonden, ongeacht hetgeen ik te zeggen zou hebben'. Deze houding vloeit voort uit hun geweten, is uitermate onbeschoft en heeft onnodige escalatie tengevolge gehad, daar men er ten onrechte vanuit gaat dat ik als benadeelde van hun malafide activiteiten genoegen diende te nemen.
Het voorgaande vloeit rechtstreeks voort uit het feit dat het O.M. als één van de hoofddaders van de gepleegde onrechtmatige overheidsdaden en die zich ondanks art. 4 , 29 11 lid c juncto 12 Ro en 207 lid 1 en 2 Sr formeel op het standpunt heeft gesteld, dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van mijn juridisch belang en de Nederlandse rechtsorde zelf werd gevraagd om te onderzoeken of die daden wel zijn gepleegd en wat de schade daaruit voortvloeiende zou kunnen zijn.
Het ware beter geweest indien de genoemde staatssecretaris een onafhankelijk arbitragecommissie zou hebben ingeschakeld die zou hebben onderzocht op welk een wijze de daders hebben plaatsgenomen op de Stoel van de Zittende Magistratuur en wat de daarbij veroorzaakte schade is, en met de bevoegdheid de zaken netjes af te handelen. Ook Donner spartelt blijkens zijn schrijven d.d. 02/04/03 als een paling in een bak snot, als het er om gaat de feitelijke waarheid in het duister te houden. De wijze waarop ik de Wijkerslooth en zijn mede-inplicieten zou hebben bejegend, heeft hen doen besluiten er vanaf te zien om mij inlichtingen te vragen, ook hier weer zet men de feitelijke waarheid op leugenachtige wijze op z´n kop men stelle zich dat eens voor.
|
De Officier van Justitie mr. R.W. Asser laat formeel weten (zie procesdossier) dat de zeer gedetailleerde aangifte van de Werd zinvol is geweest, in die zin dat hij daarmede de volledige waarheid boven water heeft gebracht. Er is door meerdere personen meineed gepleegd, dat is zelfs inmiddels bij het O.M. in ruime kring bekend. Echter bij het vervolgen van de meinedige verdachten acht ik het niet uitgesloten dat er verzachtende omstandigheden aanwezig kunnen zijn die in omgekeerde zin ten laste komen voor het Gerechthof . Ik betreur het met de Werd dat het Gerechtshof terzake niet optimaal heeft gefunctioneerd. Immers met haar tussenarrest heeft het Hof op z´n minst zelf meineed uitgelokt!
Ik ben van mening dat het hierbij niet zou moeten blijven, misschien kan er nog enige genoegdoening komen, het Gerechtshof heeft m.i.z de niet benijdigswaardige taak om aan de Werd uit te leggen waarom het terzake zo heeft gefunctioneerd. U droomt niet Nationale Ombudsman, dit is echt gebeurd in Nederland De formele documenten daarover vindt u terug in de dossiers die zijn ontstaan n.a.v. mijn beklagen ex. art. 12 Sv. Indien ook dat volgens het O.M. is zoekgeraakt kan ik u daarover wel een schaduwdossier bezorgen.
Als gevolg van het voorgaande laat het O.M. vervolgens ongelimiteerd en ondanks art. 4, 29 Ro en 207 lid 1 en 2 Sr meineed plegen, negeert daartoe zelfs zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad, waaronder drie bevelen ex. art. 12 i Sv gegeven, dus neemt het Openbaar Ministerie zodoende zelf plaats op de stoel van de Zittende Magistratuur! Dit ter voorkoming dat het 'recht' zoals bedoeld door de Formele Wetgever, zijn beloop zou kunnen hebben. Al mijn zeer langdurige twistgesprekken met genoemde Officier van Justitie hierover bleken vruchteloos. Vandaar dat ik ze maar op de band heb opgenomen om zodoende de feitelijke waarheid zeker te stellen en om te voorkomen dat ze kunnen worden verduisterd, op het internet gepubliceerd!
Het gevolg van het voorgaande is ronduit verschrikkelijk! Ik vormde met mijn geliefde vrouw een gelukkig gezin met alles wat daarbij zoal bij hoort. Voorts heb ik met mij vrouw door de jaren heen een goedlopend bouwbedrijf opgebouwd waar achtenveertig allround timmerlieden een vaste werkkring genoten. Vervolgens komt er een wraakactie van lieden die naar verhouding tot de bij hen functionerende hersencellen te veel macht kregen toebedeeld, te weten A.G. Bargerbos en G. de Lange. Beiden leggen zonder enige juridische grond, ja zelfs zonder vanwaardeverklaring ex. art. 438 Rv acht maanden lang een ondeugdelijk beslag, omdat ik een gestoorde straatmuzikant die zich bij mij had voorgedaan als zijnde allround timmerman volkomen terecht in proeftijd had ontslagen. Achtenveertig timmerlieden verloren hun werkkring en ik mijn bouwbedrijf waar ik zo trots op was omdat ik dat door de jaren heen met mijn vrouw had opgebouwd.
Daarbij zijn kosten nog moeite gespaard om een goed sociaal beleid te voeren. Zo mocht een timmerman op mijn kosten met zijn gehele gezin bestaande uit vier personen naar Canada om aldaar een ziek familielid te kunnen bezoeken en deed ik taxigeld in het loonzakje als er een bedrijfsfeest was, omdat ik mij verantwoordelijk voelde niet alleen voor achtenveertig timmerlieden maar ook voor hun gezinnen! Mijn bouwbedrijf ging ter ziele aan een ondeugdelijk beslag dat acht maanden lang werd gehandhaafd om er zeker van te zijn dat het nooit meer levensvatbaar zou kunnen worden.
Zelfs nadat de kantonrechter mij volledig in het gelijk heeft gesteld door de eisen van de vakbondsmaffia formeel af te wijzen met de motivering: dat de Werd juridisch niets viel te verwijten, doch dat zij zelf schadeplichtig waren, zelfs toen nog en nadat zij schriftelijk excuus hadden aangeboden voor hun misdadig onwettig gedrag. Zelfs toen nog handhaafden A.G. Bargerbos en G. de Lange hun ondeugdelijk beslag, in totaal acht maanden lang, dit om er zeker van te zijn dat mijn bedrijf nooit meer levensvatbaar zou kunnen worden. Het beslag betrof een volstrekt rechtmatig ontslag in proeftijd zie Hoge Raad van 27 juni 1952 NJ 52, 488 en art. 1639 n Bw. Op 20 juni 1979, formuleerde het Gerechtshof evenals de kantonrechter de kwade trouw van Bargerbos en Lange als volgt. Ik citeer: "De bonden wisten dat het door hen gelegde beslag ondeugdelijk was, althans hadden dat als arbeidsdeskundigen moeten weten en/of kunnen begrijpen". Einde citaat!
|
De casus op zich is zo eenvoudig dat daarover niet eens tien minuten zou kunnen worden geprocedeerd, alles wat het langer heeft geduurd dan die tien minuten is zonder enig voorbehoud toe te schrijven aan de decadente wijze waarop justitie terzake heeft gefunctioneerd. Vervolgens komt de Wijkerslooth en meent dat schade niet of onvoldoende werd onderbouwd, het lijkt wel een horrorfilm waar ik met mijn gezin in terecht ben gekomen, ik heb mijn schadeberekening zo bescheiden mogelijk gehouden in de hoop een regeling in den minne daarmede te kunnen bereiken. Welnu daar is dus geen belangstelling voor gebleken, een schade-expert heeft mij thans geadviseerd om dat bedrag op z´n minst te verdubbelen, het zij bij deze gedaan. Uiteindelijk wordt ik met mijn gezin al jarenlang door de juridische kakkerlakken uit de keuken van Vrouwe Justitia met hun arglistig bedrog geterroriseerd, mijn geliefde vrouw liet daarover op haar sterfbed weten, ik ben maar vijfendertig jaar geworden ze hebben ons toch tien jaar van het leven afgepakt!
De juridische kakkerlakken die zodoende ter bevrediging van hun strikt primitieve lustgevoelens het levensgeluk van mij en mijn gezin hebben vermoordt beklagen zich thans bij de Nationale Ombudsman over de wijze waarop ik mij tegen hun malafide activiteiten die geen ander doel hebben dan een behoorlijke procesgang uit te schakelen verweer!
Dit soort lieden heeft zich via duistere benoemingsprocedures weten te begeven naar een functie die zich evenmin met hen verdraagt als water en vuur! ruim twintig jaar sleept deze affaire zich voort zo halsstarrig speelt men ondanks 29 Ro. de Advocaat van den Duivel . Men schuwt de feitelijk waarheid alsof ware het de pest evident waaraan mij ongekende schade werd toegebracht en het levensgeluk van mij en mijn gezin werd vermoordt. Vervolgens geven de daders mij te kennen, dat mij onder geen enkel beding informatie mag worden verstrekt en klaagt men bij de Nationale Ombudsman over de wijze waarop het hen uitverkoren slachtoffer zich weert. Welnu kennelijk heeft Donner nog niet begrepen dat de Nationale Ombudsman niet beoordeeld het gedrag van de burger naar de overheid doch andersom !
Voorts wens ik hierover te zeggen, dat ik zeer, zeer gesteld ben op goed fatsoen en zorgvuldigheid zoals zich dat in het maatschappelijk verkeer betaamt een norm waaraan de juridische kakkerlakken die mij en mijn gezin ter bevrediging van hun strikt primitieve lustgevoelens menen straffeloos te kunnen beduvelen zelfs bij benadering niet kunnen voldoen.
Voorts heb ik de zeer goede gewoonte om mijn woordkeuze en toonhoogte aan de feitelijke situatie aan te passen. Zodanig dat via de vrijheid van meningsuiting duidelijk wordt dat het O.M. in verkeerde handen is gevallen. Te weten in handen van niets ontziende genadeloze togacriminelen als b.v. de Wijkerslooth en zijn volstrekt willoze ondergeschikten die hij onder het motto 'Befehl ist Befehl' als zijn willoos werktuig gebruikt ter bevrediging van zijn ziekelijke geest! Ik sta volkomen achter hetgeen wat ik terzake heb gezegd en/of geschreven dit alles zonder enig voorbehoud, hun klaagzang over mijn woordgebruik en /of toonhoogte wijs ik dan ook met kracht van de hand, de togacriminelen bleken genadeloos voor het levensgeluk van mij en mijn gezin, welnu dat is wederzijds. Zij moeten niet klagen doch sterven als een Zwaan! Het staat hen volkomen vrij om mij terzake belediging en/of smaad te dagvaarden ik heb hen daartoe herhaalde malen genodigd, het percentage stront in hun toga´s is dusdanig dat zij dat niet aandurven en dat zegt toch wel genoeg!
Ruim een halfjaar lang wist één van hen ondanks al mijn protesten daartegen mij in het ooitje te nemen te weten mevr. Vastenavond, die niet functioneerde als Senior, doch als contactpersoon hetgeen als zodanig ook op haar briefpapier staat vermeldt. De Wijkerslooth misbruikte haar als buffer om het vuile werk op te knappen. Een halfjaar lang loog zij mij voor dat er een zeer diep onderzoek gaande was omdat het College van Procureurs-generaal terzake op uiterst kundige en vooral zorgvuldige wijze wenste te beslissen en dit alles terwijl men er al na tien minuten er achter had kunnen komen dat de bevelen van het Gerechtshof ex.art. 12i Sv gegeven nimmer werden opgevolgd.
Men had mij op mijn woord kunnen geloven ik heb hier zelfs een boek over geschreven getiteld: "De Geheimen van Vrouwe Justitia", bevattende 380 blz. waarvan er inmiddels enkele honderden zijn verkocht, waarbij ik een tiental wetsvoorstellen heb geponeerd om in het Algemeen Belang te voorkomen dat zo'n affaire geboren uit pure corruptie zich nimmer zou kunnen herhalen. Ook mijn publicaties op het internet zijn nog nooit door iemand als zijnde onjuist betwist, er is derhalve geen enkele reden om terzake mijn geloofwaardigheid in twijfel te trekken. Ik ben terzake als geen ander in staat om de juiste informatie te verstrekken en met wettig overtuigend bewijs te staven, vandaar dat zij mij lange tijd meden om de affaire slepende te kunnen houden. Uiteindelijk hebben ze mij om informatie gevraagd en dan ook nog te kwader trouw. Ik kom daar nog op terug!
|
Voorts had men de beide verdachten terzake, te weten A.G. Bargerbos en G. de Lange gewoon kunnen opbellen met de vraag of ze ooit terzake meineed strafrechterlijk werden vervolgd! Dat bleef eveneens achterwege. Wat G. de Lange betreft, omdat deze zou zijn overleden. Echter volgens de uitlatingen van Donner in zijn pennenvruchten d.d. 2 april 2003 is dat niet het geval, aldus heeft men mij wederom aangelogen of heeft Donner het over de veiligheid van een stoffelijk overschot. Immers, volgens Donner heeft men mij niet benaderd in verband met de veiligheid van G.de Lange. Dus Donner begint ook al met modder te gooien om de aandacht af te leiden van de feitelijke omstandigheid dat het O.M. een juridisch coup heeft gepleegd, daartoe lijkt hij mij overigens wel geschikt !
Het machtigste wapen waarover zij beschikken is het slepende houden van de zaak, zodat rechthebbende maatschappelijk financieel en psychisch ten onder gaat. Dat misdadig beleid ligt aan hun hele denken ten grondslag, uw Ombudsman heeft het zelf mogen ervaren. De door u gestelde vragen waren zondermeer binnen een dag of twee drie te beantwoorden, men heeft daar maanden voor genomen en is niet in staat gebleken ze te beantwoorden waarvan akte!. Eenvoudig weg omdat de bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv niet werden opgevolgd. Intimideren, stigmatiseren demoniseren liegen en bedriegen als kleinen kinderen komt voor op hun zwendelpalet, waarop hun zieke geesten hoogtij vieren als nimmer voorheen. Op 15 april 2003 kreeg ik van u Ombudsman op mijn verzoek bijlagen toegezonden waaronder een brief van 27 juni 2002. Die brief zou een antwoordt zijn op de aantijgingen van Karel de Werd. Welnu om U Ombudsman aan te tonen, dat men zelfs niet schroomt met modder te gooien zal ik deze brief aan het slot van mijn betoog analyseren zodat u ook daaruit blijkt dat het O.M. in verkeerde handen is gevallen.
Genoemde pennenvruchten waarvan ik de schrijver nog moet achterhalen zodat hij op het internet kan worden gestraft ademen zoals gebruikelijk de sfeer van arglistig bedrog en achterklap, waarbij de feiten worden verdraaid en de leugen hoogtij viert. Vandaar dat daarin woorden voorkomen als het schijnt en waar hij geloof ik termen die men gemiddeld aantreft in succesvolle roddelbladen ! Ik volsta niet alleen met de volta-face van de betreffende schrijver te onthullen, ik eis daarbij € 100.000 smartengeld en dat de zieke geest van genoemd individu bij de overheid wordt verwijderd, daar juist dit soort mensen van inferieure kwaliteit het kankergezwel vormen waaraan Vrouwe Justitia is kapot gegaan.
Donner onthoudt zich wijselijk een oordeel wanneer dit onderwerp ter sprake komt. Dat neemt niet weg dat hij voor de volle 100% verantwoording heeft te nemen voor al hetgeen wat n.a.v. een dienstbeëindiging ex. art. 1639 n Bw ondanks de Hoge Raad van 27 juni 1952 NJ 1952, 488 gaande is. Want blijkens dit wetsartikel en de jurisprudentie mag men het dienstverband ex. art. 1639 n Bw. wederzijds zonder in achtneming van de voor opzegging geldende bepalingen beëindigen zonder dat ik daar enige last van behoef te hebben. De rest komt dus voor rekening van Donner ! d.w.z., alle leugens, laster, onfatsoen, intimidatie, het slepende houden, corruptie, etc, etc, komen geheel voor rekening voor de Staat der Nederlanden en allen die ik in persoon en hoofdelijk aansprakelijk heb gehouden; waarvan akte!
Vervolgens hakt ook Donner het probandum aan mootjes, op de door mij bovenvermelde wijze. Ik zou haast zeggen, dat kon niet uitblijven; en ik citeer: "Alvorens in te gaan op het subsidiaire deel van het eerste onderdeel van de klacht merk ik op dat de brief van het College d.d. 16 oktober 2002 in de eerste plaats een reactie was op de schadeclaim van de heer de Werd en dat de kwestie van wel of niet vervolgen van G.de Lange een onderdeel en niet een hoofdmoot vormde van de reactie."
Het voorgaande is een typisch voorbeeld op welk een wijze dit soort juristen de door hen op kosten van de belastingbetaler verworven kennis misbruiken om het Recht te frustreren. De beschikking van de Wijkerslooth d.d. 16/10/02 die ter aanranding van Vrouwe Justitia op een arglistig, bedrieglijk en juridisch onvolwaardig niveau werd gemotiveerd, wordt door Donner opeens een brief genoemd, en het al dan niet vervolgen van G. de Lange - lees het volstrekt negeren van zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad wordt niet de hoofdmoot genoemd. Dit, terwijl daarmee zich een juridische catastrofe heeft voltrokken die zijn weerga in de Nederlandse rechtsgeschiedenis niet kent immers: Het O.M. heeft de scheiding der machten doorbroken door zodoende plaats te nemen op de stoel van de Zittende Magistratuur en daarmede de rechtszekerheid van alle burgers op Nederlands grondgebied, inclusief de toekomst van de volgende generaties ernstig in gevaar gebracht!
|
De liederlijke pennenvruchten van de Wijkerslooth worden eerst door Donner aan mootjes gehakt en vervolgens wordt een deel daarvan slechts een reactie genoemd op de schadeclaim van de Werd. Waarop die claim is gebaseerd, daarover wenst Donner kennelijk niet te praten. Hij mag eens proberen uit te leggen hoe zijn gedrag terzake zich verdraagt met zijn ambtseed en art. 1 en 7 van de Wet op de ministeriële verantwoordelijkheid. Ik zou mijn schadeclaim niet deugdelijk hebben onderbouwd, aldus bazelt Donner verder. Dit terwijl ik vanwege het disfunctioneren waar hij zelf politiek verantwoordelijk voor is tot heden ten dage nog in procedures zit gegijzeld. Dit naar aanleiding van een dienstbeëindiging ex. art. 1639 n Bw, met alle door mij beschreven gevolgen van dien. Het is toch meer dan te zot voor woorden dat het O.M. zich als wetshandhaver ex. art. 4 Ro formeel op het standpunt stelt dat ondanks art. 207 lid 1en 2 Sr. ter aanranding van een behoorlijke rechtspleging straffeloos veelvuldig meineed moet kunnen worden gepleegd.
Het is toch verschrikkelijk dat ik vervolgens als juridisch ongeschoolde bouwvakker werd genoodzaakt het O.M. via drie bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv op mijn verzoek gegeven te sturen! Terwijl zelfs uit één zo'n bevel al blijkt hoe decadent het O.M. terzake heeft gefunctioneerd. Als gerespecteerd zakenman ben ik als gevolg van voorgaande juridische zwijnerij met mijn geliefde vrouw eindeloos gegijzeld in meinedige procedures waarbij het levensgeluk van mij en mijn hele gezin totaal werd verwoest. Uiteindelijk werd mijn geliefde vrouw ziek, maar ook dat was voor het ras van inferieure kwaliteit evenmin reden om de strijdbijl te begraven. Op haar sterfbed liet mijn geliefde vrouw mij weten: ik ben maar vijfendertig geworden, ze hebben ons toch tien jaar van ons leven afgepakt.
Tot op heden procedeer ik naar aanleiding van een ontslag in proeftijd al vier keer langer dan de Tweede Wereld Oorlog heeft geduurd, terwijl daar strikt juridisch bij een juiste gang van zaken nog geen tien minuten over kan worden geprocedeerd; zelfs minder dan dat! Vervolgens komt koekenbakker Donner mij vertellen dat ik mijn schadeclaim onvoldoende heb onderbouwd, in plaats mij onmiddellijk oprecht excuus aan te bieden en zich diep te schamen voor hetgeen zich terzake feitelijk heeft voorgedaan. Ik heb inmiddels van een schade-expert begrepen dat mijn claim veel te laag is ingezet. Dat vermoedde ik wel, ik meende daarmede de kans op een regeling in den minne te kunnen vergroten. Welnu daar heeft men kennelijk geen oren naar, het zij zo. Afgerekend wordt er hoe dan ook ! In ieder geval 12 miljoen euro fiscaalvrij!
Verjaring!
Mijn malafide tegenspelers beroepen zich inmiddels voor alle zekerheid toch maar op verjaring, waarmede de schadeplicht op zich al formeel wordt erkend, immers waarom zou men zich anders op verjaring beroepen ?
Het openbaart eveneens waarom men er alles aan doet om de affaire slepende te houden. Ik zal hier duidelijk over zijn. De joodse gemeenschap, de Indische gemeenschap, Oltmans etc. kregen ver naar de verjaringstermijnen 'Wiedergutmachung' vergoedingen; dus waarom uit oogpunt van rechtsgelijkheid redelijkheid en/of billijkheid niet de Werd?
Voorts kan er van verjaring geen sprake zijn. Immers, ik heb aantoonbaar vanaf het moment dat het O.M. ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr de Grondwet en Internationale Verdragen formeel de stelling betrokken dat ten laste van een behoorlijke procesgang het veelvuldig plegen van meineed niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd vrijwel onafgebroken verzet gepleegd. En nog, waarbij komt dat ik alle betrokkenen die scheve schaats terzake hebben gereden herhaalde malen zowel in persoon als hoofdelijk, dus voor het geheel, aansprakelijk houdt voor de te vergoeden schade.
Natuurlijk trachten mijn malafide tegenspelers zoveel mogelijk te verduisteren vrijwel elke zinsnede die zij hanteren wordt daartoe gebruikt, maar dat heb ik ingecalculeerd, daar komen ze niet mee weg! Niet voor niets heb ik herhaalde malen verzocht het procesdossier terzake in beslag te nemen, daar ik constateerde dat aansprakelijkheidstelling werd verduisterd. Ik heb daarvan een voorbeeld naar de u Ombudsman gezonden, zodat u zelf kunt waarnemen via welke kanalen en hoe wettig overtuigend bewijs verdwijnt.
Zo heb ik eveneens Eveline van Schaardenburg ex. voorzitter van de Meervoudige Strafkamer herhaalde male voor de schade aansprakelijk gesteld en tegen haar formeel aangifte gedaan bij de recherche ,waarvan ik in het dossier ook niets meer heb aangetroffen. Buiten dat, als individueel burger ben ik niet aansprakelijk te stellen voor het al dan niet goed of integer functioneren van de uitvoerende organen van de Formele Wetgever. Dat komt blijkens de Formele Wet en Internationale Verdragen geheel voor rekening van de Staat der Nederlanden.
|
Tot slot is het zo dat het O.M niet kan bepalen of de Formele Wet geldigheid bezit en zo ja wanneer! Het O.M. heeft haar taak uit te voeren zoals expliciet beschreven in art. 4 Ro. Te weten: het handhaven van de wet en het vervolgen van strafbare feiten. Door zich ten laste van mijn juridische belangen formeel op het stanspunt te stellen dat het veelvuldig plegen van meineed, waarop herhaalde malen de Zittende Magistratuur ernstig dwaalde(!),vervolgens de bevelen van het Gerechtshof ex.art. 12i Sv tot drie keer toe gegeven volstrekt te negeren en zodoende plaats te nemen op de stoel van de Zittende Magistratuur, heeft het O.M. duidelijk gemaakt dat de Formele Wetgeving niet meer van toepassing is. Dus ook niet de verjaringstermijnen zo simpel is dat! Anders gezegd alvorens het O.M zich terzake op de Formele Wet meent te kunnen beroepen dient zij formeel kenbaar te maken met ingang van welke datum die Formele Wetgever door haar weer wordt erkend!
Het standpunt van de Wijkerslooth en Donner is duidelijk. Te weten: wij accepteren alleen de Formele Wet en Internationale Verdragen als ons dat uitkomt! Dat zou iedereen wel willen, maar zo werkt het niet. Het O.M. heeft niet te bepalen of de formele Wet en/of de Internationale Verdragen al dan niet geldig zijn; integendeel. Zij heeft juist de Wet te handhaven en strafbare feiten te vervolgen, ongeacht de bedragen die Rood uit de Stakingskas van de FNV heeft weten te plunderen. Zelfs al plundert hij die stakingskas helemaal leeg, dan nog komt het O.M. niet het recht toe om ambtshalve te falen zoals terzake het geval is. Hetzelfde geld voor de politiek verantwoordelijke Minister ook die heeft aan zijn ministeriele verantwoordelijkheid te voldoen, dus behoort die te vertrekken op het moment dat blijkt dat hij daaraan niet heeft voldaan. Terzake is dat het geval gebleken!
Mandateren
Allereerst Nationale Ombudsman, hartelijk dank voor de vlotte toezending van de bijlagen op mijn verzoek. Ik heb het vluchtig doorgelezen om daaraan niet al te veel energie te verspillen. Als ik mij niet vergis betreft het hier een herverdeling van bevoegdheden die de oud-procureur-generaal mr. Korvinus deed besluiten om af te treden, omdat zij het niet langer aandurfde de verantwoording daarvoor te nemen. "U moet mijn aftreden dan ook zien" aldus deze uiterst bekwame integere magistrate die jarenlang als zodanig bij het O.M heeft gewerkt zonder daarbij ooit in opspraak te zijn gekomen "als een signaal naar de samenleving, hoewel ik bang ben dat dit signaal niet zal worden gehoord."
Met de reorganisatie van het O.M. werd de autonome macht betrekking hebbende op het strafrechterlijk vervolgingsbeleid verdeeld over ruim vijfhonderd officieren van Justitie terug gebracht tot slechts enkele personen te weten: de Minister van Justitie en het College´van Procureurs-generaal. Dit ging mr. Korvinus te ver, zij vreesde namelijk met mij dat zo'n vergaande centralisatie van de Gewapende Macht verkeerd zou kunnen uitpakken indien genoemde individuen zich met verkeerde vrienden zouden inlaten. Nog daargelaten de vraag of zij zelf wel deugen. Ik deel die vrees van mevr.mr. Korvinus ten zeerste een vrees die wordt aangewakkerd indien men beziet op welk een niveau de Wijkerslooth en Donner het aandurven hun beslissingen te motiveren. Het zegt veel over de betrokkenen. Op z´n minst dat het de verkeerde mensen zijn op de verkeerde plaatsen verdraagt zich niet met de functie die zij pretenderen te kunnen bekleden en evenmin met henzelf als water en vuur! Ik acht ze dan ook bijzonder gevaarlijk voor de gehele Nederlandse samenleving. Dit zeker gelet op de wijze waarop zij inmiddels hebben plaatsgenomen op de stoel van de Zittende Magistratuur.
Ik heb uit de u toegezonden bijlage begrepen dat men een soort 'Senior' heeft gecreëerd. Welnu, dat is dan voor het eerst dat ik daarvan hoor! Mevr. Vastenavond heeft zich bij mij altijd voorgedaan als zijnde slechts een contactpersoon en staat dan ook als zodanig op het briefpapier dat mij werd toegezonden vermeld. Daarbij komt nog dat zij altijd deed voorkomen alsof niet zij, doch het College van Procureurs-generaal een diepgaand onderzoek had bevolen. Dit juist omdat genoemd College volgens mevrouw Vastenavond terzake uitermate zorgvuldig op mijn schadeclaim wenste te beslissen. Zij liet mij in die waan en kon mij bij gebrek aan wetenschap daarin laten totdat ik de pennenvruchten d.d. 16/10/02 onder ogen kreeg.
|
Gelet op het juridisch niveau waarop daarin werd gemotiveerd b.v. wij hebben niets in de archieven en of registratie systemen aangetroffen waaruit niet bleek dat G. de Lange niet werd gedagvaard, begreep ik vrijwel ogenblikkelijk dat dit anders dan bij kwader trouw nimmer van het College van Procureurs-generaal afkomstig kon zijn, ondanks de ondertekening namens het College van Procureurs-generaal. Daarom belde ik haar op en liet haar weten dat ik gelet op het juridisch niveau waarop werd gemotiveerd, ik het volstrekt uitgesloten achtte dat een College van Procureurs-generaal zich daaraan zou durven wagen, gelet op de juridische onzin die ik heb aangetroffen.
Op dat moment viel mevrouw Vastenavond door de mand en liet zij mij toen pas weten, dat niet het College van Procureurs-generaal, doch zij zelf met één van haar collega´s van het bedrijfsbureau een zekere D.J. de Jong de motivering in elkaar hadden gedraaid!
Ik voelde mij vreselijk bedonderd ik was kwaad op mijzelf dat zij er in was geslaagd mij ruim een half jaar lang een rad voor ogen te draaien. Vervolgens stelde ik de Wijkerslooth in de gelegenheid zich daarvan te distantiëren. Dat lag juridisch moeilijk, omdat namens hem de beschikking was ondertekend. De Wijkerslooth realiseerde zich dat kennelijk, dus besloot hij zich niet te distantiëren. Een beslissing die hem duur komt te staan, omdat ik volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geen genoegen behoef te nemen met een motivering die de sfeer ademt van arglistige, bedrieglijk en onvolwaardig juridisch niveau. Daarbij komt nog dat ik de Wijkerslooth voordien al had gewaarschuwd dat mijn krediet voor het O.M. nihil zou zijn. Hij wist dus vooraf dat hij mij niet straffeloos zou kunnen beduvelen, waarvan akte!
Ik acht voorgaande gang van zaken onjuist immers een overheid behoort een duidelijk gezicht te hebben en als het even kan ook nog een eerlijk gezicht. Naar mijn mening voldoet het voorgaande daar geenszins aan, waarbij nog komt dat uit de functiebeschrijving behorende bij 'Senior' niet blijkt dat Senior bevoegd was tot het ondertekenen van de beschikking d.d. 16/10/02. De deskundige mening van u Nationale Ombudsman hierover zie ik eveneens met belangstelling tegemoet.
Wat de door u Ombudsman gestelde vragen betreft, daarover is Donner zelf meer dan duidelijk, ik vraag er akte van dat hij blijkens zijn pennenvruchten d.d. 02/04/03 niet in staat is gebleken de door u gestelde vragen deugdelijk zelfs helemaal niet te beantwoorden. Ik vraag er eveneens akte van dat hij daarbij ook nog de verkeerde conclusie trekt middels de mededeling ik moet het antwoord schuldig blijven. In dit soort kwesties waarbij de rechtszekerheid van de gehele Nederlandse Bevolking in het geding is behoort een Minister van Justitie elke vraag volstrekt feilloos te kunnen beantwoorden. Zo niet, dan brengt hij daarmede de veiligheid van alle ingezetenen op Nederlands Grondgebied ernstig in gevaar!
En wat de betreft de brieven die Mr. R.W. Asser geschreven heeft, die negeert hij evenals de bandopname die ik als wettig overtuigend bewijs heb overlegd. En dat nu is eveneens een geliefde bezigheid van de kakkerlakken in de keuken van Vrouwe Justitia: gewoon doen voorkomen alsof die feiten niet hebben plaatsgevonden door ze te negeren! Waarvan akte! Donner draait als een kat om de hete brei. Hij moet gelet op de juridische kennis en ervaring die behoort bij de functie die hij pretendeert te kunnen bekleden, allang hebben begrepen dat de bevelen van het Gerechtshof ex.art. 12 i Sv nimmer door het O.M werden opgevolgd. Dat nu vond hij kennelijk zo onthutsend dat hij zich uiteindelijk ook maar te buiten ging aan modderspuiterij en dat nu vindt hij kennelijk niet beneden ieder peil. Onder de aanhef 'kwade tongen' kom ik daar nog op terug.
Ook Donner laat mij ongevraagd weten dat het mij vrij staat mij tot de burgerlijke rechter te wenden. Kennelijk om te suggereren alsof het O.M. nog geen juridische coup heeft gepleegd door zich ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr , de Grondwet, het Verdrag van Rome en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens formeel op het standpunt te stellen, dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van mijn persoonlijk juridisch belang via verkrachting van Vrouwe Justitia niet strafrechterlijk dient te worden vervolgd, waartoe zelfs zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad, waaronder nota bene drie bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12 i Sv gegeven, volstrekt werden genegeerd.
Daarbij komt nog dat vanwege de een zeer, zeer ernstige leemte in de Formele Wet, te weten art. 133 Rv. en de daaraan verbonden eigen bijdrage die inmiddels zo hoog is opgeschroefd dat voor honderdduizenden burgers, waaronder ikzelf, de toegang tot de rechter volkomen is afgesneden. En dat is niet niks, indien men bedenkt dat politici als de Hoop Scheffer en Balkenende bereid zijn gebleken om desnoods middels gewelddaden tegen de menselijkheid c.q. barbarisme wel vijfduizend kilometer hier vandaan, datgene hoog te houden wat in hun ogen het recht vertegenwoordigt. Dit zelfs buiten het Internationale Gerechtshof en of de Verenigde Naties om !
|
Buiten dat er zal toch eerst een signaal moeten komen van Donner en/of zijn regering waaruit moge blijken dat ik als burger en velen met mij meer rechten heb, dan vlooien op het Waterlooplein! En welke garantie geeft Donner mij dat de uitspraken van de rechter tot in hoogste instantie gedaan niet wederom door de Gewapende Macht worden genegeerd? De bekende strafpleiter mr. Knoop die na bestudering van de stukken bereid bleek terzake als intermediair op te treden is met mij van mening, dat er dringend een voorlopig getuigenverhoor dient te worden gehouden om verlies van bewijs te voorkomen! Zelfs daartoe kan Donner niet garanderen dat procureur wordt gesteld. De verwijzing van Donner naar de burgerlijke rechter, nadat het O.M. zelf heeft plaatsgenomen in de stoel van de Zittende Magistratuur is door en door hypocriet.
Dat de Zittende Magistratuur terzake allang niet meer naar behoren kan functioneren blijkt toch al uit de feitelijke omstandigheid dat ik als gevolg van een dienstbeëindiging ex. art. 1639 n Bw ondanks Hr. 27 juni 1952 NJ 1952, 488 al ruim vijfentwintig jaar met mijn gezin wordt gegijzeld in de juridische mestvaalt van Justitie!
Dit terwijl geen enkele jurist ter goeder trouw mij ooit zou kunnen betwisten dat over een dienstbeëindiging ex. art. 1639 n Bw normalerwijs zelfs geen tien minuten zou kunnen worden geprocedeerd, waaruit ook moge blijken hoe ernstig corruptie bij de Rechterlijke Macht het functioneren van behoorlijke rechtspleging ondermijnt. Exact dezelfde corruptie die de Gewapende Macht deed plaatsnemen in de stoel van het Parlement en de Zittende Magistratuur waarbij ik, Karel Heinz de Werd, geboren 24-3-43 te Amsterdam, met inachtneming en verwijzend naar de Wet Ministeriële Verantwoordelijkheid, de Grondwet en de genoemde Internationale Verdragen, de Minister van Justitie mr. J.H. Donner en zijn regering als vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden in het belang van de rechtszekerheid van allen op Nederlands grondgebied verzoek, voorzover nodig ertoe sommeer op straffe van rechtsgevolgen - te weten een klacht tegen de Staat der Nederlanden bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens - wegens het schenden van de Formele Wet, de Grondwet en de Internationale Verdragen door de Staat der Nederlanden, geratificeerd en betrekking hebbende op de rechten van de mens en zijn individuele vrijheden er voor te zorgen dat de Gewapende Macht, in het bijzonder het Openbaar Ministerie, wordt gesommeerd zich onmiddellijk te verwijderen uit de stoel van de Volksvertegenwoordiging en de Zittende Magistratuur, bij gebreke waarvan de commandanten van de Nederlandse Strijdkrachten opdracht zal worden gegeven desnoods gewapenderhand het O.M uit de stoelen van de Volksvertegenwoordiging en de Zittende Magistratuur te verdrijven; dit alles in naam van Hare Majesteit de Koningin, namens en in het belang van de rechtszekerheid van allen die zich op Nederlands grondgebied bevinden.
Getekend op 4 mei 2003. K.H.de Werd.
|
Weledelgestrenge Vrouwe,
Ik nader het slot van mijn betoog, waarbij mij nog resteert in te gaan op de kwade tongen die mij al jarenlang achtervolgen, van lieden die net zo betrouwbaar bleken te zijn als een junk die moet scoren. Vrijwel vanaf het moment dat ik als gevolg van het door de vakbondsmaffia gelegde ondeugdelijke beslag op mijn bedrijfsgelden werd genoodzaakt voor Vrouwe Justitia een beroep te doen op mijn burgerlijke rechten, zoals bij wet en Internationale verdragen aan allen op Nederlands grondgebied is toegekend. Bij mij komen er geen lijken uit de kast ik ben wat dat betreft volkomen clean.
Mij kan dan ook niet worden verweten dat ik de wet zou hebben overtreden tijdens mijn bedrijfsvoering op welk een wijze dan ook. Voorts ben ik zeer gesteld op goed fatsoen en zorgvuldigheid zoals zich dat in het maatschappelijk verkeer betaamt en heb overeenkomstig twee prachtige dochters opgevoed. Het uitermate onbeschofte, ik mag wel zeggen proletarisch gedrag van lieden werkzaam bij de overheid waarvan men dat redelijkerwijs niet zou mogen verwachten is voor mij nimmer te accepteren. Temeer niet omdat het afkomstig is van lieden die niet of nauwelijks in staat zijn gebleken om welk een reden dan ook - meestal zijn dat redenen die het daglicht niet kunnen verdragen - om beroepshalve kundig te functioneren.
Dit soort lieden dat zich bij gebrek aan politieke en journalistieke controle veelal boven de Formele Wetgever heeft geplaatst, begint onmiddellijk met modder te smijten uit angst dat de stront in hun toga´s wordt ontdekt, zij allen hebben voorts gemeend dat zij hun ondergeschikten, die te goeder trouw zijn, doch gaarne hun baan willen behouden misbruiken als willoos werktuig ter bevrediging van hun primitieve gevoelen. Het betreft hier genadeloze boeven als b.v. de Wijkerslooth. Meestal zijn hun slachtoffers bij gebrek aan wetenschap niet weerbaar genoeg om zich tegen hun schimmige activiteiten te verdedigen. Die mensen gaan er dan meestal maatschappelijk, financieel onder door alvorens het hen rechtens toekomende kan worden toebedeeld.
Welnu dit soort plebs daar hebben wij het over via moddersmijterij vooral achter de schermen en zoveel mogelijk anoniem stigmatiseren en demoniseren zij rechtzoekende zodanig dat deze zijn geloofwaardigheid wordt afgenomen, kortom het betreft veelal juridisch Plebs dat zich daarmede inlaat ter verkrachting van Vrouwe Justitia!
|
Tot zoverre wat voorinformatie.
Het laat zich aanzien dat de grootste juridische zwendelaffaire uit de Nederlandse Rechtsgeschiedenis zal escaleren. Mijn voorkeur heeft dat niet, integendeel ik heb terzake herhaalde malen voorgesteld om de affaire netjes met mij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid middels een Akte van Dading definitief uit de Wereld te helpen. Daar bestond bij Donner in zijn hoogmoedswaan geen belangstelling voor zodat ik hem heb kenbaar gemaakt, of jij accepteert de feitelijke waarheid of jij gaat daaraan onderdoor. Welnu blijkens zijn liederlijke pennenvruchten d.d. 16/10/02 die zich kenmerken door arglistig bedrog en juridische onvolwaardigheid en zijn uitermate onbeschofte gedrag, koos hij dus voor het laatste. Het zij zo. Ook in dat geval ben ik van de Partij!
Welnu diegene die oorlog wenst te voeren moet niet klagen als er terug wordt geschoten doch sterven als een zwaan. En zelfs die waardigheid bezit het Juridisch Plebs niet, dat zich zonodig wenst te vergrijpen aan het welzijn van Vrouwe Justitia om vervolgens te klagen over de wijze waarop daartegen mijnerzijds in het geweer wordt getreden bij de Nationale Ombudsman die in het geheel niet bevoegd is om daarover een oordeel te geven. Waarvan akte!
De vrees van de aanklager bij de Bijzondere Rechtspleging dat het naoorlogs gratiebeleid het toekomstig gevaar vertegenwoordigt voor de gehele Nederlandse samenleving, omdat er sindsdien structureel nauwelijks iets is veranderd, die vrees is bewaarheid geworden. Evenals de vrees die de oud-procureur-generaal mr. Korvinus voorkort nog uitte, te weten dat zij het O.M. heeft verlaten omdat zij geen verantwoordelijkheid meer durfde te nemen voor de negatieve ontwikkelingen bij het O.M. "U moet mijn aftreden dan ook zien als een signaal naar de samenleving, hoewel ik bang ben dat dit signaal niet zal worden gehoord".
Het Openbaar Ministerie is uiteindelijk in verkeerde handen terecht gekomen, hetgeen werd bekroont met de feitelijke omstandigheid dat Zittende Magistratuur en de Volksvertegenwoordiging, veelal bij gebrek aan wetenschap uit hun stoelen werden verjaagd. Dit veelal zonder dat zij dat zelf hebben bemerkt, daar hen de juridisch kennis ontbreekt om dat te kunnen volgen. Welnu een volk dat dit accepteert heeft geen recht van spreken indien het door Herrenvolk wordt geknecht en/of onteerd.
Buiten dat; ook ik heb kinderen op deze wereld gezet die bij gebrek aan wetenschap zich niet kunnen verdedigen tegen de aanranding van hun rechten. Ook voor de rechtszekerheid van volgende generaties is het noodzakelijk dat Vrouwe Justitie tegen haar aanranders wordt verdedigd. Het is de moeite waard, want het is de mooiste Vrouw van Nederland.
Tegen deze achtergrond moet u mijn taalgebruik en toonhoogte afmeten, die ik alleen als wapen gebruik tegen lieden die behoorlijk wat op hun kerfstok hebben en gemiddeld ondanks hun ambtseed net zo betrouwbaar zijn gebleken als een junk die moet scoren. Ik pas daarbij altijd mijn woordgebruik en toonhoogte aan, aan de feitelijke situatie en ondanks alle klaagzang daarover zal het ook u ongetwijfeld zijn opgevallen dat geen van deze lieden die bij u steen en been klagen over mijn woordgebruik, het hebben gewaagd en /of ooit zullen wagen mij te doen dagvaarden wegens belediging en/of smaad; en dat zegt toch wel iets lijkt mij!
Mijn malafide tegenspelers weten dat een verdachte rechten heeft en dat zij mij niet kunnen beletten daarvan gebruikt te maken en het laatste wat zij wensen en/of zich kunnen veroorloven is dat ik er voor zorg dat zij op de getuigenlijst worden geplaatst om door mij onder ede te worden gehoord. Dat is wel het laatst wat men wenselijk acht. Zij zien niet graag dat hun juridische zwijnenstal door mij onder ede gehoord en uitgemest! Zij vertegenwoordigen de Hitlers van de huidige samenleving die het kankergezel vormen waaraan Vrouwe Justitia inmiddels is bezweken. Wat hun gore laster betreft die vanuit hun juridische mestvaalt over mij wordt uitgestort, omdat men de eigen stal niet wenst uit te mesten, het volgende.
|
Allereerst Donner:
Dat genoemd individu blijkens zijn schrijven d.d. 2april 2002 niet in staat is gebleken om op ministerieel niveau mijn schadeclaim te pareren en /of de vragen van u Nationale Ombudsman deugdelijk te beantwoorden rechtvaardigt niet dat hij uit teleurstelling daarover zich te buitengaat aan modderspuiterij. Een minister onwaardig en dan ook nog ten overvloede zoals hijzelf kenbaar maakt op blz. 4 onderaan, alwaar het uiten van zijn frustraties begint.
Ik citeer: Ten overvloede bericht ik nog het volgende. De Minister zegt het zelf al ten overvloede dus waarom zou ik daar dan nog op ingaan een vakbekwaam minister doet niets ten overvloede, dat heeft Donner kennelijk nog niet begrepen. Zijn klaagzang kom hierop neer, dat hij onthutst is over de wijze waarop ik Vrouwe Justitia verdedig tegen haar aanranders. Hij acht dat zelfs beneden ieder pijl; waarvan akte !
Donner is niet onthutst en acht het ondanks zijn ministeriéle verantwoordelijkheid niet beneden ieder peil indien zijn O.M. zich ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr de Grondwet, het Verdrag van Rome en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zich ter bevrediging van de financiële vraatzucht van de commerciële advocatuur, formeel op het standpunt stelt, dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van een behoorlijke procesgang niet strafrechterlijk dient te worden vervolgd; zelfs daartoe zitting neemt in de stoelen van onze volksvertegenwoordigers en de Zittende Magistratuur, waartoe door het O.M. c.q. de Gewapende Macht - die volgens de Openbare Aanklager bij de Bijzondere Rechtspleging ten onrechte heeft geprofiteerd van het naoorlogs gratiebeleid - zestig jaar na dit gratiebeleid ook nog zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad, waaronder zelfs drie bevelen van het Gerechthof ex. art. 12i Sv gegeven volstrekt werden genegeerd.
Dat acht Donner niet beneden alle pijl, daarover is hij niet onthutst, terwijl toch zelfs uit het verkrijgen van één zo´n bevel ontegenzeggelijk blijkt hoe decadent het O.M. terzake heeft gefunctioneerd. Donner acht dat niet beneden ieder pijl en is daar evenmin over onthutst; waarvan akte ! Terwijl toch iedere Minister van Justitie er te goeder trouw van zou huiveren, alleen al bij de gedachte dat zijn O.M. ondanks art. 4 , 29 en 207 lid 1 en 2 Sr formeel de stelling betrekt, om welk een reden dan ook, dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde niet strafrechterlijk dient te worden vervolgt!
Donner overlegt ter illustratie enkele kopieën over aan u de Nationale Ombudsman. Kennelijk beseft hij niet dat uw instituut niet bevoegd is te oordelen over het gedrag van de burger naar de overheid, behalve dat ook hier weer arglistig bedrog blijkt. Immers, hij overlegt slechts 27 kopieën terwijl het er meer dan 100 zijn geweest, hij overlegt dus alleen dat waarvan hij denkt de mening van de Nationale Ombudsman in negatieve zin te kunnen vertroebelen, dit ter afleiding van het feit, dat het O.M zich formeel op het stanspunt heeft gesteld, dat het veelvuldig plegen van meineed ten laste van mijn juridische belangen en het Algemeen Belang niet strafrechterlijk dient te worden vervolgd, waartoe zelfs werd plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en de Zittende Magistratuur.
Daarover is deze Minister dus niets onthutst, hij acht het ook niet beneden alle peil indien door togacriminelen wordt plaatsgenomen op de stoel van de Volksvertegenwoordiging en/of de Zittende Magistratuur welnu ik denk daar ander over en gelukkig velen in de land nog met mij het voorgaande kan niet krachtig genoeg desnoods met alle middelen worden bestreden juist om dat de Minister van Justitie dat niet beneden alle pijl acht en daar niet over is onthutst, dit kennelijk onder het motto wir haben es nicht gewußt!
|
Nogmaals ik sta volledig achter alle tekst die ik heb geschreven. Ik acht het zelfs in het landsbelang, hoezeer die teksten mij ook tegen staan. Het wapen van vrijheid van meningsuiting moet op deze wijze worden genuanceerd omdat de togacriminelen Die Vrouwe Justitia hebben gegijzeld niet voor rede vatbaar zijn; integendeel, zij gaan er allen vanuit dat hun pakkans gelet op gebrek aan journalistieke en politieke controle en de leemtes in de Formele Wet vrijwel nihil zal zijn. Ook Donner zal het ondanks zijn klaagzang en gespeelde onthutsing niet in zijn hoofd halen om een klacht in te dienen terzake smaad en/of belediging, hooguit begeeft hij zich op zaterdag naar de biechtstoel om zijn zonden te bekennen, maar daar houdt het echt mee op. Want hij heeft evenals de Wijkerslooth alles behalve behoefte aan een enquête in de zittingszaal onder voorzitterschap van de Zittende Magistratuur. Anders gezegd: genoemd heerschap wenst niet teveel in de zon te zitten, gelet op de wijze waarop hij zelf in gebreke meent te kunnen blijven.
Donner meent te kunnen rechtvaardigen dat mijn woordgebruik zodanig is dat men daarom heeft besloten mij niet meer telefonisch te woord te staan en/of op mijn volgens hem nodeloos grievende brieven te reageren. Welnu ik weet niet waar Donner rechten heeft gestudeerd, maar ik heb daarbij geleerd dat de overheid een gezicht behoort te hebben. Een betrouwbaar gezicht wel te verstaan en altijd jegens de burger goed fatsoen en zorgvuldigheid in acht dient te nemen zoals zich dat in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit geldt uiteraard ook voor boze ambtenaren, maar is die boosheid en/of dat zich beledigd voelen wel terecht?
De beschikking van de Wijkerslooth d.d. 16/10/2002 ademt een sfeer van arglistig bedrog en juridische onvolwaardigheid waarom ik aan zijn College vroeg of ze misschien een paar flessen whisky soldaat hadden gemaakt tijdens het motiveren van genoemde beschikking en gelet op de juridische wartaal die ik heb aangetroffen. Op 24 oktober 2002 komt er een brief terug van de Wijkerslooth. Hij voelde zich beledigd en ik citeer: "In uw brief van 19 oktober 2002 hanteert u een woordkeuze die het College als overbodig en ongepast beschouwt". Het College citeert zelf: "Edelhoogachtbare schavuiten, zijt gij helemaal van den zotte? Of heeft gij tijdens uw motivering terzake een paar flessen Whisky gezopen? Gelet op de hiernavolgende wartaal uwerzijds geuit." Einde citaat.
Het voorgaande laat geen twijfel de Wijkerslooth heeft lange tenen! Nu gaan wij eens kijken of dat wel terecht is immers uit de wijze waarop hij op 16/10/02 zijn beschikking heeft gemotiveerd zal dan moeten blijken of het juridisch niveau van zijn motivering terzake wel strookt met integerheid en ervaring die men bij hem als superprocureur-generaal zou mogen verwachten. Men vergete daar bij niet dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad beroepshalve gemaakte fouten zwaarder wegen omdat men in dat geval wordt geacht te weten waarmede men bezig is ik citeer de Wijkerslooth: Het Hof heeft op 31 juli 1986 bevolen dat strafvervolging zal worden ingesteld tegen G.de Lange terzake van meineed gepleegd op 24 mei 1984 te Amsterdam.
Het College heeft geen gegevens waaruit blijkt dat de heer G. de Lange vervolgens niet is gedagvaard in de archieven en registratiesystemen van het Arrondissementsparket Amsterdam is daarvan niets bekend. Deze zinsnede is niet geschreven door een juridisch ongeschoolde doch door de Wijkerslooth! Geen enkele jurist zou het aandurven via dit citaat juridisch zelfmoord te plegen. De Wijkerslooth wel. Zelfs een juridisch ongeschoold mens met enig redelijk denkvermogen begrijpt dat indien men niets in de archieven aantreft over de strafrechterlijke vervolging, dat hij nimmer werd vervolgd; dus dat er geen dagvaarding werd uitgebracht en dus niet werd voldaan aan het bevel ex.art. 12i Sv. op 31 juli 1986 door het Gerechtshof aan de Officier van Justitie gegeven.
De Wijkerslooth begrijpt dat ondanks de functie die hij pretendeert te kunnen bekleden dus niet dat verdraagt zich niet met de juridische kennis en ervaring die men bij een superprocureur-generaal, laat staan de juridische kennis en ervaring van Vier Procureurs-generaal. Vandaar dat ik er vanuit ging dat zij niet corrupt waren door zover beneden het wettelijk vereiste niveau te motiveren, doch dat zij gezamenlijk een paar flessen whisky hadden soldaat gemaakt!
Welnu dat bleek volgens hun zeggen niet het geval, dus zijn ze wel corrupt, immers de zinsnede die door het College werd gemotiveerd kan alleen door een zwaar bezopen jurist te goeder trouw worden geponeerd,. Zij waren niet bezopen, althans volgens eigen zeggen. Dus zijn zij ondanks hun prachtige geformuleerde ambtseed betrokken bij ernstig handelen en/of nalaten waarop de Formele Wetgever blijkens art. 11 lid c juncto 12 Ro ter bescherming van Vrouwe Justitia tegen haar aanranding het onmiddellijk oneervol ontslag bij de Rechterlijke Macht heeft gesteld.
|
Genoeg reden waarom ik Hare Majesteit heb verzocht tot het aanwenden van al haar invloed als staatshoofd om in het algemeen belang te komen tot het ontbinden van genoemd College. Vervolgens heb ik om te bevorderen dat genoemde heren met een roestvrij stalen handdruk kunnen vertrekken de Wijkerslooth formeel aangemerkt als zijnde verdachte in de zin 27 Sv, waarbij hem ten laste wordt gelegd: deelname aan een juridisch criminele organisatie ex .art. 140 Sr., gepleegd onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr., zijn eigen liederlijke pennenvruchten die stinken naar arglistig bedrog en juridische onvolwaardigheid zullen daarbij dienen als het eigen zwaard waarmede hij zijn ondergang heeft gesmeed. Het Gerechtshof heeft via een vierde bevel ex. art. 12 i Sv in dit conflict tussen mij en de Staat het lot van de Wijkerslooth te bezegelen. In tegenstelling tot zijn omstreden schikkingen met de bouwfraudeurs komt hij dit keer niet weg met een misverstand!
Geen wonder dat Donner in strijd met de WOB de Nationale Ombudsman heeft verzocht om mijn pennenvruchten niet openbaar te maken. Echter dit keer wordt klare wijn geschonken vandaar dat u ze aantreft op mijn homepage en nog veel meer zeer schokkende informatie waarvoor ik de volle verantwoordelijkheid neem en niets minder dan dat!
Ik meen wat Donner betreft voldoende te hebben afgerekend. De volgende noemen even mr. X, totdat ik zijn ware identiteit heb achterhaald. Dat is op zich niet zo belangrijk. Immers, Donner blijft politiek verantwoordelijk voor de inhoudelijke strekking. De inhoudelijke strekking laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Er is iemand geweest naar ik aanneem de Wijkerslooth of soortgelijk individu, die hem de opdracht heeft gegeven om de Werd zoveel mogelijk de stigmatiseren en te demoniseren waaruit moge blijken hoezeer zij zichzelf in de problemen hebben gebracht.
Mijn malafide tegenspelers zullen het niet graag erkennen dat ik, in tegenstelling tot hen, een man van goed fatsoen en zorgvuldigheid ben, zoals zich dat in het maatschappelijk verkeer betaamt en als zodanig kan ik uiteraard ook deze modderspuiter met zijn eigen drek om de oren slaan. Daarbij dan wel vermeld dat ik kots van dit soort tuig dat het zelfs nog waagt de woorden normen en waarden in de mond te nemen. Ik citeer de aanhef van het juridisch zwijn dat meent mijn eer en goede naam straffeloos te kunnen bezoedelen. "De heer de Werd is op het bedrijfsbureau ondertussen een bekende beller en bij het College van Procureurs-generaal hangt hij ook om de haverklap aan de telefoon."
De formulering van deze zinsnede wijst al op een simpele geest, maar dat op zich kan genoemd individu niet kwalijk worden genomen, al ware het beter geweest dat zij ouders tijdens hun gemeenschap voorbehoedsmiddelen zouden hebben gebruikt, dat zou mij 'n hoop werk hebben bespaard! Natuurlijk heb ik gebeld en gefaxt om mijn burgerlijke rechten tegen een zooitje bedriegers te verdedigen. Ik vermag niet in te zin wat daar mis mee is; ik werd voortdurend aangelogen. Zo zouden ze b.v. een zeer diepgaand onderzoek hebben ingesteld over de vraag of het eerste bevel van het Gerechthof wel werd uitgevoerd. Daar hebben zij zich een halfjaar voor genomen, terwijl het bij de Officier van Justitie binnen tien minuten opvraagbaar was evenals bij mij.
Mij hebben ze het uiteindelijk gevraagd maar alleen om te kijken of ik over de bevelen beschikte. Indien dat niet het geval was, dan konden zij die verscheuren, de viespeuken. Toen bleek dat dit niet ging kwam de Wijkerslooth aan met zijn juridisch achterlijke motivering in de hoop op die mannier het wettig overtuigend bewijs te verduisteren. Volgens de Officier van Justitie mr. R. W. Asser is het zelfs heel gemakkelijk om te zien de bevelen van het Gerechtshof werden uitgevoerd men behoeft daartoe slechts de zittingslijsten over die periode na te lopen, aldus Mr. Asser die ook bevestigde dat de bevelen tot het strafrechterlijk vervolgen van G. de Lange wegens meineed niet werden uitgevoerd. Dat had hij van het parket Amsterdam vernomen, terwijl genoemde hoofdofficier aldaar Leo de Wit zijn ondergeschikten opdracht heeft gegeven dat mij als benadeeld daarover geen enkele informatie mocht worden verstrekt!
Het is haast niet te geloven hoeveel individuen er op kosten van de belastingbetaler in actie komen om het recht van een individuele burger te frustreren. Vervolgens geeft X een korte schets ik citeer: "Mijnheer de Werd heeft zich beklaagd over het niet vervolgen van het plegen van meineed door de staat en heeft een forse schadeclaim ingediend." einde citaat. Hier verdwijnt bewijs, immers, ik heb niet alleen geklaagd over het niet vervolgen van meineed, doch tevens over de feitelijke omstandigheid dat het O.M. zich ondanks art. 4, 29 , 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr de Grondwet en Internationale Verdragen het O.M. de stelling heeft betrokken dat het veelvuldig plegen van meineed ten laste van mijn juridische belangen en een behoorlijke procesgang niet strafrechterlijk is vervolgd, waartoe het O.M. zelfs plaats heeft genomen op de stoel van de Zittende Magistratuur en de Formele Wetgever door zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad der Nederlanden volstrekt werden genegeerd, waaronder drie bevelen ex. art. 12 Sv door het Gerechthof gegeven.
|
Zo heb ik even weer naar boven gehaald wat X in één zinsnede probeerde te verduisteren. Genoemd individu beklaagt zich voorts over de feitelijke omstandigheid, dat ik mij niets aantrek van hetgeen zij zeggen. Dat klopt ik heb zelfs rechten gestudeerd om hun arglistige zwendelpraktijken goed te kunnen blijven volgen daarbij opgeteld ruim vijfentwintig jaar praktijkervaring met dit soort lieden. Dan weet je vrijwel onmiddellijk wanneer er geen zuivere koffie wordt geschonken, terwijl zij er zelf nog in geloven dat ze je om het maar even grof te zeggen een oortje kunnen aannaaien!
Hier wordt niet bij vermeldt welke telefoontjes en/of faxen als bedreigend wordt ervaren en me tname niet waarom. Het is mij bekend dat het plebs bij het O.M. geen enkel weerwoord wenst van hun slachtoffers. Zij voelen zich vaak boven de wet verheven, ondanks dat hun geestelijke vermogens vrij beperkt zijn ontwikkeld. Zij voelen zich zeer snel bedreigd, omdat ze voortdurend in angst leven dat hun malafide activiteiten in het daglicht komen, X gedraagt zich als een echter roddeltante aan het slot van zijn profielschets over mij gebruikt hij de volgende woorden, ik citeer: Hij schijnt ooit - waar hij geloof ik ook - de Werd schijnt - einde citaat!
Nationale Ombudsman wat moet ik met zo´n roddeltante die ze hebben ingehuurd om mij zo goed mogelijk zwart te maken ik ben benieuwt hoe u Ombudsman daarover denkt. Ik zal in ieder geval nog even aantonen dat deze kletstante ook nog het blauw van de hemel liegt ik citeer: "Mijnheer de Werd schijnt bij de centrale balie regelmatig stampij te maken en zittingszalen binnen te lopen voor aandacht te vragen voor zijn zaak" einde citaat!
Welnu ik woon al vijfentwintig jaar openbare zittingen bij, heb honderden zittingen bijgewoond en nog nooit aandacht gevraagd voor mijn zaak en/of op welk een wijze ooit een openbare zitting verstoord! Ik ken de spelregels en houd mij daaraan al was het maar vanwege het feit, dat ik van mening ben dat een ieder die voor de rechter staat het recht heeft op diens aandacht! X blijkt dus een hersenzieke te zijn die naar wellust zijn primitieve gevoelens meent te kunnen bevredigen. Dat blijkt ook uit het volgende ik citeer: "Mijnheer de Werd schijnt bij de balie regelmatig stampij te maken." Welnu daarover het volgende:
Bij Justitie gebeurt er zeer veel wat juridisch niet door de beugel kan. Met name op de Parnassusweg te Amsterdam is de situatie ronduit zorgwekkend. Dat zal u niet verbazen indien u bedenkt dat individuen als X aldaar niet als toiletjuffrouw functioneren. Men doet dan ook al het mogelijke om de openbaarheid van de rechtspleging op Nederlands grondgebied, zoveel mogelijk te traineren. Anders gezegd, men is echt niet gelukkig met de wettelijk geregelde openbaarheid bij Vrouwe Justitia. Men doet er dan ook alles aan om die openbaarheid langzaam maar zeker dicht te spijkeren.
Dit geldt niet voor Journalisten want die worden niet echt als een gevaar gezien integendeel die worden zelfs in de watten gelegd - lees ingepakt - in ruil waarvoor zij een embargo handhaven op de malafide activiteiten bij de rechtspleging. Het zijn gemiddeld genomen dan ook geen rechtbankverslaggevers doch pennenlikkers ware dat niet zo, dan zou Vrouwe Justitia nimmer zo ernstig in de problemen zijn gekomen als thans het geval is. In de jaren zeventig viel de Rechtspleging op Nederlands grondgebied nog redelijk openbaar te noemen, in die zin dat men toen nog betrekkelijk ongestoord zich in de wandelgangen van een gerechtsgebouw kon begeven en naar willekeur een openbare zitting kon bijwonen. Op elk gewenst moment en zonder te worden lastig gevallen door wie dan ook!
Zo hoort het en zo is dat ook wettelijk geregeld. Zelfs de naamborden stonden toen nog voor de rechters, zodat een ieder direct kon zien welk een rechter op welk een wijze functioneerde. Echter het fenomeen rechter- en raadsheer-plaatsvervanger nam een enorme vlucht en daarmede ongewenste belangenverstrengeling, waardoor het gehele rechtssysteem langzaam maar zeker in handen is gekomen van de commerciële advocatuur zodat kwalitatief het rechtsgebeuren heeft ingeboet! Er zijn zelfs commerciële advocatenkantoren alwaar zich een vijftiental rechter en/of raadsheer-plaatsvervangers bevinden. Het behoeft geen nadere toelichting dat die situatie onafhankelijke rechtspraak bepaald niet ten goede komt! Vandaar dat vrijwel elk incident wordt aangegrepen om de wettelijk geregelde openbaarheid zo goed mogelijk te ondermijnen.
|
Een goed voorbeeld hiervan was het moment dat de alom bekende Motorclub Hell´s Angels zich bij het Arrondissement Amsterdam op de publieke tribune bevond, omdat één van hun leden strafrechterlijk werd vervolgd. Natuurlijk werd vanaf de publieke tribune aan hun clubgenoot de nodige steun verleend door de raadsheren van het betreffende Hof uit te schelden en de aanwezige journalisten die zich onder hen in de zittingszaal bevonden zo veel mogelijk op het hoofd te spuwen. De voorzitter van het Hof reageerde daarop met het ontruimen van de publieke tribune op grond van art. 124 Sv Dat is terecht, immers blijkens de inhoudelijke strekking van genoemd art. is het juist voor die situaties bedoeld. Echter daar bleef het niet bij. Enkele weken later had men de publieke tribune middels pantserglas geheel van de zittingzaal gescheiden, zodat belangstellenden in ieder geval niet meer fysiek aanwezig konden zijn, waarbij ook nog een brandgevaarlijke situatie werd gecreëerd, omdat men bij brand niet meer via de zittingszaal de publieke tribunen kon verlaten.
Ter voorkoming dat als gevolg van de verbouwing schending van de openbaarheid kon worden verweten heeft men een geluidsinstallatie geïnstalleerd. Echter, in de praktijk functioneert dat niet. Het doet namelijk geen afbreuk aan de feitelijke omstandigheid dat de belangstellenden fysiek niet meer aanwezig zijn in de zittingszaal waardoor de waarneming in negatieve zin wordt beïnvloed. Maar ook de geluidsinstallatie staat veelal niet of te zacht aan, of de hoofdrolspelers van de zitting die gaande is hebben al dan niet bewust de microfoon voor zich weggedraaid. Nog daargelaten het feit, dat men zich achter het pantserglas volstrekt buitengesloten voelt als een vis in een kom. Vanuit de zittingszaal heeft het zoiets van: achter het pantserglas zitten de asocialen. Kortom nogal vernederend!
Het gevolg van het voorgaande is dat in tegenstelling tot vroeger, behoudens uitzonderingen, op de publieke tribune nog nauwelijks belangstellenden zijn; en dat nu is dan ook de bedoeling. We begeven ons naar de Parnassusweg. Daar hetzelfde verhaal, maar met een loket en twee draaideuren en een rij wachtenden die zich bij de lokettiste dienen te melden alvorens zij de draaideur in werking stelt.Vervolgens hangen er briefjes op de zittingszalen met de mededeling: U word verzocht zich bij de bode te melden, maar wat zegt die bode aan de bezoeker? Hij zegt: u mag de Zittingszaal niet betreden alvorens er een nieuwe zitting begint, hij zegt voorts dat men op tijd dient te komen om een openbare zitting te kunnen bijwonen en dat dit regels zijn in opdracht van de zittende rechter!
Deze situatie is zeer ongewenst en zondermeer in strijdt met de Openbaarheid immers het rechtstreeks gevolg van het voorgaande i s, dat de belangstellenden van de Gewapende Macht niet naar binnen mogen die Zitten buiten terwijl er binnen wettelijk geregelde Openbare Zittingen worden gehouden. Men bedenke hierbij dat behoudens bij enkele uitzonderingen die ik thans even terzijde laat een ieder het recht toekomt om op elk door hem/haar gewenst moment een Openbare Zitting bij te wonen , mits daarbij de orde niet onnodig wordt verstoort, anders gezegd aan de Openbaarheid is geen tijdslimiet gebonden, de Gewapende Macht handelde dus in strijdt met de Formele Wet!
Daarover heb ik gereclameerd en met succes want de Vice-president mr. Michels liet mij weten dat er als gevolg van mijn klacht terzake een diepgaand onderzoek werd ingesteld en dat het parketpersoneel nieuwe instructies heeft gekregen om de openbaarheid alsnog te waarborgen Men behoeft zich nu niet meer te melden aan het loket en men mag tot woede van de blauwhemden achter de balie op elk gewenst moment weer de zittingszaal betreden !
X heeft het over stampij maken bij de Balie, het is zulk dom en ongemanierd plebs wat daar rondloopt, dat zij zelfs dreigen met fysiek geweld als een burger een openbare zittingszaal wenst te betreden. De situatie is ronduit zorgwekkend. Toen ik een openbare zitting wenste bij te wonen werd ik aangeschreeuwd vanachter balie met de mededeling: "Wat gaat u doen, dat gaat zomaar niet!" Op mijn mededeling dat ik een openbare zitting wenste bij te wonen werd mij dat verboden ik diende te wachten tot de aan de gang zijnde zitting was afgelopen.Toen ik toch aanstalten maakte om de zittingzaal te betreden werden de blauwhemden om mij heen uiterst agressief. Vervolgens kwam een individu die zich melde als zijnde het hoofd van de bewaking en hij liet weten: "ik werk hier al ruim twintig jaar ik ken de regels, u gaat daar niet in!"
|
De directeur Gerechtelijke Ondersteuning mevr. mr. Kan liet mij vervolgens weten dat ik met mijn pogingen om de zittingszaal te betreden de aandacht had getrokken van de belangstellenden die in de gang zaten te wachten, dat was volgens genoemde freule voldoende reden om mij de toegang tot de zittingszaal te weigeren. Dit kan alleen bij de overheid en dan komt X en noemt dat stampij maken die vent heeft veel weg van een psychiatrisch patiënt! Hij schijnt ooit bij een schietincident betrokken te zijn geweest, aldus X, waar wanneer en/of waarom daar meldt hij niets over. Aan .... is al gevraagd om meneer na te trekken, .... weet ook van deze meneer en heeft correspondentie met ..... gehad. Ik heb begrepen dat Officier de Werd op de zitting heeft gehad waar hij geloof ik vervelend was!
Deze psychiatrisch patiënt heeft slechts één doel en dat is met roddel en achterklap de Werd demoniseren. Het is ongelofelijk, de geschiedenis herhaalt zich zestig jaar nadat de top van de Gewapend Macht werd veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf wegens gewelddaden tegen de menselijkheid. Zelfs het politie-uniform van zwart in blauw werd veranderd om de bevolking te helpen het verdriet te vergeten, gebruikt X mij als alternatief voor de jodenvervolging. Deze zwaar gestoorde psychiatrisch patiënt behoort bij het ras van inferieure kwaliteit, naar willekeur belasteren en beledigen, terwijl hij zelf niet eens kan aangeven op grond waarvan. Wat een griezels lopen daar rond, gemiddeld genomen niet eens geschikt om het toilet schoon te maken. Dit kan alleen bij de Overheid.
Die X is zo achterlijk dat ik dat niet eens met mijn pen kan beschrijven, ik mag aannemen dat ze hem uit een inrichting hebben gehaald om mij eer en goede naam te bezoedelen. Het zou mij niet verbazen als hij Mongoolse trekken vertoont het geeft evenzeer aan hoe zorgwekkend de situatie bij het O.M. is! Ik ben zeer benieuwd wat de Nationale Ombudsman ook hiervan vindt. De Nationale Ombudsman kan slechts marginaal toetsten in dit conflict, d.w.z. zijn deskundige blik laten gaan over de vraag of de betreffende ambtenaren ten aanzien van de Burger correct hebben gefunctioneerd ter ondersteuning waarvan ik resumeer, concludeer en persisteer als volgt!
Blijkens art. 7 van de Grondwet kan niemand worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent. Welnu dat bleek dus wel het geval. Het ernstig falen van de Zittende en Staande Magistratuur had dit rechtstreeks ten gevolge.
De Wijze waarop men vervolgens tracht mij te demoniseren en het niet beantwoorden van brieven acht ik eveneens op gespannen voet met behoorlijk bestuur.
Als wetshandhaver ex. art. 4 Ro en ondanks 29 Ro de stelling betrekken dat het veelvuldig plegen van meineed niet strafrechterlijk dient te worden vervolgt, acht ik verwerpelijk evenals het feit dat zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechthof en Hoge Raad, waaronder zelfs drie bevelen ex art. 12i Sv door het Gerechthof gegeven volstrekt werden genegeerd.
De Wijze waarop Donner het wettig overtuigend bewijs b.v. de bandopname terzake en de brieven van mr. R.W. Asser negeert acht ik eveneens onrechtmatig.
De motiveringen van de Wijkerslooth en Donner ademen beide een sfeer van arglist en voldoen niet aan het juridisch niveau dat strookt met de functie die zij pretenderen te kunnen bekleden en verdienen eveneens de kwalificatie onbehoorlijk. Hetzelfde geldt voor de feitelijke omstandigheid dat men mij als burger wenst te laten opdraaien voor het al dan niet goed of integer functioneren van de uitvoerende organen van de Formele Wetgever.
Wat de door uw Ombudsman gestelde vragen betreft!
- Vraag 1 ondeugdelijk beantwoord.
- Vraag 2 Geen antwoord
- Vraag 2b geen stukken toegezonden
- Vraag 3a in het geheel niet beatwoord
- Vraag 3 b niet aan voldaan.
- Vraag 4 niet bevoegd.
Tot slot maak ik nogmaals formeel kenbaar, dat mijnerzijds de uitvoerende organen van de Formele Wetgever niet meer worden erkend zolang dit conflict c.q. de schade voortvloeiend uit de onrechtmatige overheidsdaden niet netjes middels een Akte van Dading is geregeld!
Hoogachtend,
K.H. de Werd
d.d. 23 april 2003.
| |