Integriteit van advocatuur en rechtspraak staat prominent ter discussie
Verklaring van de vriendin van rechter Eveline van Schaardenburg over de macht van de vakbonden.
Het College van Procureurs-generaal manipuleert, verduistert en verkracht bewijsbaar
De aanleiding tot het conflict in beeld gebracht door TROS-Aktua
Uw no. 200207732. Amsterdam d.d. 24/10/02
Hartelijk dank voor de toezending van de ontvangstbevestiging van mijn schrijven d.d. 18/10/02. Als bijlage treft u aan de beslissing van het College van Procureurs-generaal en de wijze waarop men het aandurfde die te motiveren. Uit de ondertekening blijkt dat er werd gedelegeerd tot het niveau van de heer D.J. de Jong. Eveneens blijkt links bovenaan dat mevr. mr. M.H.M. Vastenavond als contactpersoon terzake functioneert. Daar mag ik dus formeel van uitgaan. Mevr. Vastenavond met wie ik alle contacten heb gehad heeft mij een halfjaar lang in de waan gelaten dat het College van Procureurs-generaal terzake zou beslissen. Ik kon er van uitgaan dat het College op uiterst integere wijze en zorgvuldig wenste te motiveren; vandaar dat er een diepgaand onderzoek diende te worden verricht, wat veel tijd vergde. Als ik voldoende geduld zou tonen, dan zou ik een motivering van de beslissing krijgen. Zoals men dat op het niveau van Procureurs-generaal en te goeder trouw zou mogen verwachten. Wel nu, eindelijk maakte mevr. Vastenavond mij bekend, dat de beslissing naar mijn postbus was gestuurd. Daar zich enkele dagen later nog niets in mijn postbus bevond, heb ik daarover met haar gebeld. Zij deed verbaasd dat ik de beslissing nog niet in mijn postbus had ontvangen, immers volgens haar zeggen was die mij al enkele dagen eerder toegezonden.
Vervolgens bood zij aan mij de beslissing toe te faxen. Dat is de beslissing d.d. 16 oktober 2002 die u als bijlage aantreft. Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds niet het origineel in mijn postbus aangetroffen. Ik heb de motivering met stijgende verbazing en vervolgens met ultieme verbazing gelezen. Met name het juridisch gehalte van de motivering was zo laag, dat ik het volstrekt uitgesloten achtte dat een College van Procureurs-generaal zich daaraan zou durven wagen. Ik heb dan ook het College verzocht hun handtekeningen onder de mij toegezonden motivering te plaatsen, maar dat durft men niet aan. Immers in dat geval zou men juridische zelfmoord plegen, omdat men van een College van Procureurs-generaal mag verwachten dat wordt gemotiveerd overeenkomstig het niveau. Ik achtte het dan ook volstrekt uitgesloten dat het College van Procureurs-generaal de beslissing zelf heeft genomen en/of gemotiveerd. Ja erger nog, dat volkomen buiten het College om de beslissing en de motivering is tot stand gekomen. En die conclusie mijnerzijds - al naar enkele minuten uit de motivering getrokken - bleek volstrekt juist. Ik belde mevr. mr. Vastenavond en zij bevestigde dat niet College van Procureurs-generaal de beslissing had genomen en/of gemotiveerd, maar zij zelf! Tijdens de vele gesprekken die ik met haar heb gehad, maar ook uit wat zij mij heeft toegezonden, heeft zij altijd doen voorkomen dat het College van Procureurs-generaal tijd nodig had omdat genoemd College bijzondere aandacht wenste te besteden aan haar te nemen beslissing zodat ik wat betreft juridische kennis integerheid en ervaring betreft van het College Vakwerk kon verwachten. Toen ik haar kenbaar maakte dat ik het volstrekt uitgesloten achtte dat het College van Procureurs-generaal het nimmer zou wagen een beslissing op juridisch onvolwaardig niveau te motiveren, toen bekende zij pas dat zij zelf degene is geweest die de beslissing had genomen en gemotiveerd en omdat zij begreep dat zij door de mand was gevallen. Mevr. Vastenavond is contactpersoon van het College 'van Procureurs generaal. Zij heeft in overleg met enkele collega's de beslissing genomen en gemotiveerd, hetgeen zich vertaalt in het juridisch niveau wat ik heb aangetroffen. De feiten worden onjuist en/of onvolledig weergegeven; en zodanig dat mij daaruit is gebleken dat er nauwelijks enig onderzoek heeft plaatsgevonden. Waarbij men niet schroomt om een beroep te doen op de gerechtelijke dwalingen die bij Rechtbank en Gerechtshof tot stand hebben kunnen komen, omdat het O.M zich ondanks art. 4,29 en art. 1l lid c juncto 12 Ro en art. 207 lid 1 en 2 Sr zich formeel op het standpunt heeft gesteld: 'dat het veelvuldig plegen van meineed niet strafrechterlijk dient te worden vervolgd!' Evident waaraan de Officier van Justitie tot twee keer toe op mijn verzoek ex. art. 12i Sv werd bevolen tot het dagvaarden van de meinedige verdachte te weten A.G. Bargerbos en G. de Lange. Die twee bevelen op zich zeggen al meer dan voldoende over de decadente wijze waarop het OM terzake heeft gefunctioneerd. Maar dat geld ook voor het hierna volgende. Uit de motivering blijkt in ieder geval dat niet wordt betwist dat beide bevelen er zijn geweest. Men stelt zich vervolgens op gespannen voet met de waarheid op het standpunt dat is voldaan aan de opdracht - lees het bevel - van het Gerechtshof tot het vervolgen van A.G. Bargerbos. Omdat terzake een dagvaarding werd uitgebracht echter met het uitbrengen van een dagvaarding heeft men nog niet aan gegeven bevel voldaan, immers daar behoren strafrechterlijke procedures op te volgen. Men beroept zich erop dat dit ook is gebeurd. Welnu hier komt het OM. in tegenspraak met zichzelf, immers de betrokken Advocaat-generaal mr. C.A.P. C. van Riel heeft formeel cassatie ingesteld, omdat hij met mij van mening was dat Rechtbank en het Gerechtshof de grondslag van den tenlastelegging heeft verlaten. Mr. van Riel was het volstrekt met mij eens dat ondanks de uitgebrachte dagvaarding er formeel nimmer een meineedprocedure heeft plaatsgevonden. Mr. van Riel, hij liet mij weten en ik citeer: "De Werd, ik weet dat jij alles op de band opneemt en toch zeg ik je dat de meinedige verdachten, zijn allen vrijuit gegaan via een onjuiste procesgang, dat houd ik als een paal boven water, ook ten aanzien van de media, daar heb ik j"een enkele moeite mee Jij weet als geen andere hoe ernstig de gevolgen van meineed kunnen zijn dat heb jij helaas aan den lijve moeten ervaren. Einde citaat! Nu het OM formeel met mij van mening is dat de meinedigen vrijuit zijn gegaan is een onjuiste procesgang formeel nog eens onderschreven met het cassatiegeschrift van genoemde Advocaat-generaal. Hij 'vergat' daaronder zijn handtekening te plaatsen, zodat de dwalingen van Rechtbank en Gerechtshof in kracht van gewijsde kon treden. Is het niet van den zotte, dat thans door het O.M wordt beweerd dat er een meineedprocedure feitelijk heeft plaatsgevonden, formeel was daar zelfs bij benadering geen sprake van! Waarvan akte! Natuurlijk volgde op de dagvaarding van A.G. Bargerbos vrijspraak Die vrijspraak ademt meer de sfeer van ernstig handelen en/of nalaten dan van behoorlijke rechtspleging. Voor het requisitoir bij het Hof liet Mr. van Riel in een bomvolle zittingszaal weten: Alvorens ik aan mijn requisitoir begin, zijn hier in de zittingszaal aanwezig de heer en mevr. de Werd. En thans ben ik gehouden mijn excuus aan de Werd aan te bieden; immers wie heeft er niet gehoord in de wandelgangen en/of de media over de affaire de Werd.
En ik dacht toen: die man die ook mij daarover lastig viel, dat is een enorme querulant. Wat hij beweert dat kan misschien en het buitenland Italië of waar dan ook, maar toch niet in Nederland? Met die vooringenomenheid ben ik het dossier gaan lezen en toen werd mij duidelijk dat die man door iedereen aan alle kanten is pootje gelicht, er dat er veelvuldig meineed is gepleegd. Als ik met dit dossier schud dan rollen de valse verklaringen eruit! Ik heb met mijn vooringenomenheid de Werd onrecht aangedaan, wat zeg ik, ontstellend veel onrecht aangedaan. Door via mijn vooringenomenheid zo te denken als ik over hem dacht De verdachte heeft veelvuldig meineed gepleegd en hij zeker niet alleen en daarmede het wezen van onze rechtstaat aangetast en de Werd in zijn procedures ernstig benadeeld hij volhard daarin en ik eis zes maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf! Overigens niet alleen mr. van Riel heeft via zijn cassatiegeschrift geprotesteerd tegen het verlaten van de grondslag van de tenlastelegging. Ook zelf heb zo fel daartegen geprotesteerd zodat ik wegens ordeverstoring de zittingzaal moest verlaten. Het werd één grote kermis, waarbij de verdachte en consorten werden bijgestaan door drie advocaten! En één van hen werd zelfs opgesloten in een politiecel wegens meineed, waarbij mr. van Riel vroeg aan de advocaat van de verdachte: "waarom vraagt u mij niet, waarom ik niet al uw getuigen laat arresteren?". De advocaat zweeg. Hij besefte dat Mr. van Riel dat probleemloos zou kunnen doen. Het voorgaande spreekt voor zich. Ook tijdens de vervolging van A.G. Bargerbos werd er veelvuldig meineed gepleegd waarop door de zittende magistratuur kon worden gedwaald en de zittende magistratuur deed dat ook! Daarbij komt nog dat de meinedige verklaringen voor het eerst werden opgenomen bij het Civiele Gerechtshof door Mr. L.W.M.M. Drabbe. Deze toonde duidelijke waarneembare verschijnselen van geestelijk afbraak. In de wachtkamer van het VU-ziekenhuis zat hij als een zielig vogeltje te wachten op zijn bestralingen, waarbij zijn vrouw hem voortdurend over zijn hoofd streelde om hem te troosten. Tussen de bestralingen door ging hij even naar het Gerechthof om daar ondanks mijn felle protesten de meinedige verklaringen op te nemen en korte tijd later was hij dood! Over die gang van zaken heb ik een boek geschreven van 380 blz. Getiteld de Geheimen van Vrouwe Justitia. En dit is zo ernstig dat daarom het O.M weigerde om meineed te vervolgen. Volgens de Officier van Justitie Mr. R.W. Asser heeft het Gerechtshof zelf op z'n minst meineed uitgelokt en de rechtbank onder voorzitterschap van Eveline van Schaardenburg zich nooit over de vraag uitgelaten of er meineed werd gepleegd. Ook mr. van Riel laat formeel weten, dat het Gerechtshof onder voorzitterschap van mr. Wederven vrijwel al het belastende bewijsmateriaal volstrekt heeft genegeerd. Mr. R W Asser zegt hierover en ik citeer: Dat er veelvuldig meineed werd gepleegd dat zelfs bij het O.M. in ruime kring bekend! Dat daarbij de Werd ernstig onrecht werd aangedaan dat staat buiten iedere kijf Het Gerechtshof heeft de niet benijdigenswaardige taak om aan de Werd uit te leggen waarom het heeft gefunctioneerd zoals het heeft gedaan. Kortom het O.M beschuldigt onomwonden de Zittende Magistratuur van ernstig falen en nu opeens beroept men zich op het feit dat Bargerbos is vrijgesproken. Beter gezegd het O.M spreekt terzake met twee tongen. Het voorgaande blijkt allemaal uit de formele documenten kennelijk heeft men nauwelijks onderzoek gepleegd doch een halfjaar lang het dossier in de onderste bureaulade laten verdwijnen. Vast staat dat mevrouw Vastenavond meerdere malen op vakantie is geweest, waarbij ik kreeg te horen dat er voor haar werkzaamheden geen vervanger was. De motivering over het bevel van G. de Lange is bijzonder kwalijk, omdat alles er op wijst dat men in ieder geval geprobeerd heeft om dat bevel te verduisteren. Toen men begreep dat dit niet haalbaar bleek heeft men de gevolgen via bijna onnavolgbare en met een onbegrijpelijke redenering getracht weg te nemen. De feitelijke situatie is als volgt! Ik had herhaalde malen hulp aangeboden om het onderzoek zo snel en goed mogelijk te laten verlopen, immers ik ken de affaire vrijwel uit het hoofd. Daarop werd mij gevraagd, of ik de datum, het parketnummer van het tweede bevel kon geven. Uiteraard heb ik dat gedaan, zelfs met de namen van de Raadsheren erbij, om geen misverstand er over te laten bestaan dat ik over een schaduwdossier beschikte! Ik vroeg mij wel af waarom mij die gegevens werden gevraagd, immers het tweede bevel van het Gerechtshof bevond zich ook in het procesdossier dat het College onder zich had. Op pagina 4 van de motivering werd mij de situatie duidelijk. Men heeft mij om die gegevens gevraagd, om zich er van te overtuigen of ik wel dat tweede bevel zou hebben. Indien niet het geval was, dan kon men het gewoon verscheuren, met de mededeling er is nooit een tweede bevel geweest! Dat het wel degelijk de bedoeling was om wettig en overtuigend bewijs te laten verdwijnen moge blijken uit de feitelijke omstandigheid dat het College'- lees de contactpersoon mevr. Vastenavond - terzake 'n vrijwel achterlijke redenering er op nahoudt.
Welnu, meteen valt al op dat geen namen worden genoemd over welke officieren van Justitie men het heeft. Daarbij komt nog er was maar één betrokken officier en dat is mr. R.F. Asser. Die het tweede bevel heeft gekregen en dat bevel vervolgens onderdak in zijn prullenbak heeft verleend! Daarbij komt ook nog dat als een strafrechterlijke procedure zou zijn gevolgd tegen G. de Lange, dat ik dan evenals bij A.G. Bargerbos als getuige van de Officier van Justitie en/of de advocaat-generaal zou zijn opgetreden. En ik ben rechtstreeks belanghebbende die de gehele affaire van minuut tot minuut heeft meegemaakt. Ik ken hem als geen ander! Zou ik dan niet hebben geweten of G. de Lange werd vervolg? Reken maar!! Hij werd aantoonbaar niet vervolgd! Dat men in de archieven daarover niets terug vindt dat is toch volstrekt logisch! Als er ondanks het bevel van het Gerechtshof geen dagvaarding door de Officier van Justitie wordt uitgebracht, dan vindt er ook geen strafrechtelijke procedure plaats. Dus vindt men daarover niets terug in de archieven! Zo simpel is dat. In de motivering trekt men de conclusie dat er niets te vinden valt, waaruit blijkt dat de dagvaarding niet werd uitgebracht. Wat moet ik met zo'n kronkelredenering? Men stelle zich dat eens voor. Wat zou men dan in de archieven moeten aantreffen indien niet werd vervolgd? Precies, helemaal niets! Wat zou men aantreffen indien wel werd gedagvaard? Precies, in dat geval treft men in de archieven de procesdossiers wel aan. Dus we zijn het er nu eindelijk over eens G. de Lange nimmer werd gedagvaard en dit houd in dat er ondanks twee bevelen van het Gerechtshof er formeel nimmer een meineedprocedure heeft plaatsgevonden. Ik heb uit telefoongesprekken begrepen dat men nu zich er op tracht te beroepen dat de stukken uit het archief zijn verdwenen, ook dat zal weinig helpen. Immers, waarom vraagt men niet gewoon aan de meinedige verdachte G. de Lange zelf of hij ooit terzake meineed werd gedagvaard? Als antwoord daarop kreeg ik te horen: "Mr. R.W. Asser kan men dat niet vragen omdat hij geen Officier van Justitie meer is; hij is nu namelijk een gewoon burger!" Nationale Ombudsman wat moet ik met dit soort dubieuze antwoorden. Genoemde Officier van Justitie R.W. Asser woont in Amstelveen, Amstelhoven no. 3, postcode 1181 PA Amstelveen. Het had toch een kleine moeite geweest om die man even te bellen, of even langs te gaan? Immers Mr. R.W. Asser is de Officier van Justitie die het tweede bevel in zijn prullenbak liet verdwijnen. Die zou dat ook best kunnen vertellen. Misschien ga ik zelf wel even bij hem langs, want de verstandhouding tussen mij en genoemde officier is altijd prima gebleven. Ondanks alles was er altijd wederzijds respect. Dat geld ook voor Mr. van C.A.P.C. van Riel. Tot voorkort was ik nog bij hem op de koffie in Alkmaar. Hij begeleidde mij zijn Rechtbank uit met de mededeling: "Iedereen in dit gebouw weet dat ik bijzondere gasten begeleid tot aan de voordeur. En jij de Werd, bent voor mij een heel bijzondere gast". Zowel genoemde Officier als Advocaat-generaal weten beide net als de Werd wat dat zegt. Dan is het zo en de Werd zegt het nogmaals: G. de Lange werd nimmer gedagvaard; waarvan akte! Dat men blijkens de motivering tegen al het wettig overtuigend bewijs in doet voorkomen alsof de bevelen van het Gerechtshof niet middels ernstig handelen en/of nalaten werden genegeerd verbaast mij in het geheel niet. Immers niet voor niets is de Procureur-generaal mr. Korvinus afgetreden omdat zij de gang van zaken bij het OM niet meer voor haar verantwoording durfde te nemen. "U moet mijn aftreden dan ook zien als een signaal naar de samenleving, hoewel ik bang ben dat dit signaal niet zal worden gehoord", aldus genoemde Magistate in de media! Wat het tweede bevel van 31 juli 1986 betreft, daar komt men wel met een zeer kromme redenering. Ik citeer: "Het College merkt op i.v.m. het bevel van het Gerechtshof van 31juli 1986 G. de Lange te vervolgen wegens meineed, opdat niet aannemelijk is geworden dat de door u gestelde schade is ontstaan tengevolge van het door u gestelde nalaten van het O.M." Welnu ook hier spreekt de motivering met twee tongen, immers zowel mr. van Riel als Mr. Asser hebben in formele documenten er geen enkele twijfel over laten bestaan, dat mij als gevolg van de vele meinedige verklaringen ernstig onrecht werd aangedaan en ik benadeeld ben. Daarbij komt nog dat het OM wordt geacht met mij te weten, dat de kans op een behoorlijke rechtsgang vrijwel wordt uitgesloten indien op zo'n grote schaal meineed wordt gepleegd. De politiefunctionarissen Oud en Keesman verklaarden zelfs voor TROS Aktua-TV dat zij de affaire zeer diepgaand hebben onderzocht en dat hen daarbij is gebleken dat er zo openlijk en veelvuldig meineed werd gepleegd, dat daarover bij alle aanwezigen in de Rechtszaal geen enkele twijfel kon bestaan! Het gevolg van het voorgaande was inderdaad dat voor mij - in strijd met de Formele Wet en Internationale Verdragen - de gang naar de Rechter volledig werd afgesneden. De advocaat van de verdachte Bargerbos verklaarde in de rechtszaal: "Mijn cliënt heeft geen meineed gepleegd, doch onder ede met de waarheid gespeeld!" Overigens heeft de verdachte Bargerbos een volledige bekentenis afgelegd, zoals vastgelegd in Ambtsedig Proces-verbaal van de genoemde Politiefunctionarissen. Echter ook die werd door Rechtbank en Gerechtshof volstrekt genegeerd. Natuurlijk werd er niet voor niets veelvuldig meineed gepleegd. Ik heb het bijgehouden en ik kwam in totaal op 68 keer! Jawel u leest het goed 68 keer! De bedoeling daarvan is om een behoorlijke rechtspleging volledig uit te schakelen en dat is terzake voor de volle 100% gelukt! De schade zowel materieel als immaterieel is enorm. Mijn bouwbedrijf ging ter ziele omdat acht maanden lang een ondeugdelijk beslag werd gelegd; zelfs zonder van waardeverklaring, waardoor 48 vakbekwame timmerlieden hun baan verloren. Jarenlang werd ik met mijn gezin gegijzeld in langdurige meinedige procedures, mijn geliefde vrouw zelfs tot aan haar dood. De zaak kon escaleren waardoor ik zeven maanden voorlopige hechtenis kwam te zitten. Wat dat betekent voor een gezin met kleine kinderen, behoeft geen nadere toelichting. Mijn levensgeluk en van mijn gezin werd totaal verwoest en nu ben ik afhankelijk van daklozenhulp geworden. Van alom gerespecteerd zakenman met een omzet van drie miljoen gulden per jaar tot dakloze, dat zijn de rechtstreekse gevolgen indien via meineed de weg naar de rechter wordt afgesneden. Het is misdadig in overtreffende trap! En dan komt het College met de opmerking dat het niet aannemelijk is dat er schade zou zijn geleden als gevolg van het door mij gestelde nalaten van het O.M. terzake. Welnu de Formele Wetgever is hier duidelijk over. Schade uit onrechtmatige daad schept verbintenis vanuit wet van diegene die de schade heeft veroorzaakt. In dit geval dus de Zittende en Staande Magistratuur - lees de Staat - en is gehouden alle schade te vergoeden. Die schade wordt mijnerzijds begroot op ongeveer 12 miljoen euro. Ik sluit zeker niet uit dat het een veelvoud daarvan kan worden indien schade-experts worden ingeschakeld. Vervolgens beroept men in de motivering zich op verjaring. Kennelijk toch maar voor alle zekerheid! Welnu wat de verjaring betreft die gaat pas lopen wanneer geen verzet wordt gepleegd. Ik heb vanaf 1978 alle betrokkenen die scheve schaats hebben gereden - om het zo maar even te zeggen - herhaalde malen formeel in staat van beschuldiging gesteld voor de door hen veroorzaakte schade en vanaf die datum ononderbroken verzet gepleegd en ben daar nog mee bezig. Een voorbeeld zodat u inzicht heeft op welke een wijze men aansprakelijkheidsstelling laat verdwijnen, geef ik u bij deze.
Zo werkt dat dus! Men verduistert de aansprakelijkheidstelling en beroept zich vervolgens op verjaring! Buiten dat van verjaring kan nimmer sprake zijn. Immers, daarmede beroept het OM. zich op de formele Wet, terwijl datzelfde OM zich ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 Ro en 207 lid 1 en 2 Sr. zich formeel op het standpunt heeft gesteld dat het veelvuldig plegen van meineed niet strafrechter/uk diende te worden vervolgd, waartoe zelfs twee bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Svj volstrekt werden genegeerd, in die zin dat er formeel nimmer een meineedprocedure heeft plaatsgevonden. Daarmede heeft het OM in strijd met de Formele Wetten, Internationale Verdragen zelf plaats genomen op de stoel van de Zittende Magistratuur, om vervolgens zich bij het slachtoffer van voorgaand mindersociaal gedrag te beroepen op de Formele Wet. Waarvan akte. Welnu gelet op het voorgaande gaat het OM er kennelijk vanuit dat de Wetgeving alleen van toepassing is wanneer haar dat uit komt, maar zo werkt dat niet. Want een dergelijke handelswijze is in strijd met de bedoelingen van de Wetgever. Dus het O.M heeft de gehele Formele Wetgeving zonder enig voorbehoud te erkennen en niet alleen enkele artikelen terzake verjaring, omdat hen dat toevallig goed uit zo komen. Tot slot op pagina vijf van de motivering wordt een uitleg gegeven waarom men mijn brieven in het geheel niet beantwoord heeft. Met name wordt daarbij de brief van 15 juli 2002 genoemd. Het lijkt mij niet zinvol om daarop in te gaan; meerdere brieven werden gewoon niet beantwoord. Kennelijk tracht men daar een draai aan te geven. Welnu, ik moge daarop als volgt reageren. Als gevolg van het mindersociaal onwettig gedrag, waaronder tevens begrepen de wijze waarop de mij toegezonden beslissing werd gemotiveerd, werd ik herhaalde malen genoodzaakt de Nationale Ombudsman te vragen om zijn deskundige mening terzake. In alle gevallen, kreeg ik binnen enkele dagen een ontvangstbevestiging en dat is toch wel iets anders dan een College van Procureurs-generaal dat veelal in het geheel niet reageert. Rest nog de Vraag of het College van Procureurs-generaal verantwoordelijk kan worden gehouden voor de wijze waarop de beslissing werd gemotiveerd. Ik meen van wel, ik meen dat omdat dit blijkt uit de ondertekening van de beslissing. Het feit dat het College van Procureurs-generaal het nimmer zou aandurven om de liederlijke motviering zelf te ondertekenen doet daar niets aan af. De Staatssecretaris van Justitie heeft mijn schadeclaim ter afhandeling doorgezonden naar het College van Procureurs-generaal. Indien door genoemd College zover naar beneden wordt gedelegeerd dat men daar bij gebrek aan juridische kennis en/of goeder trouw niet in staat is gebleken deugdelijk de beslissing zodanig te motiveren dat aan de beschikking van de Staatssecretaris wordt voldaan, dan komt dat volgens mij geheel voor rekening van genoemd College en de politieke verantwoordelijkheid van de minister.
De Staatssecretaris van Justitie mevr. mr. Kalsbeek heeft mij kenbaar gemaakt dat zij mijn schadeclaim ter afhandeling heeft doorgezonden aan het College van Procureurs-generaal. Genoemd College heeft niets anders gedaan dan doordelegeren naar het bedrijfsbureau bestuurlijke juridische zaken, zonder mij daarvan in kennis te stellen. Mevr. M.A. Vastenavond die daar de scepter zwaait heeft zich vervolgens bij mij ruim een halfjaar lang voorgedaan als zijnde de contact persoon tussen mij en het College. Dit in de wetenschap dat niet het College van Procureurs-generaal terzake maar zij zelf de beslissing zou nemen en motiveren in overleg met een zekere mr. van Gielen die bij haar op kantoor zit. Zij schakelde volgens haar zeggen daarbij de Hoofdofficier van Justitie de Wit in, wiens onmiddellijke reactie was dat de Werd onder geen voorwaarde enige informatie mocht worden verstrekt, behalve het onderzoek is gaande! Die toestand heeft men een half jaar in stand weten te houden en telkens komt men in de motivering met excuus voor de lange duur en verzint daar wat redenen bij. Welnu ik kan daarover duidelijk zijn. Dat excuus wordt mijnerzijds niet geaccepteerd. Ik ken op grond van mijne ruime ervaring met het OM de gang van zaken aldaar meer dan voldoende om te weten wat gaande is. Mr. Max Rood liet voorkort nog in de media weten: "als advocaat heb ik geleerd hoe effectief het kan zijn om een zaak slepende te houden". Rood verkreeg 48 keer uitstel in een procedure die normalerwijze vanwege zijn juridische eenvoud nog geen tien minuten zou mogen duren.
Zelfs omdat de advocatuur in Turkije haar 100 jarig bestaan vierde kreeg Rood uitstel. Al mijn protesten daartegen bleken vergeefs. Het uitstel heeft tot doel om de rechthebbende maatschappelijk financieel psychisch ter ziele te helpen, alvorens hij in het gelijk kan worden gesteld. Ook bij het OM komen deze praktijken voor! Ik verzeker u dat één persoon binnen een week, maximaal twee weken het onderzoek zou hebben kunnen afronden, daarbij komt nog uit de motivering van de beslissing blijkt mij, er is nauwelijks onderzoek verricht! Zeker niet een diepgaand onderzoek, zoals men dat mij heeft willen doen geloven. Daarvoor zijn de feiten te oppervlakkig en volstrekt onjuist weergegeven, ademt een duidelijke sfeer van kwader trouw. In ieder geval worden pogingen ondernomen om een onjuiste voorstelling van zaken te geven. Het resultaat is er dan ook naar. Ondanks twee bevelen van het Gerechtshof ex. art. 1 2i Sv gegeven heeft er formeel nimmer een meineedprocedure plaatsgevonden, wat het tweede bevel betreft, blijkt dat zelfs uit de motivering van de conclusie en toch durft men het aan om op gespannen voet met de waarheid te doen voorkomen alsof genoemde bevelen wel werden opgevolgd, dit terwijl men het via een telefoongesprek aan de verdachte te weten G.de Lange zelf zou kunnen vragen en ook aan de betrokken Officier van Justitie ma. R.W Asser. Mijn schadeclaim tegen de Staat der Nederlanden is volstrekt rechtmatig gebaseerd op de Formele Wet en Internationale Verdragen. De wijze waarop men tracht via ondeugdelijke motivering genoemde claim te pareren, vertegenwoordigt een Onrechtmatige Overheidsdaad in overtreffende trap. Gaarne uw deskundige mening hierover. Ik sluit nog bij een bandopname, zodat u enig idee krijgt hoe ernstig de situatie is. Vertrouwende op spoedig tegenbericht uwerzijds Hoogachtend.
K.H. de Werd
K.H. de Werd
|
Verklaring van de vriendin van rechter Eveline van Schaardenburg over de macht van de vakbonden.
Zij sprak corrupt uit onder druk van de vakbeweging om die af te schermen voor juridische gevolgen
Rechter van Schaardenburg accepteerde onder druk massa-meineed van vakbondsbestuurders
Officier van Justitie Mr. Asser blijft weigeren meineed te vervolgen en het getuigenverhoor
Mr. Asser blijft samen met de bonden traineren en rekken van vakantie naar vakantie
De griffier erkent als therapeute de druk en macht van de vakbonden en het onrecht
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/de-werd11.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: 06-17125374