Het tweede onthullende artikel in De Telegraaf van 10 mei 2003:

JUSTITIE OP STOEL VAN RECHTER


Antecedentenregister RM . . . . . . SDN ====> Karel de Werd

De Telegraaf
Al 28 jaar vecht de voormalige Amsterdamse onderaannemer Karel de Werd voor zijn recht, nadat in januari 1975 een ten onrechte door de vakbonden uitgeroepen staking zijn bedrijf vernietigde. Een vakbondsleider erkende tegenover de politie, dat De Werd volkomen in zijn recht stond, toen hij enkele werknemers ontsloeg, hetgeen toch de aanleiding tot de staking werd. In een lange reeks van processen constateerden verschillende rechters dat er door de vakbondsmensen meineed werd gepleegd. In zes gevallen kreeg justitie opdracht deze meinedige bondsbestuurders te vervolgen. Justitie legde dat bevel in zeker drie gevallen naast zich neer, waardoor De Werd tot op de dag van vandaag zijn enorme schade niet kan verhalen. Hij kreeg steun van een officier van justitie en een hoofdgriffier van de rechtbank, maar zelfs dat hielp hem niet.

'JUSTITIE OP STOEL RECHTER'

Door meinedige vakbondsbestuurders kapotgemaakte aannemer na 28 jaar nog op jacht naar zijn recht

door RON COUWENHOVEN

 
AMSTERDAM, zaterdag
In april 1984 had Karel de Werd een onthullend telefoongesprek met mevrouw mr. Van de Hoek, hoofdgriffier bij de rechtbank van Amsterdam en een goede kennis van mr. Eveline van Schaardenburg, de voorzitter van de meervoudige strafkamer, die even daarvoor de vakbondsbestuurder Arthur Bargerbos had vrijgesproken van meineed.

       Bargerbos, districtsbestuurder van de Bouwbond FNV, had verklaard dat de bonden in januari 1975 slechts zeer kort beslag op het bedrijfskapitaal van De Werd's aannemersbedrijf hadden gelegd, terwijl dat beslag in werkelijkheid meer dan acht maanden had geduurd. Hij had in een rechercheverhoor ook toegegeven dat de bonden ten onrechte een staking hadden uitgeroepen bij De Werd's florerende bedrijf, dat daardoor te gronde werd gericht.
       Door de omstreden uitspraak die vice-president mr. Van Schaardenburg met haar meervoudige kamer deed, vecht De Werd nu - twintig jaar later - nog steeds een vrijwel hopeloos gevecht tegen de Staat der Nederlanden.
 
       In het telefoongesprek met mr. Van de Hoek, dat De Werd op band opnam, opende de hoofdgriffier onmiddellijk frontaal de aanval op de bonden en indirect op haar eigen rechtbank: 'Dat wat de bond met u gedaan heeft, kan niet door de beugel. Dat is meer dan erg.'
 
     Er ontwikkelde zich een geanimeerd gesprek, waarin de hoofdgriffier op moederlijke toon de totaal geruïneerde aannemer probeerde over te halen zijn strijd om gerechtigheid te staken. Zij zei: 'Echt, ik meen het voor u, uw vrouw en uw kinderen. Dan denk ik: ´Man, hou toch op.´ Laat het voor wat het is. Ga je eigen leven leiden en denk niet meer aan Bargerbos en consorten.'
       Karel de Werd, negentien jaar later nog steeds in gevecht met justitie en de Staat der Nederlanden,waar hij een schadeclaim van 12 miljoen euro heeft gedeponeerd, antwoordde onthutst: 'Maar hij heeft toch meineed gepleegd?' 
De topjuriste ontkende die stelling niet, maar antwoordde: 'Moet u daarvoor eindeloos doorgaan?'
       
Door schietpartij nog 9 maanden vastgezeten

'Ik moet het dus gewoon opgeven?' zei De Werd. 'Waarom denkt u dat?' 
   'Omdat u een jong gezin heeft, meneer De Werd. Ik kan me niet voorstellen, dat zo´n gezin hier niet aan onderdoor gaat. Ik heb zelf ook kinderen en kleinkinderen, die zijn mij allemaal veel dierbaarder dan mijn recht.' 
  'Ja, ja, maar die vent heeft wel meineed gepleegd', zei De Werd. 
   Mr. Van de Hoek: 'Dat heeft-ie, denk ik.' 
  'En waarom wordt hij dan niet veroordeeld?' 
   Mr. Van de Hoek: 'Uh.' 
   De Werd: 'Het is meer dan droevig dat vaststaat dat deze mensen, eh, alleen en uitsluitend omdat die bonden zo´n invloed hebben, straffeloos onbeperkt meineed mogen plegen.'
 
   Mr. Van de Hoek: 'Nou, ik geloof wel dat u het overdrijft, maar wel dat u iets dichterbij de waarheid bent. Maar ik ben er heilig van overtuigd, dat mevrouw Van Schaardenburg gedaan heeft, wat zij als vice-presidente meende te moeten doen. Ik wou, dat u dat nou maar van mij...'
 
   De Werd: 'Is rij ook gezwicht voor de macht van de bonden?' 
    De hoofdgriffier aarzelde geen seconde en antwoordde: 'Misschien kun je het zo zien, dat ze rekening heeft gehouden met de macht van de bonden.' 
    De Werd: 'Ja, precies...!!! Nou, dat vind ik dan wel bedroevend, hoor.' 
Bijna twintig jaar na dit opmerkelijke telefoongesprek zegt de inmiddels 60-jarige Amsterdammer: 'Het advies van mevrouw Van de Hoek was ongetwijfeld goed bedoeld, maar het druiste volkomen tegen mijn rechtsgevoel in. Justitie weigerde pertinent meineed te vervolgen, terwijl daar tot zes keer toe door rechtbank, gerechtshof en zelfs Hoge Raad bevelen voor gegeven werden. Door deze weigering kon ik nooit mijn volledige schade op de vakbonden verhalen.'
 
Bargerbos ontsnapte uiteindelijk aan veroordeling wegens meineed, doordat de Hoge Raad de cassatie-eis afwees, omdat de procureur-generaal mr. C.P.A.C. van Riel vergat zijn eis van een handtekening te voorzien, terwijl hij er van overtuigd was dat de vakbondsman meervoudige meineed had gepleegd.
 
Hoofdgriffier mr. Van de Hoek had indertijd volkomen gelijk, toen ze stelde dat De Werd en zijn gezin er volledig aan onderdoor zouden gaan als hij zijn strijd zou voortzetten. Zijn bedrijf was hij al kwijtgeraakt.    
Karel de Werd bij zijn wetboeken. Om zijn zaak beter te kunnen verdedigen volgde hij een rechtskundige studie. Hij zegt: 'Ik blijf strijden voor mijn recht tot ik er bij neerval."
FOTO: GLENN WASSENBERGH

     'Louter omdat de FNV-bestuurder Gerrit de Jong een persoonlijke aversie tegen mij had, nadat ik geen valse verklaring wilde afleggen over een lichte aanrijding, waarbij het spatbord van zijn fiets was verbogen. Simpel, omdat ik niets had gezien. Ik ontsloeg kort daarna enkele personeelsleden, die nog in proeftijd liepen en dat is aangegrepen om een staking in mijn bedrijf uit te roepen, die mij fataal werd. Later gaven de bonden toe, dat ik in mijn recht stond, maar schadevergoeding, ho maar', zegt De Werd. 
Hij raakte zelfs negen maanden in de gevangenis na een schietpartij, waarbij hij één van de betrokken vakbondsbestuurders in de arm schoot.

   'Toen ik tegen ze begon te procederen, werd mijn gezin steeds telefonisch bedreigd. Mijn vrouw en kinderen moesten weken in een hotel onderduiken', zegt De Werd. 'Ik heb die kerels toen gewaarschuwd. Prompt een week later was belden ze weer. Ik had een pistool gekocht, reed naar één van de twee toe en schoot hem in zijn arm. Daarna ben ik nooit meer bedreigd.'
  Zijn zaak ligt nu bij de Nationale ombudsman, die van de minister van Justitie mr. P.H. Donner opheldering eiste waarom de CNV-districtsbestuurder Gerrit de Lange, die overigens inmiddels is overleden, ondanks drie bevelen van het gerechtshof nooit door justitie wegens meineed is vervolgd.
       
Geen informatie

    De minister antwoordde op 2 april van dit jaar: 'Het bij het college van procureurs-generaal aanwezige dossier bevat geen informatie, waaruit blijkt dat jegens G. de Lange niet is gedagvaard. Blijkens mededeling van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam is niets daarover bekend in de archieven en registratiesystemen van het arrondissementsparket te Amsterdam.'

    Volgens minister Donner staat daarom niet vast dat De Lange niet is vervolgd. Karel de Werd stond perplex over dit antwoord. 'Natuurlijk kan men niets vinden, want het proces is er nooit geweest', zegt hij.

    De bewering van de minister staat bovendien haaks op het privé-onderzoek dat mr. R.W. Asser uit Amstelveen instelde. Hij was indertijd als officier van justitie betrokken bij de vervolging van Bargerbos. Toen de vakbondsman in de ogen van het gerechtshof meineed pleegde, kreeg hij bevel hem daarvoor te vervolgen. Maar dat gebeurde nimmer. Aan de toenmalige procureur-generaal mr. A. Josephus Jitta legde hij indertijd volgens een verslag in deze krant uit dat het gerechtshof niet tot vervolging moest worden overgegaan, omdat dat in het nadeel zou kunnen werken van het gerechtshof, 'hetgeen hij niet in het algemeen belang achtte'.

     Maar de mening van mr. Asser, die inmiddels met pensioen is, is nu totaal omgeslagen. De Werd benaderde hem vorig jaar november en op 8 december 2002 schreef mr. Asser hem: 'Ik zei u al dat ik het niet naleven van een vervolgingsbevel hoogst vreemd zou vinden. Zelf zou ik zeker gedagvaard hebben. Naar mij bij het parket is verzekerd, is er grondig gezocht. Een goed onderzoek, met bijvoorbeeld het doornemen van de zittingslijsten van de meervoudige kamers van de rechtbank, is niet eens zo bijzonder moeilijk. We mogen er dus wel van uitgaan dat er geen strafzaak tegen De Lange is geweest.'

       Hoe zwaar justitie en rechterlijke macht met het ´probleem De Werd´ zitten, blijkt nog steeds. In een poging de waarheid boven water te krijgen, beledigde De Werd twee jaar geleden twee politieagenten. 'Ik moest voor de politierechter verschijnen en wraakte de rechter met de mededeling: ´Justitie zit op uw stoel,´ waarna ik mijn stelling onderbouwde met mijn zaak tegen justitie en ik eiste dat de betrokkenen als getuigen zouden worden gehoord, zodat mijn visie bevestigd kon worden. Het gevolg is dat deze eenvoudige beledigingszaak nog steeds niet is afgerond. Drie politierechters heb ik op dezelfde gronden gewraakt. Ze trokken zich allemaal terug. De rechtbank durft deze zaak niet aan.'
 

10 mei 2003