Uw kenmerk: 931.0417 Onderwerp aangifte. Datum: 20 januari 2004 Edelgrootachtbare Heer / Vrouwe, Hartelijk dank voor uw schrijven d.d. 13 januari 2004. Ik moge met uw welnemen op de inhoudelijke strekking als volgt reageren. Wat de aanhef betreft, verschil ik met u van mening, er zijn wel degelijk feitelijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de Nationale Ombudsman Roel Fernhout als verdachte in de zin van art. 27 Sv door u wordt aangemerkt en gedagvaard wegens deelname aan een criminele organisatie, ex art. 140 Sr in samenspanning ex art. 80 Sr met de Minister van Justitie Piet Hein Donner gemakshalve hierna te noemen Donner en het College van Procureurs-generaal, hierna gemakshalve te noemen de Wijkerslooth, onder de verzwarende omstandigheid ex art. 44 Sr ter aanranding van de Nederlandse rechtsorde gepleegd. Dat u dit niet of niet wenst te zien, dat doet aan voorgaande feitelijke omstandigheid niets af. U wordt derhalve verzocht ook de verdachte Roel Fernhout, door mij als zodanig aangemerkt niet formeel kenbaar te maken dat geen strafrechtelijke vervolging zal plaats vinden. Dit n.a.v. uw seponering terzake (d.d. 13 januari 2004 met kenmerk: HO 931.04117) dat mijnerzijds wordt beantwoord met een vijfde beklag ex art. 12 Sv in het conflict tussen mij en de Staat der Nederlanden. Voorts maak ik van de gelegenheid gebruik om bij u eveneens formeel aangifte te doen tegen de Minister van Justitie Piet Hein Donner, omdat genoemd trio in samenspanning ex art. 80 Sr ambtshalve (dus onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr), ter aanranding van de Nederlandse rechtsorde actief heeft deelgenomen aan een criminele organisatie ex art. 140 Sr. Dit met als geen ander oogmerk om de mij rechtens toekomende schadevergoeding die voortvloeit uit de vele onrechtmatige overheidsdaden, jegens mij, mijn gezin en ten laste van een behoorlijke procesgang gepleegd op onrechtmatige wijze te onthouden, waarvan akte! In samenspanning en als topjuristen, dus blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad tegen beter weten in, hebben zij collectief daartoe in koele bloede en goed onderling overleg, veelvuldig wettig overtuigend bewijs volstrekt genegeerd en/of onjuist geïnterpreteerd en hun ondeugdelijke beslissingen op arglistig, bedrieglijk en juridisch volstrekt onvolwaardig niveau / ja zelfs op een vrijwel achterlijk niveau gemotiveerd. Zodoende deden zij verwoede pogingen tot het verduisteren van al het wettig overtuigend bewijs van het feit dat de Officier van Justitie middels fraude herhaalde (malen gepleegd) de bevelen van het Gerechtshof ex art. 12i Sv gegeven tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed in zijn prullenbak heeft gesmeten. Dit door die bevelen in strijd met de Formele Wet met name art. 246 Sv, artikel 4 Ro. en 207 lid 1 en 2 Sr ter verjaring op te leggen en zodoende mijn totale rechteloosheid heeft weten zeker te stellen c.q de kans op deugdelijke rechtspraak volstrekt uit te sluiten. Voornoemde verdachten hebben vervolgens getracht mij (als benadeelde van voorgaand onwettig mindersociaal gedrag, ook nog de schuld in de schoenen te schuiven. Dit via het gebruik van vage roddelbladtermen als "kennelijk", "ik weet niet precies wat er toen is gebeurd", "waarschijnlijk", "niet uit te sluiten valt naar mijn oordeel", "aannemelijk", "hoogst waarschijnlijk", etc. Op 23 juli en 13 november 2003 na een beroep op zwijgrecht, werden zij genoodzaakt onder mijn juridische druk als ervarings- en motiveringsdeskundige hun eerder geuite leugens te herroepen en een volledige bekentenis af te leggen van het feit, dat de Officier van Justitie de bevelen van het Gerechtshof ex art. 12i sv gegeven tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed middels fraude in zijn prullenbak had gesmeten. Zodoende heeft hij ter uitsluiting van een behoorlijke procesgang en ondanks mijn zeer felle vergeefse protesten daartegen, plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en de Zittende Magistratuur.
De verdwijntruc ter verduistering van het wettig overtuigend bewijs, van het voorgaande, motiveerde genoemde motiveringscriminelen hun ondeugdelijke beslissingen op arglistig, bedrieglijk en juridisch volstrekt onvolwaardig niveau. Ik citeer de Wijkerslooth en Donner:
De verdachte Roel Fernhout heeft in zijn poging de ondeugdelijke motivering van Donner en de Wijkerslooth te alibiliseren het (nota bene als juridisch hoogleraar) nog bonter gemaakt. Ik citeer:
Geen enkele jurist te goeder trouw zou tenzij er sprake is van juridisch zelfmoord, zoals bij dit trio het geval, het formeel aandurven om de voorgaande arglistige, bedrieglijke en juridisch volstrekt onvolwaardige zinsneden te onderschrijven. Zij, de Wijkerslooth, Donner en Fernhout, hadden er als topjuristen geen enkele moeite mee, om zodoende mijn procedure bij het Instituut Nationale Ombudsman zo lang als mogelijk slepende te houden, waartoe men zelfs nog in afwijking van de normale proceduregang een tussenbeslissing werd gecreëerd. Aldus handelden zij ter aanranding van Vrouwe Justitia bewust te kwader trouw, waarvan akte! Ik heb vervolgens met verbijstering moeten ervaren dat na de formele bekentenis van de Wijkerslooth en Donner op 23 juli (en de bevestiging daarvan door Fernhout als Nationale Ombudsman in zijn Openbaar Rapport d.d. 13 november 2003) de verdachten verwoede pogingen hebben ondernomen de benadeelde van het plegen en laten plegen van meineed en het niet opvolgen van de bevelen van het Gerechtshof de schuld in de schoenen te schuiven. Ik heb dat als zeer schokkend ervaren. Immers: Ik heb mij als geen ander tegen het plegen en laten plegen verzet, waarbij ik er in ben geslaagd om er voor te zorgen dat nota bene in één en de zelfde zaak de Officier van Justitie tot drie keer toe een bevel ex art. 12i Sv tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed heeft bekomen. Dit terwijl zelfs al uit het verkrijgen van één zo'n bevel onomwonden blijkt hoe decadent het OM als wetshandhaver ex art. 4 Ro ter aanranding van een behoorlijke procesgang c.q. mijn juridische belangen heeft gefunctioneerd. En zelfs na het tweede bevel ex. Art. 12 Sv, de procureur-generaal wederom in de raadkamer van het Gerechtshof vergeefs stond te pleiten voor het ongestraft veelvuldig laten plegen van meineed. Genoemd trio verzwijgt daarbij weloverwogen, dat ik ruim tien jaar met de Officier van Justitie als ´wetshandhaver` over het plegen en laten plegen van meineed en het niet opvolgen van de bevelen van het Gerechtshof heb moeten twisten, alvorens mijn verzet daartegen werd gebroken c.q. ik genoodzaakt werd uit puur zelfbehoud om dat verzet uiteindelijk op te geven. Het misdadig trio trok daaruit de conclusie, dat ik geen belanghebbende meer zou zijn bij het strafrechtelijk vervolgen van meineed en dat zou dan hoogst waarschijnlijk de reden zijn geweest waarom de Officier van Justitie weigerde meineed te vervolgen. Op de zitting bij het Gerechthof kom ik hier nog gedetailleerd op terug. Ik verzoek u, gelet op al het voorgaande, dit eveneens op straffe van rechtsgevolgen mijnerzijds (te weten een vijfde art. 12 Sv procedure in dit conflict tussen mij en de staat der Nederlanden de Minister van Justitie Piet Hein Donner) formeel aan te merken als zijnde een verdachte in de zin van art. 27 Sv en de u ten dienste staande wettelijke middelen te hanteren die er voor garant staan dat ook hij zich strafrechtelijk heeft te verantwoorden, voor zijn minder sociaal en onwettig gedrag. Voorts doe ik tegen P.H Donner bij deze formeel aangifte terzake belediging en smaad, daar genoemd individu terzake middels ernstig ambtshalve handelen en nalaten zodanig verstrikt zit in de affaire, dat hij heeft besloten mij als klager bij de Nationale Ombudsman te demoniseren c.q. te stigmatiseren als zijnde een querulant van de bovenste plank. Dit met het formeel in het geding brengen van een smaadschrift waarin wordt kenbaar gemaakt: "De Werd, maakt stampij aan de balie van de rechtbank op de Parnassusweg en verstoort de zittingen door zomaar de zittingszaal binnen te lopen om bij de Rechter aandacht voor zijn zaak te vragen". Einde citaat. Ik heb honderden openbare zittingen bijgewoond en nimmer daarbij ooit een zitting verstoord. Ik acht dat onfatsoenlijk en ken de spelregels als geen ander en ik ben van mening dat een ieder die voor de rechter zich heeft te verantwoorden, het recht heeft op diens volle aandacht. Anders gezegd, kennelijk om de aandacht van zijn onbetamelijk gedrag af te leiden maakt Donner zich schuldig aan smaad. Ik heb hem in de gelegenheid gesteld tot het aanbieden van zijn excuus, omdat ik niet vermag in te zien met welk recht hij zich ten aanzien van mij bezondigd aan smaad. Hij denkt daar kennelijk anders over, vandaar dat ik de Staat der Nederlanden voor dit onwettig mindersociaal gedrag 20.000 euro extra in rekening heb gebracht. Nu daarop niet werd gereageerd, resteert mij weinig meer dan thans bij u formeel een aanklacht in te dienen terzake belediging en smaad, met het verzoek eveneens op straffe van rechtsgevolgen mijnerzijds te weten een zevende verzoek ex. Art. 12 Sv bij het Gerechthof, de u wettelijk ten dienste staande bevoegdheden te gebruiken die er voor garant staan dat genoemde verdachte zich ook wat dit betreft strafrechtelijk dient te verantwoorden. Tot slot nog het volgende: U wijkt af van hetgeen u terzake ambtshalve te doen staat en dat is niets meer en niets minder dan te beslissen of u op mijn formele aangifte al dan niet seponeert. Ik adviseer u derhalve ongevraagde adviezen al dan niet goed bedoeld achterwege te laten; temeer gelet op de kwaliteit daarvan. Zo heeft u het over een ver weg gelegen uitvloeisel van een civiel conflict ( arbeidsconflict ) Mijn antwoord hierop is tweeledig. U beroept zich zoals al diegenen die jegens mij en mijn gezin zich hebben bezondigd aan onrechtmatige daad c.q. onrechtmatige overheidsdaad op verstreken tijd. Vergeefs voor mij is de periode waar u het over heeft nog als de dag van gisteren. De veelplegers die mijn burgerlijke rechten meenden straffeloos te kunnen aanranden beroepen zich allen evenals u op de vestreken tijd. Zij koesteren dan ook het slepende houden van de formele procedures vele malen intenser dan hun eigen Vrouw, omdat dit door hen als een machtig wapen wordt gehanteerd. Dit met als geen ander doel te bewerkstelligen dat rechthebbende maatschappelijk, financieel en psychisch ten onder gaat alvorens ooit recht zou kunnen geschieden. Welnu het OM heeft formeel de stelling betrokken, dit ter aanranding van een behoorlijke procesgang c.q. mijn juridische belangen, dat het veelvuldig plegen van meineed niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd. Daartoe zijn zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad, waaronder zelfs drie bevelen van het Gerechtshof ex art. 12i Sv tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed, volstrekt genegeerd. Zodoende werd plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en van de Zittende Magistratuur om mijn totale rechteloosheid in strijd met de Formele Wet en Internationale Verdragen en art. 17 van de Grondwet zeker te kunnen stellen; en er bij mij geen enkel misverstand over te laten bestaan dat de Nederlandse Wetgeving niet voor mij als Nederlands Staatsburger zou gelden. Welnu die geldt dan ook niet tot andersluidend tegenbericht uwerzijds! Een beroep op verstreken tijd via puur arglistig bedrog ondanks mijn zeer heftig verzet daartegen, wijs ik met kracht van de hand. Arglistig bedrog ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde op welk een wijze dan ook wordt mijnerzijds niet beloond, ook niet met een beroep op verstreken tijd c.q. de daaraan verbonden rechtsgevolgen. U heeft het voorts over een civiel arbeidsconflict zonder daarbij te vermelden dat dit niet door mijn toedoen is ontstaan. Hetzelfde geldt voor het conflict, thans gaande, met de Staat der Nederlanden. Een ieder, dus ook u, die het heeft over een civiel arbeidsconflict vermeldt daarbij in het belang van de feitelijke waarheid op straffe van rechtsgevolgen mijnerzijds, dat het Kantongerecht en het Gerechtshof heeft gemotiveerd, dat de heer de Werd in het geheel niets viel te verwijten, omdat hij als Werkgever volkomen juist heeft gehandeld c.q. gefunctioneerd. Het zelfde geldt voor het conflict tussen mij en de Staat der Nederlanden dat heeft kunnen ontstaan c.q. is gefundeerd op het feit dat het OM als Wetshandhaver ex art. 4 Ro. ter aanranding van een behoorlijke procesgang formeel de stelling heeft betrokken, dat het veelvuldig plegen van meineed, ondanks art. 207 lid 1 en 2 Sr niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd. Anders gezegd, de Werd heeft geen enkele wet overtreden. Wel heeft de Minister van Justitie mr. Piet Hein Donner mij vergeefs ordeverstoring getracht aan te wrijven nog anders gezegd: Gelet op mijn keurig gedrag behoor ik zelfs geen vijf minuten te procederen. Integendeel, ik behoor als aannemer in mij bouwput te staan met de bouwtekeningen in de hand om daaruit iets moois te laten verrijzen. Echter de minder socialen die botweg weigeren de Formele Wetgever en goed fatsoen zoals zich dat in het maatschappelijk verkeer betaamt in acht te nemen c.q. te erkennen, omdat zij zich als een soort Übermenschen boven de formele Wet hebben geplaatst, noodzaken mij tot heden ten dage procedures te voeren tot het verkrijgen van eer en rechtsherstel, waarvan akte! Volgens uw mening biedt het strafrecht in ieder geval op dit moment geen soelaas. Dat zal nog moeten blijken. Zoals u bekend is, heeft niet u doch het Gerechthof daarin het laatste woord. Dat het OM de bevelen van het Gerechthof volstrekt negeert, zelfs tot drie keer toe, om mij duidelijk te maken dat zij heeft plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever doet daar niets aan af! Bevelen van het Gerechtshof dienen zonder enig voorbehoud, behoudens cassatie in het belang der Wet door het OM ten spoedigste d.w.z. binnen enkele weken te worden opgevolgd. Tot op heden heeft het OM dat kennelijk nog steeds niet begrepen. Beter gezegd niet willen begrijpen. Wat dat betreft is de correspondentie helaas nog lang niet gesloten, immers de rekening moet nog worden vereffend. Wat mij betreft het liefst binnen het raam van de Formele Wet, waarvan akte! Uw ongevraagd advies mij met een juridisch raadsman in verbinding te stellen, wordt mijnerzijds niet als zijnde een belediging ervaren, daar de inhoudelijke strekking van uw pennenvruchten de sfeer ademen van een onervaren Hoofdofficier van Justitie. Wat de laatste zinsnede van uw schrijven betreft, die heeft betrekking op de nog lopende art. 12 Sv procedure, waarbij het Gerechthof dient te beslissen of aan de Officier van Justitie een vierde bevel ex art. 12i Sv dient te worden gegeven. Dit keer tot het strafrechterlijk vervolgen van het Adellijk Aarsloch, Johan de Wijkerslooth de Weerdesteyn wegens deelneming aan een criminele organisatie ex art. 140 Sr, in samenspanning ex art. 80 Sr met de Schele Katholiek Piet Hein Donner, onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde gepleegd. Dat vertegenwoordigt een ernstig handelen en/of nalaten,waarop de Formele Wetgever blijkens art. 11 lidc juncto 12 Ro ter bescherming van de Nederlandse Rechtsorde waarop onmiddellijk oneervol ontslag bij de Rechtelijke Macht heeft gesteld. Welnu: Op 10 januari 2003, heeft functionerend Hoofdofficier van Justitie mr. H.C.D. Korvinus, mij formeel kenbaar gemaakt, in het kader van een door mij op te starten art. 12 Sv procedure, het Gerechthof nader te zullen informeren. Op 10 november 2003 bericht mij de Griffier van het Gerechtshof te ´s-Gravenhage onder kenmerk: 03139 k09, dat de Advocaat-generaal op 14 mei 2003 een verzoek heeft gedaan aan de Officier van Justitie hem nader te rapporteren. (Zie hieronder ingevoegd.) De officier van Justitie heeft daarop niet gereageerd, waarvan akte! Op 16 juli 2003, heeft de advocaat-generaal nogmaals gerappelleerd. De Griffier laat mij daarbij weten, "Ik zal u berichten als ik het verzoek terug heb gekregen van de Officier van Justitie", einde citaat: De Officier van Justitie heeft echter tot op heden d.d. 20 januari 2004 nog niet gereageerd, althans in heb daar formeel tot op heden nog niets over vernomen, waarvan eveneens akte! Welnu of de Officier van Justitie u al dan niet wenst te informeren is een interne kwestie waar ik buiten sta. Het OM heeft kenbaar gemaakt het Hof nader te willen informeren n.a.v. mijn beklag ex art. 12 Sv, en heeft dat vervolgens tot op heden achterwege gelaten; kennelijk om mijn art. 12 Sv procedure bij het Gerechthof zo lang mogelijk te traineren, waarvan akte! Ik heb het Gerechtshof op 14 april 2003 formeel verzocht een vierde bevel af te geven aan de Officier van Justitie in dit conflict tussen mij en de Staat der Nederlanden over het plegen en laten plegen van meineed en het volstrekt negeren van de bevelen van het Gerechthof ex art. 12i Sv door het OM. Dit keer tot het strafrechtelijk vervolgen van de Wijkerslooth en dat op 3 juni 2003 schriftelijk herhaald. Voorzover nodig heb ik wederom gesommeerd tot het afhandelen van mijn klacht. Het Gerechthof dient daarin te beslissen en dat dit dramatische gevolgen zal hebben voor het OM, doet daar niets aan af! Ik stuur een afschrift van dit schrijven naar het Gerechtshof. Indien daarop niet spoedig wordt gereageerd dan zal dat mijnerzijds geheel overeenkomstig de bedoelingen van de Formele Wetgever worden opgevat als zijnde rechtsweigering, waarvan akte! Tot slot: Het spreekt vanzelf dat het OM het Gerechtshof voor de aanvang van de Zitting formeel kenbaar maakt waarom het OM als Wetshandhaver Formeel de stelling heeft betrokken, dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van een behoorlijke procesgang niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd. Voorts waarom de bevelen van het Gerechthof niet meer door het OM zonder enig voorbehoud worden opgevolgd en wat het OM met het vierde bevel van het Gerechthof denkt te gaan doen indien het ex art. 12i Sv wordt gegeven. Voorts laat ik u weten dat ik persoonlijk de zaak zal toelichten bij het Gerechtshof en daarbij in ieder geval de hiernavolgende getuigen ten overstaan van het Gerechthof wens te doen horen. Te weten: mr. R.W. Asser ex-Officier van Justitie en mr. C.A.P.C van Riel, omdat beiden als wetshandhaver formeel de stelling hebben betrokken dat het veelvuldig plegen van meineed ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd. Daarin hebben zij volhard, in die zin dat er ondanks drie bevelen van het Gerechthof onder hun volle juridische verantwoordelijkheid er formeel nimmer een meineed procedure heeft plaatsgevonden. Voorts behoud ik mij het recht toe meerdere getuigen op te roepen ter informatie van het Gerechthof voorzover ik dat wenselijk acht, waarvan akte! Tot slot zij nog te uwer informatie vermeld, dat het OM vergeefs heeft getracht mij strafrechtelijk te vervolgen wegens enkelvoudige belediging van een ambtenaar in functie en daarin jammerlijk heeft gefaald. Ja, zelfs het hazenpad heeft gekozen door die strafrechtelijke vervolging in strijd met de Formele Wet af te breken, nadat drie politierechters op rij in hun wraking hebben berust, waarbij zij als wrakingsargument accepteerden, dat er in het geheel geen civiel of strafrechtelijke procedure kan plaatsvinden, omdat het OM in strijd met de Grondwet en Internationale Verdragen de rechtsmacht van de Zittende Magistratuur niet onder alle omstandigheden erkend wordt, door de bevelen van het Gerechthof ter verjaring op te leggen. De Officier van Justitie Mr. mevr. Hoekstra heeft tijdens de procedure bij de politierechter gelogen, c.q. meineed gepleegd door formeel te verklaren, dat de bevelen van het Gerechthof altijd worden opgevolgd. Ik heb haar toen verzocht die uitlating te relativeren tot "bijna" in plaats van "altijd", hetgeen zij weigerde. Inmiddels heeft het College van Procureurs-generaal, de Minister van Justitie en de Nationale Ombudsman, mij op 23 juli en 13 november onder mijn juridische druk formeel bevestigd, dat in ieder geval de laatste twee bevelen van het Gerechthof tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed nimmer door het OM werden opgevolgd, doch in strijd met de Formele Wet ter verjaring werden opgelegd. Dat is een huiveringwekkende bekentenis, die ook u ongetwijfeld de haren te bergen doen rijzen. Dat is kennelijk ook de reden geweest, dat de Wijkerslooth en Donner vergeefs hebben getracht middels hun motiveringen op arglistig, bedrieglijk en juridisch volstrekt onvolwaardig niveau het wettig overtuigend bewijs daarvan te verduisteren, hetgeen hen niet is gelukt anders dan door eigen toedoen. Het is voor mij onbegrijpelijk dat het OM de strijd over het plegen en laten plegen van meineed wenst voort te zetten. Immers, de situatie waarin het OM thans samen met Donner terecht is gekomen, als gevolg van mijn verzet tegen het plegen en laten plegen van meineed en het niet opvolgen van de bevelen van het Gerechthof door het OM, is ronduit deerniswekkend. Daarbij komt nog dat ik uit sociale overwegingen nog niet voldoende te berde heb gebracht dat Mr. L.W.M.M. Drabbe tijdens het opnemen van de vele meinedige verklaringen duidelijke verschijnselen van dementie toonde! Het betrof hier een ex-jodenjager in dienst van Hitler, die tussen bestralingen in het VU Ziekenhuis door even als raadsheer-plaatsvervanger speelde om de openbaarheid op uiterst grove wijze te schenden en alle valse verklaringen onder ede formeel vast te leggen. Kort daarop moest hij worden vervangen omdat hij naar de eeuwige jachtvelden was vertrokken. Drabbe is gepromoveerd op lust- en onlustgevoelens en komt daarbij tot de eindconclusie, dat uit onrechtmatige daad veroorzaakte onlustgevoelens altijd moeten worden gecompenseerd! Ik ben het daarmede volstrekt eens. Vandaar mijn voorstel de affaire middels een akte van Dading definitief tot wederzijdse tevredenheid in ieder geval tot mijn tevredenheid in den minne te schikken. Vooruitlopend daarop alvast 12 Miljoen euro voorschot op mijn girorekening over te maken onder de vermelding regeling in den minne met de Staat der Nederlanden fiscaal vrij! Via de Akte van Dading kan formeel worden vastgelegd onder welke voorwaarden genoemd bedrag wordt overgemaakt. Bij ondertekening van de genoemde akte van Dading dient nog 20.000 euro extra en contant te worden betaald, eveneens geheel fiscaal vrij, als compensatie voor het feit dat het adellijk Aarsloch Johan de Wijkerslooth de Weerdesteyn als voorzitter van het College van Procureurs-generaal en de Schele Katholiek Piet Hein Donner als minister van Justitie formeel een smaadschrift naar de Nationale Ombudsman hebben gestuurd met als geen ander doel, dan op minder sociale en onwettige wijze afbreuk te doen aan mijn volstrekt rechtvaardig verzet tegen het plegen en laten plegen van meineed door het OM; het niet opvolgen van de bevelen van het Gerechtshof ex. Art. 12i Sv ter aanranding van de Nederlandse Rechtsorde en mijn pogingen tot het verkrijgen van het mij rechtens toekomende eer en rechtsherstel. Vertrouwende op spoedig tegenbericht uwerzijds,
Hoogachtend,
K.H. de Werd C.c.: Sociale Databank Nederland. De Voorzitter van het Gerechtshof te ´s-Gravenhage.
|
Statusoverzicht van het conflict tussen De Werd en overheid
Karel de Werd signaleert en ontmantelt criminele organisatie ex art. 140 Sr bij Justitie
De getuigenlijst i.v.m. fraude bij de rechtsgang voor de zitting 7-4-06
Persbericht over gijzeling - Karel de Werd weigert 'n parkeerboete van € 30 te betalen
De afgesproken brief van Karel de Werd aan Wouter Bos in afwachting van diens antwoord
De Staat de Nederlanden ontsnapt aan veroordeling wegens schending van de grondwet
Doorverwijzing van PG J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn naar de Meervoudige Strafkamer
Staat Der Nederlanden (als rechtstaat) in de problemen bij Europese Hof in Straatsburg
Karel de Werd, doet gooi naar het fractievoorzitterschap van de Partij van de Arbeid
Beoordeling van het standpunt van Karel de Werd door het Gerechtshof in Den Haag
Alle mensen zijn gelijk, maar sommigen zijn nog gelijker dan anderen
Jan Marijnissen: Politiek toneelspel op kosten van de belastingbetaler
44 vragen aan de minister Donner te stellen door Jan Marijnissen en Wouter Bos
Verzoek aan Koningin Beatrix om op te treden tegen de verwording van het officiële ambt
Het eerste artikel in De Telegraaf van 3 mei 2003
Het tweede artikel in De Telegraaf van 10 mei 2003
Openbaar antecedentenregister Rechterlijke Macht
Kort geding tegen de directie van de Bijlmerbajes
Het boek van Karel de Werd over zijn gevecht om recht
Het proces-verbaal van Hendrik Oud en Pieter Keesman, rechercheurs gemeentepolitie Amsterdam
Corrupte rechters herkent men feilloos aan hun motivering als 'n inbreker aan zijn vingerafdrukken
Mr. R.W. Asser: De zeer gedetailleerde aangifte van De Werd terzake meineed is zinvol geweest
Hoofdofficier van Justitie de Wit saboteert schadeclaim van de Werd tegen Staat der Nederlanden
Brief van de Werd aan de Nationale ombudsman met klacht over College Procureurs-generaal
Voorstel tot Bijzondere Rechtspleging om de Bende van Vier binnen het OM openbaar te berechten
Ambtelijk corrupte Procureur-generaal de Wijkerslooth de Weerdesteyn slikt elke belediging
Uw bijzondere aandacht voor het hiernavolgende stemt geheel overeen met de ernst van de situatie
De keiharde confrontatie tussen Procureur-generaal de Wijkerslooth en Karel de Werd
Brief van Karel de Werd aan de Nationale ombudsman met klacht over het OM
Het levensverhaal van Karel de Werd aan de Nationale ombudsman en strijd tegen het OM
Brief met prangende vragen aan de Minister van Justitie zijne excellentie J.H. Donner
Brief van Karel de Werd aan de Nationale ombudsman met klacht over het OM
Beklag ex.art. 12 Sv van Karel de Werd aan de Advocaat-generaal Gerechtshof Den Haag
Interview met Karel de Werd over de onwettige manipulatie van het Openbaar Ministerie
Nationale Ombudsman behandelt de klacht van Karel de Werd tegen het Openbaar Ministerie
Nationale
Brief met een rekening van 12 miljoen euro van Karel de Werd aan minister Donner
Brief van Karel de Werd aan minister Donner met uitdagende belediging als nazi
De SP pleegt verraad aan de democratische rechtsstaat met grove nalatigheid en lafheid
Keiharde confrontatie met de Nationale Ombudsman die een kromme uitspraak deed
Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de heer Weisglas
De SP pleegt verraad aan de democratische rechtsstaat met grove nalatigheid en lafheid
Brief aan de Hoofdofficier van Justitie mr. W.B.M. Tomesen bij
Arrondissementsparket Den-Haag
Verklaring van de vriendin van rechter Eveline van Schaardenburg over de macht van de vakbonden.
Zij sprak corrupt uit onder druk van de vakbeweging om die af te schermen voor juridische gevolgen
Rechter van Schaardenburg accepteerde onder druk massa-meineed van vakbondsbestuurders
Officier van Justitie Mr. Asser blijft weigeren meineed te vervolgen en het getuigenverhoor
Mr. Asser blijft samen met de bonden traineren en rekken van vakantie naar vakantie
De griffier erkent als therapeute de druk en macht van de vakbonden en het onrecht
E-mailadres: kareldewerd@kpnmail.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/de-werd/de-werd-officier-justitie.htm