Geachte Tweede Kamerleden, e.a.,
Een korte geschiedenis les en
een nieuw boek over de Hoge Raad.
Ter info:
Geachte hooggeleerde heer Prof. Dr. Ir. A. van Putten, hoe staat het met de scriptie inzake de ondertekening van vonnissen? Lees hierover www.hollandpromote.com en wanneer kunnen rechten-studenten een onderzoek starten naar fenomeen van plaatsvervangers? Ik viel gisteren van mijn stoel toen vice-president Wouter van den Bergh van de Rechtbank Amsterdam een groot pleidooi hield voor Juryrechtspraak en een democratisering van de Rechtspraak in Nederland. Hij ging met zelfs met verve in tegen het denigrerende commentaar van Pauw en Witteman, omdat deze 2 duurbetaalde linkse presentatoren van het eigen gelijk de Nederlandse burgers niet mondig en al zeker niet bekwaam genoeg vonden. Ze zouden eens de onderzoeken van Prof. Peter Tak over juryrechtspraak in Denemarken moeten lezen of van prof. Twan Tak over de Raad van State,
m.vr.gr. Paul Quekel senior
Op De Sociale Databank Nederland
www.sdnl.nl staat het navolgende
hierover:
Bij Pauw en Witteman op 6 mei 2008 vernamen wij het heuglijke feit dat de vice-president mr. W.M. van den Bergh van de rechtbank in Amsterdam de democratisering in de rechtspraak bepleit. Een unicum waarvoor onze welgemeende complimenten. Bij telefonische navraag bij de rechtbank Amsterdam bij monde van de afdeling voorlichting werd verklaard dat de heer
Wouter van den Bergh niet sprak namens
de rechtbank Amsterdam, maar dat de leiding van de rechtbank Amsterdam had
besloten geen contactuele gegevens beschikbaar te stellen.
Verder verwijzen wij naar de
conclusie van antwoord n.a.v. 110
slachtoffers van misbruik van wetgeving inzake autuersrecht. Die conclusie
ik goed opgesteld. Nu nog de aanpassing van de wet uit 1912. Inmiddels zijn
er twee wereldoorlogen geweest met tientallen miljoenen doden. We hebben de
diepzee op 11 km diepte bezocht, mensen hebben op de maan
gelopen, we hebben nu televisie, internet en computers die in een fractie
van een seconde iets kunnen kopiëren.
Die wet uit 1912 wordt misbruikt door enkele geldwolven die soms ook nog
advocaat zijn ook. Er zal nog veel leed moeten worden geleden voordat de
volksvertegenwoordiging dit soort achterhaalde wetgeving aanpast aan de
moderniteit. Er zal dan ook aan de fracties in de Tweede Kamer een kopie
worden gestuurd van de conclusie van antwoord. Het probleem zit hem in het
feit dat de burger geen openbare inspraak heeft in het parlement, zoals dat
voorgesteld is met
KAMERZETEL 151 bij de Sociale
Databank Nederland.
|
|
|
|
Raad en Daad. Over de rechtsvormende taak van de Hoge Raad
redactie: W.M.T. Keukens en M.C.A. van den Nieuwenhuijzen
De
taak van de Hoge Raad staat nog altijd ter discussie. De Hoge Raad
wordt geacht zijn taak met raad en daad te vervullen. Maar, wat
houdt die taak eigenlijk in? En wordt deze wel door de Hoge Raad met
raad en daad vervuld? Waar liggen de grenzen van rechtsvorming door
de Hoge Raad? Welke invloed hebben cassatieadvocaten en
advocaten-generaal op de rechtsvorming? Hoe gaan rechtscolleges
buiten Nederland om met rechtsvorming? En zelfs: hebben we de Hoge
Raad eigenlijk wel nodig? De bijdragen in deze bundel vormen de
weerslag van de zoektocht naar antwoorden op deze en tal van andere
vragen en houden allen verband met de rechtsvormende taak van de
Hoge Raad, voor zover deze al bestaat. Over rechtsvorming door de
Hoge Raad is de afgelopen decennia in Nederland veel geschreven.
Zoveel dat het lastig is om alle hierover verschenen literatuur
aandachtig te lezen. Máár, zoals Asser terecht in zijn bijdrage
betoogt: 'De verregaande staat van afgeklovenheid van het bot
illustreert alleen maar hoe belangrijk en boeiend het fenomeen voor
juristen is.'
Nieuwsbrief
7 mei 2008 |
ISBN |
9789069167428 |
Druk |
eerste druk 2008 |
Pagina's |
260 |
Prijs |
24,50 euro |
|
|
|
>> bestellen
|
|
|
|
|
Over Ars Aequi Libri |
Bestelgegevens
Via de online
fondscatalogus kunt u alle uitgaven van
Ars Aequi Libri raadplegen
en direct bestellen.
Afmelden
U ontvangt deze nieuwsbrief als docent in
het juridische onderwijs. Stelt u geen prijs
op informatie van Ars Aequi Libri, dan kunt
zich
afmelden.
|
|
|
|
|
|
|
Contactgegevens
Ars Aequi
Libri
Sint Annastraat 1b
6524 EA Nijmegen
024-3241474
aalibri@arsaequi.nl
https://juridischeuitgeverij.nl/home/ |
|
|
|
|
|
|
|
Ars
Aequi copyright 2008 |
|
En op de website van het Katholiek Nieuwsblad staan nog veel meer artikelen over Hoge
Raad en Raad van State. href="http://www.sdnl.nl/kn.htm">kn.htm en
burhoven.htm |
2 mei 2008
|
|
De vergeten collaboratie van de Hoge Raad
De Hoge Raad collaboreerde zwaar met de Duitse bezetter, maar kwam er mee weg. De Raad is zelf immers de hoogste toezichthoudende instantie op de rechtspraak. En wie controleert de controleur?
Louis van Overbeek
Tegelijkertijd werd de rechters kenbaar gemaakt dat men hun macht enorm veel groter had gemaakt… Ze hoefden zich niet meer angstvallig
aan de wet te houden. Dat mochten ze niets eens. Begrepen? (Sebastian Haffner, Het verhaal van een Duitser 1914-1933)
Op de website van de Hoge Raad der Nederlanden staat over de rol van deze hoogste rechtsprekende instantie tijdens de Tweede
Wereldoorlog een schoolvoorbeeld van een eufemisme, namelijk de mededeling dat 'het college van destijds (wordt) verweten in
onvoldoende mate een verzetshouding te hebben aangenomen'. In 2004 schreef de rechtsgeleerde prof. mr. Mok in het Nederlands Juristenblad dat 'de moderne jurist…doorgaans geen weet heeft van het gedrag van de Hoge Raad tijdens de bezetting'. Hoe groot moet de onwetendheid hieromtrent dan wel niet zijn bij de gewone burger van het vroeg-eenentwintigste eeuwse Nederland? Hoog tijd dus, nu de dodenherdenking en bevrijdingsdag weer naderen, deze oude koe eens uit de sloot te halen.
Meegaandheid
Om maar met de deur in huis te vallen: het illustere gezelschap van
de Hoge Raad bestond in de oorlogsjaren uit zware collaborateurs en
van enige zuivering van het college is na de oorlog nauwelijks iets
terechtgekomen. Evenals de Duitse rechters accepteerde de
Nederlandse Hoge Raad in de oorlogsjaren de maatregelen van de
nationaalsocialistische dictatuur.
Het treurige relaas over de Hoge Raad in oorlogstijd begint ermee
dat zijn leden er in 1940 mee instemden de 'Ariërverklaring' in te
vullen, het document dat de nazi's nodig hadden voor hun
verwijdering van joden uit het overheidsapparaat. Met de invulling
van dit formulier schonden de raadsheren de eed waarmee zij bij hun
ambtsaanvaarding hadden gezworen de Nederlandse grondwet te zullen
onderhouden. Deze schreef immers in artikel 5 voor, dat 'iedere
Nederlander…tot elke landsbediening benoembaar' is. Door deze
meegaandheid gaf de Raad het verkeerde voorbeeld aan lagere rechters
en ambtenaren. Evenmin protesteerde de Raad tegen het ontslag van
zijn joodse president, mr. Visser, en diens vervanging door de
pro-Duitse meeloper Van Loon. Ook de aanstelling van dubieuze
collega-raadsheren, de benoeming van NSB'ers als procureur-generaal
bij gerechtshoven, de oprichting van een nieuw, door overtuigde
nationaalsocialisten bemand, 'vredegerechtshof' voor politieke (dat
wil zeggen tegen de bezetting gerichte) zaken, en de opheffing
hierbij van de rechtsregel dat men niet twee maal voor hetzelfde
feit berecht mag worden (non bis in idem), ontlokte de Raad
geen protest.
Rechtsverkrachting
Wat de Hoge Raad echter het meest kwalijk is genomen is het feit dat
hij midden in de oorlog (op 12 januari 1942) een arrest wees, het
zogenaamde toetsingsarrest, waarin hij - met een drogredenering -
besliste dat de Raad niet de bevoegdheid had om de verordeningen van
de Duitse bezetter te toetsen aan het volkenrecht (i.c. het
Landsoorlogsrecht, een onderdeel van de Haagse Conventies van 1907).
Hiermee werd het gehele nationaalsocialistische recht tot geldend
Nederlands recht verklaard. Zo kon bijvoorbeeld volgens de
legalistische logica van de Hoge Raad de vervolging en deportatie
van joden 'onder de huidige omstandigheden het karakter van wet in
den zin der Nederlandse wetgeving niet worden ontzegd' en werden
door de Raad alle vormen van rechtsverkrachting door de nazi's
formeel rechtgepraat.
Hoog tijd deze oude koe nog eens uit de sloot te halen |
Maar niet alleen in gewichtige zaken schaarde de Hoge Raad zich
achter de maatregelen van de nazi's. Ook bij de bestraffing van
kleine vergrijpen tegen de bezetter liet het doorluchtige gezelschap
zich niet onbetuigd en gaf hierbij zelfs blijk van een zeker
fanatisme. Zo beoordeelde de Raad de door de Haarlemse
NSB-burgemeester aan de burgers opgelegde verplichting hun fietsen
bij de bezetter aan te geven, de Duitse fietsendiefstal dus, in een
uitspraak in cassatie als een gemeentelijk belang.
Geen dwang
Opmerkelijk is dat bij al deze bereidwilligheid tegenover de
bezetter in het geheel geen sprake was van dwang, zoals blijkt uit
het betoog van raadsheer Van den Dries, die na de oorlog het beleid
van de Raad verdedigde in zijn pleidooi De Hooge Raad tijdens de
bezetting. Opmerkelijk is ook het contrast met de gang van zaken
bij onze zuiderburen: terwijl de Nederlandse rechters zich uitputten
in slaafse loyaliteit aan de nazi's, betoonde de Belgische
rechterlijke macht, en ook het Belgische pendant van onze Hoge Raad,
het Hof van Cassatie, zich strijdvaardig en beriep zij zich
regelmatig op de geldende (inter)nationale wetgeving om Duitse
verordeningen tegen te houden. Ook het Noorse Hooggerechtshof moet
in dit verband worden genoemd, dat na vergeefs protest tegen een
ontzegging aan het Hof van het recht Duitse verordeningen te
toetsen, in december 1940 aftrad. De president van het Hof leidde
vervolgens het Noorse verzet.
Gedweeheid
Dat de collaborateurs van de Hoge Raad der Nederlanden na de oorlog
gewoon konden blijven zitten, past binnen het Nederlandse patroon
waarin bij de naoorlogse zuivering vooral de kleine collaboratie
werd aangepakt en hooggeplaatste personen die met de vijand hadden
geheuld over het algemeen buiten schot bleven. Daarnaast kunnen voor
dit feit een aantal specifieke oorzaken worden genoemd.
In de eerste plaats is daar de wankelmoedige houding van de uit
ballingschap teruggekeerde Nederlandse regering, die de raadsheren
weliswaar schorste en met de Raad enkele gesprekken voerde over de
kwestie, maar zich uiteindelijk neerlegde bij diens brutale
weigering verder verantwoording af te leggen (Van den Dries: 'Men
make zich…geen illusie. De Nederlandse rechtsstaat bestaat voortaan
nog slechts op papier, indien de tegen de oude leden genomen
maatregelen niet met terugwerkende kracht worden teruggetrokken.').
Vervolgens is er de gedweeheid van de vaderlandse journalistiek
waar het vooraanstaande personen betreft. Zie bijvoorbeeld de Greet
Hofmans-affaire, die als gevolg van de zelfcensuur van de
Nederlandse krantenredacties door de buitenlandse pers moest worden
onthuld.
Wat ongetwijfeld ook een rol speelde, is de wijze waarop de Hoge
Raad wordt samengesteld. Nieuwe leden van het college worden
aangezocht door de Raad zelf. Weliswaar vindt er bij de voordracht
van deze leden een formele toetsing door de Tweede Kamer plaats,
maar deze toetsing is marginaal. In de praktijk is er sprake van
coöptatie: samenstelling van de Hoge Raad door zichzelf.
Perspectiefwisseling
Wat betreft het meer recente verleden tenslotte speelt de
perspectiefwisseling een rol, die heeft plaatsgevonden in de
geschiedschrijving. Onder invloed van de wetenschappelijke
historiografie over de Tweede Wereldoorlog heeft de moraliserende
benadering uit het tijdperk-Lou de Jong, waarin vooral de thema's
onderdrukking, collaboratie en verzet centraal stonden, de afgelopen
decennia plaatsgemaakt voor een meer analytische en afstandelijke
aanpak, waarbij gepoogd wordt af te zien van moralisme en de morele
categorieën 'goed' en 'fout' zelfs verdacht zijn geraakt, waardoor
het 'in onvoldoende mate aannemen van een verzetshouding'
gemakkelijker geëxcuseerd of gebagatelliseerd kan worden.
Opmerkelijk is het contrast met onze zuiderburen |
Dit verschijnsel treffen we bijvoorbeeld aan in de recentelijk
(2007) aan de juridische faculteit van Nijmegen verschenen
dissertatie Rechters in oorlogstijd van Derk Venema. Venema
betoont zich, waarschijnlijk mede met het oog op toekomstige
carrièremogelijkheden, zowel een jurist van de traditie als een man
van zijn tijd: hij heeft alle begrip voor de houding van de Hoge
Raad tijdens de bezetting. Het valt immers niet aan te tonen dat
collectief verzet van de raadsheren meer voordelen voor de bevolking
zou hebben opgeleverd; waarschijnlijk is erger - het in Duitse
handen vallen van de cassatierechtspraak en maatschappelijke chaos -
zo voorkomen. Aan een moreel oordeel waagt de promovendus zich niet:
we denken tegenwoordig immers niet meer zo zwart-wit.
Bezoedeld blazoen
Erger voor de bevolking voorkomen. Dit argument, vaak gebruikt voor
burgemeesters in oorlogstijd, geldt echter, zoals jhr. mr. Van
Nispen tot Sevenaer reeds opmerkte, die na de oorlog de eerste
aanklacht tegen de Hoge Raad formuleerde, niet in het recht: 'Er is,
dunkt ons', zo schrijft hij, 'groot verschil tusschen
bestuurshandelingen en rechtspraak. Een rechterlijke beslissing, die
het recht schendt, ondergraaft de rechtsorde naar de mate, dat zij
het rechtsbewustzijn krenkt. Haar kwade invloed reikt verder dan die
van een onjuiste bestuursdaad, omdat daarmede de burger zijn laatste
toeverlaat, althans wat hem als zoodanig toeschijnt, ontvalt. En in
het recht zijn er geen gradaties; de scheidslijn tusschen recht en
onrecht is uitermate scherp. Het rechtsbewustzijn verstaat geen
marchandeeren.' De opvatting van de jonkheer zal in deze postmoderne
tijden wel even ouderwets gevonden worden als zijn taalgebruik.
Maar ouderwets of niet, twee vragen blijven aan het einde van dit
overzicht toch overeind: hoe kan men als burger van dit land
vertrouwen hebben in een rechtssysteem waarvan het hoogste college
nog niet zo heel lang geleden zwaar gecollaboreerd heeft met een
regime dat het absolute kwaad vertegenwoordigde? En verder: hoe is
het in 's hemelsnaam mogelijk dat Den Haag de internationale zetel
van het recht kon worden, terwijl het op zijn grondgebied een
rechterlijke instantie huisvest met een zo bezoedeld blazoen?
Opeenvolgende raadsheren hebben zowel de Nederlandse burger als het
buitenland met wel heel veel succes zand in de ogen weten te
strooien. Het feit dat nooit goed met het - deels vergoelijkte en
inmiddels deels vergeten - collaboratieverleden van de Hoge Raad is
afgerekend, blijft de schande van Den Haag.
Louis van Overbeek is freelance publicist.
En op de website van
het Katholiek Nieuwsblad staan nog veel meer artikelen over Hoge
Raad en Raad van State. href="http://www.sdnl.nl/kn.htm">
kn.htm en
burhoven.htm |
|