Houtverduurzamer bevat geen gevaarlijke chemie zegt voorzitter
ing. C. Boon van de Vereniging voor houtimpregneerinrichtingen


EuroStaete . . . EKC . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Milieudefensie



    
    van woensdag 9 september 1998


Houtverduurzamer bevat geen gevaarlijke chemie

    Jean Quist

    In verduurzamingsmiddelen voor hout is geen levensgevaarlijk chemisch afval verwerkt. Voorzitter ing. C. Boon van de Vereniging voor houtimpregneerinrichtingen in Nederland (VHN) noemt beweringen als zou dat wel zo zijn 'kletskoek'. Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) controleert volgens Boon afdoende de samenstelling van deze middelen. Uit niets zou blijken dat houtverduurzamers de gezondheid en het milieu schaden.

    Directeur ing. A. van Rooij van het Ecologisch Kennis Centrum uit Sint-Oedenrode noemde eerder in deze krant het product Superwolmanzout-CO van Hickson Garantor Nederland uit Nijmegen 'uitermate schadelijk'. Boon bestrijdt deze bewering ten stelligste. Het middel wordt wereldwijd gebruikt en staat onder controle van het CTB, een onafhankelijke ambtelijke organisatie. De toelating onderstreept in de visie van Boon dat het geen gevaar voor de gezondheid oplevert.

    Na de gebruiksfase levert verduurzaamd hout, naar de mening van Boon, evenmin problemen op voor de gezondheid en het milieu. Afvalhout, zo beweert hij, uit bouw- en sloopwerken komt terecht in stationaire installaties. "Die moeten voldoen aan de eisen van bijvoorbeeld de arbeidsinspectie". Te denken valt aan het plaatsen van een stofafzuiging met voldoende capaciteit. Het aandeel verduurzaamd hout in bouw- en sloophout is uitermate gering. Onderzoek in Zuid-Holland toonde, voor zover Boon weet, aan dat het om hooguit vijf procent gaat.

    Mobiele versnipperaars verwerken over het geheel genomen alleen snoeihout en bermmateriaal. Eerder schorste de Raad van State de milieuvergunning van zeven mobiele versnipperaars in Noord-Brabant. De provincie had de versnippering van hout vergund dat niet onder de categorie plantsoen- of tuinafval viel. Met dat in gedachten is er volgens Boon absoluut geen sprake van een totaalverbod op het vermalen van verduurzaamd bout.

      Proces

    Aangenomen dat er inderdaad maar een paar procent verduurzaamd materiaal in de totale stroom bouw- en sloophout voorkomt, dan nog valt er volgens ing. A. van Rooij met schadelijke gevolgen te rekenen. Van Rooij: "Een kilo hout die BFI in Delft voor de EPON versnippert, bevat 1400 milligram chroom III en VI. Dat is 28 maal de toegelaten norm. Zou het in plaats van hout om grond gaan dan zou zo'n locatie vier keer gesaneerd moeten worden". BFI controleert de snippers volgens Van Rooij met een proces van Intron. "Dit bureau verklaart materiaal dat alle kenmerken van chemisch afval heeft, naar hij veronderstelt, schoon. In het geval dat de EPON worden de snippers verstookt bij een temperatuur van zo'n 1700 graden Celsius. Een deel van de chemische vervuiling komt in de vliegas terecht. En deze as gaat weer op aan beton en cementproducten."

    Daarmee wordt de wet overtreden. In de visie van Van Rooij vindt hier namelijk verdunning van chemisch afval plaats. "De keten begint met afval van metallurgische bedrijven dat wordt vrijgegeven als bestrijdingsmiddel. In de toepassing van houtverduurzamer verdunt het middel ruim honderd maal. Versnipperen van bouw- en sloophout vermindert de concentratie gevaarlijke stoffen nog eens twee tot drie keer. De snippers gaan voor zo'n vijf procent op als bijstookmateriaal voor kolencentrales, wat een verdunning van twintig maal teweegbrengt. Beton en cement kunnen voor tien procent uit vliegas bestaan wat het aandeel chemische middelen nog eens tien maal verdunt", luidt de opvatting van Van Rooij, directeur van het Ecologisch kennis Centrum.


    SDN-rubrieken
    Ecologisch Kennis Centrum
    Edelchemie met de NUL-optie als de definitieve milieu- oplossing