Raad van State verbiedt malen verduurzaamd hout


EuroStaete . . . EKC . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Milieudefensie



    van dinsdag 8 september 1998


Houtversnipperaar Delft ondergaat ernstige kritiek

      Jean Quist

    DEN HAAG - De provincie Zuid-Holland verlangt meer informatie van de houtversnipperaar van het Delftse bedrijf BFI. Aanleiding vormt een alarmerende brief van De Groenen in Gelderland over deze installatie. BFI versnippert afvalhout eb verkoopt het eindproduct aan de elektriciteitscentrale EPON in Nijmegen. Doordat de snippers zijn vervuild met verduurzaamd hout willen De Groenen dat de milieuvergunning van BFI wordt ingetrokken.

    De stationaire installatie versnippert afvalhout dat in de elektriciteitscentrale van de EPON in Nijmegen wordt gestookt. Volgens De Groenen uit Gelderland staat onomstotelijk vast dat dit afvalhout verontreinigd is met verduurzaamd hout. Dit gegeven staat omschreven in de acceptatievoorwaarden bij de vergunning van de EPON-centrale.

    De Groenen willen verder dat de provincie de houtsnippertransporten tussen Delft en Nijmegen verbiedt. De Raad van State verklaarde De Groenen op 30 juli ontvankelijk toen bezwaar werd aangetekend tegen het besluit van de provincie van 4 oktober 1995 de transporten niet te verbieden.

      Intrekking milieuvergunning risico houtversnipperaars.

    De Groenen in de regio Gelderland hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een brief gestuurd, waarin zij vragen stellen over de houtversnipperaar van BFI. Eerder tekenden De Groenen bezwaar aan tegen transport van houtsnippers. De Raad van State stelde hen eind juli in het gelijk. De Raad van State legde eerder zever Brabantse versnipperaars stil. Het rechtscollege achtte het onmogelijk verduurzaamd hout visueel te (onder)scheiden.

    De raad achtte het risico te groot dat bij het versnipperen kankerverwekkende stoffen als arseen, chroom VI en pentachloorfenol vrijkomen. Zuid-Holland wil nu uitzoeken of de installatie van BFI gelijk is aan de Brabantse. Tot het moment dat er een antwoord komt op deze vraag onthoudt de provincie zich van commentaar. Zuid-Holland ontving evenals de andere provincies een brief van het Ecologisch Kennis Centrum uit St. Oedenrode. Centrumdirecteur ing. A. van Rooij verzoekt Gedeputeerde en Provinciale Staten de milieuvergunning van houtversnipperaars in te trekken.

    Het Interprovinciaal Overleg (IPO) kent deze brief niet. De organisatie meent dat de afzonderlijke provincies de eerst aangewezen instanties zijn om de inhoud te bestuderen. De provincies geven immers de vergunning af op grond van het eigen beleid. Mogelijk komt de brief aan de orde in de adviesgroep bedrijven van het IPO. Die komt over twee of drie weken weer bijeen.

    Van Rooij onderbouwt zijn verzoek met een recente uitspraak van de Raad van State. De Branchevereniginig Recycling Bouw- en Sloopafval (BRBS) uit Houten zegt deze uitspraak niet te kennen. De organisatie zal het vonnis nu opvragen en zich tot na bestudering van de tekst onthouden van enig commentaar.

      Tarieven

    De Nationale Reststoffenbeurs uit Arnhem zegt de uitspraak ook niet te kennen, maar verwacht vooralsnog weinig problemen. De organisatie merkt wel op dat het aantal toegelaten inzamelaars drastisch zal dalen als behandeld en onbehandeld hout onder de noemer "gevaarlijk afval" vallen. Als het om gevaarlijk afval gaat, zal het hout alleen nog terecht mogen komen bij eindverwerkers als de AVR. En die rekenen forse tarieven voor hun diensten. In ruil daarvoor wordt het probleem echter definitief opgelost. De Europese Raad stelde op 22 december 1994 een lijst van gevaarlijke afvalstoffen vast. Het overzicht noemt onder meer arseenhoudend afval gevaarlijk. Gewolmaniseerd hout, dat vrijkomt bij bouw- en sloopafval dat per kilo 1700 milligram arseen bevat, moet op grond van de bijbehorende richtlijn als gevaarlijk afval worden verwijderd en verwerkt. Ook afval dat vervuild is met zware metalen staat als gevaarlijk te boek. Dit betekent dat gewolmaniseerd hout dat per kilo 2600 milligram chroom VI, 1700 milligram arseen en 1500 milligram koper bevat, eveneens moet worden behandeld als gevaarlijk afval.

      Hoeveelheden

    Deze hoeveelheden kwamen naar voren uit een onderzoek van TAUW-milieu naar een gewolmaniseerde schutting. Het Besluit Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen (BAGA) trekt de concentratiegrens voor arseen en chroom VI bij 50 milligram per kilogram.


    SDN-rubrieken
    Ecologisch Kennis Centrum
    Rubrieken Sociale Databank Nederland
    Edelchemie met de NUL-optie als de definitieve milieu- oplossing