De Staatscourant nr. 5623-03-98 meldt in de rubriek Recht en rechter - milieurechtInformatie en de kwaliteit van het leven Een kilometer van het Italiaanse stadje Manfredonia stond een fabriek waar kunstmest werd gemaakt en caprolactam, een grondstof voor onder andere nylon. De fabriek bracht nogal wat risico's met zich mee voor de inwoners van het stadje. De schoorstenen braakten grote hoeveelheden brandbare en arsenicumhoudende gassen uit, die vaak rechtstreeks in het stadje terechtkwamen. Verder was in 1976 een toren om gassen te scheiden ontploft, waarbij tonnen van een arseen bevattende oplossing waren vrijgekomen. Honderdvijftig mensen moesten toen wegens acute arsenicumvergiftiging in het ziekenhuis worden opgenomen. Arsenicum is in principe in al zijn verbindingen kankerverwekkend, omdat het in het lichaam wordt omgezet in arsenaat, dat de plaats van fosfaatgroepen in het DNA inneemt. Dat leidt tot fouten bij de celdeling. Bij verschillende werknemers van de fabriek was al kanker geconstateerd. De ongezonde situatie duurde jaren voort zonder dat de overheid er veel aan deed. Een aantal bewoners van Manfredonia diende toen, na de nodige nationale procedures, drie klachten in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Ten eerste vonden ze dat de Italiaanse autoriteiten hun recht op leven en fysieke integriteit hadden geschonden, door weinig aanstalten te maken om het vervuilingsrisico te verkleinen. Ten tweede klaagden ze erover dat de overheid hun geen informatie had verschaft over de risico's die ze liepen en over hoe ze moesten handelen bij calamiteiten. De autoriteiten bezaten al jaren een veiligheidsrapport, maar de inhoud daarvan werd niet aan de Manfredonianen prijsgegeven. Dat beschouwden ze als strijdig met de vrijheid van informatie, die door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) wordt beschermd. Dat verzuim vonden ze bovendien ook in strijd met hun recht op leven en hun recht op respect voor hun privé-leven (hun derde klacht). Het Straatsburgse hof verklaarde de eerste klacht niet-ontvankelijk, omdat nog niet alle mogelijkheden bij Italiaanse rechters waren benut om maatregelen tegen de verontreiniging af te dwingen. De klachten tegen de tekortgeschoten informatie werden wel in behandeling genomen. Het hof overwoog dat de informatievrijheid van artikel 10 EVRM overheden verbiedt om burgers te beperken in hun mogelijkheden om denkbeelden en inlichtingen van anderen, zoals de media, te ontvangen. Artikel 10 verplicht staten echter niet om zelf informatie te vergaren en te verspreiden. Het artikel was dus niet van toepassing op deze zaak. Het recht op respect voor het privé-leven, artikel 8 EVRM, kan echter wel een actieve rol voor de overheid impliceren. In dit geval hield die actieve rol onder andere in, dat de Italiaanse staat de omwonenden op de hoogte had moeten stellen van de risico's, die ze liepen als ze in Manfredonia bleven wonen. Die informatie was voor de inwoners immers essentieel om hun privé-leven een acceptabele vorm te geven. In een eerdere uitspraak had het hof al bepaald dat ernstige milieuverontreiniging het privé-leven nadelig kan beïnvloeden (zie de Staatscourant van 4 september 1995). Italië had artikel 8 EVRM dus overtreden en het hof kende iedere appellant elfduizend gulden immateriële schadevergoeding toe. De vraag of ook het recht op leven en fysieke integriteit was geschonden, hoefde daardoor niet meer aan bod te komen. Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 19 februari 1998, nr. 116/1996/735/932. JB 1998, nr.49.
INFO: Sociale Bank Nederland... claim-1.htm
Milieu
|