De Limburger van 14 februari 1998
Tuinders dupe van milieuschandaal
Door Bart Ebisch en Paul Seelen ROERMOND - Tientallen tuinders uit Limburg, Brabant, Zuid-Holland en België zijn zwaar gedupeerd door giftige champost, die hen begin jaren tachtig is geleverd. Oogsten mislukten en grond werd voorgoed onbruikbaar. De schade loopt volgens tuinders in de miljoenen. Dit blijkt uit de afgelopen jaren over deze zaak gevoerde correspondentie uit vonnissen van rechtbanken en uit door deze krant gevoerde gesprekken met betrokkenen. Zeven gedupeerde tuinden hebben via hun verzekeraar Interpolis geprobeerd de schade via de rechter op de schuldige(n) te verhalen. Het causale verband tussen de verontreinigde champost en de schade hebben ze echter nooit afdoende kunnen aantonen. Gesprekken met boerenorganisaties, waaronder de Comparatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging (CNC) over het vormen van een 'rampenfonds' liepen op niets uit. Boerenorganisaties vreesden dat de export van groenten en champignons in elkaar zou storten als het verhaal van de tuinders naar buiten zou komen. Omwille van de sector hebben de gedupeerden jarenlang gezwegen, met name om dat hun een oplossing was beloofd. De tuinders beweren dat het champostschandaal in de doofpot is gestopt. Woordvoerders van boerenorganisaties ontkennen dit. Zij spreken van een tragische gebeurtenis. Juridisch is volgens hen echter alles gedaan wat mogelijk is. De tuinders bereiden zich voor op nieuwe juridische stappen. Ze laten momenteel berekenen hoe groot hun totale schade is.
Na zestien jaar vergeefs vechten voor hun recht zijn ze het spuugzat. Limburgse en Brabantse tuinders verbreken het stilzwijgen over een milieuschandaal waarvan zij het slachtoffer zijn geworden. Hoe vergiftigde champignonmest het leven van tientallen hardwerkende mensenDoor Bart Ebisch en Paul Seelen Het prille voorjaarszonnetje verleidt Gerard Lenssen uit Hout-Blerick tot een ommetje. Honderd meter van zijn huis, aan De Horstweg, leunt hij tegen een hek en richt zijn blik op een imposant glastuinbouwbedrijf. Ooit was het zijn eigendom. Met keihard werken had hij het opgebouwd, met zijn broers Jan en Piet. Het tendeerde zo goed dat ook zijn twee zonen in de zaak zouden komen, Maar het heeft niet zo mogen zijn. Een lading afgewerkte champignonmest (champost) liet hun toekomst - en die van een aantal collega's - in duigen vallen. Een reconstructie van een diep menselijk drama aan de hand van verklaringen en correspondentie van betrokkenen. 1982. Op een grijze winterdag in de staart van januari levert transportbedrijf Emons & Zoon uit Milsbeek aan De Horstweg in Hout-Blerick een bestelling van vier containers champost. De lading wordt ondergewerkt en de tomatenplanten gaan de grond in. Enkele weken later hoort Piet Lenssen bij de studieclub onheilspellende berichten over gewassen, die om duistere redenen niet willen groeien. Er wordt gefluisterd dat het te maken heeft niet champost. Half maart beginnen ook de planten van de Hout-Blerickenaren kuren te vertonen, Vervormde, verkleurde bladeren ondermaatse, peervormige vruchten, van binnen helemaal zwart; verrotte wortels Rijksvoorlichter: Jan Derckx van het Ministerie van Landbouw denkt dat het verdelgingsmiddel. Roundup de oorzaak is. Het zou via stro uit Duitsland in de champost terecht gekomen kunnen zijn. Veel zorgen maken de tuinders zich niet. Ze vertrouwen op Interpolis, hulsverzekeraar van de agrarische sector. Een schade-expert van de maatschappij en een medewerker vin de Plantenziektekundige Dienst nemen begin april monsters, van een tomatenplant, van wortels en van champost. Drie weken later komt de uitslag: de plant en de wortels zijn vrij van schimmels. Over de champost wordt met geen woord gerept. Het mysterie blijft onopgelost. De broers blijven hun tomaten - als ze enigszins toonbaar zijn - gewoon naar de veiling brengen.
De zaak-Lenssen staat niet op zich. De broers hebben tientallen lotgenoten. in Limburg, Noord-Brabant, Zuid-Holland en België. Met schades van een paar duizend gulden tot enkele tonnen. Boerenorganisaties zitten met de kwestie in hun maag. Ze vormen een 'zware' commissie om de zaak af te handelen. Als in een monster uit de kas van Gerard van der Schoor uit Oirschot 1,8 mg pentachloorfenol (PCP) wordt aangetroffen - zestig keer (!) de toegestane norm is Leiden helemaal in last. Immers, als bekend wordt dat in de champignonsector een dergelijk kankerverwekkend middel wordt gebruikt, zal de export instorten. Dat moet koste wat kost voorkomen worden. Tuinders krijgen daarop het advies geen champost meer te gebruiken. Slachtoffers wordt aangeraden de grond flink te spoelen. Bij een aantal helpt dat; het gif sijpelt weg naar diepere grondlagen. Bij zeven tuinders, onder wie de broers Lenssen niet. Via hun rechtsbijstandsverzekering vragen zij rechtshulp om de schade via de rechter op de schuldige(n) te verhalen. Op 9 november 1982 komen de zeven voor overleg naar het hoofdkantoor van Interpolis in Tilburg. Daar horen ze - het gros voor het eerst - dat niet Roundup maar PCP waarschijnlijk de boosdoener is. Herman van Rijn uit Venlo ook behorend tot de zeven: "De hoogste baas van Interpolis vertelde dat er een civiel proefproces gevoerd zou worden". Wat de uitkomst ook zou zijn, we hoefden ons geen zorgen te maken. "Er zou een oplossing komen". De telers beloven daarop in liet belang van de sector te zwijgen.
Tot hun verbijstering duurt het echter nog bijna een jaar voordat een advocaat wordt ingeschakeld: Gerard Bernards uit Eindhoven, specialist in agrarisch recht. Die heeft op zijn beurt maanden nodig om zich in de materie te verdiepen. Uiteindelijk concludeert hij dit de zaak van de broers Lenssen de beste papieren heeft. Omdat inmiddels niet meer te achterhalen is welke kweker de ondeugdelijke champost geleverd heeft - de afleveringspapieren zijn zoek - besluit Bernards dan maar transporteur/leverancier Emons voor de rechter te dagen. De advocaat eist 85.000 gulden schadevergoeding van de firma uit Milsbeek.
Op 31 juli 1986 wijst de rechter in Roermond de eis af. Als de tuinders menen goedkope bodemverbeteraar als champost te moeten gebruiken, moeten zij de risico's maar voor lief nemen, vindt hij. Twee jaar later krijgen de zeven ook in hoger beroep nul op het rekest. De rechter in Den Bosch laat zich in zijn arrest met name leiden door een onderzoek dat inmiddels bij de proeftuin in Venlo heeft plaatsgevonden. De conclusie daarvan is dat het schadebeeld niét door PCP veroorzaakt kan zijn. Met andere woorden: liet verband tussen de schade en het gif dat in de champost gezeten zou hebben, is niet te leggen. Als ze via de rechter niet hun gelijk kunnen krijgen. zo menen de tuinders, moeten de organisaties die er baat bij hebben dat zij hun mond houden. maar een rampenfonds vormen. Dat vindt ook de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB) en regelt een gesprek in Roermond, Gerard Lenssen vertegenwoordigt de tuinders. Zijn verwachtingen zijn hooggespannen, Zeker omdat J. Pijnenborg voorzitter van de Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging (CNC), aanwezig zal zijn. Pijnenborg maakt echter meteen duidelijk dat er bij hem niets te halen valt. Hij acht zich niet verantwoord voor de schade die individuele leden hebben aangericht. Lenssen raakt daarop over zijn toeren. De tuinders zetten hun zinnen andermaal op een rechtszaak 'Dit keer tegen Welte, de leverancier/transporteur die de Brabantse tuinder Van der Schoot champost geleverd heeft. Interpolis, geeft advocaat Bernards toestemming onder ede getuigen te laten horen, om te bekijken of zo'n zaak zin heeft. Een regiment deskundigen wordt opgetrommeld. De meesten hebben de ravage bij Van der Schoot indertijd met eigen ogen gezien. Unaniem verklaren ze dat champost de oorzaak is. Wim de Leeuw, oud-afdelingshoofd van de PD, Jan Laurens, directeur van het gelijknamige tuinbouwadviesbureau uit Kessel en een oud-medewerker van de leverancier van PCP wijten de schade aan pentachloorfenol.
Bernards is niet tevreden. Hij zegt nog twee onafhankelijke experts nodig te hebben. Die worden nooit gevonden. De zaak verzandt. Er komt geen nieuw proces. Dit tot grote woede van de tuinders, die (maart 1996) bij de Orde van, Advocaten een klacht indienen tegen Bernards. Hij zou nooit serieus van plan geweest zijn hun zaak tot een goed .einde te brengen. Sterker nog, hij zou actief meegewerkt hebben om een succesvolle afloop te verhinderen door de in hun ogen zwakste zaak voor de rechter te brengen. Hij had voor Mies van de Langenberg uit Sint-Michielsgestel moeten kiezen. Bij hem immers was wel bekend van welke kweker de mest afkomstig was. Van de Langenberg: Bernards is tot op de dag van vandaag nooit op mijn bedrijf geweest. De Orde van Advocaten wijst de klacht af. Maar daarmee is de kwestie nog steeds niet ten einde. Brabander Gerard van der Schoot krijgt onverwacht bezoek van de geestelijk adviseur van Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, pastor Xander van de Spank. Hij komt praten en over een regeling. Van der Schoot: "Ik zei dat we samen anderhalf miljoen wilden hebben. Van der Spank beloofde zich daar sterk voor te maken". Enkele weken later worden de broers Lenssen Van de Langenberg, Van der Schoot en van Rijn uitgenodigd om naar Tilburg te komen. Van der Schoot: "We kregen een verklaring voorgelegd. Daarin stond dat we elke keer dat we nog over de zaak zouden praten, 5000 gulden aan de NCB moesten betalen". De tuinders voelen zich gechanteerd. Als vervolgens blijkt dat de pastor in totaal slechts 57.000 gulden bij elkaar heeft weten te sprokkelen, zijn de rapen gaar. Gerard Lenssen diep verontwaardigd; "We konden er de reis- en telefoonkosten die we al die jaren in verband met de zaak hebben gemaakt, niet eens van betalen." Tot zover de reconstructie. Einde verhaal, lijkt het. De gedupeerden moeten maar leren leven met de gevolgen. En die zijn voor hen desastreus. Nadat hij gegeten had van champignons die in zijn kas op de champost groeiden, kreeg Gerard van der Schoot gordelroos en kort daarna leukemie. Hij is nog steeds onder doktersbehandeling. Een oud-medewerker van Mies van de Langenberg kampt met haaruitval over zijn hele lichaam en met een longaandoening, sinds hij zieke planten uit de kas heeft gehaald, Van de Langenberg wordt geplaagd door chronische hoofdpijn. Opmerkelijk is ook het verhaal van Peter Scheerder, paardenhandelaar uit Baarlo. Nadat hij zijn weilanden had bemest met champost, werden zijn dieren. ziek. Het kostte hem duizenden guldens aan medicamenten. Voor enkele pasgeboren veulens was het echter te laat: zij stierven. In de moedermelk werd later PCP aangetroffen. "En wie weet zijn er ook wel mensen gestorven", denkt Van de Langenberg hardop. Tonnen tomaten, bonen en augurken uit besmette kassen zijn met goedvinden van diverse instanties via de veiling in winkels terechtgekomen. En dat terwijl ik zieke planten niet eens mocht versnipperen. Ze moesten direct naar de stort. De tuinbouwconsulenten bestempelden het als chemisch afval, "maar dat moest ik er maar niet bij vertellen". Omdat hun grond blijvend verontreinigd bleek, moesten de broers Lenssen overschakelen op substraat; kosten vijf ton. Vier ton konden ze lenen. Het restant werd uit eigen reserves opgehoest. Andermaal sloeg het noodlot toe. De rente steeg van zes naar dertien procent en de gasprijs van een kwartje naar veertig cent per kuub. Het betekende de doodsteek voor het ooit florerende bedrijf. In 1994 moesten de broers - ver onder de prijs - verkopen. Gerard mocht bij de nieuwe eigenaar komen werken. Pier en Jan vloeiden af naar de WAO. Ook Herman van Rijn {schade ruim één ton) moest zijn bedrijf noodgedwongen van de hand doen. Hij vond nieuw werk, als verkoper bij een kassenbouwer. Maar al snel kwam de opgehoopte spanning eruit. Twee keer zal hij maandenlang ziek thuis. Mies van de Langenberg kon de overschakeling op substraat niet betalen. Hij moest zijn bedrijf verhuren aan een zaadteler. De totale schade bij de zeven wordt op dit moment door een gespecialiseerd bureau berekend. Volgens de tuinders gaat het om vele miljoenen guldens. Waarom hebben de tuinders nooit hun recht gekregen? Komt dat, zoals ze zelf beweren, doordat de zaak vanwege de boerenorganisaties in de doofpot moest verdwijnen? Een waterdicht bewijs daarvoor lijkt niet te leveren. Maar er zijn wel wat aanwijzingen m die richting, Zo lijkt Bernards in zijn optreden 'gestuurd' te worden door boerenorganisaties. De advocaat beweert desgevraagd alles gedaan te hebben wat in zijn vermogen ligt. "En misschien", denkt Anton Nigten (landbouwdeskundige van het inmiddels ter ziele gegane landelijk Milieu Onderleg) - die het champostdossier van A tot Z kent "heeft hij dat ook wel. Het agrarische front kan hem liet werken simpelweg onmogelijk hebben gemaakt door informatie achter te houden". In een niet voor de openbaarheid bestemde brief van 10 april 1995 van Bernards aan de Orde van Advocaten, schrijft hij "dat personen die als deskundig gelden niet willen meewerken en dat men van overheidswege zoveel mogelijk tracht een en ander af te schermen". "Het meest ben ik voor het Gerechtshof in Den Bosch in de wielen gereden door de NCB, specificeert Bernards desgevraagd. In een brief van 6 november 1986 aan secretaris Peters van de Stichting Rechtsbijstand doet de advocaat nog een opmerkelijke uitspraak. Hij zegt dat met het onderzoek van de proeftuin in Venlo is geknoeid". Het bevreemdt hem niet. Het rapport, schrijft hij, is immers opgesteld in samenwerking met het Proefstation voor de Champignoncultuur - een onderzoekinginstituut dat de belangen van de kwekers verdedigt. Ook Wim de Leeuw, destijds afdelingshoofd bij de PD heeft felle kritiek op het onderzoek. De uitvoering deugt volgens hem van geen kanten. "PCP vormt damp, die door mensen en door planten kan worden ingeademd. Doordat de proef slechts in een klein deel van de kas is gehouden, is de dampwerking sterk verdund en het effect veel kleiner." Voor tuinbouwadviseur Jan Laurense uit Kessel, die destijds op tal van gedupeerde bedrijven een kijkje nam is de zaak echter zonneklaar. Ik krijg er nog steeds een nare smaak van in de mond. Niemand in de sector zal het ooit hardop zeggen, maar de champost-zaak is één grote beerput, die door instanties tot op hoogste niveau angstvallig gesloten wordt gehouden". Nooit bewezen is dat pentachloorfenol de boosdoener is", verklaren achtereenvolgens directeur Leo van Griensven van het Proefstation voor de Champignoncultuur, directeur Jac van den Oever van de Stichting. Rechtsbijstand, oud-hoofd onkruidbestrijding Henk Naber van de PD, voorzitter Jan Pijnenborg van de CNC en oud-secretaris NCB Jan van Hooren. Voor hen is de kous daarmee af. De tuinders daarentegen blijft de kwestie achtervolgen. Dag in dag uit. Hun leven is verwoest. Gerard Lenssen geëmotioneerd: "We zijn belazerd. Door mensen in wie we het volste vertrouwen hebben gehad". Hij maakt een laatste ommetje door het Hout-Blerickse buitengebied. De tuinder gaat verhuizen. Naar de grote stad. waar hij minder met het verleden geconfronteerd wordt. "Maar de strijd gaat door", verzekert hij.
De champost-zaak is één grote beerputPentachloorfenol (PCP), is een zwaar gif dat slechts zeer langzaam afbreekt. De mens kan het opnemen via voedsel en drink of inslikken, of inademen, of via huid. Bij langdurige blootstelling kunnen onder meer leukemie, chronische hoofdpijn en huidbeschadigingen ontstaan. PCP werd in het verleden gebruikt om textiel te beschermen tegen schimmels, bacteriën en wormen. Champignonkwekers pasten het toe om houten stellingen te ontsmetten. Toen de energieprijzen in de jaren tachtig sterk stegen gingen ze het ook gebruiken om mest te ontsmetten. Die werd gestoomd, maar dat werd te duur. Volgens Ger Bartels, directeur van Mertens BV in Horst, was in die tijd niet aan te slepen. PCP is in Nederland sinds 1990 verboden.
|
Tuinders dupe van milieuschandaal, de champost-zaak is één grote beerput
Championmest vormde een gigantisch gifschandaal in 1982
Jaarlijks sterven in Nederland ruim 2500 werknemers door gevaarlijk werk
Milieu, erfelijke vergiftiging, milieuvergiftiging, vervuiling en duurzaamheid
Overzicht van reacties op de oproep aan integere rechters en officieren van Justitie
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
http://www.sdnl.nl/champost.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: 06-17125374