Vragen aan Politiek en Parlement


Parlementaire vragen . . . . . SDN homepage

Kabinet en minister Zalm kiezen voor het geld
en laten de werkgelegenheid voor wat ie is.

    Door: R.M. Brockhus

Huizen, 11 juni 1996

Onlangs werd via de media bekend dat de Europese Commissie een overschot had op de begroting. De lidstaten ontvangen hun rechtmatig aandeel daarin terug. Voor Nederland is dat aandeel ruim 900 miljoen gulden. De voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Santer, stelde voor om het geld te gebruiken voor werkgelegenheidsprojecten in Europa, zodat wat Nederland betreft er voor 900 miljoen aan extra werkgelegenheid zou kunnen ontstaan.

Weliswaar heeft dit kabinet als moto: Werk, werk, werk..!!, maar dat betekent kennelijk niet dat, wanneer men de politieke keuze krijgt om echt voor werk te kiezen, de belangen van de belastingbetalers naar het tweede plan moeten worden verwezen. Integendeel. Minister Zalm koos duidelijk voor een teruggaaf van het geld om daarmee het begrotingstekort te verminderen, hetgeen gunstig is voor de lastendruk; vooral voor die op de hogere inkomens en op de bedrijfswinsten. Anders gesteld: die 900 miljoen guldens gaan gewoon naar de beleggers en de ondernemers, en niet naar de werkgelegenheid.

Nu zal iedereen beseffen dat belastingbetalers mensen en instellingen zijn die zodanige inkomens hebben, respectievelijk winsten realiseren, die boven een bepaald minimum liggen. De minima betalen, anders dan de BTW en lokale belastingen, helemaal geen belasting, want ze bezitten niets; en bedrijven die geen winst maken evenmin - al dan niet opzettelijk vanwege fiscale overwegingen. Ergo: de teruggaaf van die 900 miljoen die Zalm opeist vloeit indirect en volledig naar de hoge inkomens. Zie het einde van de beschaving

Het is duidelijk dat wanneer de burger de volgende keer zijn stem uitbrengt op de VVD, de PvdA, D'66, maar ook op het CDA, deze dan kiest voor het verhogen van het inkomen van de veelverdieners. Met zijn stem verwijst deze dan ook het "loon naar werken", de sociale zekerheid en de solidariteit van de gewone man naar de prullenbak. Dat blijkt zowel uit de 35% korting die 'Paars' heeft afgesproken op de thuiszorg met de uitstoot van duizenden banen, als uit de afkalving van de koopkracht van de werkenden - en in nog verhoogde mate die van de uitkeringsgerechtigden - als uit de politieke keuze van de minister van Financiën.

Het CPB voorspelde een teruggang in koopkracht van 1 procent voor de modale werknemer èn voor de minima. Die teruggang werd "verwacht" en "geraamd" hetgeen dus duidelijk in tegenspraak is met de verkiezingsbeloften van Paars. Bij het gevecht om de centen lijkt de PvdA duidelijk de mindere van de VVD, die nog steeds profiteert van de topic van de marktwerking ter bevordering van de werkgelegenheid; hetgeen een fictie is. Iedereen met de ogen open kan zien dat dat niet waar is, de werkgelegenheid brokkelt voor je ogen af, juist vanwege die werking van de markt. De groei van het aantal 'banen' versluiert de werkelijke ontwikkeling van het volume aan werkgelegenheid, en de daarmee samenhangende verpaupering door flexibilisering. De internationale concurrentie sloopt het laatste restje sociale cohesie, die zal uitmonden in een maatschappelijke ontwrichting. (zie de brief aan het CPB uit 1991)

De menselijke dimensie speelt geen enkele rol bij dit kabinet, zoals de keuze van Gerrit Zalm (VVD) aantoont. Slechts economische overwegingen in termen van rendement over kapitaal, winst en economische groei zijn leidraad voor de politiek besluitvorming. Niemand vraagt zich af 'waarin' die economische groei zich manifesteert, en waar die zelfs zou moeten worden teruggedrongen. Het is het wachten op journalisten en parlementariërs die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus nemen, en vragen beginnen te stellen over het doel van het economisch functioneren van de mens. Een aanzet daartoe vindt u in het "Parlementair Vragen(v)uurtje" op de homepage.

    R.M. Brockhus
    Westkade 227
    1273 RJ Huizen
    035-5244141