AANGETEKEND AAN:
Deken te Middelburg Singelweg 2, 4571 KD Axel Postbus 47, 4570 Axel BETREFT : Wassenaar, 28 februari 2001 Geachte Mr. Cambier, Inzake de kwestie Wilgers zijn de navolgende punten van belang:
Op de opeenhoping van onwaarheden, hallucinatie en denigrerende kretologie kan ik hier niet in detail ingaan; dat valt buiten het huidige kader en zou alleen maar verwarring stichten en daar is Mr. Wilgers waarschijnlijk op uit. De opstelling van Mr. Wilgers (brief d.d. 18 december 2000) jegens Mr. Bogaardt, nota bene zijn procureur, is ook al bizar te noemen. Wanneer het zou komen tot een diepgaand en neutraal feitelijk onderzoek naar het handelen van Mr. Wilgers en de Deken, dan kunnen alle onwaarheden met feiten zorgvuldig ontzenuwd worden. Bovendien zou Mr. Wilgers daarbij ontmaskerd kunnen worden als een platte afperser, c.q. bedrieglijke oplichter.
Het lijkt mij dat zowel Mr. Wilgers als ook u, zich dienen te gedragen conform die basisprincipes. U hebt als Deken niet alleen te maken met uw advocaten, maar u hebt ook uw verplichtingen jegens mij als burger. Echter: u treedt zeer discriminerend op in de zin dat u alles doet in het belang van uw advocaat Wilgers ten detrimente van mijn positie. U dient de waarheid na te streven door de beweringen van Wilgers te toetsen aan feiten. Dat laat u geheel na.
Mr. Wilgers nog ontzettend veel te leren heeft, maar naar mijn mening mogen niet ten laste van enige cliënt komen de manco's die hij heeft opgedaan tijdens zijn postorder-opleiding en al helemaal tijdens zijn flagrant mislukte stage, onder meer onder uw verantwoordelijkheid. Alleen al daarom bent u terzake ook niet als een onafhankelijke/onpartijdige derde te beschouwen, maar eerder als medeplichtige 1.5 u doet het voorkomen dat er sprake zou moeten zijn van een begrotingsprocedure omdat er een declaratiegeschil zou zijn. Maar dat is een vertekende weergave van de situatie, waarin ik niet wens mee te gaan. Het cruciale punt van de afspraak "no cure , no pay" is u bekend, maar kennelijk geeft u er de voorkeur aan om op uw beurt de waarheid geweld aan te doen door dit punt te negeren. Mr. Wilgers heeft gewoon niets te vorderen.
Van een advocaat heb ik al gehoord dat de Deken niet meer de bevoegdheid heeft dossiers vast te houden om betaling af te dwingen en u aldus in casu onrechtmatig handelt. Bovendien: ik herhaal wellicht ten overvloede dat er een afspraak "no cure , no pay" was en dus ben ik op geen enkele wijze betaling schuldig. U dient dat te respecteren. U heeft geen recht deze dossiers te blijven blokkeren. Wat mij betreft belemmert u zo in vol bewustzijn de rechtsgang. Ook dat komt neer op abus de pouvoir.
Gezien eerder ervaringen leg ik u de vraag voor of deze overval-actie van u voortvloeit uit een verzoek of opdracht zijdens Mr. Van Delden, President van de Rechtbank te Den Haag. Ik verwacht van u per ommegaande een expliciet antwoord. Reactie, van Mr. Wilgers of van u, is zoals steeds totaal uitgebleven. Daarmee beschouw ik als vaststaand feit dat de conclusie dat Mr. Van Delden hierachter steekt, juist is. Ook wat u betreft. In dat kader is zeer significant het volgende citaat uit een brief d.d. 27 september 1999 van Dhr. en Mw. van Heck aan Mr. Wilgers (zie ook punt 4.5 en bijlage): "Als opmerkelijk punt hebben wij kennis genomen van uw mededeling dat Mr. Van Delden, President van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag , in zijn gesprekken met u heeft laten doorschemeren de onderhavige kwestie bij de private rechter in Den Haag voor te leggen, en alsdan bij behandeling door rechter Von Mahlzahn een goede kans maakt" Aldus is het toch ietwat verontrustend dat Mr. Wilgers mij heeft gedagvaard bij de rechtbank te Den Haag. Vanuit zijn belevingswereld rekent hij wellicht op dekking van de zijde van Mr. Van Delden.
2.0--uw contact met Mr. Oomen.In uw brief d.d. 2 februari 2001 laat u mij weten, als ware dat een bagatelletje, dat u eigener beweging contact hebt opgenomen met Mr. Oomen en deze bent gaan beïnvloeden in een poging de zaak af te handelen zoals dat naar uw mening zou moeten omdat daarmee het belang van uw advocaat Wilgers gediend is. Ik vind uw handelswijze uitermate kwalijk:
3--Klachtrecht tegen advocatenHet is u bekend dat en hoe het klachtrecht tegen advocaten voor mij gesaboteerd werd met medewerking van de Deken te Middelburg en dat/hoe de bewuste klachten die stammen uit 1989 nog immer niet zijn afgehandeld. Zie mijn brief aan u d.d. 6 december 2000, punt 7. Reactie van uw zijde is totaal uitgebleven. U bevestigt daarmee deze bewuste sabotage (van het klachtrecht tegen advocaten), door de Voorzitter van de Raad van Discipline en de Deken van Middelburg, dit alles in overkoepelende zin gedekt door de hoogste van het parket in Nederland Mr. T.B. Ten Kate, Procureur-Generaal bij de hoge Raad, die ook voor het overige mijn ex-echtgenote nu al meer dan 10 jaar onvoorwaardelijk protegeert en afdekt. Ook hier ontneemt u mij rechten die gegarandeerd zijn in de wet. Bovendien verkracht u de wet. Ik verwijs naar de hierbijgevoegde bijlage: Katholiek Nieuwsblad d.d. 23 februari 2001. Ook voeg ik ter illustratie van de context toe kopie van de brief d.d. 10 februari 2001 van Dhr. R.M. Brockhus aan de Presidenten van Hoge Raad, Raad van State, Gerechtshoven en Rechtbanken. Antwoord is uitgebleven.
4--Kernpunt: de afspraak "no cure, no pay"
Hij zei mij dat hij als advocaat het risico wel wilde nemen, maar dat hij de formulering "no cure, no pay" als zodanig niet op papier kon zetten, omdat dat formeel nog net niet kon en koos daarom voor de schriftelijke formulering dat hij mij geen rekeningen zou sturen zolang ik niet solvabel zou zijn. Gemaakte afspraken dient hij na te komen in plaats van dementia praecox voor te wenden. De hiervoorgenoemde schriftelijk vastgelegde formulering kan hij u natuurlijk onmiddellijk overleggen. Opmerkelijk is dat Mr. Wilgers tot nu toe nergens de afspraak "no cure , no pay" expliciet en eenduidig ontkent. Het zou een geval van selectieve Alzheimer kunnen zijn, maar op mij maakt het de indruk dat hij dit bewust vermijdt en probeert door grote hoeveelheden leugenachtige schuimklopperij, intimidatie en het indienen van opgeklopte declaraties de aandacht af te leiden, zodat hij op bedrieglijke wijze er toch in zal slagen gelden af te troggelen.
Wilt u zich hieraan medeplichtig maken, terwijl u de werkwijze van Mr. Wilgers kunt doorzien? Met doodzwijgen wordt de aandacht weliswaar afgeleid, maar verdwijnt dit evidente punt nog niet van de kaart.
Ten aanzien van door mij geleverd bewijs legt u de wet naast u neer en verzaakt u uw plichten. Hierbij ontvangt u kopie van de brief van Dhr. Ing. A.M.L. van Rooij d.d. 20 februari 2001. De inhoud van ook die brief moge voor zich spreken. Dhr. Van Rooij is overigens bereid als getuige ter zitting te verschijnen.
De heer van Heck is, evenals zijn echtgenote, bereid ter zitting te verschijnen om de genoemde verklaring te bevestigen. Ook over de werkwijze, c.q. methoden van Mr. Wilgers kunnen zij desgewenst uit eigen waarneming getuigen met inbreng van schriftelijk bewijsaanbod. Inmiddels hebben zij eigener beweging materiaal overgelegd (zie bijlage: brief van Ir. J.L.H.T. van Heck d.d. 27 februari 2001 ) omtrent hun ervaringen met Mr. Wilgers. Deze blijkt uit een vast standaard-repertoire van trucjes, bedrieglijke verdraaiing en intimidatie te putten. De methodiek van een ware charlatan. Dit is zeer significante informatie, ook voor de rechter. Ik hoef niet slachtoffer te worden van een stelselmatige flessentrekker. Waar deze "werkmethodiek" van Mr. Wilgers systematisch blijkt te zijn, verzoek ik u hierbij expliciet om volledige opening van zaken over alle klachten en bezwaren die reeds aan de Deken voorgelegd zijn over Mr. Wilgers.
5--in mijn brief aan u d.d. 26 januari 2001 schreef ik:Daarom verwacht ik dat, voor deze maand om is:
2.2--ik van u volledig uitsluitsel zal hebben ontvangen over alle openstaande vraagpunten. Dit hebt u volslagen nagelaten en daarmee geweigerd. Ik herhaal mijn dringende verzoek, maar dan met de toevoeging onverwijld.
6--naar mijn indruk bent u een heilloze weg ingeslagen,waarop u beter rechtsomkeert kunt maken conform de waarheid: beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. In de door Mr. Wilgers op basis van bedrieglijk voorwendsel aangespannen procedure sta ik voor antwoord op 6 maart as. Als dat doorgaat, dan zal duidelijk zijn voor welke positionering u gekozen hebt.
7-- een onverwijlde, afdoende reactie van uw zijde zou te waarderen zijn.Bij voorbaat dank ik u voor de te nemen moeite.
|
Rubrieken SDN
Netwerk van juristen
Homepage drs. Burhoven Jaspers
Criteria voor de Integriteit van de Rechterlijke macht
Recht op toegang tot de rechter moet in Europese grondwet
Juristen van het Ministerie van Financiën, Staatsalmanak 2000
Juristen van het Ministerie van Algemene Zaken, uit de Staatsalmanak 2000
Antecedentenregister van juristen om mogelijke belangenverstrengeling te ontwaren