Donaties via ABN-AMRO 58.85.07.342 t.n.v. L.C.P. Bertholet
Referentie Uw referentie Datum Bijlagen Blad OVB-LB-KLM - 1 september 1999 - 18Onderwerp Eisenpakket voor Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer
De Onderzoeksgroep Vliegramp Bijlmermeer bestaat uit een groep van diverse onafhankelijke deskundigen die objectief de gevolgen van de Bijlmerramp van 4 oktober 1992 in al zijn aspecten bestudeert. Het doel dat deze onderzoeksgroep voor ogen heeft is de waarheid van deze ramp aan het licht te brengen met als prioriteit een adequate hulpverlening voor de 'rampbetrokkenen'. Onder de rampbetrokkenen wordt verstaan de mensen die direct en indirect met de Vliegramp Bijlmermeer te maken hebben en dit aan den lijve ondervinden in de vorm van diverse ernstige gezondheidsklachten met verstrekkende gevolgen voor nu en in de toekomst. Op 20 juli 1999 heb ik van de LAKA Foundation te horen gekregen dat de heer R.J. Bertholet (Robert Jan van de Berg) uitgenodigd is om op 14 september 1999, 09:00 uur aanwezig te zijn voor een bespreking m.b.t. het uraniumonderzoek dat gehouden wordt i.v.m. het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer. De vorige keer dat mij, L.C.P. Bertholet, iets dergelijks is overkomen, was toen ik een uitnodiging van de parlementaire enquêtecommissie met een vergelijkbare omweg ontving. De uitnodiging voor het voorgesprek met de commissie belandde toen bij Vincent Dekker, journalist van het dagblad Trouw, in de brievenbus. U weet inmiddels net als ik hoe uiteindelijk het eindrapport van dit 'beladen' onderwerp eruit is komen te zien. Er is veel materiaal verzameld, het werkelijke onderzoek had kunnen beginnen, edoch alles werd in politieke sferen verheven waardoor mijns inziens veel politici op het verkeerde been zijn gezet. Klap op de vuurpijl is bovendien dat de heer Kok een ernstige Staatsrechtelijke fout heeft begaan, door het stemgedrag van de Tweede Kamer te beïnvloeden. U begrijpt dat de uitnodiging die voor mij bestemd is, en bij LAKA terecht is gekomen, voor mij een slecht voorteken is m.b.t. het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer. De manier waarop dit onderzoek is opgezet is voor ons onaanvaardbaar. Er zijn 9 belangrijke punten met daaraan verbonden adviezen/eisen die wij u middels dit schrijven laten weten.
Na mijn ontmoetingen met dr. Asaf Durakovic in Nederland èn Amerika (Clinical Professor of Nuclear Medicine aan de Georgetown University in Washington) is mijn kennis op het gebied van verarmd uranium (DU) aanzienlijk vergroot. Ik durf daarom te stellen, dat het van bijzonder groot belang is te weten, dat er bij de isotopenbepaling van verzamelde 24-uurs urine, gezocht moet worden naar het isotoop U-236. Indien van de verzamelde 24-uurs urine het isotoop U-236 wordt aangetroffen, dan hebben wij onomstotelijk te maken met een contaminatie van DU. Het 'kunst-matige' isotoop U-236 komt namelijk niet voor in de vrije natuur. Het isotoop U-236 ontstaat tijdens het verrijkingsproces van uranium. Verder is het natuurlijk van belang de isotopenverhouding van U-235 en U-238 te bepalen om het uraniumonderzoek te completeren. Uraniumonderzoek bij 8 werknemers door KLM Arbo services in november 1997 Wat heeft de KLM-Arbo services in november 1997 met de gegevens van het 24 uurs ringonderzoek van 8 KLM-werknemers, die werkzaam zijn geweest in hangar 8 gedaan? Wat was de uitkomst van dat onderzoek? Waarom heeft de heer Van Os géén bericht gekregen van dit onderzoek terwijl de andere onderzochte KLM-werknemers is meegedeeld dat er niets aan de hand was? Waarom adviseert vervolgens de KLM-Arbo services nu, anno 1999, een kwantitatief onderzoek te houden, terwijl zij wellicht op de hoogte moeten zijn van het feit dat bij een kwantitatieve uraniummeting bij de te onderzoeken mensen niet aantoonbaar gemaakt kan worden dat zij gecontamineerd zijn met DU? Waarom is het in april 1999 bij LAKA ingewonnen advies om de methode Durakovic te hanteren genegeerd?
Overige informatie over verarmd uranium en het kunstmatige isotoop U-236. De eigenschap tot zelfontbranding (pyrofore eigenschappen) van uranium metaal is bekend. Een schatting van Amerikaanse leger opperbevelhebbers is, dat bij de impact van een penetrator (projectiel met DU-kop) afgevuurd met grote snelheid vanuit een kanon inslaand op een tank, die overigens bepantserd is met DU, de DU-kop zich met grote snelheid een gat in de tank brandt vanwege de pyrofore eigenschappen, dat ongeveer 10% van het DU verbrandt en een enorme hoeveelheid uraniumoxidedeeltjes ter grootte van enkele microns als stof vormt die geïnhaleerd of ingeslikt kan worden door mens en dier. Een rapport van Army Environmental Policy Institute (AEPI) dat onder andere onderzoek heeft verricht naar de effecten van inslag met DU-koppen op harde doelen, stelt dat zelfs 70% van het DU in de lucht kan vrijkomen als het doel een tank betreft! Al bij een temperatuur van 500°C kan DU snel oxideren. Ook zijn al studies gedaan naar de gevolgen van opslagplaatsen met DU-munitie die door bombardementen in brand waren geraakt (Mishima, J.; Parkhurst, M.A.; and Hadlock, D.E., Potential Behavior of Depleted Uranium Penetrators under Shipping and Bulk Storage Accident Conditions, Battelle Pacific Northwest Laboratory, Richland, WA, Report PNL-5415, March 1985, p. 138.). Parker heeft de mogelijkheid door blootstelling aan verarmd uraniumoxidedeeltjes bij rampen met vliegtuigen waar contragewichten van verarmd uranium in verwerkt zijn bestudeerd, waarbij de studie zich richtte op de niervergiftiging (nephrotoxicity) bij grote hoeveelheden mensen ( Parker, R.L., "Fear of Flying", Nature, Vol. 336 22/29 December 1988, p 719.). In 1992 stortte een El Al Boeing 747 neer op een flatgebouw in Amsterdam Zuid-oost (Bijlmer-meer) en brandde hevig. Volgens officiële bronnen (eindrapport Bijlmer enquête) is daarbij onge-veer 150 kg. verarmd uranium geoxideerd. Het verontreinigde het omliggende gebied en boven-dien de vliegtuigdelen van het verongelukte vliegtuig die voor nader onderzoek in hangar 8 neer-gelegd werden. Door luchtcirculatie in hangar 8 zijn de verarmd uraniumoxidedeeltjes door de gehele ruimte verspreid.
Tabel I vat samen de isotopische samenstelling van natuurlijk uranium en verarmd uranium. De isotopische samenstelling is gemeten m.b.v. een zéér gevoelige en nauwkeurige massaspectro-meter van het Knolls Atomic Power Laboratory in Amerika.
TABLE I Isotopic compositions of natural and depleted uranium in atom percent. U-234 U-235 U-236 U-238 Natural Uranium 0.0055 0.7196 0.0000 99.2749 Depleted Uranium 0.0008 0.2015 0.0030 99.7947 Een spoortje U-236 is meestal wel te vinden in herbewerkte brandstof. Het kunstmatige isotoop U-236 ontstaat tijdens het verrijkingsproces van "natuurlijk uranium". In het "verarmde uranium" dat na het verrijkingsproces overblijft is dit kunstmatige isotoop in een zeer gering percentage aanwezig. De alpha emitterende activiteit (ioniserende straling) in verarmd uranium (DU) is ongeveer 43% minder dan bij "natuurlijk uranium" (onbewerkte uranium in de natuur voorkomend). Dat komt omdat DU minder U-234 en U-235 bevat, maar DU komt altijd in hoge concentraties voor en dit compenseert in hoge mate "de verminderde" activiteit van alpha emittering. Daar staat tegenover dat natuurlijk uranium in concentraties van 1-3 part per million (1-3 mg. per kg.) in de grond voorkomt, waar het opgesloten ligt in niet metalen vorm in mineralen en waar het relatief inert voor chemische reacties is. Slechts de eerste 3 isotopen in het verval (de overgang van de ene kernsamenstelling naar de andere) met als eerste isotoop U-238 zijn belangrijk in de bepaling van de radioactiviteit van verarmd uranium. U-238 vervalt tot Th-234, dat op zijn beurt weer vervalt tot Pa-234, en ver-volgens tot U-234 vervalt etc. De 246.000 jaren halveringstijd voor U-234 duurt te lang voor een mensenleven om nog belangrijke gegevens van de vervalvoortgang te verzamelen en te noteren m.b.t. de emitterende activiteit (eeuwen durend evenwicht van het isotoop U-238). Het verwerken van verarmd uranium in raketkoppen heeft een tweeledig doel. Men verwerkt een afvalproduct dat eigenlijk heel kostbaar is om op verantwoordelijke wijze op te slaan en bovendien heeft het materiaal een grote dichtheid en pyrofore eigenschappen. Deze pyrofore eigenschap-pen zorgen ervoor dat bij een inslag in een tank, die op zijn beurt weer uit bepantserd metaal bestaat waar verarmd uranium in is verwerkt, de raketkop zich door het metaal brandt. Bijzonder kwalijke effecten van dit gebeuren zijn, dat er onnoemelijk veel uraniumpartikeltjes vrijkomen in de grootte van metallische microstofdeeltjes die onherroepelijk worden ingeademd en ingeslikt als mensen of dieren in de buurt van zo'n inslag aanwezig zijn. En dat is meestal het geval! Bovendien zijn er inmiddels voldoende bewijzen dat dergelijke verarmde uraniumpartikeltjes over een afstand van meer dan 40 kilometer worden verspreid! Om de maximale tijd te bepalen die nodig is om een evenwicht weer te bereiken in de gedeeltelijke vervalketen, gebruiken we een monster van een brok uranium dat in het begin alléén de U-238 isotoop bevat, hetgeen betekent dat we een brok uranium hebben dat nog geen verval geschiede-nis heeft zodat we de toename van Th-234 en Pa-234 kunnen berekenen m.b.v. Bateman's wis-kundige vergelijkingen ( Bateman, H., "The Solution of a System of Differential Equations Occuring in the Theory of Radioactive Transformations", Proc. Cambridge Phil. Soc. 16, p. 423 (1910)). De resultaten daarvan zijn in tabel II weergegeven (bron: Metal of Dishonor).
TABLE II
Radioactivity (disintegration/second) in 1 gram of U-238 with no decay progeny initially present.
De isotoop U-238 emitteert alfadeeltjes en emitteert óók enige gammastraling. De verval-producten Th-234 en Pa-234 emitteren ieder op hun beurt weer bètadeeltjes. Een alfa-deeltje is een snel Helium atoom waarvan de 2 electronen zijn verwijderd. Een bètadeeltje is een snelle electron en gammastraling is net als röntgenstraling en bestaat uit electro-magnetische golven. Wanneer dus een uraniumoxidedeeltje wordt ingeademd en dit deeltje komt in de longen terecht, dan moet je dat beschouwen als een stralingsbron of kortweg gezegd "hot-spot"! Door de hot-spot treedt celbeschadiging op. Bovendien hebben wij te maken met een zwaar metaal die toxicologische effecten op het lichaam uitoefent. Het immuunsysteem wordt verzwakt en opportunistische ziekten kunnen toeslaan!
Onderzocht moet worden of er contaminatie met verarmd uraniumoxidedeeltjes heeft plaats gevonden bij de rampbetrokkenen. Dit onderzoek moet geschieden door isotopenbepaling van verzamelde 24 uurs urine. De totale hoeveelheid van de 24 uurs verzamelde urine is belangrijk om na de isotopenbepaling de hoeveelheid van contaminatie te bepalen. Indien het isotoop U-236 in de urine wordt aangetroffen hebben wij onomstotelijk met een conta-minatie van verarmd uranium te maken. Verder is het natuurlijk van belang de isotopenver-houding van U-235 en U-238 te bepalen om het uraniumonderzoek te completeren.
Preventief gezien is het verstandig elk jaar een screening bij alle rampbetrokkenen te doen die gecontamineerd zijn met verarmd uraniumoxidedeeltjes op diverse soorten kanker (longen, botten) i.v.m. het "long term effect" dat contaminatie met verarmd uraniumoxide-deeltjes (orale besmetting en inhalatie van uraniumoxidedeeltjes) met zich meebrengt. Het is dan mogelijk om vroegtijdig in te grijpen bij het ontstaan van kanker. Eveneens is controle van het nageslacht op aangeboren afwijkingen wenselijk. Gezien de termijn van 7 jaar na de ramp is voornamelijk nog stapeling in het botweefsel te ver-wachten. Ook is stapeling te verwachten in hersen- en nierweefsel, doch dit zou een te invasief onderzoek vergen. Dit geldt eveneens voor het traceren van uraniumoxidedeeltjes in het long-weefsel middels een bronchio-alveolaire longwassing. Voor de stapeling in het botweefsel heeft dr. Moolenburgh een medicatie ontwikkeld waardoor de "gestapelde" fluoridezouten via de urine-weg het lichaam verlaten. Dr. Moolenburgh noemt dit kortweg "botspoeling". De medicatie die bedoeld is voor mensen die lijden aan een stralingziekte bestaat uit Calciumorotaat en bijen Propolis.
Mycoplasma is het kleinste zelfstandige levende groeiende micro-organisme met infectueuze eigenschappen. Ze zijn verwant aan bacteriën maar bezitten geen stevige eigen celwand. Er zijn meer dan 90 micro-organismen die tot het soort van de Mycoplasmata behoren. Ze komen wijd verspreid in de natuur voor, vaak in de vorm van "parasieten" die zich aan de buitenwand van de 'gastcellen' vastzetten, zich binnendringen in de gastcellen en zichzelf daar dupliceren. Doordat het Mycoplasma geen celwand heeft kan het doordringen in de weefselcellen en diens voedsel opnemen en de cel gebruiken om zich te dupliceren. Als de Mycoplasma uit zijn cel breekt, neemt het een deel van het vlies van de gastcel mee. Als vervolgens het immuniteits-systeem van het lichaam de Mycoplasma aanvalt, wordt dit tevens aangezet om ook de gastcel aan te vallen. Op deze manier ontstaat een auto-immuniteit. Auto-immuunziekten die met Mycoplasma in verband staan en klachten geven zijn onder andere gewrichtsontsteking, bindweefselontsteking, vergeetachtigheid, schildklierafwijkingen, adrenaline-bloedafwijkingen etc. Mycoplasma is dus een langzaam groeiend 'sluipend' organisme dat de patiënt heel ziek kan maken. Het activeert het immuunsysteem en houdt zich dan schuil in de gast-immuniteitscel (het immuniteitssysteem valt zichzelf aan!) en kan daarmee door het hele lichaam 'reizen' overal waar witte bloedlichaampjes komen. Het kan zelfs door de bloed/hersenbarrière breken. Eveneens kan het door de placenta afsluiting/versperring gaan en kan het ongeboren kind daar beschadigen. Mycoplasma is besmettelijk via hoesten, gemeenschap, bloed en urine. De werkzaamheid van het immuunsysteem, dat inmiddels bij vele rampbetrokkenen blijkt te zijn aangetast, dient daarom zorgvuldig getest te worden. Professor Garth Nicolson, directeur van het Institute for Molecular Medicine te Californië en specia-list op het gebied van Mycoplasma, heeft veel kennis en praktijkervaring opgedaan bij patiënten uit de Golfoorlog. Professor Nicolson heeft tegenover dr. Blakenburg en ondergetekende verklaard, bereid te zijn deze kennis te delen met collega's in Europa. Professor dr. K. De Meirleir werkzaam in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel heeft samen met prof. Nicolson een grote studie lopen waarbij pathogene Mycoplasmata opgespoord worden in het bloed van 230 CFS (Chronisch Vermoeidheids Syndroom) patiënten. Een pilotstudie toonde bij 31/34 CFS patiënten (91%) de aanwezigheid van een Mycoplasma. Bij 15/31 (ongeveer 50%) ging het om Mycoplasma Fermentans. Deze studie zal worden gepresenteerd op 9 september 1999 tijdens het "Second World Congress on Chronic Fatigue Syndrome and Related Disorders" te Brussel, waar ook professor Nicolson spreekt. De gelijkenissen tussen klachten van patiënten met CFS en die van de rampbetrokkenen van de vliegramp Bijlmermeer zijn zeer groot.
Sinds januari 1999 tot heden zijn wij op kleine schaal bezig het bloed te laten controleren bij prof. Nicolson te Californië. Van de 19 mensen die zowel direct als indirect bij de ramp betrokken waren hebben wij inmiddels kunnen vaststellen dat 11 mensen een chronische Mycoplasma besmetting hebben. Van deze 11 mensen is bij 8 mensen het Mycoplasma Fermentans in het bloed aan-getroffen (zie onderstaande tabel). In Nederland is al eerder bij de mens het Mycoplasma Fermentans aangetoond in het sputum maar is nog nooit eerder in het bloed aangetroffen. De verhouding van de aangetroffen Mycoplasma Fermentans bij de rampbetrokkenen van de vliegramp Bijlmermeer in ons onderzoek komt overeen met de verhouding van de bevindingen van prof. Nicolson en prof. dr. De Meirleir bij hun CFS onderzoek op grotere schaal. Dit is een gegeven dat op dit moment internationale aandacht trekt. Person Species, Mycoplasm Result Place Female Fermentans (incognitus) Positive Crash-site (former inhabitant) Female Fermentans (incognitus) Positive Crash-site (inhabitant) Female Fermentans (incognitus) Positive Crash-site (inhabitant) Male - Negative Crash-site (inhabitant) Male Fermentans (incognitus) Positive Crash-site (inhabitant) Male - Negative Crash-site (temporary) Male - Negative Crash-site (temporary) Male Fermentans (incognitus) Positive Crash-site (temporary) Pneumoniae Positive Female Pneumoniae Positive Hangar 8 (for a short time) Female - Negative Hangar 8 (for a short time) Male Fermentans (incognitus) Positive Hangar 8 (for a short time) Hominis Positive Male - Negative Hangar 8 (every now and then) Male - Negative Hangar 8 (every now and then) Male - Negative Hangar 8 (for a short time) Male Hominis Positive Hangar 8 (workplace) Male Hominis Positive Hangar 8 (workplace) Male Fermentans (incognitus) Positive Hangar 8 (workplace) Female - Negative Hangar 8 (workplace) Male Fermentans (incognitus) Positive Hangar 8 (workplace) Male - Negative No relation with the disaster Male - Negative No relation with the disaster Male - Negative No relation with the disasterZowel bij personen die direct bij de plek van de vliegramp werkzaam zijn geweest of daar in de omgeving wonen, als bij personen die te maken hebben gehad met werkzaamheden in Hangar 8, waar de vliegtuigdelen van de verongelukte EL AL-Boeing 747 in 1992 waren neergelegd voor onderzoek, of alleen maar aanwezig zijn geweest in Hangar 8, is het Mycoplasma Fermentans in het bloed aangetoond. Dit is een ongekende ontdekking die snel verder onderzocht dient te worden, daar er sprake is van een pathogene situatie die voor een verdere besmetting kan zorg dragen en waarvan de gevolgen, indien dit niet op tijd wordt onderkend, niet te overzien zullen zijn!
Wij eisen dat een volledig blind gerandomiseerde studie waar de bloedmonsters van control- en pilotgroep in een zelfde assay terecht komen. Er moet niet alleen gezocht worden naar het Mycoplasma Fermentans maar ook naar de andere pathogene Mycoplasmata Pneumoniae, Hominis en Penetrans. Bovendien heeft prof. dr. De Meirleir aan mij uiteen gezet dat niet alleen de 4 pathogene types Mycoplasma opgespoord dienen te worden maar óók andere opportunistische infecties zoals Coxiella e.d. Zeer belangrijk is dat de Forensic PCR methode gebruikt wordt om de 4 pathogene Myco-plasmata in het bloed op te sporen. Het is een vereiste dat de bloedafname goed verloopt. Als niet direct tot onderzoek wordt overgegaan, dan dient het bloed zo snel mogelijk op droog ijs te worden gezet (-80°C). Indien dat niet wordt gedaan zal ook bij besmet bloed geen enkele Mycoplasma worden aangetroffen. Professor Nicolson raadt aan dat de onderzochte persoon tenminste 5 weken vrij moet zijn van antibiotica. Indien antibiotica in het bloed aanwezig is zal dit het onderzoek naar Mycoplasma zéér bemoeilijken, waardoor dit zal leiden tot een negatieve bevinding, terwijl de persoon in kwestie zelfs diverse Mycoplasmata in het bloed kan hebben en dus aan een ernstige chronische Mycoplasma besmetting lijdt. Deze ervaring hebben wij inmiddels als Onderzoeksgroep reeds opgedaan. De controlgroep mag in dit onderzoek nooit en te nimmer een buurvrouw of buurman zijn! We hebben hier te maken met een pathogene situatie. De mensen die zullen deelnemen in de controlgroep moeten 50 à 100 km van de rampplek wonen. Alleen dan zal de onderzoeker in staat zijn een rechtstreekse oorzaak en gevolg te bewijzen. Dit geldt overigens ook voor het uranium-onderzoek, met dit verschil dat een contaminatie met verarmd uranium niet besmettelijk is.
Als een persoon met een chronische besmetting van Mycoplasma rondloopt en er wordt géén medische behandeling aangeboden, dan wordt èlke dag die langer duurt voor er medicatie gegeven wordt méér schade aangebracht aan het lichaam. Een achteruitgang van de fysieke prestaties zijn de eerste symptomen. Door de algehele onwetendheid bij de Nederlandse artsen inzake chronische Mycoplasma besmetting en de medicatie daarvoor, zijn veel 'rampbetrokkenen' extra slachtoffer geworden. Bij de mensen waar wij inmiddels de Mycoplasmabesmetting hebben kunnen aantonen middels het bloedonderzoek door prof. Garth Nicolson in The Institute of Molecular Medicine in Californië, wordt door dr. Jos Blakenburg de medicatie Doxycycline voorgeschreven. Van de kennis en de ervaring die prof. Nicolson inmiddels heeft opgebouwd, hebben wij dankbaar gebruik gemaakt. Dr. Blakenburg is, voor zover ons bekend, op dit moment de enige arts in Nederland die deze medicatie voorschrijft. De eerste positieve resultaten van het genezingsproces bij personen die direct of indirect betrokken zijn geweest bij de vliegramp van 4 oktober 1992 en waarbij een chronische Mycoplasma besmetting is aangetoond, hebben wij reeds kunnen realiseren. Afgelopen 19 juli 1999 hebben wij wederom bloed af laten nemen en dit opgestuurd naar prof. Nicolson. Met spanning kijken we uit naar de uitslag, want bij deze zending zijn wij uitgegaan van de pathogene eigenschappen bij een Mycoplasma besmetting. Personen in familieverband die nu met dezelfde klachten rondlopen als hun partner worden nu onderzocht op Mycoplasma. De resul-taten van dit onderzoek bieden misschien een nieuwe indicatie voor de hypothese dat we tevens te maken hebben met de pathogene eigenschap van opportunistische infecties. Elke dag dat er langer wordt gewacht met de behandeling van mensen met een immuunstoornis, brengt deze een onherstelbare schade toe aan het lichaam. Vooral het onderkennen in een vroeg stadium en het behandelen van de patiënt is van het grootste belang! Al eerder liet de Onderzoeksgroep Vliegramp Bijlmermeer aan de parlementaire enquêtecom-missie weten (29 april 1999), dat zij zich ook zorgen maakte om de gezondheid van onze koningin. Ook nu weer willen wij u middels deze brief erop wijzen dat wij ons nog steeds ernstige zorgen maken over de vele hoogwaardigheidsbekleders, waaronder onze vorstin Koningin Beatrix, die de rampplek bezocht hebben en zich bloot hebben laten stellen aan de vele gevaarlijke stoffen die zijn vrijgekomen bij deze ramp. Zolang het tegendeel niet bewezen is dient men van aanwezigheid van chemicaliën, micro-organismen en uraniumoxidedeeltjes uit te gaan. Internationaal wordt ook naar de resultaten van ons bescheiden opgezette onderzoek gekeken. Door de medewerking van prof. dr. De Meirleir kunnen we wellicht bijdragen aan de wereldwijde bewustwording inzake Mycoplasma. Zoals al eerder gezegd zijn de overeenkomsten tussen klachten van patiënten met CFS en die van de rampbetrokkenen van de vliegramp Bijlmermeer zeer groot. Professor dr. De Meirleir heeft een immunologische parameter gevonden die binnen de groep CFS patiënten diegenen identificeert die een Mycoplasma infectie hebben. Dit kan van grote betekenis zijn voor het te houden Medische Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer. Deze nieuwe parameter zal door dr. De Meirleir op het "Second World Congress on Chronic Fatigue Syndrome (CFS) and Related Disorders" op 9 september 1999 te Brussel worden gepre-senteerd. U kunt prof. dr. De Meirleir bereiken bij de V.U.B Vakgroep interne geneeskunde, Koepel Klinische Wetenschappen, KRO gebouw - 1, Laarbeeklaan 101 - 1090 Brussel. Telefoon: 0032 2477 4600, Fax: 0032 2477 4607. Het Congress is op 9 -10 -11 september 1999 te Brussel. Misschien kunnen specialisten op dit gebied zich nog inschrijven om hun voordeel te doen bij het vernemen van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van CFS (internet site http://www.cfs-clinic.com/).
Door de aanwezigheid van maar liefst 0,2 kg. aluminiumfluoride en 5,7 kg. waterstoffluoride (als cargo aan boord van het verongelukte vliegtuig) en het vrijkomen van Depleted Uraniumoxide bij een hoge verbrandingstemperatuur van ruim 750 - 1200 graden Celsius, zijn onherroepelijk de zéér giftige verbindingen Uraniumhexafluoride (U-F6) en Uraniumoxifluoride (U02F) ontstaan. Deze bevinding is mij aangedragen door dr. Moolenburgh. Dr. Moolenburgh heeft een grote erva- ring op het gebied van stralingsziekten en gevaarlijke fluorideverbindingen. In 1972 heeft hij in samenwerking met zijn artsengroep bewezen hoe gevaarlijk en schadelijk fluorideverbindingen voor mensen zijn. Zo heeft hij kunnen aantonen dat 1 part per million (ppm) fluoride (1 mg. per liter) in het drink-water bij gevoelige personen ernstige gezondheidsklachten teweeg kan brengen. Slechts 0,1 part per billion (ppb) fluoride in de lucht (0,1 microgram op 1 liter lucht) blijkt nog veel grotere invloed te hebben op onze gezondheid. Dr. Moolenburgh schrijft mij dat het van belang is te weten dat het eerste verschijnsel niet lichamelijk maar psychisch is, namelijk depressie. Het is een uiting van de beginnende afname van de algehele vitaliteit! De uraniumoxidedeeltjes in combinatie met andere stoffen die zijn vrijgekomen bij deze ramp hebben er zeker toe bijgedragen dat we te maken hebben met een zeer complex "ziekteklachten-patroon", waarbij mijns inziens iedereen bewust op het verkeerde been is gezet. Als er slechts 2 gram waterstoffluoride (HF) of aluminiumfluoride (ALF) aan boord aanwezig zou zijn geweest dan zou dat onder extreme hitte een verbinding aangaan met verarmd uranium. Dr. Moolenburgh spreekt dan over een rampscenario. Er is bekend dat er minimaal 5,7 kilogram waterstof-fluoride en 200 gram aluminiumfluoride aan boord was. Met grote zekerheid durf ik daarom te stellen dat bij deze Vliegramp door de aanwezigheid van waterstoffluoride en aluminiumfluoride de uiterst gevaarlijke stoffen uraniumhexafluoride en uraniumoxifluoride zijn vrijgekomen! Zoals eerder gezegd schreef dr. Moolenburgh mij dat het van belang is te weten dat bij het vrij-komen van dergelijke stoffen het eerste verschijnsel niet lichamelijk maar psychisch is, namelijk depressie. Juist die gruwelijke verbinding van uraniumoxide met fluoride zorgt uiteindelijk voor auto-immuunziekten en op den duur kanker. Er moet dus ernstig rekening mee worden ge-houden dat veel mensen met ernstige gezondheidsklachten en auto-immuunziekten lijden aan een stralingsziekte.
Waarom wordt in het RIVM-rapport op bladzijde 8 wèl melding gemaakt van 200 gram aluminium-fluoride en wordt dit bij de toxicologische beoordeling van de stoffen die als lading aan boord waren in dat zelfde rapport gemakshalve verwisseld met aluminiumoxide, een stof die overigens óók aan boord was, maar weer niet gemeld is als lading in het RIVM-rapport.
Er dient openbaar onderzoek verricht te worden naar de mate waarin de gevaarlijke ver-bindingen uraniumhexafluoride en uraniumoxifluoride zijn vrijgekomen.
Volgens het TNO-rapport V98.1242 "Blootstelling ten gevolge van werkzaamheden met resten van de EL AL-Boeing in hangar 8 in relatie tot geuite gezondheidsklachten van KLM-medewerkers" zijn er endotoxinen aangetroffen in het stofmonster van hangar 8. In 5 stofmonsters (ook wel aangeduid als veegvuil) die zijn genomen in 3 hangars op buissyste-men hoog onder het dak van de hangars is gekeken naar endotoxine gehalten en naar chemische bestanddelen, waaronder asbestvezels. Hierbij ging het om componenten die uitsluitend of met name voorkomen in 3 monsters genomen in hangar 8 in vergelijking met de enkel-voudige controlemonsters genomen in de hangars 9 en 11, eveneens op Schiphol-Oost. In alle stofmonsters werden kolonievormende eenheden schimmels gevonden. In 2 van de 3 mon-sters genomen in hangar 8, en niet in de monsters genomen in de hangars 9 en 11, werd endo-toxine aangetoond. De conclusie van TNO luidt: "De concentraties aan micro-organismen per gram stof en het endotoxinegehalte per gram stof zijn laag. Geconcludeerd wordt dan ook dat de microbiologische besmettingsdruk, zoals thans waargenomen, geen aanleiding zal geven tot ge-zondheidsklachten bij mensen die in een dergelijke omgeving verkeren. Nader gericht onderzoek wordt op dit punt dan ook niet nodig geacht."
Waarom zijn alleen in het stofmonster van hangar 8 endotoxinen aangetroffen? En om welke 'afgestorven' bacterie gaat het hier? Endotoxine is het restproduct van 'afgestorven' bacteriën in de vorm van giftige eiwitachtige sub-stanties. Het endotoxinegehalte is slechts bepaald m.b.v. een standaard kit van Chromogenix en zegt niets over het soort bacterie dat is overleden! Als dan vervolgens de conclusie luidt dat er weinig endotoxinegehalte per gram stof aanwezig is en dat dit gegeven dus geen aanleiding geeft tot gezondheidsklachten, dan is er mijns inziens helaas sprake van een onjuiste meetmethodiek om tot deze conclusie te komen. Immers men heeft niet de toxicologische waarde bepaald van het soort endotoxine. Opgemerkt dient te worden dat de monsters overigens 6 jaar na dato genomen zijn en dat de ruimte al diverse malen was gereinigd!
Er dient te worden uitgezocht om welke 'afgestorven' bacteriën het gaat!
Op het gebied van bacteriën en virusinfecties m.b.t. deze ramp kan ik u de heer J. van Dongen aanbevelen. Hij is experimenteel microchirurg en onder andere auteur van het boek "Pleidooi voor de aap". Met een nuchtere kijk, gedegen speurwerk en op grond van eigen bevindingen bij medi-sche experimenten op dieren, plaatst hij achterliggende feiten over de werkelijke oorzaak en ver-spreiding van virussen glashelder op een rij.
De Onderzoeksgroep Vliegramp Bijlmermeer maakt zich ernstig zorgen over het feit dat bij afvalverwerkende bedrijven, stortplaatsen als bijvoorbeeld Nauerna en recycle bedrijven als Steenkorrel BV, de werknemers dezelfde gezondheidsklachten hebben als de overige rampbetrokkenen.
De betreffende bedrijven moet men aanmoedigen hun werknemers mee te laten doen aan het gezondheidsonderzoek! Bij veel bedrijven hebben de werknemers teveel vertrouwen in hun bedrijfsarts die immers het beste met hen voorheeft! Doch in dit geval volkomen misplaatst. Enige taktische benadering van dit soort bedrijven is natuurlijk op z'n plaats, maar betref-fende bedrijfsarts dient wèl goed te worden voorgelicht over de ernst van deze zaak!
Het lijkt mij belangrijk de afvalstroom van vervuilde Bijlmermeergrond, puin en vliegtuigdelen nog-maals goed in kaart te brengen. De gezondheidsklachten van de werknemers van afvalver-werkende bedrijven, recycle en stortplaatsen dient men zeer serieus te nemen.
Door de groep van deskundigen van de KLM Arbo services is in de protocollen bepaald dat een geselecteerde groep rampbetrokkenen z'n eigen buurman of buurvrouw als vrijwillige deelnemer of deelneemster kan aandragen om in de controlgroep voor het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer te laten deelnemen.
Wij als Onderzoeksgroep weten niet welke groep uiteindelijk door de KLM Arbo services geselec-teerd is, en ook weten wij niet exact de criteria die de KLM Arbo services hiervoor gesteld heeft. Waarom heeft de KLM Arbo services ons hier geen openheid van zaken over gegeven? Wèl heb ik op 12 juli 1999 de protocollen mogen inzien, doch de tijd van inzien was helaas niet langer dan één uur.
De controlgroep mag in dit onderzoek nooit en te nimmer een buurvrouw of buurman zijn! We hebben hier te maken met een pathogene situatie. De mensen die zullen deelnemen in de controlgroep moeten 50 à 100 km van de rampplek wonen. Alleen dan zal de onder-zoeker in staat zijn een rechtstreekse oorzaak en gevolg te bewijzen. Dit geldt overigens ook voor het uraniumonderzoek, met dit verschil dat een contaminatie met verarmd uranium niet besmettelijk is.
Helaas heb ik op 22 juni 1999 tijdens mijn bezoek aan de KLM Arbo services m.b.t. het mee-denken in de opzet van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer moeten constateren dat de deskundigheid van de heer Smid op het gebied van Depleted Uranium zeer gering is! Zijn deskundigheid op het gebied van arbeidsomstandigheden zal ongetwijfeld goed zijn, doch deskundigheid op het gebied van DU vereist nu eenmaal zéér specifieke kennis. Ik vind daarom, gezien mijn onthutsende ervaring in deze, dat de deskundigheid van de heer Smid op het gebied van DU vanaf heden door een andere deskundige op dat gebied moet worden ingenomen, die wèl kennis van zaken heeft over verarmd uraniumoxide en de gevolgen van contaminatie van deze zéér gevaarlijke stof! Verder mis ik, een deskundige op het gebied van de toxicologie, neurologie, genetica, pediatrie, gynaecologie, scheikunde en een deskundige op het gebied van mycotoxinen en endotoxinen.
De Onderzoeksgroep wil een zo zorgvuldig mogelijk onderzoek naar de gezondheids-klachten van de rampbetrokkenen laten plaats vinden. Het mag niet zo zijn dat dit onder-zoek erop gericht is alleen de onrust onder de rampbetrokkenen weg te nemen. De groep van deskundigen dient zo compleet mogelijk te zijn en een optimale kennis van zaken te bezitten t.b.v. de te houden gezondheidsonderzoeken.
De KLM Arbo services heeft de behandeling van klachten niet tot de doelstellingen gerekend. Dit betekent voor de onderzochte mensen waar naar onze verwachting een afwijking wordt gecon-stateerd die verschilt van de controlgroep, zwaar de dupe zullen worden van een wetenschappelijk epidemiologisch onderzoek. De tijd dat een epidemiologisch onderzoek vereist is te lang voor de mensen met gezondheidsklachten waarbij onmiddellijk moet worden vastgesteld wat de oorzaak is, en waar hulp en adequate behandeling van de klachten een spoedeisend karakter zouden moeten hebben. Vaak wordt er onmiddellijk geschermd met de problemen die een ongericht onderzoek met zich meebrengen. De onderzochte personen zouden onnodig blootgesteld moeten worden aan standaard onderzoeken. Daar valt natuurlijk wel wat voor te zeggen. Maar het blijft een feit dat inmiddels door ons onderzoek op kleine schaal wel degelijk iets valt te constateren èn te behandelen.
Op zeer korte termijn moeten mensen met ernstige gezondheidsklachten worden geholpen. Wanneer bij de rampbetrokkenen wordt geconstateerd dat wij te doen hebben met onder andere opportunistische infecties, dan dient er zo snel als mogelijk een adequate hulpver-lening tot stand te komen. Het is juist zeer noodzakelijk dat de behandeling van de klachten wèl tot één van de doel-stellingen zal gaan behoren! Bovendien is het van groot belang dat er advies inzake voor-lichting, behandeling, monitoring en begeleiding van huisartsen èn patiënten moet plaats vinden. Het is een pregnante kwestie om tot onmiddellijke praktische hulpverlening over te gaan en dit parallel te laten lopen aan het epidemiologisch onderzoek. Een en ander kan in overleg plaats vinden met bijvoorbeeld professor dr. De Meirleir, professor Nicolson en dr. Durakovic, die over een grote dosis ervaring beschikken inzake de ziekten die naar alle waarschijnlijkheid de rampbetrokkenen van de Bijlmervliegramp onder hun leden hebben! Eveneens wordt het hoog tijd dat iedereen ervan doordrongen raakt wat de oorzaak van de gezondheidsklachten is! De Bijlmervliegramp vormt hoogstwaarschijnlijk een puzzelstukje van een schandaal dat al jarenlang voortschrijdt.
Mij is ter ore gekomen dat KLM Arbo services rekeningen uitschrijft aan mensen en bedrijven als ANSO en COMEFA die niet direct als bewoners, hulpverleners of mensen die in hangar 8 werk-zaam zijn geweest als KLM-medewerkers. De rekening bedraagt ƒ 3.000,- per persoon. Reactie Het is werkelijk van de gekke dat dit gebeurt! Deze manier van handelen doet sterk denken aan een ontmoedigingsbeleid, waarbij de mensen die zich gemeld hebben voor onderzoek, zullen afhaken vanwege de hoge kosten! De KLM Arbo services presenteert de aanvragers voor het gezondheidsonderzoek een rekening van maar liefst ƒ 3.000,- per persoon! In één gezin waar 2 personen zich hadden aangemeld betekent dit zonder pardon ƒ 6.000,- Voor het bedrijf ANSO bedraagt de rekening maar liefst ƒ 30.000. Dergelijke praktijken wijst de Onderzoeksgroep Vliegramp Bijlmermeer ten stelligste af!
Het is een schande dat wetenschappers, verantwoordelijken in de Volksgezondheid, ministers en regering, die zeggen het beste met de inwoners van hun land voor te hebben zo eigenzinnig kunnen reageren en handelen. Het steeds onderschatte gevaar van verarmd uranium dat de volgende generaties met mutaties en geboorteafwijkingen zal teisteren, zal verantwoordelijken zwaar aangerekend worden. Ontkenning onder zware dreigementen en economische druk zullen het corrupte systeem steeds toestemming geven dit metaal ook in gebruiks-goederen, bouwmaterialen en grote constructies als huizen, metrobuizen, flats en in wegen te gebruiken. Verarmd uranium is nagenoeg gratis te verkrijgen, heeft vele 'technische' voor-delen, maar wanneer het gebruikt gaat worden zoals al reeds in de V.S. het geval is in pannen, dental brackets, bestek en dergelijke zal de medische wetenschap nog voor raadsels komen te staan die zijn weerga niet kent. Het opbergen van het verarmd uranium kost megabedragen en dus geven we het gratis weg aan een ieder die het gevaar er niet van kent. Ons landje en diens inwoners zal het trieste voorbeeld zijn van dit verworden systeem door de gevolgen voor de gezondheid van dit relatief kleine industriële incident, de Bijlmervliegramp van 4 oktober 1992. Ongekende gevolgen van contaminatie van verarmd uranium tekenen zich af in Irak. Let ook op de gevolgen voor de gezondheid van de "hulpgevende" Amerikaanse en Europese bommen in b.v. Bosnië en Kosovo. Verarmd uranium zal overal in oorlogsgebieden, en daar waar verarmd uranium gebruikt en verwerkt zal worden, het grootste gevaar voor de aantasting van het immuunsysteem vormen. Opportunistische infectieziekten liggen op de loer en kanker zal op den duur een ongekende hoeveelheid slachtoffers maken evenals geboorteafwijkingen die veel kinderen minder toekomst zullen bieden. Hoewel de overbevolking ons wereldwijd parten speelt, is dit niet de manier waarop je deze zou willen afremmen. De kennis van micro-organismen vergroot met de dag en vooruitstrevende geleerden, veelal uit het buitenland, proberen fouten gemaakt in het verleden recht te zetten of een halt toe te roepen. Besmettelijke, pathogene situaties zoals hier in ons land gesignaleerd kan door laks en slecht handelen, een zware wissel gaan vormen op de Staatskas en de Volksgezondheid in het algemeen. Opportunistische infecties zoals b.v. AIDS hebben ons geleerd dat de gevolgen van traag op gang komen van beschermende maatregelen desastreus zijn gebleken. Het onattent reageren op ziektesymptomen en hun aerosole besmettelijkheid maakt dat eenieder wiens immuunsysteem tijdelijk verzwakt is, zoals in dit geval in grote mate door verarmd uranium, ten prooi valt aan bovengenoemde en andere micro-organismen. Een tweede schandaal zoals rond de legionellabacterie mag niet nog meer slacht-offers eisen. Bloeddonoren en orgaantransplantaties zullen de opportunistische infecties nog sterker doen spreiden. De op dit moment gehanteerde ongevoelige detectiemetho-diek in Nederland voor Mycoplasmata en andere micro-organismen kan verdere besmetting niet voor zijn.
Het voorbij gaan aan adviezen zoals hierboven genoemd zal u later zeer zwaar aangerekend worden. Inefficiënt handelen mag niet onbestraft blijven. U als KLM-Arbo services zult leiding moeten geven aan een adequaat wetenschappelijk onder-zoek in het belang van hen die op welke manier dan ook ongewild betrokken zijn geraakt bij deze vliegramp. Daar waar behandeling nog verlichting kan bieden zult u het tevens tot uw taak moeten rekenen onwetende huisartsen van informatie te voorzien en bij te scholen. Dan alleen zal het vertrouwen in de overheid hersteld worden. Wij wensen u, die het gezondheidsonderzoek moeten opzetten, veel wijsheid en sterkte in het nemen van beslissingen die in deze affaire nodig zijn. Hopelijk zullen eigenbelang en gezichtsverlies geen overheersende rol spelen. De medische eed verplicht u al het mogelijke te doen wat in uw macht ligt. Wij wachten met spanning op de dingen die komen gaan, en zullen u ondersteunen indien u serieus gebruik zult maken van onze bevindingen.. Hoogachtend, Louis & Mien Bertholet De Busken 51, 1566 XG Assendelft, The Netherlands Tel.: (+31) 075.687.5195, Fax: 075.687.7548, Gsm: 06.2126.4616 E-mail: L.Bertholet@speed.A2000.nl
Koninging Beatrix Minister W. Kok Mw. A. Jorritsma-Lebbink Dr. E. Borst-Eilers Mr. F.H.G. de Grave Drs. J.P. Pronk Mw. T. Netelenbos Eerste Kamer der Staten-Generaal Dhr. H. Wiegel Mr. F. Korthals Altes Tweede kamer der Staten-generaal Mw. M.J. Augusteijn-Esser Dhr. L.C. van Dijks Dhr. H.F. Dijkstal Dhr. M. van den Doel Dhr. R. van Gijzel Dhr. mr. Th. C. de Graaf Mr. J.G. de Hoop Scheffer Dhr. J.G.C.A. Marijnissen Dhr. Th.A.M. Meijer Mw. J. van Nieuwenhoven Mw. T. Oedayraj Singh Varma Drs. R. Oudkerk Dhr. R.J.L. Poppe Dhr. P. Rosenmöller Dhr. G.J. Schutte Ir. B.J. van der Vlies Mr. B. van der Goen Prof. dr. M. Boers Prof. dr. D.P. Bruynzeel Dr. P.C. Chang Prof. dr. B.A.C. Dijkmans Prof. dr. M. de Haan Prof. dr. J.W.M. van der Meer Dr. Ir. G. de Mik Prof. dr. H.M. van der Ploeg Mr. H. Plokker Prof. dr. F.R. Rosendaal Prof. dr. Ir. T. Smid Dr. W. van Tilburg Prof. dr. H.A. Verbrugh Dr. F. Woudenberg Dr. P. Scholten Dhr. J.R.L. Huizinga Dr. P.L. Latour Dhr. J. van Dongen Prof. dr. K. De Meirleir Dr. H. A. Moolenburgh Prof. F. Deconinck Prof. G. Nicolson Prof. dr. A. Durakovic Dr. C. Malmström Dr. J. P. Blakenburg Dr. A.M.N. Makdoembaks Mw. J.H. Belliot Drs. J. Lau Dr. P. Ulenbelt Gemeenteraad Amsterdam LAKA Stadsdeelraad Zuid-Oost Stichting Visie Gemeenteraad Zaanstad TNO GAK Nederland bv VBB Mr. E.H.A. Schute SDN Dr. M. E. Boon Diverse andere betrokkenen Diverse Media |
SDN-rubrieken
Index over de Bijlmerramp
Dagboek van publicist Pierre Heijboer
Een eerder artikel over de Bijlmerramp
Vervolg: Getuigenverklaringen over 'Mannen in witte pakken'
Bijlmer-enquête Actueel op 3 februari 1999 - Pierre Heijboer bij 2-Vandaag
Doemvlucht, De verzwegen geheimen van de Bijlmerramp
Pierre Heijboer eist schadevergoeding van Rijks Luchtvaart Dienst
Een rustige aanloop zou worden naar het echte werk - Pierre Heijboer bij 2-Vandaag
Doemvlucht, De verzwegen geheimen van de Bijlmerramp
Bijlmer-enquête Actueel op 27 januari 1999 - Pierre Heijboer bij 2-Vandaag
Klankbord voor slachtoffers Bijlmerramp
Commentaar op de verhoren van de enquête over de Bijlmerramp
Schadeclaim Bijlmerramp analoog aan het arrest van het Europees Hof EVRM
Chronologisch overzicht van de brandweeractiviteiten in de eerste dagen rond de Bijlmerramp
Sociale-Mede-Deel-Hoek - De sociale spreekhoek !!
Dagelijks commentaar van Pierre Heijboer op televisie over de parlementaire enquête
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/bylmer29.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: 06-17125374