't Achterom 9a,
5491 XD Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386
Per fax 070 - 3811972.
Sint Oedenrode, 4 mei 2002.
Aan: Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage.
President mr. H.F.M. Hofhuis,
Juliana van Stolberglaan 2,
Postbus 20302,
2500 EH 's-Gravenhage.
Ons kenmerk: NBJ/02011/B.
Uw procedurenummer: 01/17 WOB V93 BB G242.
Betreft:
Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA/Minister van Financiën.
- Mijn fax/brief d.d. 10 april 2002 aan u.
- Mijn fax/brief d.d. 10 april 2002 aan Mr. L.P. Bosma(n)
- Mijn fax/brief d.d. 14 april 2002 aan u.
- Uw brief d.d. 15 april 2002, ontvangen 17 april 2002.
- Brief d.d. 15 april 2002 van griffier De Loos, ontvangen 17 april 2002.
- Brief d.d. 23 april 2002, procedurenummer 01/17 WOB V93 BB G242, van griffier N.N.
Geachte President,
Naar aanleiding van de van uw rechtbank ontvangen correspondentie, vraag ik nu vast uw aandacht voor enkele opmerkingen:
- Wederom werd een brief ontvangen, nu gedateerd 23 april 2002, van een naamloze griffier. Het lijkt mij zeer bedenkelijk dat voor de zoveelste keer een griffier zich terugtrekt in de anonimiteit, eens te meer omdat u zeer expliciet hebt erkend dat dit onjuist is en hebt toegezegd dat dit niet weer zou gebeuren.
-
Bij deze brief van de griffier N.N. werd mij toegezonden een zogeheten PV en een pleitnota.
2.1 ik distantieer mij volledig van deze documenten vooral omdat ik, zoals ik u reeds bij voorbaat mededeelde, de zitting van 15 april 2002 beschouw als illegitiem. Die zitting had helemaal niet moeten plaatsvinden; u had de keuze, maar u heeft alle redelijke argumenten zonder enige reactie naast u neergelegd en deze zitting doorgedramd ten faveure van de Minister van Financiën.
2.2 kennelijk blijkt het nu wel degelijk mogelijk een Proces-Verbaal te
produceren, zolang daarmee het belang van de tegenpartij, in casu de Minister van Financiën, gediend is. U zult zich herinneren dat de uitspraak, motivering van de uitspraak, en PV van de twijfelachtige zitting van 4 oktober 2001 nog immer niet beschikbaar zijn.
2.3 een en ander versterkt onophoudelijk de conclusie van misbruik
van bevoegdheden, c.q. optreden als politieke rechtbank ter dekking van het Bestuur, Minister G. Zalm en daarachter
Dhr. Wim Kok.
- Op mijn brieven aan u ontvang ik geen of verregaand onvoldoende
antwoord. Evident duidelijk is al dat u uw verantwoordelijkheden niet neemt; abdicatie van verantwoordelijkheden is al overvloedig aangetoond. Maar ook put u zich uit in frasen zoals:
- vragen of opmerkingen van u daarover laat ik daarom onbeantwoord
- ik onthoud me in dit stadium van ieder inhoudelijk oordeel over de gronden van het verzoek
U blijkt stelselmatig aan één ding voorbij te gaan. U mag dan wel pompeuze volzinnen in de mond nemen, maar u gaat nergens op in. U ontwijkt alles. Daarmee is en wordt overvloedig aangetoond dat u uw bevoegdheden misbruikt om confrontatie met het bedenkelijke handelen van uw rechtbank en uzelf uit de weg te gaan.
- Zo breng ik in herinnering punt 7 van mijn brief aan u d.d. 20 april 2002. Spoedige beantwoording, zoals verzocht, bent u uit de weg gegaan. Toch is dit een cruciaal aspect van de gehele situatie. Ik heb aan u de vraag voorgelegd hoe wij nog enig vertrouwen moeten kunnen hebben in enige rechter van de rechtbank in den Haag onder uw leiding. U gaat daar niet op in maar wel, met de nodige arrogantie, wordt eenzijdig de datum van 27 mei 2002 vastgesteld voor een zitting van uw wrakingskamer om de wraking van uw Mr. L.P. Bosma af te handelen. Welnu: de datum van 27 mei 2002 is voor mij niet acceptabel omdat voor die datum, gezien mijn contractuele verplichtingen bij een bedrijf, al enkele niet meer te verzetten vergaderingen zijn vastgesteld.
- Bij die wrakingskamer gaat het dus over andere rechters van uw rechtbank, collega's dus van Mr. Bosma. Dat is toch volslagen bizar? Dat klinkt alsof weer eens de ene hand de andere gaat wassen. En waarom pas 27 mei 2002, als de wet stelt dat er zo snel mogelijk een wrakingskamer moet worden ingesteld? Waarom hebt u niet rechters van elders uitgenodigd; dat zou toch het minste geweest zijn? Waar u als President van de Rechtbank, misbruik makend van uw bevoegdheden, weigert in te gaan op de hamvraag van de legitimiteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter onder u, wijst u andere rechters van uw rechtbank aan om een wraking van een collega af te handelen. Dat is te zot en schandelijk voor woorden. Kafka schijnt nog springlevend te zijn. Ik breng in herinnering dat zich al eerder een onverkwikkelijke situatie voordeed betreffende een wrakingskamer onder uw directe verantwoordelijkheid.
Met klem verzoek ik u om een volledig, onverwijld en eenduidig antwoord terzake. Ook verzoek ik u per ommegaande te laten weten welke rechters plaats zullen nemen in die wrakingskamer. Verder verzoek ik u hierbij om alsnog, en zonder verder oponthoud, mijn brieven naar behoren te beantwoorden.
- Nogmaals stel ik, zonder dat ik volledig wil zijn, de essentie van de zaak:
6.1 het betreft een duistere projectgroep onder de Minister van
Financiën die onderzoek deed naar het financieel/fiscaal gedrag van een aantal kopstukken, zoals Dhr. Peper, Mw. Leemhuis-Stout enz. Die projectgroep werd plotsklaps beëindigd, naar het zich laat aanzien, door interventie van Dhr. Lubbers. Mw. De Kroon werd ontslagen.
6.2 het betreft de benoeming van de Drie van Arnhem, Mrs. Valk,
Kooijman en De Kroon. Die benoeming is zeer irregulier en de zeer bedenkelijke benoemingsprocedure verliep niet volgens de normale vereisten. De indruk bestaat dat het hier gaat om zwijggeld.
6.3 Mw. Mr. M.C.M. De kroon heeft in mei 1986, toen nog als gerechtsauditeur fiscale zaken bij de Hoge Raad in valse hoedanigheid een overval gepleegd op de Zwitserse rekening van haar man. Dit is strafbaar optreden, verduistering, optreden in valse hoedanigheid of iets van vergelijkbare ernst en aard. Ook heeft zij buitenlandse gelden op haar naam verzwegen voor IB en VB. Zij kreeg van de fiscus een navordering met boete. Zo ook gebruikte zij papier van de Hoge Raad om uit het niets een "bewijsstuk" te creëren. Bovendien verkreeg zij vanuit haar functie van gerechtsauditeur fiscale zaken bij de Hoge Raad, naar het latere verhaal gaat met één telefoontje, fiscale gegevens van haar ex-echtgenoot ten behoeve van een privé-procedure. De Nationale Ombudsman concludeerde dat de Minister van Financiën Dhr. Wim Kok zich schuldig gemaakt had aan onbehoorlijk bestuur. Maar toen was zij al niet meer handhaafbaar bij de Hoge Raad en was zij te werk gesteld bij diezelfde Minister van Financiën Wim Kok ! Onder Wim Kok werd zij langdurig, zes tot negen maanden geschorst thuisgeplaatst en werd er een FIOD-onderzoek ingesteld. Dat FIOD-rapport van dat onderzoek is nog niet op tafel gekomen; dankzij u en uw rechtbank.
6.4 het is eenvoudig onvoorstelbaar dat H.M. ten tijde van het ondertekenen van de drie K.B.'s op de hoogte geweest zou zijn van de ware feiten. Het moet wel zo zijn dat H.M. een rad voor ogen gedraaid werd; dit is onacceptabel en moet worden opgehelderd.
6.5 de irreguliere benoeming van de Drie van Arnhem is eenvoudig niet acceptabel. Het is in het belang van iedere Nederlander dat benoemingen van rechters/raadsheren tot stand komen op een juiste en reguliere wijze. Bij die benoemingen horen nepotisme, vriendjesrelaties, machtsverhoudingen, kortom overwegingen die niets te maken hebben met competentie en eerlijke concurrentie, geen rol te spelen. Iedere Nederlander heeft er recht op te weten dat enig rechter op een legitieme wijze op zijn functie is benoemd. Het is in het belang van iedere Nederlander dat in casu de feiten op tafel komen, helder en volledig.
6.6 de wijze waarop uw rechtbank c.q u als President eigen bevoegdheden misbruikt om pogingen van de Minister van Financiën om hier onderuit te komen door het misbruik van de kreet "privacy/persoonlijke levenssfeer" te dekken, is schandelijk en verraderlijk. De benoeming tot raadsheer is van te groot, ook publiek, belang om ernstige "onzuiverheden" a priori onder het kleed te laten vegen met een kreet "persoonlijke levenssfeer".
6.7 het handelen, en het verzwijgen en wegduiken, van u en uw rechtbank leiden onvermijdelijk tot de conclusie van optreden als politieke rechtbank ter dekking van het rechtsbestel en het bestuur. Evident lijkt mij ook dat daarmee verraad gepleegd wordt aan de belangen van de Nederlander.
- Eens hebt u de ambtseed voor rechter afgelegd en daarbij als burger beloofd recht te gaan spreken conform de wet en die wet te handhaven. Daarbij hebt u zich verplicht tegenover de Nederlander/landgenoot. Als u zich daaraan niet wenst te houden, is dat uw keuze maar ook uw verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Ook als burger.
Tenslotte:
Vandaag herdenken wij allen die hun leven gaven opdat wij in vrijheid zouden kunnen leven in een democratische rechtsstaat, en niet in een verkapte dictatuur waarin Rechtsbestel en Bestuur op steelse wijze elkaar dekken over het hoofd van de Nederlander heen.
Een onverwijlde reactie van uw zijde lijkt mij in de rede te liggen.
Hoogachtend,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Voor deze
Ing. A.M.L. van Rooij,
directeur.
C.c.
- N.C. Burhoven Jaspers
- Sociale Databank Nederland (adres: http://www.sdnl.nl)
|