Drs. N.C. Burhove Jaspers was hoofdsamensteller van het IRM-rapport m.b.t. de bijbanen van juristen in Nederland

Klacht tegen de rechtbank te Den Haag bij de Hoge Raad der Nederlanden,
rechter Mw. Mr. M.D.J. Reenen-Stroebel en President Mr. H.F.M. Hofhuis

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Katholiek Nieuwsblad van 5 april 2002: 'Rechtsgeleerden moeten hoger mikken'

 

Aangetekend
Wassenaar, 5 mei 2002

AAN :
    De Procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
    Prof. Mr. A.S. Hartkamp
    Kazernestraat 52
    Postbus 20303
    2500 EH 's-Gravenhage

KLACHT tegen :

  • de rechtbank te Den Haag
  • rechter van de rechtbank te Den Haag Mw. Mr. M.D.J. Reenen-Stroebel
  • rechter van de rechtbank te Den Haag Mr. L.P. Bosma
  • President van de rechtbank te Den Haag Mr. H.F.M. Hofhuis

Aard van de klacht :

  • optreden in strijd met de wet en met fundamentele rechtsbeginselen, c.q. misbruik van macht.
    c.q. optreden als politieke rechtbank ter dekking van het Bestuur
  • mijn brief aan u d.d. 31 maart 2002
  • mijn brief aan u d.d. 23 april 2002


Geachte Procureur-Generaal,

Bijgaand treft u aan kopie van de brief d.d. 4 mei 2002 van het EKC, c.q. directeur Ing. A.M.L. van Rooij, gericht aan de Rechtbank te den Haag, c.q. President Mr. H.F.M. Hofhuis.

Ik verzoek u de inhoud van die brief, die voor zich moge spreken, te beschouwen als geheel herhaald en ingelast. Deze brief van 4 mei 2002 leg ik aan u voor als uitbreiding van de strafklachten gevat in mijn brieven van 31 maart 2002 en 23 april 2002.

Nogmaals merk ik op dat het misbruik van macht, c.q. optreden als politieke rechtbank ter dekking van het Bestuur en het Rechtsbestel door het optreden van de President Mr. H.F.M. Hofhuis bij voortduring bevestigd is en wordt.



    Hoogachtend,


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    e-mail: nc.burhovenjaspers@hccnet.nl
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar



Bijlagen:

  • brief d.d. 4 mei 2002 van het EKC, c.q. Ing. A.M.J. van Rooij, aan de President van de arrondissementsrechtbank te Den Haag, c.q. Mr. H.F.M. Hofhuis

    C.c. De voorzitter van het College van Procureurs-Generaal Jhr. Mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteyn

Zie ook: www.sdnl.nl/burhoven.htm



Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


't Achterom 9a,
5491 XD Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Per fax 070 - 3811972.

Sint Oedenrode, 4 mei 2002.

Aan: Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage.
President mr. H.F.M. Hofhuis,
Juliana van Stolberglaan 2,
Postbus 20302,
2500 EH 's-Gravenhage.

    OPEN BRIEF


Ons kenmerk: NBJ/02011/B.

Uw procedurenummer: 01/17 WOB V93 BB G242.


Betreft:

    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA/Minister van Financiën.
  • Mijn fax/brief d.d. 10 april 2002 aan u.
  • Mijn fax/brief d.d. 10 april 2002 aan Mr. L.P. Bosma(n)
  • Mijn fax/brief d.d. 14 april 2002 aan u.
  • Uw brief d.d. 15 april 2002, ontvangen 17 april 2002.
  • Brief d.d. 15 april 2002 van griffier De Loos, ontvangen 17 april 2002.
  • Brief d.d. 23 april 2002, procedurenummer 01/17 WOB V93 BB G242, van griffier N.N.

Geachte President,

Naar aanleiding van de van uw rechtbank ontvangen correspondentie, vraag ik nu vast uw aandacht voor enkele opmerkingen:

  1. Wederom werd een brief ontvangen, nu gedateerd 23 april 2002, van een naamloze griffier. Het lijkt mij zeer bedenkelijk dat voor de zoveelste keer een griffier zich terugtrekt in de anonimiteit, eens te meer omdat u zeer expliciet hebt erkend dat dit onjuist is en hebt toegezegd dat dit niet weer zou gebeuren.

  2. Bij deze brief van de griffier N.N. werd mij toegezonden een zogeheten PV en een pleitnota.
    2.1 ik distantieer mij volledig van deze documenten vooral omdat ik, zoals ik u reeds bij voorbaat mededeelde, de zitting van 15 april 2002 beschouw als illegitiem. Die zitting had helemaal niet moeten plaatsvinden; u had de keuze, maar u heeft alle redelijke argumenten zonder enige reactie naast u neergelegd en deze zitting doorgedramd ten faveure van de Minister van Financiën.
    2.2 kennelijk blijkt het nu wel degelijk mogelijk een Proces-Verbaal te produceren, zolang daarmee het belang van de tegenpartij, in casu de Minister van Financiën, gediend is. U zult zich herinneren dat de uitspraak, motivering van de uitspraak, en PV van de twijfelachtige zitting van 4 oktober 2001 nog immer niet beschikbaar zijn.
    2.3 een en ander versterkt onophoudelijk de conclusie van misbruik van bevoegdheden, c.q. optreden als politieke rechtbank ter dekking van het Bestuur, Minister G. Zalm en daarachter Dhr. Wim Kok.

  3. Op mijn brieven aan u ontvang ik geen of verregaand onvoldoende antwoord. Evident duidelijk is al dat u uw verantwoordelijkheden niet neemt; abdicatie van verantwoordelijkheden is al overvloedig aangetoond. Maar ook put u zich uit in frasen zoals: - vragen of opmerkingen van u daarover laat ik daarom onbeantwoord - ik onthoud me in dit stadium van ieder inhoudelijk oordeel over de gronden van het verzoek U blijkt stelselmatig aan één ding voorbij te gaan. U mag dan wel pompeuze volzinnen in de mond nemen, maar u gaat nergens op in. U ontwijkt alles. Daarmee is en wordt overvloedig aangetoond dat u uw bevoegdheden misbruikt om confrontatie met het bedenkelijke handelen van uw rechtbank en uzelf uit de weg te gaan.

  4. Zo breng ik in herinnering punt 7 van mijn brief aan u d.d. 20 april 2002. Spoedige beantwoording, zoals verzocht, bent u uit de weg gegaan. Toch is dit een cruciaal aspect van de gehele situatie. Ik heb aan u de vraag voorgelegd hoe wij nog enig vertrouwen moeten kunnen hebben in enige rechter van de rechtbank in den Haag onder uw leiding. U gaat daar niet op in maar wel, met de nodige arrogantie, wordt eenzijdig de datum van 27 mei 2002 vastgesteld voor een zitting van uw wrakingskamer om de wraking van uw Mr. L.P. Bosma af te handelen. Welnu: de datum van 27 mei 2002 is voor mij niet acceptabel omdat voor die datum, gezien mijn contractuele verplichtingen bij een bedrijf, al enkele niet meer te verzetten vergaderingen zijn vastgesteld.

  5. Bij die wrakingskamer gaat het dus over andere rechters van uw rechtbank, collega's dus van Mr. Bosma. Dat is toch volslagen bizar? Dat klinkt alsof weer eens de ene hand de andere gaat wassen. En waarom pas 27 mei 2002, als de wet stelt dat er zo snel mogelijk een wrakingskamer moet worden ingesteld? Waarom hebt u niet rechters van elders uitgenodigd; dat zou toch het minste geweest zijn? Waar u als President van de Rechtbank, misbruik makend van uw bevoegdheden, weigert in te gaan op de hamvraag van de legitimiteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter onder u, wijst u andere rechters van uw rechtbank aan om een wraking van een collega af te handelen. Dat is te zot en schandelijk voor woorden. Kafka schijnt nog springlevend te zijn. Ik breng in herinnering dat zich al eerder een onverkwikkelijke situatie voordeed betreffende een wrakingskamer onder uw directe verantwoordelijkheid. Met klem verzoek ik u om een volledig, onverwijld en eenduidig antwoord terzake. Ook verzoek ik u per ommegaande te laten weten welke rechters plaats zullen nemen in die wrakingskamer. Verder verzoek ik u hierbij om alsnog, en zonder verder oponthoud, mijn brieven naar behoren te beantwoorden.

  6. Nogmaals stel ik, zonder dat ik volledig wil zijn, de essentie van de zaak: 6.1 het betreft een duistere projectgroep onder de Minister van Financiën die onderzoek deed naar het financieel/fiscaal gedrag van een aantal kopstukken, zoals Dhr. Peper, Mw. Leemhuis-Stout enz. Die projectgroep werd plotsklaps beëindigd, naar het zich laat aanzien, door interventie van Dhr. Lubbers. Mw. De Kroon werd ontslagen.

    6.2 het betreft de benoeming van de Drie van Arnhem, Mrs. Valk, Kooijman en De Kroon. Die benoeming is zeer irregulier en de zeer bedenkelijke benoemingsprocedure verliep niet volgens de normale vereisten. De indruk bestaat dat het hier gaat om zwijggeld.

    6.3 Mw. Mr. M.C.M. De kroon heeft in mei 1986, toen nog als gerechtsauditeur fiscale zaken bij de Hoge Raad in valse hoedanigheid een overval gepleegd op de Zwitserse rekening van haar man. Dit is strafbaar optreden, verduistering, optreden in valse hoedanigheid of iets van vergelijkbare ernst en aard. Ook heeft zij buitenlandse gelden op haar naam verzwegen voor IB en VB. Zij kreeg van de fiscus een navordering met boete. Zo ook gebruikte zij papier van de Hoge Raad om uit het niets een "bewijsstuk" te creëren. Bovendien verkreeg zij vanuit haar functie van gerechtsauditeur fiscale zaken bij de Hoge Raad, naar het latere verhaal gaat met één telefoontje, fiscale gegevens van haar ex-echtgenoot ten behoeve van een privé-procedure. De Nationale Ombudsman concludeerde dat de Minister van Financiën Dhr. Wim Kok zich schuldig gemaakt had aan onbehoorlijk bestuur. Maar toen was zij al niet meer handhaafbaar bij de Hoge Raad en was zij te werk gesteld bij diezelfde Minister van Financiën Wim Kok ! Onder Wim Kok werd zij langdurig, zes tot negen maanden geschorst thuisgeplaatst en werd er een FIOD-onderzoek ingesteld. Dat FIOD-rapport van dat onderzoek is nog niet op tafel gekomen; dankzij u en uw rechtbank.

    6.4 het is eenvoudig onvoorstelbaar dat H.M. ten tijde van het ondertekenen van de drie K.B.'s op de hoogte geweest zou zijn van de ware feiten. Het moet wel zo zijn dat H.M. een rad voor ogen gedraaid werd; dit is onacceptabel en moet worden opgehelderd.

    6.5 de irreguliere benoeming van de Drie van Arnhem is eenvoudig niet acceptabel. Het is in het belang van iedere Nederlander dat benoemingen van rechters/raadsheren tot stand komen op een juiste en reguliere wijze. Bij die benoemingen horen nepotisme, vriendjesrelaties, machtsverhoudingen, kortom overwegingen die niets te maken hebben met competentie en eerlijke concurrentie, geen rol te spelen. Iedere Nederlander heeft er recht op te weten dat enig rechter op een legitieme wijze op zijn functie is benoemd. Het is in het belang van iedere Nederlander dat in casu de feiten op tafel komen, helder en volledig.

    6.6 de wijze waarop uw rechtbank c.q u als President eigen bevoegdheden misbruikt om pogingen van de Minister van Financiën om hier onderuit te komen door het misbruik van de kreet "privacy/persoonlijke levenssfeer" te dekken, is schandelijk en verraderlijk. De benoeming tot raadsheer is van te groot, ook publiek, belang om ernstige "onzuiverheden" a priori onder het kleed te laten vegen met een kreet "persoonlijke levenssfeer".

    6.7 het handelen, en het verzwijgen en wegduiken, van u en uw rechtbank leiden onvermijdelijk tot de conclusie van optreden als politieke rechtbank ter dekking van het rechtsbestel en het bestuur. Evident lijkt mij ook dat daarmee verraad gepleegd wordt aan de belangen van de Nederlander.

  7. Eens hebt u de ambtseed voor rechter afgelegd en daarbij als burger beloofd recht te gaan spreken conform de wet en die wet te handhaven. Daarbij hebt u zich verplicht tegenover de Nederlander/landgenoot. Als u zich daaraan niet wenst te houden, is dat uw keuze maar ook uw verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Ook als burger.

Tenslotte:

Vandaag herdenken wij allen die hun leven gaven opdat wij in vrijheid zouden kunnen leven in een democratische rechtsstaat, en niet in een verkapte dictatuur waarin Rechtsbestel en Bestuur op steelse wijze elkaar dekken over het hoofd van de Nederlander heen.

Een onverwijlde reactie van uw zijde lijkt mij in de rede te liggen.

    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.


C.c.

  • N.C. Burhoven Jaspers
  • Sociale Databank Nederland (adres: http://www.sdnl.nl)



AAN :

    De Voorzitter van het College van Procureurs-Generaal
    Jhr. Mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteyn
    Prins Clauslaan 16
    Postbus 20305 , 2500 EN Den Haag


BETREFT :

  • klacht d.d. 31 maart 2002 tegen de rechtbank te Den Haag, ingediend bij de
    Procureur-Generaal bij de Hoge Raad Prof. Mr. A.S. Hartkamp
  • mijn brief aan u d.d. 2 april 2002
  • mijn brief aan u d.d. 26 april 2002

Wassenaar, 6 mei 2002 _ _




Geachte Voorzitter,


_ _ _ _ Als aanvulling op mijn brieven d.d. 2 april 2002 en 26 april 2002 aan u, doe ik u hierbij
toekomen kopie van mijn schrijven d.d. 5 mei 2002 aan de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad,
inbegrepen kopie van de bijlage.

De inhoud moge voor zich spreken.

Ik verzoek u het ingesloten materiaal te beschouwen als herhaald, ingelast en ook aan u gericht.



    Hoogachtend,


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    e-mail: nc.burhovenjaspers@hccnet.nl
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar


BIJLAGE:
  • brief d.d. 5 mei 2002 aan de PG bij de Hoge Raad der Nederlanden
  • brief d.d. 4 mei 2002 van het EKC, c.q. Ing. A.M.L. van Rooij, aan de President van de Arrondissementsrechtbank Den Haag, Mr. H.F.M. Hofhuis

Zie ook: www.sdnl.nl/burhoven.htm
Klacht tegen de rechtbank te Den Haag bij de Hoge Raad der Nederlanden I
Klacht tegen de rechtbank te Den Haag bij de Hoge Raad der Nederlanden II
Klacht tegen de rechtbank te Den Haag bij de Hoge Raad der Nederlanden III
Klacht tegen de rechtbank te Den Haag bij de Hoge Raad der Nederlanden IV
Klacht aan het College van Procureurs-Generaal, Jhr. Mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteyn