De zitting van 7 oktober 1998 voor mr. Paris, vice-president van de rechtbank te Den Haag is u bekend. Voor een verslag moge ik verwijzen naar de bijgevoegde notitie; ik verzoek u de inhoud, die voor zich zal spreken, als herhaald en ingelast te beschouwen. Het lijkt mij zaak dat u ogenblikkelijk, ook ten behoeve van mijzelf, een compleet Proces-verbaal en kopie van de aantekeningen van de griffier op tafel krijgt van de twee zittingen d.d. 16 september 1998 en 7 oktober 1998. Als u ook dat weigert, verzaakt u uw plicht. In ieder geval zal dat zich laten aanzien als het zoveelste incident van afdekken. Mijn rapport vindt volledige ondersteuning in het onafhankelijk opgemaakte verslag van de aanwezige getuige.
Mr. Paris weigert iedere verslaglegging met de uitvlucht dat dat nooit gedaan wordt voor een kort geding. Dat is onwaar; zo is u bekend dat van de korte gedingen voor mr. Paalvast, president van de rechtbank te Breda en voor Mw. mr. Dil-Stork, vice-presidente van de rechtbank te Den Haag, wel degelijk zonder meer een proces-verbaal op tafel kwam. Zo worden de feiten van het onrechtmatige
optreden van mr. Paris door hemzelf bij voorbaat weggemoffeld.
Al eerder heb ik gesteld dat een kort geding in deze zaak een misbruikt rechtsmiddel is, al was het alleen al om de omvang van de eis van mijn ex van ca. fl 600.000, terwijl dat geld er helemaal niet is en ik eerder geld van haar zou moeten krijgen. Die eis à fl 600.000 is waanzinnig en eventuele toewijzing van enig omvangrijk bedrag ronduit crimineel. Onder het mom dat van een Kort Geding geen verslag gemaakt wordt, wordt aldus en ten onrechte iedere verslaglegging vlakweg geweigerd van een zitting waarin een eis op tafel ligt van een valselijk genaamd "voorschot" van circa fl 600.000. En dat moet recht heten! U moet beter weten.
U weet wat er echt aan de hand is: schoonwassen van mijn ex wat betreft haar keihard vaststaande
verduistering/fraude/diefstal (waar de wet straffen van jaren op stelt) en haar bevoordelen in de
boedelscheiding om maar de indruk te vestigen dat zij toch eigenlijk zich wel de helft van mijn Zwitserse gelden mocht toeëigenen in valse hoedanigheid. Zo is haar criminele bancaire escapade dubbel 'weggedacht'. Het is pijnlijk duidelijk hoe het belang van iemand van de eigen toko, de rechterlijke macht, voor alles gaat, ook als daarvoor de wet terzijde moet worden geschoven.
Uit mijn brief aan u d.d. 27 september 1998 citeer ik: "Dit is exact wat men nu onder mr. van Delden probeert: op een achternamiddag in Kort Geding, dus met één rechter, in een klein zaaltje in het Paleis van Justitie te Den Haag even doordrammen en van de openstaande rechtsvragen DE onbeantwoorde hamvraag van 12 jaar boedelscheiding ontlopen. Dit is volstrekt ontoelaatbaar".
En dat is precies wat met uw volledige medeweten, instemming en medewerking, wordt voortgezet. De toch zeer redelijke gedachte van een bodemprocedure elders, is geheel genegeerd. Uw brief d.d. 6 oktober 1998 bereikte mij over de gewone post op 7 oktober tussen 13.00 uur, toen ik mijn woning verliet om naar de zitting te gaan en 15.30 toen ik weer thuis kwam. Ik moet er dus van uitgaan dat mrs. van Delden en Paris deze brief al hadden voor de aanvang van het Kort Geding en zij aldus bij voorbaat verzekerd waren van uw onvoorwaardelijke steun, ook voor wat betreft het nogmaals schenden van de wet ten aanzien van wraking. In gewoon Nederlands heet dat doorgestoken kaart.
U zegt dat u geen bevoegdheden hebt om in procedures in te grijpen. Maar kennelijk doet u dat wel in de zin van onvoorwaardelijk afdekken van apert onrechtmatig optreden van rechters. Of noemt u dat niet ingrijpen?
Mr. Paris weigerde de wraking af te handelen volgens de wet, en dat is onjuist zoals zich ook al laat constateren aan de hand van het feit dat bij de eerder aan u voorgelegde kwestie van de wraking van Mw. mr. Dil-Stork d.d. 10 maart jl. conform de wet de zitting werd geschorst en de wraking wel degelijk werd voorgelegd aan een wrakingskamer. Mr. van Delden en mr. Paris schenden bewust de wet. Aangifte daartegen weigert u in behandeling te nemen.
Het zal u uit mijn verslag duidelijk zijn dat ik gedwongen werd de zitting d.d. 7 oktober 1998 te verlaten als gevolg van de wederom extreem onrechtmatige gang van zaken. In Nederland staat de rechter niet boven de wet, dus ook niet mr. Paris en mr. van Delden, al maakt het de indruk dat dat nu juist is wat bereikt wordt met uw onvoorwaardelijke protectie van de rechter; absolute macht. Daarmee wordt onze democratie geweld aangedaan. Of is uw oogmerk wellicht juist een soort sluipende stille staatsgreep waarbij de burger als slaaf onderworpen wordt aan de rechter die voor altijd boven de wet geplaatst is?
Hierbij leg ik nogmaals een klacht aan u voor over het optreden van mr. Paris. Het zal duidelijk zijn hoezeer mijn wraking terecht was. Voor ieder redelijk mens kan duidelijk zijn hoe hier "eventjes" een "vuiltje" van de Hoge Raad (legalisering van verduistering en van diefstal voor
iemand van de eigen organisatie) moet worden weggewerkt en dat met uw volledige medewerking,
ja medeplichtigheid. Iedereen kan inzien dat geprobeerd wordt met herhaald en apert onrechtmatig misbruik van macht mij de middelen van bestaan te ontnemen (zoals dat ook reeds gepoogd werd met het door mijn ex op mijn inkomen gelegde beslag; het is u bekend) teneinde mij de mond te snoeren en mij kapot te maken. Het is botweg misdadig misbruik van het recht.
Sinds 1986 heb ik mij verdedigd tegen een constante en door de rechterlijke macht afgedekte
roofoverval. Het conflict heb ik niet gezocht. Al is in 12 jaar mijn bestaan reeds verregaand verwoest, toch streeft mijn ex nog steeds als een ware roofridder naar totale plunder en vernietiging. U zult mijn relaas "Met Recht Rot" toch wel begrepen hebben of dringt het niet tot u door hoe ik afgemaakt word? Zij misbruikt uw protectie om mij alle middelen van bestaan af te nemen en mij ten gronde te richten met behulp van corrupte rechters. Blijkbaar moet ik tot aan mijn dood afgeperst worden vanwege de grillen, de rancune en de grenzeloze hebzucht van een door de juridische elite onvoorwaardelijk gesanctioneerde dievegge. Zo liggen de zaken.
Het zou kunnen zijn dat de bescherming onder de verantwoordelijkheid van u en de President totaal uit de hand is gelopen, maar u werkt daar nog steeds in vol bewustzijn aan mee. Ook dat is een feit.
Hoever wilt u met misbruik van macht gaan om een vlekje van de Hoge Raad weg te poetsen? Tot totale sloop van een medemens, doodslag of moord? Of hebt u er geen moeite mee omdat het al een gewoonte geworden is? Sowieso overschrijdt u met deze vorm van 'ausradieren' fundamentele grenzen van menselijkheid.
Voor alle gevolgen, welke dan ook, is niet alleen mr. Paris verantwoordelijk, maar u bent dat ook. Ten aanzien van mijn eerdere wraking d.d. 13 september hebben mrs. van Delden en Paris ook niet
gehandeld zoals de wet dwingend voorschrijft, ja zij hebben geweigerd dat te doen. Dat geval van
onrechtmatig optreden, dat een schending van hun ambtseed inhoudt, hebt u geheel afgedekt. Volgens u is daaraan niets klachtwaardigs en daarmee sanctioneert u dit soort optreden. Aan de feiten gaat u voorbij.
De conclusie is onontkoombaar dat u ronduit medeplichtig bent aan deze uitermate kwalijke gang van zaken en ik stel u hierbij uitdrukkelijk aansprakelijk voor alle consequenties van deze situatie van verregaand grof misbruik van macht, ook aan uw zijde. Ook u hebt als burger een ambtseed afgelegd. Als u het door u als burger beloofde in vol bewustzijn niet nakomt, uw verantwoordelijkheden volgens de wet niet neemt, ja zelfs uw macht stelselmatig en gedurende een decennium misbruikt ten faveure van een gerechtsauditeur van de Hoge Raad, móét het wel zó zijn dat u ook als burger aansprakelijk bent.