Drs. N.C. Burhove Jaspers was hoofdsamensteller van het IRM-rapport m.b.t. de bijbanen van juristen in Nederland

Wraking van 4 raadsheren van de Hoge Raad door drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA


AAN:
    De President
    Hoge Raad der Nederlanden
    Lange Voorhout / Kazernestraat 52
    Postbus 20303
    2500 EH 's-Gravenhage
    
    PER FAX en PER POST
    
    

    Wassenaar, 4 oktober 1998

      Geachte heer President,

    Hierbij breng ik enkele punten onder uw aandacht:

  1. uw brief d.d. 26 maart 1998.

    Het valt te waarderen dat u na jaren enige duidelijkheid verschaft over uw delegatie aan de griffier. Curieus is echter dat u stelt dat mijn brieven louter een herhaling van zetten bevatten. Immers: voor het eerst deed ik u toekomen een notitie over de formele positie van de gerechtsauditeur. Die analyse is inmiddels door de Minister van Justitie geheel bevestigd: voor een gerechtsauditeur van de Hoge Raad, zoals mijn ex. zo'n zeven jaar lang, is in eerste instantie verantwoordelijk de President van de Hoge Raad en in laatste instantie de Minister van Justitie. U deelt mij mede dat ik geen antwoord op brieven meer kan verwachten; onvermijdelijk maakt dat de indruk dat u daarmee het onderwerp van uw verantwoordelijkheden poogt te vermijden.

  2. meermaals heb ik onder uw aandacht gebracht dat hetgeen ik meemaak slechts te duiden valt als stelselmatige protectie van mijn ex als gerechtsauditeur van de Hoge Raad, en wel om haar eerst schoon te wassen wat betreft haar keihard vaststaande verduistering/fraude/diefstal en aansluitend haar te bevoordelen in de boedelscheiding om maar de indruk te creëren dat zij toch eigenlijk zich wel de helft van mijn Zwitserse gelden in valse hoedanigheid mocht toe-eigenen. Zo is haar criminele bancaire escapade dubbel 'weggedacht'. Zij die apert schuldig is, is met alle middelen van macht schoongewassen. En ik heb mijn vingers niet vuil gemaakt, maar word nu 12 jaar lang afgestraft alsof ik minstens wel een halsmisdaad op mijn geweten moet hebben.

  3. ik verwijs naar mijn brieven van 29 en 30 september aan de Procureur-generaal bij de Hoge Raad; kopie sluit ik in. Ik verzoek u de inhoud van deze en alle andere bijlagen als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Ook moge ik verder verwijzen naar de Sociale Databank Nederland Internetadres sdn en in het bijzonder burhoven.htm

    De wet spreekt in relatie tot verschoning en wraking van feiten en van omstandigheden waardoor de onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. En er wordt zo vaak aan toegevoegd dat de minste schijn vermeden moet worden.

    Daarom wraak ik hierbij de raadsheren mrs. Roelvink, Heemskerk, Herrmann en Neleman.

    Ten aanzien van het arrest d.d. 28 maart 1997 wraak ik voorzover nog mogelijk de raadsheren mrs. W. Snijders , W.H. Heemskerk , R.Herrmann , C.H.M. Jansen en O. de Savornin Lohman. Indien dit niet mogelijk is, zal toch in ieder geval duidelijk moeten zijn dat ik had kunnen wraken als ik destijds maar de achtergrondgegevens over die raadsheren tot mijn beschikking gehad had. Maar die gegevens zijn niet zonder meer algemeen voor het publiek toegankelijk. In ieder geval zal duidelijk zijn dat die raadsheren zich hadden moeten verschonen en dat het bewuste arrest aldus op uiterst dubieuze wijze tot stand gekomen is.

    Ook is evident duidelijk dat steevast elementaire rechtsprincipes geschonden zijn in haar voordeel, bijvoorbeeld t.a.v. bewijslast. Zo heeft mijn ex voor haar aanspraken nog nooit iets bewezen ! En de rechter mag niet iets toewijzen dat niet eens geëist is en evenmin zelfs iets toewijzen waarvoor geen bewijs geleverd is, maar wel met feiten tegenbewijs door de tegenpartij. Het zo heilige principe van de partij-autonomie en de huwelijksvoorwaarden zijn en passant terzijde geschoven met vage woorden als "kennelijk, redelijk en billijk" en bovendien mag de rechter niet uitgaan van aannamen die in strijd zijn met keihard bewezen essentiële feiten.

  4. de arresten van Hof en Hoge Raad zijn zeer onduidelijk en dubbelzinnig. De partijen worden terugverwezen naar de overwegingen. Daarmee zijn de hoofdgeschilpunten nu, na 12 jaar, nog niet opgelost. Dit is ronduit bizar te noemen. Ik herhaal: " Mijn ex eist nu van mij ca. fl 600.000 waarvan ca. fl 450.000 vanwege de ene transactie in juni 1973 waarbij zij van door mij overgespaard geld ZF 42.000 ontving terwijl ik ZF 36.000 overhield ! Ieder normaal mens kan inzien dat dit niet kan kloppen."

    Bijgaand treft u de tekst aan van mijn brief van 4 oktober 1998 aan mr. A.H. van Delden. Er wordt nu geprobeerd in allerijl deze gehele zaak in het voordeel van mijn ex door te drammen in een kort geding met één rechter op een achternamiddag in een achterkamertje van het Paleis van Justitie. Conform de wet hoef ik toch zeker niet mee te werken aan mijn eigen ondergang. Wat hier gebeurt verdient niet de kwalificatie van recht, maar van grof misbruik van macht.

  5. in het licht van mijn ervaringen, zal ieder normaal mens inzien dat mij geen recht gedaan is in overeenstemming met de Wet en de Rechten van de Mens en kunnen zien dat de conclusie van protectie zich keihard opdringt. Ook u moet toch kunnen begrijpen dat wat hier gebeurd is, eenvoudig niet kan. Hoe moet iemand de Hoge Raad nog kunnen vertrouwen ?

    Ik wijs op de opstelling van de Procureur-generaal, van Raadsheren die zich niet verschonen en 'rustig' zo ongeveer alle bindende rechtsprincipes schenden, op het optreden van uw griffier en dat van uzelf dat geenszins onpartijdig genoemd kan worden. Zo werd briefwisseling met u zonder meer aan mijn ex doorgespeeld, hebben uw griffier en u mij tot op de dag van vandaag inzage in het griffie dossier in eigen zaak ontzegd, bent u handelen uit de weg gegaan terwijl dit direct uw verantwoordelijkheden betreft enz., enz.

    Helaas kan ik wijzen op een overmaat aan redenen om te stellen dat ik geen grein vertrouwen meer kan hebben in de raadsheren van de Hoge Raad. Maar ik word graag met ware feiten en juiste overwegingen overtuigd van het tegendeel en verzoek u in die zin om een antwoord.

  6. 6naar ik aanneem moet u diverse opties kunnen overwegen, bijvoorbeeld om de voor 7 oktober 1998 voorziene zitting te voorkomen, deze zaak geheel "stil te leggen" en aansluitend tot op de bodem te laten onderzoeken door derden, van wie de competentie, onafhankelijkheid en onpartijdigheid dan wel absoluut moeten vaststaan. Ik verzoek u om een duidelijke beslissing. Uw keuze van optreden of het gebrek daaraan is natuurlijk uw verantwoordelijkheid.

  7. hierbij verzoek ik u om uitermate prompt handelen.

    Een zeer spoedige eenduidige reactie van uw zijde zou ik natuurlijk ten zeerste waarderen.


Hoogachtend,


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    e-mail: nburjas@planet.nl
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar


BIJLAGEN

brief d.d. 27 september 1998 aan de Procureur-generaal bij de Hoge Raad
brief d.d. 29 september 1998 aan de Procureur-generaal bij de Hoge Raad
brief d.d. 30 september 1998 aan de Procureur-generaal bij de Hoge Raad
brief aan mr. A.H. van Delden d.d. 4 oktober 1998
brieven d.d. 18 juli 1998, 15 juni 1998 en 10 mei 1998 aan de Minister-president
brief d.d. 13 september 1998 aan de Minister van Justitie
brief in valse hoedanigheid aan Swiss Bank Corp. rond 1 juni 1986 transcriptie
brief d.d. 11 juli 1986 van de Swiss Bank Corporation
Notitie d.d. 29 januari 1998
Relaas "Met Recht Rot"
Mijn C.V.