Drs. N.C. Burhoven Jaspers was hoofdsamensteller van het IRM-rapport m.b.t. de bijbanen van juristen in Nederland

Correspondentie met o.a. strafklacht/aangifte tegen een aantal rechters en een advocaat te Den Haag


IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

Brief aan ministr Korthals Altes van Justitie over het uitblijven van een antwoord

video/burhoven.wmv">drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

Wassenaar, 2 februari 1999

AAN:

    De Minister van Justitie
    Mr. B. Korthals
    Ministerie van Justitie
    Schedeldoekshaven 100
    2511 EX Den Haag

BETREFT:

  • eerdere correspondentie, waaronder mijn brief van 11 november 1998
  • strafklacht/aangifte tegen:

    • Mw. Mr. E.M. Dil-Stork, Vice-presidente rechtbank Den Haag
    • Mr. A.H. van Delden, President rechtbank Den Haag
    • Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voormalig Deken Den Haag
    • Mr. H.J.A. Knijff, huidige Deken Den Haag
    • Mr. J.W. Bogaardt, advocaat te Wassenaar


Excellentie,

Hierbij vraag ik uw aandacht voor een aantal opmerkingen.

  1. helaas moet ik opmerken dat ik op mijn eerdere brieven, zoals die van 11 november 1998, geen antwoord heb mogen ontvangen.

  2. bijgaand treft u aan enkele bijlagen. Ik verzoek u deze te beschouwen niet slechts als illustratie, maar integendeel als integraal onderdeel van dit schrijven, dus als geheel herhaald en ingelast.

  3. bijlage II geeft enig commentaar over de huwelijksvoorwaarden die saillant zijn, omdat de situatie een boedelscheiding betreft; de wijze van afhandeling is de aanleiding tot deze brief. Recht moet evident gebaseerd zijn op feiten en niet op fictie of kunstgrepen. Ik ben van mening dat er in de werkelijkheid der feiten niets is dat zou betekenen dat mijn ex-echtgenote Mw. Mr. M.C.M. de Kroon, ex-gerechtsauditeur van de Hoge Raad nog enige vordering zou hebben op basis van de huwelijksvoorwaarden; integendeel. Ondanks haar zo vele wilde aanspraken heeft zij sinds 1986 deze niet gefundeerd op ook maar één grein feitelijk bewijsmateriaal. Slechts één maal sinds 1986 werd zij gehouden aan de bewijslast voor haar stellingen en toen faalde zij totaal.

    De procedure voor de rechtbank heeft gelopen van najaar 1986 - zomer 1994. Conform arresten van "Straatsburg" is een duur langer dan 6 jaar in eerste aanleg 'undue delay' in de zin van artikel 6 EVRM. Voor wat betreft de totale duur van een dergelijke procedure leiden arresten van het EVRM tot de conclusie dat een duur van 12 jaar voor totale procedure inbegrepen executie het maximaal toelaatbare is. De dagvaarding van de boedelscheiding dateert van 6 december 1986; ook in die zin is er sprake van 'undue delay' volgens het EVRM. Toch loopt de boedelscheiding die begon in 1986, nog steeds. Daarbij ben ik toenemende mate op oneigenlijke en onrechtmatige wijze in de verdediging gedrongen en is mijn bestaan verregaand verwoest.

  4. voor een algehele schets van de context, een boedelscheiding die loopt vanaf 1986, moge ik verwijzen naar bijlage I ; in het bijzonder vraag ik uw aandacht voor de notitie getiteld "Een jaar leven en overleven met de rechtbank te Den Haag" en vooral naar de conclusie:

    • op onrechtmatige gronden neemt men mij de middelen van bestaan af
    • men ontneemt mij de toegang tot rechtsmiddelen
    • de dreiging met lijfsdwang wordt ten tonele gevoerd
    • nu ben ik de facto vogelvrij door bewust, verregaand en ontoelaatbaar misbruik van macht.

    Daarbij gaat het om zeer grof misbruik van bevoegdheden dat misschien onder een totalitair regime onderdeel van het repertoire moge zijn, maar in dit land niet voor mag komen. Hetgeen ik meemaak is evident totaal in strijd met ons rechtssysteem, onze Grondwet en met elementaire rechten zoals vastgelegd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en daarmee gegarandeerd door de Staat der Nederlanden!

  1. bijlage III omvat de relevante correspondentie met Mr. J.W. Bogaardt, Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, Mr. Schmidt auf Altenstadt en Mr. H.J.A. Knijff. De inhoud zal geheel voor zich spreken: het schandalige optreden van de genoemde personen is in Nederland absoluut ontoelaatbaar. De heren van Delden, Beelaerts van Blokland, Knijff, Schmidt auf Altenstadt en vooral Bogaardt handelen wederrechtelijk, alsof wij hier leven onder een totalitair regime, waarin zij absolute macht hebben en die naar willekeur mogen gebruiken om iemand vogelvrij te verklaren en volledig te vernietigen. Dit mag geen Nederlander aangedaan worden.

  2. naar mijn mening is er sprake van criminele collusie, misbruik van macht, chantage of iets van vergelijkbare aard. Voor wat betreft de hierbij betrokken leden van de rechterlijke macht komt daar bij schending van hun ambtseed, dus ambtsmisdrijf, en dat in zo'n mate dat hierin reden voor ontslag kan liggen.

  3. hierbij verzoek ik u gebruik te maken van uw bevoegdheid als Minister van Justitie om het Openbaar Ministerie te gelasten strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar het optreden van alle vermelde personen, zo dat in het kader van strafvervolging deze zaak tot op de bodem kan worden uitgezocht.

    8--het komt mij voor dat u in casu ogenblikkelijk dient in te grijpen door de situatie te bevriezen, voor er nog meer schade wordt aangericht. Gezien eerdere harde ervaringen kan ik in het Hof te Den Haag geen enkel vertrouwen stellen. Zo'n temporisering lijkt ook geboden teneinde de situatie toegankelijk te maken voor grondig onderzoek naar de feiten. Ook lijkt het mij noodzakelijk dat het meervoudig onrechtmatige vonnis van 21 oktober 1998 wordt 'bevroren' in die zin dat ik weer de beschikking krijg over mijn inkomen.

  4. vanzelfsprekend sta ik tot uw beschikking voor het verstrekken van verder bewijsmateriaal in de vorm van correspondentie, vonnissen enz..

  5. hierbij verzoek ik u in overweging te nemen bij de verdere afhandeling van deze kwestie geen juristen te betrekken die plaatsvervangend rechter zijn. Zo is Mr. M.P. van Harte van uw directie Rechtspleging, naar ik meen, Rechter-plaatsvervanger van Mr. van Delden.

  6. de ernst en de urgentie van de situatie gebieden, lijkt mij, een onverwijld ingrijpen.

De toestand van rechteloosheid waarin ik nu geplaatst word, ondervind ik als een ernstige aantasting van mijn fysieke veiligheid, zoals ik dat zelfs toen ik werkzaam was in landen als Nigeria en Gabon niet heb ondervonden. In het licht van die druk zie ik mij genoodzaakt naar voren te brengen dat een eerste reactie binnen 8 dagen mij in de rede zou lijken te liggen. In het vertrouwen dat u als Minister van Justitie niet het hoofd zal kunnen afwenden voor zulk onrecht en voor dergelijk misbruik van macht van acteurs binnen het rechtssysteem van ons land, teken ik

    Hoogachtend, Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar


      BIJLAGEN I, II en III


BIJLAGE I

  • relaas "Met Recht Rot" d.d. 98-09-01
  • "Een jaar leven en overleven met de rechtbank te Den Haag" d.d. 99-01-30
  • Notitie d.d. 29 januari 1998: De formele positie van een gerechtsauditeur (van de Hoge Raad)
  • ongedateerde handgeschreven brief aan de Swiss Bank Corporation, geschreven door Mw. Mr. M.C.M. de Kroon
  • transcriptie van de hiervoor genoemde brief
  • brief d.d. 11 juli 1986 van de Swiss Bank Corporation aan Mw. Mr. M.C.M. de Kroon
  • C.V.


BIJLAGE II

  • Tekst van de huwelijksvoorwaarden
  • De huwelijksvoorwaarden van 1969 in perspectief


BIJLAGE III

  • brief d.d. 3 november 1998 van Mr. J.W. Bogaardt , advocaat
  • brief d.d. 24 november 1998 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 18 november 1998 aan Mr. P.J.M. Schmidt auf Altenstadt, landelijk Deken
  • brief d.d. 18 november 1998 aan Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, vertrekkend Deken Den Haag
  • brief d.d. 18 november 1998 aan Mr. H.J.A. Knijff, nieuwe Deken Den Haag
  • brief d.d. 23 november 1998 van Mr. P.J.M. Schmidt auf Altenstadt, landelijk Deken
  • brief d.d. 23 november 1998 van Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 24 november 1998 van Mr. H.J.A. Knijff, nieuwe Deken Den Haag
  • brief d.d. 15 december 1998 van Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 21 december 1998 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 6 januari 1999 aan Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, vertrekkend Deken Den Haag
  • brief d.d. 7 januari 1999 aan Mr. H.J.A. Knijff, nieuwe Deken Den Haag
  • brief d.d. 7 januari 1999 aan Mr. P.J.M. Schmidt auf Altenstadt, landelijk Deken
  • brief d.d. 7 januari 199 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 12 januari 1999 van Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 16 januari 1999 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 26 januari 1999 van Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 27 januari 1999 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat
  • brief d.d. 1 februari 1999 aan Mr. J.W. Bogaardt, advocaat