secr.: Alice v.d. Vlugt penn.: Onno de Jong
Cesar Franckstraat 98 Eikenlaan 37
2625 CB DELFT 1561 CA Krommenie
tel.: 015-2618125 tel.: 075-6211181
t.n.v. BUG met adres penningmeester
Delft, 11 februari 1997
Geachte heer, mevrouw,
Voorafgaand aan onze ledenvergadering hebben we op 6 november 1996 een discussie-ochtend met inleiding gehouden. Op deze ochtend heeft professor B. Goudzwaard van de Vrije
Universiteit, een inleiding gehouden. De vragen die daarna zijn gesteld heeft hij beantwoord en
op de opmerkingen heeft hij zijn commentaar gegeven. Wij hebben deze lezing en discussie als
zeer verhelderend ervaren. Wij vinden het bovendien alleszins de moeite waard dat er in een
bredere kring wordt nagedacht over wat professor Goudzwaard naar voren brengt. Daarom
willen wij u graag een verslag van deze inleiding en discussie aanbieden.
Met vriendelijke groet namens het bestuur,
Alice van der Vlugt (secretaris)
c.c.
S. Noorman Den Uil Minister Melkert
Ministeries VWS en ZSW FNV voedingsbond
UKO-groep Sjakuus
collega-organisaties BKK
Internet
Is er hoop voor uitkeringsgerechtigden?
De uitspraak van bisschop Muskens is wel een ondersteuning maar geen oplossing is. Ik denk
dat het elke dag een worsteling is om rond te komen dan moet er nog . veel veranderen. De
woorden die door de samenleving die in het productieproces zit worden die gebruikt,
bijvoorbeeld uitkeringstrekkers en niet-actieven, zijn stigmatiserend. Dit woordgebruik wijst
erop dat uitkeringsgerechtigden worden gezien als mensen die niet meedoen in het
productieproces.
De stichters van de verzorgingsstaat hebben het wel anders gezien. Drees vond dat de rechten
van Uitkeringsgerechtigden (UKG) en AOW-ers gehandhaafd moeten blijven. Om dit te
bewerkstelligen zijn twee stelsels mogelijk:
- Omslagstelsel => productieve deel betaalt premie hiermee vindt uitbetaling plaats;
- Kapitaaldekkingstelsel => er wordt eerst een kapitaal opzij gezet daarvan vindt de uitbetaling
plaats. De keuze die gemaakt is, voor het omslagstelsel, is bevorderend voor solidariteit.
Mensen die in het productieproces werkzaam zijn, zijn niet in staat dat te doen als er geen
zorgarbeid tegenover staat. De huidige economie staat of valt met dit werk. Maar wat gebeurt
er als de groep UKG en AOW-ers steeds groter wordt en de samenleving kiest voor stukjes
belastingverlaging en bezuinigingen voor de zachte sector?
Professor Goudzwaard vergelijkt de situatie van nu met een schaar. Een schaar heeft twee
bladen:
- = de kant van de noodzaak tot bezuinigen;
- = de kant van de verhoging van de kosten van het levensonderhoud en de vaste lasten. De
uitkeringsgerechtigden maakt de kans om tussen de bladen te raken en verknipt te worden.
ad 1: Noodzaak tot bezuinigen (het eerste blad van de schaar). Omdat we toe willen naar hoop,
beginnen we met een raadsel. Het inkomen van de mensen in het productieproces stijgt, maar
die zijn kennelijk niet in staat om mensen die niet in het productieproces zitten van een
inkomen te voorzien. Ten dele omdat de premies, nodig voor de Sociale Zekerheid, eenzijdig
worden geheven op de factor arbeid. Maar ook door de verregaande individualisering waarbij
het individu zelf belangrijker is dan zijn omgeving. Daaronder valt ook de medemens. Mede
daardoor vertikt de samenleving het om solidair te blijven en er is onwil om de
verzorgingsstaat in stand te houden. De uitkeringen worden bevroren. Het kabinet werkt
hieraan mee.
Een bijkomende factor is de komst van de Monetaire Unie van de Europese Gemeenschap en
daarmee het invoeren van de EURO. De Europese markt moet beter kunnen concurreren met
Amerika en Japan. Hiervoor zijn in Maastricht afspraken gemaakt waaronder: het
financieringstekort moet lager zijn dan 3% en de staatsschuld moet lager zijn dan 60%.
Voorkomen moet worden dat er te snel naar de geldkraan wordt gegrepen. De geldwaarde
wordt ook lager als het financieringstekort te hoog is. De Europese Unie lijkt een tunnel te
worden van meer produceren vanwege de economie. Daarbinnen wordt alle voorrang gegeven
aan het verlagen van de kosten van het produceren. Deze mogen niet hoger zijn dan in de
andere Europese landen.
Wat speelt een rol? Markt en productie maar ook de lonen. En juist de lonen daar wordt naar
gekeken. De lasten van de sociale premies drukken daarop en daar wordt op bezuinigd.
Daardoor zou er beter kunnen worden geconcurreerd. De denktrend van deze tijd is ook in het
verband met de afspraken van Maastricht, een jacht om zo laag mogelijk kostenpeil te
realiseren voor de Europese markt.
Ad 2: Stijging kosten levensonderhoud en vaste lasten (het tweede blad van de schaar).
De gemiddelde welvaart stijgt. Maar wat is een gemiddelde? Een gemiddelde geeft geen
duidelijk beeld over hoge en lage inkomens. Bij de stijging van de gemiddelde welvaart zie je
echter gekke dingen gebeuren in de sectoren waar zorg wordt verricht.
In de zorgsectoren kun je niet, althans minder gemakkelijk, zeggen dat het productiever wordt.
Inkomens gaan omhoog, de zorgkosten en de vaste lasten stijgen mee. De uitkeringen blijven
op hetzelfde peil mede door invloed van de eisen voor de EMU. De vaste lasten nemen elk jaar
toe en de uitkeringen worden bevroren. De groep uitkeringsgerechtigden dreigt tussen de
bladen van de schaar verknipt te worden. Ook In Amerika zie je dit.
Armoede mocht niet in de politiek e.d. worden gebruikt. Zo kon en kan het proces van
verrijking plaatsvinden. Een proces waarin een samenleving niet langer zijn plichten nakomt ten
opzichte van de groep die niet in het productieproces zit. Een proces waarin de economische
groei zijn doorgang moet vinden.
Het idee doorbreken dat de Sociale Zekerheid de 'zachte' sector is en dat je daar maar steeds
van af kunt nemen (de harde sector gaat nu steeds vooraan). Als je geen zorg hebt in de
samenleving dan zie je het namelijk economisch hoe dan ook verkeerd gaan. Mensen raken in
een isolement. Het onderwijs en de gezondheidssector worden duurder. Dit heeft echter geen
vooruitgang maar achteruitgang ten gevolge. De stille uitsluiting en de discriminatie woekeren
door. Ook de Kerken zouden een duidelijke rol moeten spelen. De kurk waar de samenleving
op drijft zou voorrang moeten hebben (wat voorheen de 'zachte' sector werd genoemd). Er zou
eerst gekeken moeten worden wat daar voor nodig is voordat de andere sectoren aan bod
komen. Uitkeringsgerechtigden moeten niet worden gezien als mensen waar goed aan gedaan
moet worden maar mensen die rechten hebben en daar ook zelf zaken tegenover zetten.
De financieel basis moet anders
Lasten moeten worden opgebracht door alle economische sectoren en dan zeker niet alleen op
basis van lonen. Wat draagt bijvoorbeeld de kapitaalssector bij? Voorbeeld van twee bedrijven
waar dezelfde omzet wordt gemaakt.
Bedrijf 1: 200 mensen in dienst; zorgt voor werkgelegenheid en moet (ie meeste premies
betalen. Bedrijf 2: 20 mensen in dienst; zorgt voor veel minder werkgelegenheid en betaalt een
fractie van de sociale premies. Als er in bedrijf 2 bijvoorbeeld 10 mensen afvloeien dan hoeft
het maar de helft te betalen aan sociale premies. Maar er wordt waarschijnlijk wel een beroep
gedaan op de Sociale Zekerheid. Discussies hierover moeten opnieuw worden gevoerd. De
lasten van de Sociale Zekerheid moeten van arbeid naar kapitaal, en naar het beslag op het
milieu, worden verschoven. Europa heeft dezelfde problematiek. Volgend jaar heeft Nederland
het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap dan kan dit ter discussie worden gesteld.
Verrijking (tweede blad van de schaar)
Daarachter zitten mensen/groepen die belangen hebben en maken dat dingen gaan zoals ze nu
gaan. Er zijn groepen die zelf hun inkomen kunnen vaststellen (bv notaris, advocaten en
doktoren). Genoemde beroepen zijn dienstverlenend naar de samenleving. De kosten van deze
diensten stijgen onevenredig in verhouding met het inkomen. De wenselijkheid om nieuwe
welvaartsrondes mee te maken moet ook in discussie komen. Er worden steeds meer
verdiepingen gebouwd op het welvaartsgebouw zonder dat er wordt afgevraagd op welke
ondergrond dat steunt. De hele dienstverlenende sector werkt, zoals het nu is ingericht,
kostenverhogend.
Omgekeerde koppeling => er wordt nu altijd gewezen naar degenen die meer verdienen.
Zoals bij punt 1 is gezegd. Er moet worden uitgegaan van de rechten van de samenleving, de
kurk waar alles op drijft. En daarna kan er gekeken worden welke ruimte er nog is voor de
andere sectoren. Dit moet de vervolgdiscussie zijn van de uitspraak van bisschop Muskens.
Dan is er weer hoop voor de 'zwakkere' in de samenleving.
De voorzitter geeft aan dat dit een wel een heel andere visie is dan onder de meeste economen
wordt gehoord. Dat deze visie wel de hoop kan geven die we nodig hebben om verder te
kunnen. Daarna is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
Vraag 1: Moet de politiek niet de verantwoordelijkheid nemen en nadenken? Bedrijven willen
gewoon winst maken en kijken niet naar werkgelegenheid.
Antwoord: De economie moet weg uit het tunneldenken van eerst steeds meer moeten
produceren en dan zou er wel geld vrijkomen om solidair te zijn. Het zou dan wel eens te laat
kunnen zijn. Er moet een omwegdenken komen waarin weer plaats gemaakt voor de vuistregel
dat een mens niet leeft van brood alleen. Waarin meer plaats is voor de gehandicapten. Het
blijft nu teveel een zaak van mooie woorden waar geen daden tegenover staan.
Vraag 2: In de jaren 50 was er de EEG en nu de Europese Unie. Kok haalt de touwtjes wel erg
stevig aan om de EU te halen. Het marktdenken werkt dictatoriaal.
Antwoord: Godfried Bomans heeft eens gezegd, "morgen moeten jullie allemaal je hoofd
inleveren", In de samenleving is een dwangdenken ontstaan. Vertrouwen/geloof in de werking
van de markt en het halen van de voorwaarden van Maastricht. Als we daar geen voorrang aan
geven dan missen we de boot. Dit is een beperkt wereldbeeld. Het is niet het Europa van de
gewone mensen. Een andere kijk hierop: doorgaan met bezuinigen is het ondermijnen van je
samenleving.
Vraag 3: Vier opmerkingen
- Europese Monetaire Unie => Nederland met Luxemburg voldoen nu al aan de eisen. Er is
dus ruimte.
- Een andere basis om premie te heffen => productieheffing. In Rotterdam loopt een project
waar dit gedaan wordt.
- Tegen BUG-mensen => kijk heel voorzichtig wat voor veranderingen er plaatsvinden binnen
de bonden. Kun je daar niet tussen schuiven, voorzichtig? Vier fuserende bonden zijn
penseelstreken aan het zetten. Kunnen wij dan niet meeschilderen?
- Hoe kunnen we de regering duidelijk maken dat er een ander stelsel van premieheffingen
nodig is? Bij premie op arbeid blijft de natuur buiten schot. De bedrijven die mensen uitstoten
moeten worden aangeslagen voor dat deel van de Sociale Zekerheid waar ze een beroep op
doen. Dit zou bijvoorbeeld een Europese gemeenschappelijke actie kunnen zijn van de
vakbonden en de uitkeringsgerechtigdenorganisaties. Alleen vanuit Nederland het systeem
veranderen geeft geen aansluiting vanwege de concurrentiepositie naar Japan en Amerika.
Opmerking. De groei van de economie moeten we vooral zoeken in de dienstverlenende
sectoren => met name bejaarden/ziekenhuizen e.d.
Vraag 4: Het verhaal van Goudzwaard over de kurk waar de samenleving opdrijft en de markt
die dictatoriaal werkt is wel goed maar verandert er werkelijk iets?
=> gisteren werd door de media naar voren gebracht dat iemand van 30 jaar werd gehuldigd, hij kreeg het eredoctoraat. Hij was de rijkste man ter wereld. Dan doe je toch iets verkeerd? Als er wat veranderen moet, moet het voor, door en met de uitkeringsgerechtigden gebeuren. Door andere uitkeringen en/of verzekeringen wordt je vaak uit elkaar gedreven. Uitkeringsgerechtigden moeten daar boven staan. Tezamen met kerken en
vakbonden moet een andere weg worden gekozen dan steeds maar bezuinigen op de uitkeringsgerechtigden.
Antwoord: Feit is dat zo snel de rijkste man worden mogelijk is omdat speculatieve inkomens heel snel kunnen toenemen. Kapitaal kan overal vrij naar toe, daar wordt geen enkele beperking aan gelegd. De kapitaalstromen over de gehele wereld belasten met één promille is voldoende om ook in Europa de Sociale zekerheid in stand to houden. Het bondgenootschap van de vakbond kan worden gebruikt om een andere premie/belastingheffing te krijgen.
Vraag 5: De concurrentpositie wordt nu afgekeerd op de mensen met de laagste
posities, topsalarissen worden niet aangepakt. (in betoog gemist?)
(Antwoord: Als je het over mensen hebt die hun eigen inkomen kunnen vaststellen,
heb je het ook over deze vraag. Je zou kunnen denken aan een inkomensbeleid
naar specifieke groepen. (o.l.v. Den Uil is dat er wel geweest)
Vraag/opm. 6: De positie van de vrouwen, ook van de werkende, in de maatschappij
is duidelijk een mindere t.o.v. de mannen.
(Aanvulling: Als er meer vrouwen betrokken
zouden zijn bij maatschappelijke vraagstukken zou er meer aandacht zijn voor zorg en deze
sectoren Dat dit nu anders is, is vooral het gevolg van mannendenken.
Vraag/opm. 7: Economie van de Barmhartigheid, Jongeneel. Deze schrijver geeft aan dat we
naar een service-economie toe moeten.
Zorgen voor elkaar en voor de natuur daar moet voorrang aan worden gegeven boven de andere economie van meer produceren. Uitbouw van de 'dienstverlenende economie'. Nu denken we teveel in presteren, in een economie van productiegroei De dienstverlenende groei kan daar geen tred mee houden.
Antwoord: Als je de dienstverlening blijft verwaarlozen gaat die anderen economie ook
onderuit.
|